Ministerie van Justitie

misbruik van minderjarigen en naleving

28




-6.3 Factor Toeristenindustrie en seksindustrie
Variabele Toerisme
De VN is op dit moment samen met de WTO een nieuwe maat' voor toerisme aan het ontwikkelen, de Tourism Sattelite Account (TSA). Deze indicator is nu nog niet beschikbaar.

Wij hebben als indicator voor het aantal toeristen gekozen . Deze indicator is voor 171 landen bekend. Gekozen is voor de volgende indeling:

- groep 1: de zeer toeristische landen met meer dan 1 miljoen toeristen.
- groep 2: de enigszins toeristische landen met een toeristenaantal van 50.000 tot 1 miljoen.
- groep 3: de niet of nauwelijks toeristische landen met minder dan 50.000 toeristen.
Voorbeelden:
Portugal werd in 2000 bezocht door 9.730.000 toeristen: groep 1. Syrie werd in 2000 bezocht door 888.000 toeristen: groep 2. Suriname werd in 2000 bezocht door 21.000 toeristen: groep 3.

Voor factor 1 is door ons geen bruikbare indicator gevonden voor de aanwezigheid van een seksindustrie. Mogelijkheden die daartoe zijn onderzocht zijn: de vermelding van de aanwezigheid van een seksindustrie in reisgidsen en de aanwezigheid van een beroeps-/belangenorganisatie van werkers in de seksindustrie. Ten aanzien van de reisgidsen (Lonely Planet, Rough Guide) blijkt de aanwezigheid van een seksindustrie in een te beperkt aantal landen te worden aangegeven. Het gaat hier alleen om grote bestemmingen'. Dit geldt ook voor de tweede mogelijke indicator, de beroeps-/belangenorganisaties die op het internet worden vermeld".

6.4 Factor Beschikbaarheid van minderjarigen

6.4.1 Variabele Economie

De eerste factor in dit verband is de economische situatie van het land. Aanname is dat daar waar armoede heerst er een grotere kans bestaat dat minderjarigen in de prostitutie en de seksindustrie terechtkomen. Als indicatoren voor de economische situatie in een land hebben wij gekozen voor het kindersterftecijfer onder de vijf jaar en het inkomen per hoofd van de bevolking .

zz Bron: Encarta Worldatlas 2001. Door ons is als alternatief voor deze indicator het aandeel van de toeristensector in het bruto nationaal product van het land overwogen. Deze informatie is echter alleen voor alle landen beschikbaar met het onderscheid diensten-industrie-landbouw. Toerisme, als onderdeel van de dienstensector, kan hierin onvoldoende worden onderscheiden. 23 http://www.walnet.org/csis/groups/ za Bron: The state of the world's children 2001. New York: Unicef.

29



Kindersterftecijfer
De Under Five Mortality Rate is een rangorde van de hoogte van het kindersterftecijfer onder de vijf jaar. Dit gegeven is van 179 landen- zo goed als alle landen. ter wereld- bekend
- groep 1: landen met rangorde 1 (Sierra Leone) tot en met 60 (Gambia), met een rate van 316-76.
- groep 2: landen met rangorde 61 (Tjadzikistan) tot en met 129 (Estland en Letland), met een rate van 75- 21.
- groep 3: landen met rangorde 130 tot 187 (Noorwegen, Zwitserland, Zweden) , met een rate van 20 tot 4.
Inkomen
Tweede indicator is het inkomen per hoofd van de bevolking. Ook dit - in Amerikaanse dollars uitgedrukte bedrag - is voor 179 landen bekend. - groep 1: landen met een inkomen per hoofd van de bevolking dat lager is dan $ 1000. - groep 2: landen met een inkomen tussen de $1000 en $ 8000. - groep 3: landen met een gemiddeld inkomen per hoofd van $8000 en meer.

De indicatoren kindersterftecijfer' en inkomen' zijn gecombineerd tot de variabele economie. Voor die variabele zijn de scores van de twee indicatoren opgeteld. Dat leidt tot de volgende indeling:
- groep 1 zijn de economisch zwakste landen, met een totaalscore van 2 of 3.
- groep 2 zijn de economisch zwak noch sterke landen, met een totaalscore van 4.
- groep 3 zijn de economisch sterkere) landen, met een totaalscore van 5 of 6.
Rekenvoorbeelden: Groep 1: Turkmenistan: Valt in groep 2 wat betreft kindersterfte en in groep 1 voor het inkomen per hoofd van de bevolking: Score = 2 + 1 = 3. Groep 2: Sri Lanka: Valt in groep 3 wat betreft kindersterfte en in groep 1 voor het inkomen per hoofd van de bevolking: Score = 3 + 1 = 4. Groep 3: Bahama's: Valt in groep 3 wat betreft kindersterfte en in groep 2 voor het inkomen per hoofd van de bevolking: Score = 2 + 3 = 5.

6.4.2 Variabele Onderwijs

Het ontbreken of niet volgen van onderwijs is een van de indicatoren voor het beschikbaar zijn van minderjarigen voor de seksindustrie.

Behalen van grade S
Voor de factor onderwijs is als indicator gekozen voor het percentage kinderen dat grade 5 van de basisschool haaltzs. Deze indicator is voor 197 landen bekend. Codering:
- groep 1: landen met een percentage van 0 tot 60%.
- groep 2: landen met een percentage tussen de 60 en 97%.
- groep 3: landen waarin 98 tot 100% van de kinderen grade 5 haalt.
6.4.3 Variabele Visie op meisjes

Derde variabele voor de beschikbaarheid van minderjarigen is de variabele visie op meisjes'. Aanname is dat een visie waarbij meisjes en vrouwen als tweederangsburger worden beschouwd, bevorderend kan werken op (het toestaan) van participatie van minderjarige meisjes in de seksindustrie.

2sBron: The state of the world's children 2001. New York: Unicef.

30





Aantal meisjes dat onderwijs volgt
Als indicator voor de positie van meisjes en vrouwen is gekozen voor de deelname van meisjes aan middelbaar onderwijs, afgezet tegen het-percentage jongens dat onderwijs volgt. Deze informatie is voor alle landen bekend, hetgeen een goede vergelijking mogelijk maakt. Anderzijds zijn wij ons ervan bewust dat er waarschijnlijk betere indicatoren beschikbaar zijn voor de visie op meisjes, met name de visie op seksualiteit van /seks met meisjes. Daartoe ontbreken echter de gegevens.

Opnieuw is een driedeling gemaakt: - groep 1: landen met een meisjespercentage' van maximaal 75 ten opzichte van het percentage jongens dat middelbaar onderwijs volgt. - groep 2: landen voor wie dat percentage 75 tot 95 is. - groep 3: landen met een percentage van 95 tot meer dan 100.

6.4.4 Samenstelling van de factor Beschikbaarheid van minderjarigen

De drie variabelen economie, onderwijs en visie op meisjes worden samengevoegd tot één maat' voor de factor beschikbaarheid van minderjarigen. Daartoe zijn de scores op de drie variabelen opgeteld. Dat leidt tot de volgende indeling:

- groep 1: de landen met de hoogste risicofactor, met een totaalscore van 3 of 4.
- groep 2: de landen met een gemiddelde' risicofactor, met een totaalscore van 5, 6 of 7.
- groep 3: de landen met de geringste risicofactor, met een totaalscore van 8 of 9.
Rekenvoorbeelden:
Groep 1: Mali: Economie 1, Onderwijs 2, Visie op meisjes 1. Score = 1 + 2 + 1 = 4. Groep 2: Noord-Korea: Economie 1, Onderwijs 3, Visie op meisjes 2. Score= 1 + 3 + 2 = 6. Groep 3: Zweden: Economie 3, Onderwijs 2, Visie op meisjes 3. ° Score = 3 + 2 + 3 = 8.

De indicatoren voor de variabelen sociale positie van minderjarigen' en wetgeving en wetshandhaving' zijn voor veel minder landen bekend. Deze variabelen zijn dan ook niet verdisconteerd in deze maat' voor de factor beschikbaarheid van minderjarigen. Deze variabelen geven voor circa 70 landen een gedetailleerder beeld over aan kindersekstoerisme gelieerde verschijnselen.

6.4.5 Variabele Sociale omstandigheden van minderjarigen

Aanname in dit verband is dat een slechte sociale positie van minderjarigen bevorderend kan werken op de participatie van minderjarigen in de seksindustrie. Belangrijke indicator daarvoor is het bestaan van en het aantal zwervende minderjarigen. Die indicator differentieert echter niet zo goed: alle landen hebben te maken met zwerfkinderen, terwijl de aantallen zwerfkinderen maar van een zeer beperkt aantal landen bekend zijn .

Als indicatoren van de sociale positie van minderjarigen is daarom gekozen voor:
- het voorkomen van kinderarbeid,

- het bestaan van kinderslavernij,
- het bestaan van kindsoldaten.

26 Zie www.streetchildren.org, statistics.

31



Kinderarbeid
Is er al dan niet sprake van kinderarbeid in een bepaald land? Dat is voor bijna alle landen bekend. De codering 1 geeft aan dat er van dat verschijnsel sprake is, de codering 3 dat dit niet het geval is.

Kinderslavernij
Is er al dan niet sprake van kinderslavernij?. Dit gegeven is voor circa driekwart van de landen bekend. Opnieuw geeft het cijfer 1 aan dat er. sprake is van kinderslavernij, het cijfer 3 dat dit niet het geval is

Kind-soldaten
Ook de indicator kind-soldaten' is voor bijna alle landen bekend. Ook hier geldt de codering die bij de vorige twee indicatoren is gehanteerd.

Bron voor deze indicatoren: Database www.ilo.org (International Labour Organisation)

Deze drie indicatoren zijn samengevoegd tot de variabele sociale omstandigheden van minderjarigen. De scores op de drie indicatoren zijn daartoe opgeteld. Vervolgens is een driedeling toegepast:
- groep 1 zijn de landen waarbij minstens 2x ja gescoord is op de drie indicatoren.
- groep 2 zijn de landen waarbij minstens lx ja is gescoord.
- groep 3 zijn de landen zonder het antwoord ja' op een van de drie indicatoren (3x nee, 2x nee en lx onbekend of lx nee en 2x onbekend).

Voorbeelden: Groep 1: Jordanie: Geen aanwezigheid kinderarbeid 6.4.6 Variabelen Wetgeving en Handhaving van wetgeving

Bij deze variabele is de aanname is dat het ontbreken van wetgeving ten aanzien minderjarigen en/of het ontbreken van (controle op) naleving van die wetgeving bevorderend is voor deelname van minderjarigen aan de seksindustrie (al dan niet gedwongen door de georganiseerde misdaad). Het betreft hier een additionele variabele, omdat deze informatie voor een deel van de landen (te weten 68) bekend is.

32




-- Variabele wetgeving
Als indicatoren voor bestaande wetgeving is gekozen voor bestaande wetgeving m.b.t.
- seksueel misbruik van een minderjarige door een klant.
- seksueel misbruik van minderjarigen door de souteneur en bordeeleigenaar.
- seksueel misbruik van minderjarigen door de "kinderlokker, kinderverleider en/of kinderhandelaar" (www.world-tourist.org).
Voor 68 landen zijn deze indicatoren bekend. Bron: www.world-tourist.org. Zie landentabel (bijlage 2). De eerste van deze drie indicatoren is daarbij voor ons maatgevend: het blijkt uit de gegevens dat er geen enkel land is waarin geen wetgeving ten aanzien van het misbruik door een klant bestaat, terwijl er wel wetgeving op een van beide andere onderwerpen bestaat. Daarom is gekozen voor:
- groep 1: landen waarin er geen wetgeving ten aanzien van misbruik door een klant bestaat.
- groep 2: landen waarin er wel wetgeving ten aanzien van misbruik door een klant bestaat, terwijl een van beide of beide andere onderwerpen niet wettelijk strafbaar zijn gesteld.
- groep 3: landen met wetgeving voor alle drie aspecten van seksueel misbruik van minderjarigen.
Variabele wetshandhaving
Als indicator voor de wetshandhaving is gekozen voor de Corruption Perceptions Index 2001 (www.transparency.orQ). Deze indicator is bekend voor een beperkt aantal landen, te weten 91. Hierbij is opnieuw een driedeling in landen gemaakt aan de hand van de plaats op de rangorde wat betreft corruptie (van index 10, highly clean, tot index 0, highly corrupt):
- groep 1 zijn landen met corruptie-indexcijfer van 0 tot 3 en rangorde van 91 tot 65.
- groep 2 zijn de landen met corruptie-indexcijfer van 3 tot 7 en rangorde van 64 tot 23.
- groep 3 zijn de landen met indexcijfer van 7 tot 10 en rangorde van 22 tot 1.
6.4.7 Weging van de indicatoren.

Om landen te identificeren waarover tot op heden geen melding van kindersekstoerisme wordt gemaakt, maar die desondanks als risicoland bestempeld kunnen worden, is de volgende werkwijze toegepast. Omdat commerciële seksuele exploitatie van minderjarigen een verschijnsel is, dat zich in vrijwel alle landen voordoet, kunnen alle landen ook als risicoland worden bestempeld voor het ontstaan van kindersekstoerisme. Immers, het binnenlandse aanbod van minderjarigen dient dan alleen maar op situationele of preferentiële buitenlandse daders te worden gericht. Zodra dat gebeurt, is sprake van kindersekstoerisme. Wel kunnen door ons hoog-risicolanden worden onderscheiden, waar sprake is van relatief gemakkelijk' beschikbare minderjarigen. Voor de identificatie van hoog-risicolanden voor situationele daders dient dit gegeven te worden gecombineerd met een hoog aantal toeristen. Onze aanpak:


- Een onderscheid wordt gemaakt tussen hoog-risicolanden voor situationele en preferentiële daders. Voor de situationele dader is de toeristische factor en de aanwezigheid van een seksindustrie in eerste instantie van belang. Binnen die landen is de groep landen die economisch tot de arme landen gerekend kunnen worden een tweede inperking'. Tot slot komt de vraag aan de orde of er sprake is van wetgeving ten aanzien van minderjarigen en van bestuurlijke handhaving van die wetten. Voor situationele daders worden daarom

- a) landen geselecteerd waar relatief veel toeristen komen (groep 1 en 2 onder factor 1),
- b) waarin minderjarigen relatief makkelijk beschikbaar zijn (groep 1 en 2 onder factor 2, variabelen 2a, 2b en 2c,), die
- c) in relatief slechte sociale omstandigheden verkeren (groep 1 en 2 onder variabele 2e). De niet volgens deze systematiek geselecteerde landen hebben een lager risico. Dit risico neemt toe wanneer het toerisme zich aldaar ontwikkelt en/of wanneer de beschikbaarheid van minderjarigen toeneemt. De


---




--landen die uitsluitend het cijfer 1 scoren vormen de groep landen met de hoogste risicofactor voor het (ver)worden tot bestemmingsland voor kindersekstoerisme. Voorwaarde daarbij lijkt dat er sprake is van een toeristische' trek/toeristische factor in dat land. Naarmate een land meer tweetjes en drietjes scoort' is het risico geringer om kindersekstoerismeland te worden. Aan het andere einde van het spectrum staan de landen die uitsluitend 3-tjes scoren: zij lijken de landen te zijn met de kleinste risicofactor voor kindersekstoerisme. Dat hier een voorbehoud gemaakt moet worden blijkt overigens uit de landen Italië en Canada die in het CP&P-rapport expliciet genoemd worden als landen waar van kindersekstoerisme sprake is. Welke factoren bij de beschikbaarheid van minderjarigen doorslaggevend zijn is niet te zeggen. Anders geformuleerd: het relatieve gewicht per factor is onbekend en daarmee de impact per factor op participatie van minderjarigen in de seksindustrie.


- Voor de preferentiële dader zal een eerste vereiste' de aanwezigheid en beschikbaarheid van kinderen zijn. Deze dader gaat immers doelbewust naar het buitenland voor seks met kinderen. Afwezigheid van wetgeving of niet-naleving van de bestaande wetgeving is daarbij een tweede vereiste. De vraag of een land economisch arm is of niet, is voor de preferentiële dader waarschijnlijk nauwelijks relevant, net zoals de vraag of er een seksindustrie aanwezig is of niet. Voor de preferentiële daders wordt daarom uitgegaan van de factor Beschikbaarheid van minderjarigen en de variabele Sociale omstandigheden als maat. Hierbij selecteren we alleen landen met een score 1 op een van beide aspecten, en de landen met een combinatie van scores 1 en 2.

Een weging van landen met variabele 2d, wet eving t.a.v. seksueel misbruik van minderjarigen en naleving van deze wetgeving, wordt apart toegepast, en voor de situationele en preferentiele dader gezamenlijk, omdat hierbij over een veel lager aantal landen informatie beschikbaar is. Wanneer beide indicatoren worden gekoppeld (wetgeving en wetshandhaving), blijft een nog beperkter aantal landen over. Daarom worden de resultaten gepresenteerd in drie groepen:
- een groep landen met een hoog risico t.a.v. alleen de wetgeving gericht op misbruik van minderjarigen door een klant (groep 1 en 2)
- een groep landen met een hoog risico t.a.v. alleen de naleving van wetgeving (corruption perceptions index, groep 1 en 2)

- een (zeer beperkte) groep landen waarvoor informatie voor beide indicatoren beschikbaar is, en die bij toepassing van een of beide indicatoren in groep 1 of 2 vallen.

Overigens geldt voor alle landen die volgens deze systematiek niet worden geselecteerd, dat niet zonder mee kan worden verondersteld dat er dus' geen sprake is van kindersekstoerisme.

6.5 Risicolanden

De resultaten van de weging worden op de volgende bladzijden gepresenteerd in de tabellen 3 en 4. De tabel waarin alle landen, en het resultaat van de screening zijn ondergebracht, is opgenomen in bijlage 2. In tabel 3 zijn de hoog-risicolanden voor situationele daders opgenomen. De in grijs gearceerde cellen 1 geven aan dat het land in groep 1 valt. Combinaties van deze cellen geven het hoogste risico.

34



_ Tabel 3. Hoog-risicolanden voor situationele daders (in volgorde van aantal toeristen in 2000).

and Factor Factor ariabele 1 Salvador 2 2 1 Toerisme Beschikte. oc.Omst. ib a Minder'. in der'. yria 2 2 2 hina 1 2 1 waziland 2 2 2 gypt 1 2 1 sotho 2 2 2 orocco 1 2 1 otswana 2 2 2 urke stonia 2 2 2 unisia 1 2 2 anama 2 2 2 audi Arabia 1 2 2 elarus 2 2 2 imbabwe erbaijan 2 2 2 nited Kin dom 1 3 1 elize 2 2 2 ortugal 1 3 1 acedonia 2 2 2 ordan 1 3 1 ominica rance 1 3 1 arbados 2 2 3 nited States 1 3 1 ti and Barbuda 2 2 3 pain 1 3 1 aint Kitts and Nevis 2 2 3 ustralia 1 3 1 t.Vincent & Gren. 2 2 3 aan tvia ustria 1 3 2 elgium 1 3 2 ulgaria 1 3 2 Naar onderstaande landen reist op dit moment een nited Arab Emirates 1 3 2 gering aantal toeristen (groep 3 bij factor toerisme). Bij ew Zealand 1 3 2 oland 1 3 2 (verdere) ontwikkeling van toerisme kunnen deze reece 1 3 2 landen tot hoogrisicolanden uitgroeien. Hierbij moet orway 1 3 2 ypru I 3 2 worden aangetekend dat deze ontwikkeling in sommige ahrain landen in de nabije toekomst onwaarschijnlijk moet akistan 2 1 1 worden geacht, bijvoorbeeld als gevolg van een alawi 2 1 1 os 2 1 1 burgeroorlog: Afghanistan Angola Bhutan Burundi ogo 2 1 1 Centraal Afrikaanse Rep. Chad Comoren Congo, a ua New Guinea 2 1 1 Republic of Congo, Democratic Republic. Rwanda ritrea 2 1 1 olivia 2 1 1 Sierra Leone Solomon Islands Somalia q 2 1 1 ganda 2 1 1 an ladesh 2 1 1 abon 2 1 1 urkina Faso 2 1 1 ameroon 2 1 1 ali 2 1 1 uinea
hana 2 1 2 jibouti 2 1 2 emen
igeria 2 2 1 uatemala 2 2 1 onduras 2 2 1 udan 2 2 1 icaragua 2 2 1 ongotia 2 2 1 orea North 2 2 1 lbania 2 2 1 kraine 2 2 1 araguay 2 2 1 banon 2 2 1 amibia 2 2 1 aldives 2 2 1

35



ln tabel 4 zijn de hoog-risicolanden voor preferentiele daders opgenomen. Geselecteerd voor tabel 4 zijn landen met een score 1 of 2 op de factoren Beschikbaarheid van Minderjarigen en de Variabele Sociale Omstandigheden van de Minderjarige. De landen zijn gegroepeerd naar overeenkomstige scores, en binnen elke groep op alfabetische volgorde. Dein grif s" gearceerde cellen 1 geven aan dat het land in groep 1 valt.

Tabel 4: Hoog-risicolanden voor preferentiële daders (per groep op alfabetische volgorde)

La" Factor Variabele Soc. urkmenistan 2 1 Beschikb. Omst. Ukraine 2 1 Mind-i Armenia 2 2 Afghanistan Azerbai'an 2 2 Angola 1 1 Belarus 2 2 Bangladesh Belize 2 2 Bhutan 1 1 Botswana 2 2 Bolivia 1 1 Cape Verde 2 2 Burkina Faso 1 I Dominica 2 2 Burundi 1 1 . Guinea 2 2 Cameroon 1 1 Estonia 2 2 Centr. African Rep. 1 1 Geor ie 2 2 Chad 1 1 Iran 2 2 Congo, Dem. Rep. of I Kazakstan 2 2 Congo, Rep. Of 1 1 K Stan 2 2 Eritrea 1 I Lesotho 2 2 Gabon 1 I Macedonia 2 2 Guinea I I Marshall Islands 2 2 Guinee-Bissau 1 I Micronesia 2 2 ha I 1 Moldova 2 2 Laos I I Palau 2 2 Liberia 1 1 Panama 2 2 Malawi 1 1 S. Tomé &Principe 2 2 Mali 1 1 Saudi Arabia 2 2 Mauretania 1 1 Swaziland 2 2 Mozambique S 'a 2 2 Pakistan 1 1 1 2 2 Pa ua New Guinea 1 1 on Rwanda 1 I unisia 2 2
---
Sierra Leone 1 1 Zimbabwe 2 Solomon Islands 1 1 Australia 3 1 Somalia 1 1 France 3 1 Togo 1 1 aan 3 1 Comoros 1 2 ordan 3 1 Djibouti 1 2 Portugal 3 1 Ghana 1 2 S pain 3 1 Yemen I
United Kin dom 3 I Albania 2 I United States o£ Am. 3 1 Bosnie/Her. 2 1 China 2 1 De landen Afghanistan tot en met Uganda kunnen op basis E t 2 I El Salvador 2 1 van deze tabel worden aangewezen als de meest duidelijke Guatemala 2 I hoog-risicolanden voor preferentiële daders. Honduras 2 1 Korea North 2 1 Lebanon 2 1 Libya 2 1 aldives 2 I Mongolia 2 1 Morocco 2 1 amibia 2 1 icara 2 1 Nigeria 2 1 Paraguay 2 1 Sudan 2 1 adzikistan 2 1 urkev 2 1

36



Zoals eerder aangegeven is voor een beperkt aantal landen informatie beschikbaar voor de variabele Wetgeving en Wetshandhaving. De weging van deze landen leidt tot de volgende drie verzamelingen in tabel 5, 6 en 7: Landen die (op basis van de beschikbare informatie) alleen op het gebied van wetgeving risico lopen (tabel 5), landen die (op basis van de beschikbare informatie) alleen op het gebied van wetshandhaving risico lopen (tabel 6), en landen waarvoor deze informatie kan worden gecombineerd (tabel 7). In een extra kolom ter rechterzijde wordt aangegeven of het betreffende land ook als hoog-risicoland is aangemerkt in tabel 3 (situationele dader) en tabel 4 (preferentiele dader)

Vervolg 5 Tabel 5: Landen die op het gebied van wet evin een hoog risico S. Tome Principe 1 P lopen voor situationele en preferentiele daders: Tunisia 1 5 P Turkmenistan 1 P China 2 S P El Salvador 2 S P Land Indicator Hoog-risico in Eritrea 2 P Wetgeving tabel 3 / 4 France 2 S P Belgium 1 S Iraq 2 S P Bolivia 1 S P Mali 2 S P Burundi 1 P Morocco 2 S P Chad I P San arino -2 Cyprus 1 S Slovakia 2 ? Egypt I S P Spafin 2 S P Georgie 1 P Uzbekistan 2 P Guatemala 1 S P Kyrgyzstan 1 P ?: Aantal toeristen is onbekend. Pakistan 1 r 5 P
Portugal 1 S P

Vervolg 6 Tabel 6: Landen die op het gebied van Croatia 2 S wetshandhaving een hoog risico lopen voor Egypt 2 S P situationele en preferentiele daders: El Salvador 2 S P Ghana 2 S P Malawi 2 S P Land Indicator Hoog-risico in Slovakia 2 ? Corruptie tabel 3 / 4 Slovenia 2 ? Index Tunisia 2 S P Azerbaijan 1 P Turkey 2 S P Bangladesh 1 S P Botswana 2 S P Bolivia 1 S P Estonia 2 S P Cameroon 1 S P Namibia 2 S P Guatemala 1 S P Panama 2 S P Honduras 1 S P Latvia 2 S Kazakstan 1 P Moldova 2 S P Nicaragua 1 S P Poland 2 S Nigeria 1 5 P Greece 2 S Pakistan 1 S P Jordan 2 S P Uganda 1 S P Lithuania 2 S Ukraine 1 S P Trinidad Tobago 2 S Uzbekistan 1 P Zimbabwe 1 S P Bulgaria 2 S China 2 S P ?: Aantal toetasten is onbekend.

37



Tabel 7: Landen die op het gebied van zowel wetgeving als corruptie een hoog risico lopen voor situationele en preferentiele daders:

Land Indicator -Indicator Hoog-risico Wetgeving Corruptie in tabel 3 / 4 Index Bolivia 1 1 S P Pakistan 1 1 S P Guatemala 1 1 S P Tunesië 1 2 S P E te 1 2 S P Oezbekistan 2 1 P China 2 2 S P El Salvador 2 2 I S P Slovakia 2 2 --

?: Aantal toeristen is onbekend.

De gegevens in tabel 5 en 6 laten zien, dat het grootste deel van de landen waarin de wetgeving of wetshandhaving ten aanzien van kindersekstoerisme onvoldoende aanwezig is, ook landen zijn waar veel toeristen komen en waar kinderen beschikbaar zijn en/of in ongunstige sociale omstandigheden verkeren.

Alle landen in tabel 7, en de landen die in tabel 5 en 6 in groep 1 vallen, kunnen worden aangemerkt als landen waar (op grond van de door ons gekozen indicatoren), het risico op het ontstaan van kindersekstoerisme het grootst is. Deze landen zijn:

Azerbaij an Cyprus Kyrgyzstan Tunesië Bangladesh Egypte Nicaragua Turkmenistan België Georgië Nigeria Uganda Bolivia Guatemala Pakistan Ukraine Burundi Honduras Portugal Uzbekistan Cameroon Kazakstan S. Tomé/ Principe Zimbabwe Chad

38




-7. KINDERSEKSTOERISME DOOR NEDERLANDSE INGEZETENEN
7.1 Inleiding

In hoofdstuk 5 zijn veel landen genoemd die op dit moment als bestemmingsland van kindersekstoerisme bestempeld kunnen worden. In hoofdstuk 6 is na screening een groot aantal risicolanden aangewezen. Is er nu sprake van kindersekstoerisme vanuit Nederland naar die gevestigde landen en risicolanden? Of, en zo ja, in hoeverre, er sprake is van kindersekstoerisme vanuit Nederland bespreken wij in dit hoofdstuk aan de hand van drie invalshoeken: - reisgegevens van de ANVR over aantallen Nederlandse toeristen naar buitenlandse bestemmingen (7.3) - veroordelingen van Nederlanders in het buitenland vanwege kindersekstoerisme (7.4) - de enquête onder Ecpat-vestigingen in ontvangende' landen van kindersekstoerisme, waarin ook de vraag gesteld is naar de top 5' qua nationaliteit van kindersekstoeristen in het ontvangende land (7.5)

Deze gegevens worden voorafgegaan door een paragraaf (7.2) over de Nederlandse wetgeving inzake seksueel misbruik van minderjarigen door toeristen.

7.2 Nederlandse wetgeving

Seks met minderjarigen
De overheid wil onderdrukking, geweld en exploitatie in seksuele relaties, in het bijzonder met minderjarigen, bestrijden. De relevante sectoren van wetgeving zijn die met betrekking tot seks met minderjarigen (art.. 244, 245, 247 en 248ter), mensen- en kinderhandel (art.. 250 lid 2 en 250ter), porno (art. 240b) en souteneurschap (art. 432 sub 3).

Globaal is de regeling zo:

- ieder seksueel contact met kinderen onder de 12 jaar is strafhaar;
- seksueel contact met minderjarigen tussen 12 en 16 jaar is strafbaar op klacht: een klacht van het slachtoffer, de ouders of de Raad voor de Kinderbescherming (NB: herziening van de zedelijkheidswetgeving zal naar verwachting leiden tot verandering van deze regeling);
- seksueel contact met personen boven de 16 jaar is alleen strafbaar indien er sprake is van misbruik van gezag en zorg of indien sprake is van geweld (dan is er sprake van aanranding of verkrachting.
- gedwongen prostitutie is ongeacht de leeftijd altijd strafbaar.
Extraterritoriale werking
In verschillende westerse landen is de wetgeving toereikend om de kindersekstoerist ook in het 'thuisland' van de toerist te kunnen aanpakken. Ook in Nederland bestaat een dergelijke wetgeving. Het Nederlands strafrecht kent een extraterritoriale werking (artikel 5 lid 1 sub 2) die Nederlanders betreft die zich in den vreemde aan een feit schuldig maken dat naar Nederlands recht een misdrijf is en naar het recht van de locus delicti' strafbaar is. Er ligt nu een wetsvoorstel voor tot partiële wijziging van de zedelijkheidswetgeving: de extraterritoriale werking wordt in dat voorstel uitgebreid tot niet-Nederlanders die in Nederland een vaste woon-of verblijfplaats hebben.

39




--7.2.1 Veroordelingen van Nederlanders in het buitenland wegens seksueel misbruik van minderjarigen
Op grond van de huidige wetgeving is medio jaren negentig een klein aantal Nederlandse kindersekstoeristen veroordeeld.

Op 12 januari 1996 werd in de Filippijnse plaats Malay op het eiland Boracay de 23 jarige student Lennaert van E. gearresteerd - samen met de Duitser Thomas B. - wegens seksueel misbruik van het 9 jarige meisje Pia en het 14jarige meisje Marlyn. Van dit misbruik hadden beiden ook video-opnamen gemaakt. Van E. werd op borgtocht van 60.000 pesos (toen 4.500 gulden) vrijgelaten en kon uit de Filippijnen ontsnappen, mede dankza hulp van de Nederlandse ambassade die hem een tijdelijk paspoort verstrekte, omdat hij zin paspoort bij de politie had moeten inleveren. Van E. manifesteerde zich al voor zin seksvakantie naar de Filippijnen als voorzitter van de pedofiliewerkgroep Martin met een pleidooi voor seksuele relaties tussen kinderen en volwassenen. In 7997 werd van E. door de Haagse rechtbank veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan acht voorwaardelijk. De rechtbank stelde hierbij de voorwaarde dat Van E. zich onder intensieve individuele psychiatrische behandeling moet stellen. Ook in hoger beroep is dit vonnis bevestigd.

De rechtbank in Utrecht veroordeelde op 13 november 1997 een vijftigjarige zwemleraar en reisagent uit Utrecht tot vijf jaar gevangenisstraf, onder anderen voor het plegen van ontucht in Sri Lanka met verschillende jongens jonger dan 16 jaar. Ook het verzoek tot het toekennen van de maximale schadevergoeding van 1500 gulden per jongen dat namens de Sri Lankaanse jongens werd ingediend wegens toegebracht leed, is gehonoreerd door de rechtbank. Omdat de ontucht in 1991 plaats vond gold het toenmalige maximum; volgens de huidige wetgeving is er geen maximum. In Nederland had de man gedurende langere tod twee jongens jonger dan 16 jaar, die onder zin voogdij geplaatst waren, seksueel misbruikt. Ook waren bij de man grote hoeveelheden pornografisch materiaal zoals foto's, dia's en video's aangetroffen, waarop (Zuidoost-Aziatische) minderjarigen tussen 12 en 16 jaar te zien waren. Het ontwikkelen van enkele foto's bij de lokale drogist leidde in deze zaak tot arrestatie.

De rechtbank in Amsterdam heeft op I S juli 1997 de 46- jarige Amsterdammer de L. veroordeeld tot driejaar gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk, wegens het plegen van ontucht met een minderjarig Thais jonge je in Thailand. Ook werd hij schuldig bevonden aan het maken van videobanden met kinderporno, en drugshandel. Hij was beschuldigd van het ontucht plegen met tweejongens, van tien en achtjaar, van wie samen met zin 31 jarige vriendin opnamen waren gemaakt, die in Nederland tot kinderpornovideo banden verwerkt werden. De man werkte in een seksshop op de Amsterdamse wallen en verkocht de zelf geproduceerde banden onderhands aan verzamelaars'.

Op 8 oktober 1996 werd de 43 jarige Van der S. tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld voor een reeks van zedenmisdrijven waarvan sommige gepleegd zin op de Filippijnen: verkrachting, seksueel misbruik van jonge kinderen, het produceren van kinderporno. De zaak kwam aan het rollen toen een foto-ontwikkelcentrale kinderpornografische foto's aan de politie meldde. Bij Van der S. thuis zin videobanden aangetroffen waarop zijn seksuele activiteiten met jonge meisjes op de Filippijnen te zien zijn. Van de S. was volgens de rechtbank iemand die op zeer gruwelijke wijze (bewoording van de rechtbank) kinderen voor eigen lustbeleving misbruikte. Tijdens de rechtszitting bleek dat zonder het beeldmateriaal en met name de videbanden, veroordeling niet mogelijk zou zin geweest. Dit maakt nog eens duidelijk hoe moeilijk in het algemeen bewijsvoering bij seksuele delicten kan zin. Op 26 februari 1997 werd het vonnis door het Gerechtshof in Den Haag bevestigd.

Sinds 1997 heeft geen veroordeling meer plaatsgevonden.

40






- _7.3 Aantallen reizigers vanuit Nederland

Eerste invalshoek bij de vraag naar kindersekstoerisme vanuit Nederland is het aantal Nederlandse toeristen naar buitenlandse bestemmingen. De informatie daarover is beperkt. Gegevens van de touroperators over vliegreizen in het zomerseizoen laten het volgende beeld zien 27 :

Tabel 8. Personen per vliegtuig met buitenlandse bestemming

Regio Land Vliegreizen Vliegreizen Vliegreizen Vliegreizen vanuit Verschil 1996-2000

vanuit NL vanuit NL vanuitNL1999 NL2000

1995 1996

Noord Amerika 105838,0 114669,0 112930,0 102694,0 -11975,0

USA 92220,0 102069,0 90380,0 84493,0 -17576,0

Canada 13618,0 12600,0 22550,0 18201,0 5601,0

Midden-Amerika 6400,0 19995,0 27182,0 26207,0 6212,0

Zuid Amerika 1777,0 2304,0

Caribisch gebied 53605,0 56028,0 67119,0 56914,0 886,0

Antillen 12291,0 12750,0 16282,0 13578,0 828,0

Dom. Rep. 11314,0 12040,0 17251,0 16059,0 4019,0

Cuba 3803,0 5074,0 4508,0 3562,0 -1512,0

Barbados 2969,0 2328,0 881,0 500,0 -1828,0

Jamaica 2738,0 2814,0 2125,0 1376,0 -1438,0

Isla Margarita 17941,0 19034,0 27740,0 18613,0 -421,0

Grenada 448,0 224,0 111,0 -337,0

Overig 1540,0 1108,0 1115,0 -425,0

Caraiben

Verre Oosten ' 28862,0 26637,0 46583,0 56856,0 30219,0

Sri Lanka \ 3116,0 3417,0 7746,0 9889,0 6472,0

Malediven

Thailand 10748,0 8059,0 10968,0 15401,0 7342,0

China 5429,0 6369,0 9043,0 3614,0

Vietnam 399,0 1212,0 1204,0 805,0

Overig Verre 14998,0 9333,0 5976,0 7733,0 -1600,0

Oosten

Afrika 6135,0 14358,0 19091,0 16333,0 1975,0

Kenia 2311,0 5843,0 5344,0 1758,0 -4085,0

Zuid-Afrika 2075,0 3552,0 7121,0 8986,0 5434,0

Overig Afrika 1566,0 1990,0 2461,0 895,0

Overige landen, 5809,0 8534,0 6691,0 882,0

Oceanië

Totaal 1467204,0 1545917,0 1667823,0 1868169,0 322252,0

Het toerisme, zo laat de tabel zien, is in de jaren tussen 1995 en 2000 met circa 25% gestegen: - De grootste toename geldt voor het Verre Oosten (met name China, Thailand en Sri Lanka), Midden Amerika en Afrika (met name Zuid-Afrika). - Andere stijgers' zijn: Canada en Dominicaanse Republiek.

Of, en zo ja, in hoeverre, kindersekstoerisme hierbij een rol speelt is niet te beantwoorden. Daarvoor ontbreken eenvoudigweg voldoende gegevens. De enige conclusie die in dit verband te trekken is, is dat de geconstateerde toename van toeristen met name



7.4 Gegevens uit de enquête

De zeven Ecpat-vestigingen in ontvangende' landen die de enquête beantwoord hebben, noemen in totaal 30 landen bij de vraag naar hun top 5' wat betreft de nationaliteit van kindersekstoeristen in hun land. Het zijn voornamelijk westerse landen die genoemd worden. Nederland komt in deze opsomming twee maal voor. De twee landen die aangeven dat er sprake is van kindersekstoerisme door Nederlandse reizigers zijn Brazilië en Roemenië.

Tabel 9. Herkomst van kindersekstoeristen volgens Ecpat-afdelingen

Duitsland 5 Finland 1 Amerika 3 Scandinavische landen 1 Italië 3 Aziatische landen 1 Engeland 2 Spanje 1 Frankrijk 2 Canada 1 Australië 2 Syrië 1 Japan 2 Libanon 1 Nederland 2 Zwitserland 1 België 1

We tekenen hierbij aan dat slechts een klein aantal landen de enquête beantwoord heeft, waardoor deze gegevens onvoldoende zeggen over de landen waarin Nederlandse sekstoeristen actief zijn.

42





8. BEANTWOORDING VAN DE ONDERZOEKSVRAGEN

8.1 Inleiding

In dit slothoofdstuk beantwoorden wij voor zover als mogelijk de oorspronkelijke onderzoeksvragen. Dat er een aantal beperkingen bij die beantwoording geldt wordt in de tweede paragraaf onder validiteit en betrouwbaarheid toegelicht. In de derde paragraaf komen de eerste drie onderzoeksvragen aan bod. De laatste paragraaf betreft onderzoeksvraag 4: de aanbevelingen.

8.2 Betrouwbaarheid en validiteit van de verzamelde gegevens

Betrouwbaarheid
De gegevens die door ons zijn verzameld in het kader van de deskresearch (secundaire bronnen) en middels de email-enquéte, hebben een verschillende mate van betrouwbaarheid. Dit geldt voor de gegevens die door Unicef zijn verzameld en door ons als indicatoren zijn gebruikt: these data are derived from many sources and thus will inevitably cover a wide range ofdata quality'z8 (Unicef, 2001, p.71). De betrouwbaarheid van deze gegevens verschilt dus, en dit kan ook worden verondersteld van de overige door ons in de literatuur en op het internet verzamelde gegevens. Wij sluiten ons aan bij de conclusie van de ILO (2001), naar aanleiding van een evaluatieonderzoek naar projecten, gericht op het terugdringen van commerciële seksuele exploitatie van minderjarigen in een aantal Aziatische landen: "Much of the research remains anecdotal - which is not to say that it is not accurate, only that such accuracy is as much coincidental as founded in data collection and objective analysis. Despite numerous reports on the subject, there is almost no reliable baseline data for Asia as a region, for the various sub-regions now being considered, or even for countries "Z9 (p.l 8).

Validiteit
Bij de validiteit betreft het de vraag, of de gegevens werkelijk aangeven of meten wat wij willen weten. Hierbij doet zich ten aanzien van de indicatoren voor het in kaart brengen van de factoren die bijdragen aan kindersekstoerisme het probleem voor, dat - ten koste van optimale validiteit - moest worden gekozen voor indicatoren waarmee zoveel mogelijk landen onderling vergeleken konden worden. Als gevolg hiervan bestaan op een aantal aspecten hiaten in de informatie. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de operationalisering van de variabele visie op meisjes', waarbij de participatie van meisjes in het middelbaar onderwijs als indicator moest worden gekozen..

De betrouwbaarheid en validiteit van de in dit onderzoek verzamelde gegevens is niet optimaal. Het is daarom alleen mogelijk voorzichtige conclusies te trekken en voorlopige aanbevelingen op te stellen. Het materiaal laat niet anders toe30.

z$ Deze gegevens zijn afkomstig uit vele bronnen en de kwaliteit ervan verschilt daarom onvermijdelijk van elkaar'.
29 'De meeste onderzoeken blijven op het niveau van anekdotes. Dat wil niet zeggen dat men niet accuraat is, maar wel dat men vaak bij toeval op anekdotes stuit, in plaats van door dataverzameling en objectieve analyse. Ondanks een hoog aantal meldingen is er bijna geen betrouwbare basismeting verricht voor Azië als regio, subregio's of zelfs voor afzonderlijke landen." 30 Ook het UNICEF-rapport Profiting From Abuse, An investigation into the sexual exploitation of our children, New York, UNICEF, 2001 maakt alleen cijfermatige schattingen op het niveau van casestudies. Het rapport Child Sex Tourism Action Survey, opgesteld door Groupe Développment ten behoeve van ECPAT International (Paris, April 2001) laat uiteindelijk geen cijfers zien, terwijl daar wel via questionnaires naar gevraagd is.





In dit verband moet ook de lage respons op de enquête worden vermeld. Door slechts 7 van de meer dan 40 ECPAT-vestigingen is de vragenlijst geretourneerd. Met de vestigingen is meerdere malen contact opgenomen orri hen tot beantwoording te motiveren, daarbij ondersteund door de vertegenwoordiger van ECPAT in de begeleidingscommissie. Naar alle waarschijnlijkheid is de lage respons te wijten aan een combinatie van de volgende factoren: De ECPAT vestigingen zijn zeer divers, van kleine clubs enthousiaste vrijwilligers, tot en met kantoren met vele medewerkers. Voor de kleinere vestigingen is de beantwoording wellicht lastiger door werkdruk, bemensing, etc.
Het kan zijn, dat het kindersekstoerisme voor de vestiging geen prioriteit heeft. In een aantal landen is het verschijnsel kindersekstoerisme marginaal, vergeleken met de omvang van de groep lokale daders. Men heeft de informatie niet, men heeft geen mogelijkheden deze in te winnen, of men wil niet toegeven men de informatie niet kan inwinnen (omdat men dat eigenlijk wel zou moeten kunnen).

8.3 Beantwoording van de onderzoeksvragen 1 tot en met 3

De onderzoeksvragen luidden:
1. Is er sprake van nieuwe bestemmingen van kindersekstoerisme door Nederlandse ingezetenen? Zo ja, welke zijn dit? 2. Wat zijn de oorzaken van eventuele veranderingen in bestemmingen? Welke factoren zijn bepalend voor het al dan niet (meer) in trek zijn bepaalde bestemmingen? 3. Wat zijn de aard en omvang van het kindersekstoerisme in de nieuwe bestemmingen? Wat zijn de kenmerken van slachtoffers en reizigers? Welke motieven en externe factoren spelen een rol bij de reiziger? 4. Welke maatregelen zijn nodig en mogelijk voor preventie en bestrijding ten aanzien van nieuwe bestemmingen, welke organisaties en personen kunnen hierin een rol spelen?

Onderzoeksvraag 1 Is er sprake van nieuwe bestemmingen van kindersekstoerisme door Nederlandse ingezetenen? Zo ja, welke zijn dit?

Het aandeel van Nederlanders in het kindersekstoerisme is op grond van de beschikbare gegevens niet met enige nauwkeurigheid te bepalen of te schatten. De vraag, of er sprake is van nieuwe bestemmingen van Nederlandse ingezetenen, is daarom moeilijk te beantwoorden:
De gegevens over het reisverkeer van Nederlanders naar het buitenland laten niet toe te concluderen dat hierbij ook een toename van kindersekstoerisme mag worden verondersteld. De gegevens / observaties rond (blanke) westerlingen die in het buitenland minderjarigen seksueel misbruiken maken geen gewag van de nationaliteit / herkomst van de dader. De gegevens over Nederlanders die in het buitenland zijn geconfronteerd met justitiële bemoeienis rond seksueel misbruik van minderjarigen zijn niet geschikt (te klein in aantal) om als maat te dienen voor een uitspraak voor een mogelijke toe- of afname van het gebied als bestemming voor kindersekstoerisme.

Wel kan het volgende worden gezegd:
Er zijn ook op dit moment Nederlandse ingezetenen betrokken bij kindersekstoerisme. In de enquête onder ECPAT-vestigingen in de ontvangende landen wordt door Brazilië en Roemenië gemeld, dat kindersekstoeristen vanuit Nederland tot de top-5 van daders behoren.



De zendende landen geven aan, dat Roemenië een relatief nieuw land is. In Roemenië is sprake van een verwevenheid van kindersekstoerisme met trafficking van minderjarigen. Er zijn geen berichten dat Nederlanders meer of minder dan andere nationaliteiten bij het kindersekstoerisme betrokken zijn. Dit is van belang omdat de internationale reputatie van Nederland als een libertijnse samenleving op een aantal gebieden van moraal, normen en waarden (zoals prostitutie, (homo-) seksualiteit, drugs en euthanasie) het beeld zou kunnen oproepen dat Nederlanders ook buiten het eigen land zich wel naar deze normen zullen gedragen, wat tot een relatief hoog aantal Nederlandse kindersekstoeristen zou leiden. Dit mogelijke beeld wordt vooralsnog niet door onze onderzoeksresultaten onderbouwd.

Onderzoeksvraag 1 is door ons veralgemeniseerd door niet uitsluitend op Nederlandse ingezetenen te focussen maar op kindersekstoerisme in het algemeen. Hierover het volgende:

Ook bij deze veralgemenisering blijft deze vraag moeilijk te beantwoorden omdat onbekend blijft of er sprake is van een nieuwe bestemming of een beter gedocumenteerde bestaande bestemming. De landen waarvan bekend is dat zij een bestemming zijn voor kindersekstoeristen, zijn door ons op basis van een enquête bij de ECPAT-partners onderverdeeld in landen die relatief oude (bekend voor 1996) en nieuwe bestemmingen zijn. Hierbij lijken de volgende 13 landen relatief nieuwe bestemmingen:

Europa: Estland, Roemenië, Rusland en Tsjechië Zuid-Amerika: Brazilië, Colombia, Costa Rica, Cuba en de Dominicaanse Republiek Afrika: Kenia
Azië: Cambodja en Nepal. ceanië: Fiji Eilanden

Op basis van een analyse waarbij factoren die aan (het ontstaan van) kindersekstoerisme bijdragen zijn gekoppeld aan indicatoren, is door ons een aantal landen geïdentificeerd waarover tot op heden geen melding van kindersekstoerisme bekend is, maar die desondanks tot hoogrisicoland bestempeld kunnen worden door een combinatie van een hoog toeristenaantal, en een relatief groot aantal beschikbare minderjarigen. Voor situationele daders kunnen met name de volgende landen als hoog-risicolanden worden aangemerkt:3' 32

Europa: België, Bulgarije, Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Spanje en Turkije oord-Amerika: Verenigde Staten uid-Amerika: Bolivia
Afrika: Burkina Faso, Egypte, Eritrea, Gabon, Guinee, Malawi, Marokko, Oeganda, Togo, Tunesië en Zimbabwe Azië: Bahrain, Bangladesh, China, Iraq, Japan, Jordanië, Laos, Pakistan, Saoedi Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten ceanië: Australia, New Zealand en Papoea Nieuw Guinea

Ten aanzien van één van de factoren, te weten het ontbreken van wetgeving m.b.t. kindersekstoerisme en/of de gebrekkige handhaving hiervan, is over veel landen geen

3' In deze lijst zijn de hoog-risicolanden voor situationele daders vermeld met score 1 op twee van de drie meewegende aspecten. Zie hoofdstuk 6 voor de volledige tabel en een uitleg van de scoring. 32 Zie hoofdstuk 6 voor een overzicht van alle landentabellen, waaronder ook de tabel met hoog-risicolanden voor preferentiële daders. De hoog-risicolanden voor preferentiële daders (pedofiele daders) zijn hoger in aantal, omdat hierbij het aspect van toerisme niet is meegewogen.





informatie beschikbaar. Van de landen waarover wel informatie beschikbaar is, bevindt zich
-_ een aantal in een duidelijke gevarenzone' voor de ontwikkeling van kindersekstoerisme. De informatie over deze landen is door ons gecombineerd met de mate waarin naar deze landen toeristen komen en de mate waarin aldaar kinderen beschikbaar zijn en/of in ongunstige sociale omstandigheden verkeren. Zo ontstaat de onderstaande verzameling landen, die kunnen worden aangemerkt als landen waar, op grond van de door ons gekozen operationalisering, het risico op het ontstaan van kindersekstoerisme het grootst is. Deze landen zijn:
uropa: België, Cyprus, Georgië, Portugal en Oekraine Zuid-Amerika: Bolivia, Guatemala, Honduras en Nicaragua frika: Burundi, Kameroen, Egypte, Nigeria, Tsjaad, Tunesië, Oeganda en Zimbabwe
Azië: Azerbeidjan, Bangladesh, Kazakstan, Kyrgyzstan, Pakistan, Turkmenistan en Oezbekistan
ceanië: Sao Tomé & Principe

We tekenen bij deze verzameling hoog-risicolanden aan, dat sommige landen door de politieke situatie (oorlog of dreiging hiervan, en post-conflict situaties) en/of door de visie op meisjes (met name in de streng-islamitische landen) waarschijnlijk niet in de nabije toekomst tot bestemming van kindersekstoeristen zullen uitgroeien.

Onderzoeksvraag 2
Wat zijn de oorzaken van eventuele veranderingen in bestemmingen? Welke factoren zijn bepalend voor het al dan niet (meer) in trek zijn van bepaalde bestemmingen?

Voor de beantwoording van deze vraag is deskresearch verricht en is een enquéte bij de ECPAT- partners afgenomen. De aanwezigheid van een toeristen- en seksindustrie en de beschikbaarheid van minderjarigen voor deelname aan die seksindustrie blijken de belangrijkste factoren te zijn bij het ontstaan (en daarmee eveneens verandering) van bestemmingen. Of minderjarigen daarvoor "inzetbaar" zijn, is afhankelijk van een aantal variabelen: De economische omstandigheden, de sociale omstandigheden van minderjarigen, het onderwijs, de visie op meisjes, en de bestaande wetgeving en wetshandhaving ten aanzien van kinderbescherming.

Het is op grond van dit onderzoek niet duidelijk geworden of, en zo ja, hoe de groei van toerisme samengaat met een toename van de beschikbaarheid van minderjarigen. Waarschijnlijk is sprake van wederzijdse beinvloeding: het begin van de vraag schept een begin van een aanbod, en zodra door deze wisselwerking kindersekstoerisme zich heeft gevestigd, passen vraag en aanbod zich aan elkaar aan.

Dezelfde conclusie geldt voor het niet (meer) in trek zijn van bestemmingen. Ook hierbij spelen waarschijnlijk zowel de vraag- als aanbodzijde een rol. Er is door ons echter in de literatuur, op het internet, en bij de enquéte onder ECPAT-vestigingen geen enkele vermelding van een land aangetroffen waarin het kindersekstoerisme lijkt te zijn teruggedrongen. Integendeel, er lijkt uitsluitend sprake van een toename van het aantal landen waarin kindersekstoerisme zich wortelt, aangevuld met landen waar geen sprake lijkt van kindersekstoerisme, maar van waaruit wel minderjarigen worden geëxporteerd' naar landen waar kindersekstoerisme plaatsvindt (child-trafficking, kinderhandel). Dit impliceert, dat op



de bestemming' steeds vaker zowel allochtone als autochtone minderjarigen, of steeds meer
-- allochtone minderjarigen aan toeristen lijken te worden aangeboden. Naast sending' en receiving'countries is sprake van een derde type land, dat in opkomst lijkt: selling countries'. -

Onderzoeksvraag 3
Wat zijn de aard en omvqng van het kindersekstoerisme in de nieuwe bestemmingen? Wat zijn de kenmerken van slachtoffers en reizigers? Welke motieven en externe factoren spelen een rol bij de reiziger?

Aard en omvang van kindersekstoerisme zijn - ook in dit onderzoek - uit de aard van de zaak moeilijk vast te stellen. Kindersekstoerisme speelt zich immers vaak in verborgenheid af, en voor het verzamelen de gegevens die wel beschikbaar zijn, worden verschillende methodieken, doelgroepen en instrumenten gebruikt. Kenmerken van reizigers zijn in hoofdstuk 2 aan de orde gekomen, waarin in navolging van O'Donnel Davidson een onderscheid gemaakt is tussen de preferentiële kindersekstoerist en de situationele kindersekstoerist. De eerste soort dader opereert op een vraaggerichte markt, is gericht op seksueel contact met minderjarigen en gaat ook met dat oogmerk op reis. De tweede soort dader opereert op een aanbodgerichte markt: hij/zij (idem) komt min of meer toevallig in een aanbod terecht van seksuele contacten met minderjarigen. De tweede soort' dader komt volgens O'Donnel Davidson veel meer voor dan de eerste. Als kenmerk van daders kan op grond van dit onderzoek worden gezegd dat dit niet alleen Westerse mannen zijn. In de deskresearch is naar voren gekomen dat ook Aziaten en Afrikanen tot daders gerekend moeten worden. Ook zijn in de landen waar kindersekstoerisme voorkomt, autochtone mannen (dus geen toeristen) als dader van seksueel misbruik van minderjarigen veruit in de meerderheid. Kindersekstoerisme is derhalve weliswaar ernstig, maar in omvang relatief gering in vergelijking tot de lokale commerciële seksuele uitbuiting van minderjarigen.
Als kenmerken van slachtoffers willen we noemen, dat in de deskresearch zowel jongens als meisjes worden genoemd. Daarnaast wordt een toename geconstateerd van trafficking van minderjarigen met het oog op commerciële seksuele uitbuiting. Een kenmerk van slachtoffers dat in toenemende mate wordt gesignaleerd is dus, dat hij of zij in een ander land of andere regio wordt misbruikt dan het geboorteland/-gebied, hetgeen de opsporing en rehabilitatie compliceert. Zeker in landen met enige omvang kunnen grote regionale verschillen optreden en worden minderjarigen uit hun oorspronkelijke sociale omgeving gehaald en verplaatst naar gebieden waar ze niemand kennen, waar ze nauwelijks de taal spreken en waar andere normen en waarden gelden.

8.4 Aanbevelingen voor praktijk en beleid op basis van het onderzoek.

In deze paragraaf wordt onderzoeksvraag 4 beantwoord: Welke maatregelen zijn nodig en mogelijk voorpreventie en bestrijding ten aanzien van nieuwe bestemmingen, welke organisaties en personen kunnen hierin een rol spelen?

Op basis van de resultaten van dit onderzoek doen wij de volgende aanbevelingen.





1. Verbeter registratie op lokaal niveau en toets registratie op internationaal niveau.

Er is sprake van een toegenomen maatschappelijke en politieke aandacht voor kindersekstoerisme. De omvang van de problematiek is echter onbekend. De betrokken organisaties en deskundigen komen samen niet veel verder met cijfermatige onderbouwing van de problematiek. Een baseline' (een eerste, als basis dienende maat) van gegevens over kindersekstoerisme is er niet, waardoor trends en veranderingen ook niet gesignaleerd kunnen worden. Het ontbreken van een dergelijke maat leidt tot de mogelijkheid dat beleid wordt gemaakt op basis van vermoedens, anekdotes, en onvoldoende gefundeerde stellingname. Dit is zowel voor een gerichte aanpak als de geloofwaardigheid van deze aanpak een ongunstige situatie.

Wij doen daarom de aanbeveling tot een eenvoudig toepasbaar uniform registratie-instrument voor kindersekstoerisme te komen en de gegevens op internationaal niveau te verzamelen. Hierbij kan worden voortgebouwd op de ervaringen van andere organisaties bij het ontwikkelen van een betrouwbare en valide index, bestaande uit een aantal relevante variabelen. Dergelijke composite measures' (waartoe in dit onderzoek een poging is ondernomen), zijn bijvoorbeeld ontwikkeld door Unicef (global development measure) , de World Tourist Organization (tourist sattelite index), en Transparency International (corruption index).

Voor de keuze van de indicatoren die in deze index worden ondergebracht is nieuw onderzoek vereist. Het gaat daarbij om indicatoren waarmee ook de resultaten van preventieve en curatieve acties kunnen worden gemeten.

Bij het ontwikkelen van dit instrument dient ook onderzoek naar het beroepsmatige reisverkeer (bijvoorbeeld vrachtrijders, militairen, zeelui) te worden betrokken. In dit onderzoek is dit type reisverkeer buiten beschouwing gebleven.

In het kader van preventie van kindersekstoerisme is van belang dat in elk geval de hoog-risicolanden die in deze studie zijn geïdentificeerd, in de toekomst worden gevolgd aan de hand van het instrument, zodat tijdig preventieve maatregelen kunnen worden genomen. Daarbij gaat het om het signaleren van een toename van toerisme, het signaleren van een beginnende verwevenheid van de toeristenindustrie met een seksindustrie, en om het signaleren van een toename van beschikbaarheid van minderjarigen in het land. Hierbij is samenwerking tussen de overheid en de toeristen/reisindustrie van groot belang.

Voor het gebruik van dit instrument is men afhankelijk van de inzet van NGO's als ECPAT en andere organisaties. Ontwikkeling, invoering en handhaving van het gebruik hiervan kan niet van hen worden verlangd. Daartoe ontbreken hen de middelen en onderlinge coördinatie. Een dergelijk instrument zal daarom door een wereldwijd opererende organisatie als Unicef moeten worden ondersteund, waarbij wordt samengewerkt met de ILO en WTO.

Bij dit alles moet het volgende beseft worden

- Kindersekstoerisme is een onderdeel van commerciële seksuele uitbuiting van minderjarigen, die op zijn beurt weer onderdeel is van enerzijds seksueel misbruik van minderjarigen en anderzijds kinderarbeid.
- De noodzaak om tot een uniforme registratie-instrument voor kindersekstoerisme te komen betekent uiteraard niet dat de (exacte) schaalgrootte ervan bepalend is voor ingrijpen. Kindersekstoerisme is een ernstig verschijnsel dat altijd ingrijpen vereist.



_ 2. Onderzoek het kindersekstoerisme door buitenlandse reizigers in Nederland.

Gegevens vanuit deskresearch geven aan, dat in Nederland kindersekstoeristen actief zijn, dat er (dus) sprake is van slachtoffers in Nederland, en dat Nederland een rol speelt als eindbestemming in trafficking van minderjarige slachtoffers van commerciële seksuele uitbuiting. Naast een gerichte aanpak is nader onderzoek wenselijk. Hierbij dient in de eerste plaats de exacte aard en omvang van het probleem vastgesteld te worden. Te denken valt aan anonieme enquêtes bij toeristen in Nederlandse sekscentra of -buurten, en het opbouwen van een netwerk van contacten met werkers in de seksindustrie om met minderjarige slachtoffers in contact te komen. Naar aanleiding van deze contacten, en op basis van internationale samenwerking (Interpol) kan onderzoek worden uitgevoerd naar de aard en omvang van child trafficking.

Aangezien preferentiële daders vooral via internet communiceren en via zowel open als gesloten systemen contacten en adressen uitwisselen, zou hiernaar nader onderzoek door politie en justitie moeten plaatsvinden.

3. Neem de volgende concrete maatregelen die de kunnen bijdragen aan het voorkomen van het kindersekstoerisme en het sanctioneren van seksueel misbruik van minderjarigen in het buitenland door Nederlanders:

Preventief
Een voorlichtingscampagne (zoals Drugs mee naar het buitenland?') op basis van continuïteit naar het publiek, in het bijzonder de reizigers naar verre bestemmingen'. Doel hiervan: het informeren van de reiziger over de strafbaarheid van kindersekstoerisme in het ontvangende land en beïnvloeding van het perspectief op seks met minderjarigen en commerciële seksuele exploitatie van minderjarigen bij potentiële daders. Nauwe samenwerking tussen overheid en reisindustrie is hierbij noodzakelijk. In het kader van de stimulering van Maatschappelijk verantwoord ondernemen' zou de overheid (ministerie van Economische Zaken) maatregelen van de reisindustrie op dit gebied, zoals een Code of Conduct, actief moeten ondersteunen en controleren. Bij de planning van toeristische ontwikkeling dient voorkoming van seksuele uitbuiting van minderjarigen (en meerderjarigen) prioriteit te hebben. Voortzetting en uitbreiding van steun (in het kader van ontwikkelingssamenwerking) aan landen bij het ontwikkelen van duurzaam toerisme en bij het ontwikkelen en handhaven van wetgeving gericht op bescherming van minderjarigen tegen prostitutie (inclusief rehabilitatieprogramma~ s voor de slachtoffers). Ook hier is nauwe samenwerking tussen overheid en reisindustrie noodzakelijk. Ten aanzien van het werven van kinderen (in het land zelf, of via kinderhandel) voor commerciële seksuele exploitatie, doen wij de aanbeveling dit primair te voorkomen of aan te pakken op de plaatsen waar de kinderen worden gezocht/geworven, en niet op de plek van bestemming (waar het misbruik plaatsvindt en waar de kinderen in de anonimiteit verdwijnen).
Het internet speelt bij het opsporen van slachtoffers een belangrijke rol en kan als informatiebron beter worden gebruikt. Zo bestaat bijvoorbeeld een website die een archief bevat waarin over een groot aantal landen en steden (anonieme) verslagen zijn opgenomen van de ervaringen van klanten, waarin allerlei details als vindplaatsen, routes, leeftijden en soms namen van (ook minderjarige) prostituees, tot en met onderhandelingstips staan vermeld.



Repressief
Opheffen van de dubbele strafbaarheid', waarbij Nederlandse daders slechts kunnen worden vervolgd als kindersekstoerisme ook in het ontvangende land strafbaar is. Een instructie aan de ambassades in de risicolanden in geval van arrestatie of andere justitiële maatregelen in kindersekstoerisme-zaken waarbij Nederlanders betrokken zijn. Dergelijke instructies dijn meer doeltreffend indien zij worden toegespitst op de situatie in het land. Evenwicht tussen rechtshulp aan landgenoten in problemen in het buitenland en medewerken aan handhaven internationale rechtsorde is hierbij van belang.

Overige algemene aanbevelingen

Het onderzoek geeft ons aanleiding geeft tot enige aanbevelingen van meer algemene aard. Een aantal van deze aanbevelingen is afkomstig van ECPAT en de ILO, die diverse best practices' op het gebied van preventie en behandeling van slachtoffers hebben verzameld . In bijlage 3 zijn de aanbevelingen van de ILO opgenomen.

1. Voor het signaleren van en ingrijpen bij kindersekstoerisme is van groot belang dat op de plaatsen waar minderjarigen werkzaam zijn in de seksindustrie, goede contacten worden gelegd met personen (bijvoorbeeld bar- of hotelpersoneel) die deze minderjarigen kennen of met hen contact hebben. Door de ILO kan worden bevorderd dat deze werknemers worden aangemoedigd of geinstrueerd om aangifte te doen. Dit kan ook gestimuleerd worden door werkgeversorganisaties. Omdat ook de georganiseerde misdaad zich met kindersekstoerisme bezig houdt, moet voor de betreffende personen de veiligheid zoveel mogelijk worden gegarandeerd. Hierbij kan samenwerking worden gezocht met eventueel aanwezige lokale organisaties voor belangenbehartiging van (volwassen) sekswerkers. Daarbij is van belang dat wordt aangesloten bij de visie op prostitutie van deze georganiseerde sekswerkers zelf. Deze organisaties beschouwen prostitutie primair als werk, als een vrije en te respecteren beroepskeuze, en stellen dat prostitutie niet uitsluitend mag worden bezien vanuit (en veroordeeld) op basis van de (ook bij prostitutie bestaande) schending van mensen-/vrouwenrechten, misdaad en onderdrukking. Het helpen verbeteren van de randvoorwaarden waaronder sekswerkers hun beroep uitoefenen (huisvesting, wettelijke bescherming tegen geweld en onderdrukking, medische zorg, informatie, onderwijs) sluit aan bij deze visie, en zorgt voor mogelijkheden om de minderjarige slachtoffers van sekstoerisme te bereiken .

2. De sociale competentie van minderjarigen en de lokale economische situatie lijken - in vergelijking met bijvoorbeeld de (handhaving van) wetgeving en - meer direct en meer op de korte termijn beïnvloedbare aspecten van kindersekstoerisme. Programma's die zich in de ontvangende landen richten op de weerbaarheid van minderjarigen, in de eigen context van cultuur en familie/gemeenschap, blijken in diverse evaluatiestudies een positief effect te hebben. Hierbij zijn de volgende aspecten belangrijk (bron: ILO):

33 Zie htti)://www.eci)at.net/ene/CSEC/eoodvractices/index.asp en Thematic Evaluation on Trafficking and Sexual Exploitation of Children. Geneva, June 2001' tieneva: International Labour Organization. 34 Zie: Asian Labour Update: Sex Workers Issue 33, December 1999 - February 2000 (http://www.amrc.org.hk/archive.htm), en met name Enriquez, A.: Latin American Sex Workers. (zie http://www.amrc.org.hk/Arch/331 1.htm).





In de eerste plaats blijken in deze evaluaties de volgende programma's of onderdelen daarvan niet succesvol. Deze dienen te worden vermeden:
Preventieprogramma's die opereren in een context waarin niet tegelijkertijd ook de vraagzijde wordt aangepakt (bijvoorbeeld: op emancipatie van meisjes gerichte programma's in een regio waar niet tegelijkertijd de door mannen gedomineerde vraag en aanbod wordt aangepakt); Behandelingsprogramma's voor slachtoffers in residentiele settings (tehuizen) en langdurige psychotherapie voor slachtoffers. Wanneer mogelijk, moet juist actieve participatie door het sociaal netwerk van het slachtoffer voor het ontwerpen en uitvoeren van een geschikte behandeling worden gestimuleerd. Het organiseren van family group conferences"' door de eerder genoemde programmacentra biedt daartoe de mogelijkheid. Pogingen tot beinvloeding van de houding / cultuur ten aanzien van kindersekstoerisme in instellingen / organisaties met programma's/activiteiten waarvan de resultaten niet goed meetbaar zijn. Ongerichte informatiecampagnes, niet voldoende gericht informatiemateriaal, uitgedeeld zonder strategie, follow-up of onderzoek naar het effect of de waardering ervan. Beroepsopleidingen voor slachtoffers die geen rekening houden met de (lokale) arbeidsmarkt. Programma's die zich uitsluitend richten op de meer traditionele prostitutie op straat, in bars, en in bordelen, en geen oog hebben voor meer verborgen vormen.

Daarentegen blijken de volgende programma-elementen de sociale competentie van minderjarigen en/of de lokale economische situatie wel meer direct en meer op de korte termijn positief te beinvloeden: Provinciaal / regionaal werkende programma's hebben meer effect dan (te) lokaal gerichte programma's. Een combinatie van enthousiaste, toegewijde vrijwilligers uit de gemeenschap, ondersteund vanuit een (semi-)professioneel werkend programmacentrum is het meest effectief. Dit programmacentrum is toegerust met mogelijkheden om directe financiële steun, studiebeurzen en prijzen toe te kennen, en beschikt over expertise om in een gemeenschap (dorp, wijk, streek) draagvlak te mobiliseren, vrijwilligers op te leiden, en het effect van de activiteiten te onderzoeken. Deze initiatieven verdienen op nationaal en internationaal niveau (veel) meer ondersteuning, ook vanuit het oogpunt van overdracht van kennis en expertise ( good practices'). Het initiatief van ECPAT voor het in kaart brengen en verspreiden van deze good practices' verdient ondersteuning vanuit Unicef, ILO en WTO.

'5 Family Group Conferencing is een door de Maori-cultuur in Nieuw Zeeland geinspireerde benadering van familiezaken. De werkwijze beoogt gezinnen, hun (groot)families en andere niet-professioneel betrokkenen in het netwerk te activeren zelf een plan te formuleren. Een onafhankelijke coördinator organiseert de familieraad. De familie wordt gevraagd een actieplan te formuleren, waarbij kind of de jongere zelf wordt aangemoedigd zoveel mogelijk te participeren Bij uitvoering van het plan wordt steun aangeboden door de betrokken hulpverlening. Het model wordt met succes toegepast in Nieuw-Zeeland, Australië, de USA, UK, Zweden en Zuid-Afrika. Zie ook: Marsh, P., & Crow, G. (1998) Family Group Conferences in Child Welfare. Oxford: Blackwell Science / Connolly, M., & McKenzie, M. (1999) Effective Participatory Practice: Family Group Conferencing in Child Protection. New York: Walter de Gruyter, Inc.



Coordinatie / bundeling en ondersteuning van de activiteiten van diverse programma's en programmacentra op nationaal en internationaal niveau om de onderlinge verwevenheid van kindersekstoerisme met kinderhandel (child trafficking) tegen te gaan.

Het is aan te bevelen de ontwikkeling en verspreiding van dergelijke programma's te stimuleren.




--Bijlage 1: ECPAT Enquéte

A. Enquéte naar ontvangende landen

SHORT QUESTIONNAIRE RESEARCH TRAVEL DESTINATIONS IN RELATION TO SEXUAL EXPLOITATION OF CHILDREN

In general we are interested in information since the World Congress in Stockholm. If you can specify, please do. We also would like to know how reliable you think the information is. Some information comes from very accurate data, others from newspaper clippings or rumours. Per question you can fill in a reliability rate: 1 = very reliable 2 = reliable 3 = reasonable 4 = not very reliable 5 = not reliable (rumours)

A. TOURISM

1. What do you think are the main countries where sex tourists that visit your country come from?

Top 5:


* Reliability rate:

2. What do you think are new sending countries since 1996 where sex tourists that visit your country come from?


* Reliability rate:

3. a. Which cities or regions in your country are mostly involved with the sex industry?

b. In what way are these cities/regions attractive for tourists in general? Please mark with a V. l.beaches
2. nature
3. luxury resorts
4. nightlife
6. cultural heritage
5. other:

* Reliability rate:
B CHILD SEX TOURISM

Bijlage 1 / pag. 1



4. Where do the tourists usually have sexual relations with children? 1. hotel
2. brothel -
3. beach _
4. cafe
5. other:

* Reliability rate:

5. What categories of child sex tourists visit your country? Can you estimate: 1. Number (or percentage) of holiday makers: 2. Number (or percentage) of business travellers: 3 .What are the most frequent observed nationalities? 4. What is the average age?
5. Do they travel
a. alone
b. with a partner
c. in groups
6. Other information: .

* Reliability rate:
6. a. How many convictions of child sex tourists have been made since 1996 in:
- your country:

- the country of origin:
b. Which sending countries were involved?
c. Could you mention per case if it concerns:
- a preferential offender: who was specifically looking for sex with minors, or
- a situational offender: who was interested in sex not specifically with children, but because he was confronted with children /adolescents in the scene he got into it?
* reliability rate:
C. DEVELOPMENT CST
7. Is there an increase in the number of child sex tourists in your country? Yes/No
If yes, do you know how much?

* Reliability rate:
8. What are according to you the main factors contributing to the existence of CST? 1.
2.
3.

* reliability rate:
9. a. What action has been taken in your country to combat CST in your country since 1996? b. Has the policy on combating sexual exploitation of children in your country to your opinion decreased child sex tourism since 1996?
Yes/No
If yes, how?

* reliability rate:
D. RESEARCH AND REFERENCES
10. Is research being done in your country on child sex tourism?

Bijlage 1 / pag. 2



Yes/No If so, what are the main results? Please note relevant studies:

11. Could you also give us suggestions for persons or organisations (tourism, government, NGO's) we should interview for this research?
1. Name:
Organisation:
Address: Tel.
E-mail:
2. Name:
Organisation:
Address: Tel.
E-mail:
3. Name:
Organisation:
Address: Tel.
E-mail:

12. Any other comments:

B. Enquéte naar landen van herkomst daders

SHORT QUESTIONNAIRE

In general we are interested in information since the World Congress in Stockholm. If you can specify, please do. We also would like to know how reliable you think the information is. Some information comes from very accurate data, others from newspaper clippings or rumours. Per question you can fill in a reliability rate: 1 = very reliable 2 = reliable 3 = reasonable 4 = not very reliable 5 = not reliable (rumours)

A. DESTINATIONS

1. What do you think are the destinations for sex tourists from your country? Top 5:

Reliability rate:

2. What do you think are 'new destinations' since 1996 for tourists from your country?

Bijlage 1 / pag. 3



_ 5

* Reliability rate:
B. CASES
3. a. How many convictions of child sex tourists have been made since 1996 in:
- your country:

- in the country of the offence:
b. Which destination countries were involved? c. Could you mention per case if it concerns:
- a preferential offender: who was specifically looking for sex with minors, or
- a situational offender: who was interested in sex not specifically with children, but because he was confronted with children /adolescents in the scene he got into it?
* Reliability rate:
4. Is there an increase in the number of cases of child sex tourists in your country? Yes/No If yes, do you know how much?
* Reliability rate:
5. What are according to you the main factors contributing to the existence of CST? 1.
2.
3.

* Reliability rate:

Bijlage 1 / pag. 4





Bijlage 2: Landentabel

Land KST Indicato * Indicator USMT Indicator Variabele Variabele Variabele Sekse Toeristen IPC Economie Onderwijs (participatie 200 (Grade 5) meisjes VO) \ v Eritrea 417.000 2 1 1 1 2 1 1 .'~.y-ac _ l v'.s ~* ~*. .C.:ew, urm v~W.wx* ,3~*'t*xw;
---
375.000 2\ 1\\ 2 1 1 2a 1 Pakistan 369.000 2 1 1 1 1 1 1 Iraq 345.000 2 1 2 1 2 1 1 Ghana 298.000 2 1 1 1 2 1 1 \v i ~ l* arm. .w. _. O
---
Malawi 232.000 2 1 1 1 1 1 1 Uganda 205.000 2 1 1 1 1 2 1 Djibouti 200.000 2 1 1 1 2 1 1 Bangladesh 166.000 2 1 1 1 2 1 1 jlimigillillillimmm
Gabon 136.000 2 1 2 1 1 2 1 Burkina Faso 136.000 2 1 1 1 2 1 1 \ \ . a ; i, \ Cameroon 101.000 2 1 1 1 1 1 1 Guinea 94.000 2 _2 1 1 Laos 93.000 2 1 1 1 1 1 1 i àx: ~cv.w:~ ,~ * \~ \ ~~ .
---
Yemen 74.000 2 1 1 1 2 1 1 Togo 58.000 2 _1 1 Papua New Guinea 56.000 2 1 1 1 1 1 1 Mali 50.000 2 1 1 1 2 1 1 Sierra Leone 46.000 3 1 1 1 2 1 1 Congo, Rep. Of 37.000 3 2 1 1 1 1 1 Central African Republic 29.000 3 1 1 1 1 1 1 Burundi 27.000 3 1 1 1 2 1 1 Comoros 25.000 3 1 1 1 1 2 1 Solomon Islands 11.000 3 2 1 1 2 1 1 Somalia 10.000 3 1 1 1 2 1 1 Chad 8.000 3 1 1 1 1 1 1 Angola 8.000 3 1 1 1 1 2 1 Bhutan 5.000 3 1 1 1 2 1 1 Afghanistan 4.000 3 1 1 1 1 1 1 Congo, Dem. Rep. of 2.700 3 1 1 1 2 1 OBolivia
- _\.

voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" / p.1



Bijlage 2: Landentabel

Land KST Indicato Indicator U5MT Indicator Variabele Variabele Variabele Sekse Toeristen IPC Economie Onderwijs (participatie 200 (Grade 5) meisjes VO) Rwanda 1.000 3 1 1 1 1 2 1 Guinee-Bissau 1 1 1 1 1 1 Mozambique 1 1 1 1 1 1 Liberia 1 1 1 2 1 1 Mauretania _1 ;W \ 1
---

---
Andorra 3 3 '3 2 2 2 China 22.756.000 1 2 1 1 2 2 2
---
Turkey 7.966.000 1 2 2 2 3 2 2 Tunisia 3.885.000 1 2 2 2 2 2 2 Egypt 3.528.000 1 2 2 2 2 2 2 Saudi Arabia 3.458.000 1 2 2 2 2 2 2 Morocco 2.693.000 1 2 2 2 2 2 2 sa ~ ,~ \' S _ .. w wei. z Zimbabwe 1.743.000 1 2 1 1 2 3 2 00 , w Syria 888.000 2 2 1 1 2 2 2 Nigeria 882.000 2 1 1 1 2 2 2 Ukraine 814.000 2 2 1 1 3 3 2 ~.w Y lY: ~* Botswana 707.000 2 2 2 2 2 3 2 3x.W .v\'.xC.y d,~, ~Fa * ~~.£è~. ~~s-a.4 ~~à ~ev n, ,R u~cw x .nxxZ,£:

' 1\~ ~.wwac.w. .n W :Y: ~ e e'~. 2=, YF,'e~.à,. ;;;,Y W - . ia"'x W ..K.m y,a\\Y,'* , W;'mw v.w :1s ri:° 0\ ;;i\v;v,, ~: v \~is c~ a

voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" 1 p.2



Bijlage 2: Landentabel

Land KST Indicator '~' "' Indicator U5MT Indicator Variabele Variabele Variabele Sekse ~ '~' Toeristen IPC Economie Onderwijs (participatie 200 (tirade 5) meisjes VO) Barbados 447.000 2 3 2 3 2 2 2 Paraguay 425.000 2 2 2 2 2 3 2 Lebanon 420.000 2 2 2 2 2 3 2 Namibia 405.000 2 2 2 2 2 3 2 Panama 362.000 2 2 2 2 2 3 2 Maldives 339.000 Libya 88.000 2 2 2 2 2 3 2 Saint Kitts and Nevis 84.000 2 2 2 2 2 2 2 ~- * y ._ ~s~. v: ,w
---
W i~'.3fas. v 'i \ Sudan 65.000 2 1 1 1 2 2 2~ Dominica 62.000 2 3 2 3 2 2 2 Saint Vincent and the Grenadine 58.000 2 2 2 2 2 2 2 Albania 56.000 2 2 1 1 2 3 2 Iran 46.500 3 2 2 2 2 2 2

voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" / p.3



Bijlage 2: Landentabel

Land KST Indicato » Indicator USMT Indicator Variabele Variabele Variabele Sekse 200 Toeristen IPC Economie Onderwijs (participatie t (Grade 5) meisjes VO)
---

---
Vanuatu 46.000 3 2 2 2 2 3 2 Palau 44.000 3 2 2 2 2 2 2 Cape Verde 37.000 3 2 2 2 2 3 2 Moldova 33.000 3 2 1 1 2 3 2 Tonga 25.000 3 2 2 2 2 3 2 Kyrgyzstan 13.000 3 2 1 1 2 3 2 Kiribati 3.000 3 2 1 1 2 2 2 SAo Tomé and Principe 2.000 3 2 1 1 2 2 2 Tuvalu 1.000 3 2 1 2 3 2 'Turkmenistan 2 1 1 2 2 2 Cook Islands 2 1 2 2 2 Tadzikistan 2 1 1 2 2 2 Uzbekistan 2 1 1 2 3 2 BosnielHer. 3 2 3 2 2 2 Eq. Guinea 1 2 1 2 2 2 Marshall Islands 1 2 1 2 2 2 Micronesia 2 2 2 2 2 2 Armenia 2 1 1 2 3 2 Georgie 2 1 1 3 3 2 Kazakstan 2 2 2 2 3 2 San Marino 3 1 3 2 2 France 62.406.000 1 3 3 3 3 3 3 United States 46.325.000 1 3 3 3 3 3 3 Spain 41.295.000 1 3 3 3 3 3
---
. ~-~\\\,E. x
---
United Kingdom 25.293.000 1 3 3 3 2 \p-3 3 Poland 19.410.000 1 3 2 3 3 3 3 a á v M F, \~ Austria 17.090.000 1 3 3 3 »~2 3 3 Germany 15.202.000 1 3 3 3 3 3 3 Switzerland 10.600.000 1 3 3 3 3 2 3 Portugal 9.730.000 1 3 3 3 2 3 3 Greece 8.987.000 1 3 3 3 3 3 3 s v à*r3 '
---

voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" / p.4



Bijlage 2: Landentabel

Land KST Indicato " Indicator U5MT Indicator Variabele Variabele Variabele Sekse Toeristen R'", R1 IPC Economie Onderwijs (participatie 200_ (Grade 5) meisjes VO) beland 5.282.000 1 3 3 3 2 3 3 Australia 4.165.000 1 3 3 3 3 3 3 apr; ~% .~:« wr.. ast ~~ ---
Bulgaria 2.795.000 1 3 2 \3 2 3 3 Norway 2.746.000 1 3 3 3 3 3 3 Sweden 2.376.000 1 3 3 3 2 3 3 Japan 2.214.000 1 3 3 3 3 3 3 \ ~d Israel 2.097.000 1 3 3 3 3 3 3 e~ ~\e Cyprus 1.950.000 1 3 3 3 3 3 3 Denmark 1.794.000 1 3 3 3 3 3 3 United Arab Emirates 1.768.000 1 3 3 3 2 3 3 Bahrain 1.757.000 1 3 2 3 3 3 3 '113 111111! x: \ Bahamas 1.669.000 1 2 3 3 2 3 3 New Zealand 1.529.000 1 3 3 3 2 3 3 ë\. Jordan 1.103.000 1 2 2 2 3 3 3 Malta 1.054.000 1 3 3 3 3 3 3
---
Slovakia 958.000 2 3 2 3Y 2 3 3 Finland 894.000 2 3 3 3 3 3 3 Brunei 837.000 2 3 3 3 2 3 3 Lithuania 832.000 2 2 2 2 3 3 3 Slovenia 832.000 2 3 3 3 3 3 3 m~ .\yr 15m, h i,' ~'. * 1. W c Luxembourg 712.000 2 3 3 3 2 3 3 'vue: ~.,.a ' v Y Oman 435.000 2 3 2 3 2 3 3 Trinidad and Tobago 282.000 2 3 2 3 2 3 3 Croatia 264.900 2 3 2 3 3 3 3 Qatar 263.000 2 3 3 3 2 3 3 Saint Lucia 238.000 2 3 2 3 3 2 3 Monaco 226.000 2 3 3 3 3 2 3 Iceland 201.000 2 3 3 3 3 3 3

voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring

ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" / p.5



Bijlage 2: Landentabel

Land KST Indicato '"' ' Indicator U5MT Indicator Variabele Variabele Variabele Sekse Toeristen p\ IPC Economie Onderwijs (participatie 200 (Grade 5) meisjes VO) Seychelles 131.000 2 3 2 3 3 2 3 Liechtenstein 56.000 2 3 3 3 2 2 3 Kuwait 33.000 3 3 3 3 2 3 3 Suriname 21.000 3 2 2 2 3 3 3

voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" / p.6



Bijlage 2: Landentabel

Land Indicator Indicator Indicator Indicator Indicator- '. Trafficking (Import / Eritrea Wetgeving Corruptie arbeid ---
h w. a , ~ ~a s Bolivia 1 1 1 1~ 1 1 E Pakistan 1 1 1 1 1 1 I E Iraq 2 1 1 1 E Ghana 2 1 3 2 I Malawi 2 1 3 1 1 Uganda 3 1 1 1 1 1 I E Djibouti 1 2 Bangladesh 1 1 1 1 1 E
---
Gabon 3 1 1 1 1 I Burkina Faso NERM 1 3 1 1 I E \ f Cameroon 1 1 3 1 1 I E Guinea 1 1 1 1 E Laos 1 1 1 E

w x.~ Yemen 1 3 2 Togo 3 1 3 1 1 I E Papua New Guinea 1 1 1 Mali 2 1 3 1 1 I E Sierra Leone 1 1 1 E Congo, Rep. Of 1 1 1 I Central African Republic 1 1 1 Burundi 1 1 1 1 1 Comoros 1 3 2 Solomon Islands 1 1 1 E Somalia 1 1 1 1 E Chad 1 1 1 1 E Angola 1 1 1 1 E Bhutan 1 1 1 1 E Afghanistan 1 1 1 E Congo, Dem. Rep. of 1 1 1

voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" / p.7



Bijlage 2: Landentabel

Land Indicator Indicator Indicator Indicator Indicator ',gis,, _ ,,,,,,, , Trafficking (import/ Wetgeving Corruptie arbeid 1%, 0901 á., t\ w r=:,\\z, h ~ .~s. 4 áàWsss Andorra 3 /3 3 O China 2 2 1 1 1 1 I E .12 r
---
T 2 1 1 3 1 I urkey
a y. Tunisia 1 2 1 3 3 2 Egypt 1 2 1 1 1 1 Saudi Arabia 3 1 2 I Morocco 2 1 3 1 1 I E 0 J *t'dt~t a ,g
---
Zimbabwe 1 1 3 2 MM , >f: \~a

x. Syria 1 3 2 Nigeria 1 1 1 1 1 I E Ukraine 1 1 3 1 1 E yn:_~, ~\ ~.a a .aha, .mee., ~sv, CsZ aLv a rs\;. , \s v sES... v\,
---
\ a\* a ~..<. c="" :h.233="" ss="" v="" i="" .="" a="" t="" x="" up="" aaaavca="" o="">
voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" / p,g



Bijlage 2: Landentabel

Land Indicator Indicator Indicator Indicator Indicator ;an~\ Trafficking (import/ Wetgeving Corruptie arbeid ---

---
Maldives 1 3 1 1 I E Swaziland 1 3 2 I Nicaragua 1 1 1 1 E EI Salvador 2 2 1 1 1 E Honduras 1 1 1 1 E Belarus 3 3 1 2 E Antigua and Barbuda 3 3 3 I Mongolia 1 3\ 1 1 E
- Azerbaijan 1 1 3 2 E Belize 1 3 2 E Macedonia 1 2 I E Korea North 3 1 1 1 E Lesotho 1 2 I Grenada 3 och \s \a I w v s\.
---

---
Latvia 2 3~ 3 3 -3 I E Saint Kitts and Nevis 3 3 I v iv. . v ~Z.e= ~.~"Y x ,~ w ~:°'. ux á. a.c.4~ sav y~v. w. à.vw . 3 xr~ w h.: W ,x Sudan 1 1 1 1 I E Dominica 1 2 Saint Vincent and the Gre 3 3 I Albania 1 1 1 1 E Iran 1 3 2 _

voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" / p.9



Bijlage 2: Landentabel

Land Indicator Indicator Indicator Indicator Indicator,,';., Ne:. ~à~ Trafficking (import Wetgeving Corruptie arbeid -Via,. , **.~ ~,~: .~ .~3,, v; w :a; ,
*Greece 1 3 3 1~ 3 2 I Belgium

voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" / p.10



Bijlage 2: Landentabel

Land Indicator Indicator Indicator Indicator Indicator _ \ Trafficking (Import / Wetgeving Corruptie arbeid ---
Israel ;3 3 3 ~\3 3~ 3~ I a ,\~ __ _ v a x~ Cyprus 1 3 1 3 2 I E Denmark 3 3 3 3 3 I United Arab Emirates 3 1 2 I E Bahrain 3 3 1 2 1 E Bahamas 3 3 3 3 New Zealand 3 3 1 2 I
---
WEN Jordan 2 3 \1 1 1 Malta 3 3 3 3 a '. = Slovakia 2 2 3 3 3 3 E Finland 3 3 3 1 3 2 I Brunei 3 3 3 I Lithuania 2 3 3 3 3 E Slovenia 3 2 3 3 3 I E v* Hx w. Luxembourg 3 3 3\\\ \~vx3 3 r:;., Oman 3 3 3 3 Trinidad and Tobago 2 1 2 Croatia 3 2 3 1 3 2 I E Qatar 3 3 1 2 I E Saint Lucia 3 3 I Monaco 3 3 3 Iceland 3 3 3 3 3 I

voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" / p.11



Bijlage 2: Landentabel

Land Indicator Indicator Indicator Indicator Indicator ~Trafficking (import/ Wetgeving Corruptie arbeid voor definities factoren/variabelen/indicatoren en uitleg scoring ing van indicatorenTrebuchet MS,Standaard" / p.12








-Bijlage 3: Aanbevelingen International Labour Organization
Thematic Evaluation on Trafficking and Sexual Exploitation of Children Geneva, June 2001.

LESSONS LEARNED AND RECOMMENDATIONS

Programme elements worthy of adaptation and replication
* Interrupting the flow of children for exploitation by intervening where the children are;
* Engaging groups of people who come into contact with trafficked children, eg ships' captains, and helping them develop as social protection networks';
* Community and street outreach by volunteer/other dedicated people, particularly if the
community is more widely and creatively defined;
Outreach as a means of making alliances with non-traditional target audiences in order to have irst-hand contact with sites of sexual exploitation and the opportunity to contact children;
* Coalition-building with law enforcement agencies to change attitudes that seek to punish victims, not exploiters;

* Working with the media as actors, not contractors;
* Provincial plans, although their implementation needs collaborative support and follow-up;
* Reinforced networks supported by focal points and information resource centres;
* Providing direct financial subsidies, scholarships and prizes;
* Community-level mobilization and groupings.
Programme elements that have potential to be developed or redirected
* To develop: trade union engagement, including training and awareness-raising;
* To update: alternative work skills programming;
* To develop the potential of: communication programmes;
* To refine: programmes aimed at effecting attitude change.
Programming that has not been successful

* Prevention programmes in a context in which there is no attempt to simultaneously deal with demand;
* Prevention programmes that do not squarely confront immediate goals of disease-prevention, health education and birth control;

* Running institutional homes' and long psychotherapy processes for victims;
* Unmeasurable processes aiming at attitude change within traditional institutions;
* Untargeted information campaigns and materials, and expensive educational materials that are simply handed out with no strategy, follow-up or feedback;

* Media programmes not done by the media;

* Vocational training that is not relevant to the interests of the participants or the reality of the employment market;

* Gender programming that leaves male-dominated demand and supply untouched;
* Rescue and prevention projects that focus solely on classic forms of prostitution such as the street, bars and brothels, when other forms are proliferating, including among non-poor

Bijlage 3 / pag. 1



children;

* Research and analysis of research undertaken without taking into account the specificity of TSE.

Areas that should be considered in future programming
* Getting better value from the labour mandate;
* Child-centred strategic frameworks and planning at central level;
* Baseline research/cause and effect analysis that is specific and sensitive to TSE;
* Developing tools in support of other programme activity;
* Better and more impact analysis and evaluation;
* Transnational/regional/cross-border (widely defined) programming to deal with trafficking;
* Rethinking of gender issues within a specific TSE framework.
* Tackling the demand side, including working with boys;
* More workplace-based programming, including in commercial sex outlets;
* Factoring HIV/AIDS and drugs into the equation and tackling their prevalence in tandem with TSE programmes;
* Focusing more on adolescents as a pressure group and as contributors to the solutions, not only as victims.
Bijlage 3 / pag. 2





Bijlage 4: Landenbeschrijvingen.

In deze bijlage wordt van een deel van de landen waarin de aanwezigheid van kindersekstoerisme bevestigd is, een beschrijving gegeven. De volgende landen worden besproken:
13. Gambia 1. Thailand 14. Madagaskar 2. Sri Lanka 15. Brazilië 3. Filippijnen 16. Venezuela 4. Nepal 17. Costa Rica 5. India 18. Dominicaanse Republiek 6. Fij i Eilanden 19. Peru 7. Cambodja 20. Mexico 8. Vietnam 21. Cuba 9. Indonesië 22. Roemenië 10. Kenia 23. Tsjechië 11. Zuid Afrika 24. Rusland 12. Zambia
1 THAILAND _j

Hoofdstad: Bangkok
Aantal inwoners: 60.6 miljoen

1. Reizigers.
De toeristische aantrekkelijkheid van Thailand is groot. Het land staat bekend als een vakantieland in Azië bij uitstek: qua klimaat, cultuur, en toegankelijkheid van de bevolking. Ook voor backpackers is Thailand een gewilde bestemming De groei van het toerisme vanuit Nederland lijkt sinds 1996 alleen maar toe te nemen: 1995:10748 1996: 8059 1997:10968 1998:15401 1999:15186 2000:15787 (ANVR, cumulatief zomerseizoen)

2.Seksindustrie
Thailand heeft de naam het centrum van het sekstoerisme te zijn. (Hobbs, McKechnie, Lavalette, 1999: 225-227). In Thailand is de seksindustrie prominent aanwezig. De industrie is een economisch succes. Het toerisme en de seksindustrie zijn in Thaliand onderling verweven geraakt: mannen uit Westerse landen, Japan, Taiwan en China komen bijvoorbeeld naar Thailand via georganiseerde seksreizen. Dit soort reizen zijn de laatste jaren afgenomen of in ieder geval minder zichtbaar gemaakt door druk van ECPAT, vrouwen- en kinderrechtenorganisaties. In toenemende mate worden sekswerkers vanuit andere landen naar Thailand gebracht: "20 years ago, Thailand was in the forefront as a sending country for trafficked women. Thailand has now become a destination country, receiving women from Russia, Yugoslavia, Poland, and the Czech and Slovak Republics, South America. " (CATW -Asia Pacific, Trafficking in Women and Prostitution in the Asia Pacific, 1996)

3. Beschikbaarheid van minderiarigen
Ongeveer twee-derde van de arbeidsmarkt betreft de landbouw, met name rijst, fruit, rubber en hout, en de visserij. Kinderarbeid komt veel voor. Kinderen werken in deze sectoren veelal voor hun eigen gezin. Informatie voor en bescherming van kinderen in de bouw en industrie is relatief goed ontwikkeld, omdat dergelikke arbeid redelijk zichtbaar is. Toch werken sommige kinderen in ongezonde en fysiek gevaarlijke omstandigheden. In fabrieken worden zij gedwongen lange dagen te maken tegen minimale betalingen.

4. Kwaliteit van bestuur
2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nr. 61, 2001 CPI score: 3.2

Bijlage 4 / pag. 1



Kindersekstoerisme in Thailand


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Thailand is een van de landen die een bekende kinderseksindustrie kent. Buitenstaanders zien de kinderprostitutie als het grootste probleem van kinderarbeid in Thailand. Een politierapport uit 1991meldde een schatting van 200.000 prostituees in Bangkok, waaronder 20.000 kinderen. Andere schattingen van kinderen werkzaam in bordelen of massagehuizen liggen een stuk hoger.
Het is bekend dat preferentiële daders vakantiebestemmingen als Thailand en de Filippijnen kiezen omdat ze weten dat op die bestemmingen seksuele toegang tot minderjarigen relatief goedkoop, makkelijk en veilig te krijgen is. Een schatting van het aantal kinderen betrokken bij de seksindustrie in 1994 ligt tussen de 200.000 en de 850.000 (ECPAT Australia 1994, Global March, website)

b. wetgeving:
De wetgeving (Prostitution, Prevention and Supression Act van 1996) verbiedt prostitutie met minderjarigen, jongens en meisjes jonger dan 18. Strafbaarstelling is in de nieuwe Act meer gericht op degenen die verantwoordelijk zijn voor het werven van de vrouwen en kinderen in de prostitutie. Prostitutie in het algemeen is illegaal, maar wordt in de praktijk wel gedoogd.

c. wetshandhaving:
Hier wordt met name de laatste jaren meer aan gedaan, inclusief het met harde hand optreden tegen buitenlandse pedofielen. Toch zij er nog steeds regeringsvertegenwoordigers en zakenlui in Thailand die de opvatting huldigen dat iedere seksuele service, inclusief kinderprostitutie een noodzakelijke voorwaarde is voor de ontwikkeling en groei van het toerisme.

d. daders:
Daders zijn voornamelijk mannen. De grootste groep mannen die gebruikt maakt van de prostitutie is van Thaise afkomst. Daarnaast maken toeristen en zakenmensen gebruik van de ruime mogelijkheden in het land om seks met kinderen te hebben, onder andere uit Europa, Japan, de VS en Australië.

e. slachtoffers:
De slachtoffers van kinderprostitutie in Thailand zijn zowel meisjes als jongens, in totaal naar schatting 30.000 tot 35.000, waarvan 10% jongens.

f. oorzaken:
Armoede, mooie beloften en druk vanuit de familie worden als oorzaken genoemd.

Acties:

1. landeliik:
Een nationaal actieplan: "The Thai national Policy and Plan of Action for the Prevention and Eradication of the Commercial Sexual Exploitation of Children" is gereed. Men richt zich nu met name op het probleem van handel in kinderen voor seksueel misbruik, zoals de ontwikkeling van een nationaal plan ter preventie en bestrijding van cross border traffcking in women and children 2001-2011'. De samenwerking tussen NGOs en de nationale autoriteiten en instellingen is in Thailand goed en effectief te noemen, in ieder geval op beleidsniveau. Ook op het terrein van voorlichting aan reizigers en de reisindustrie zijn projecten ingang gezet ter preventie van kindersekstoerisme.
2. ECPAT:
ECPAT en ILO/IPEC hebben diverse programma's uitgezet om kinderprostitutie en - handel tegen te gaan in 8 provincies in noord- Thailand. FACE is een andere organisatie die zich richt op de aanpak van seksueel misbruik van kinderen in Thailand.


* Enquéte

ECPAT International in Bangkok geeft de volgende informatie: Top 5 landen waar sekstoeristen die naar Thailand komen vandaan komen: Japan, Engeland, Australië, Duitsland en Scandinavië. (betrouwbaarheid 3). Nieuwe herkomstlanden: China en Taiwan. (betrouwbaarheid 1) De plaatsen waar seksindustrie het meest bloeit: Bangkok, Pataya en Chiang Mai. (betrouwbaarheid 1,2) Sekstoeristen komen met name voor: stranden, natuur, luxe resorts, het nachtleven en de aanwezigheid van kinderen en gogobars. (betrouwbaarheid 2)
Seks met de kinderen vindt meestal plaats in hotels en bordelen. (betrouwbaarheid 3,4)

Bijlage 4 / pag. 2





Categorieën kindersekstoeristen: Vakantiegangers: 80% Zakenreizigers: 20% De meest gesignaleerde nationaliteiten: Japans, Brits en Australisch. De gemiddelde leeftijd wordt geschat tussen de 30 en de 50. De meeste zakenmensen reizen alleen, toeristen vaker in groepen of met vrienden. (betrouwbaarheid 4) Arrestaties van buitenlanders hebben wel plaatsgevonden, maar het leidt nauwelijks tot veroordelingen. In het land van herkomst: in ieder geval in een Franse zaak. (betrouwbaarheid 2) Er is volgens ECPAT geen groeiend aantal kindersekstoeristen dat naar Thailand komt. (betrouwbaarheid 1) De belangrijkste oorzaken zijn: armoede, handel in kinderen, misbruik of gezinsproblemen. (betrouwbaarheid 3) Wat voor actie is ondernomen tegen kindersekstoerisme in Thailand?

- Onderwijs- en trainingsprogramma's;
- Regeringsstandpunt KST tegen te gaan;
- Betere Wetshandhaving;

- Promotie van een goed, veilig en gezinsvakantieland;
- Enige bewustwordingscampagnes.
Het beleid ten aanzien van de aanpak van seksuele exploitatie van kinderen sinds 1996 heeft gezorgd voor een afname in kindersekstoerisme, o.a. door het nationale actieplan (prevention, suppression, assistance and protection, rehabilitation and adjustment to normal life, and the establishment of structures, mechanisms and systems in the supervision, control, follow up). (3)
Onderzoek naar kindersekstoerisme in Thailand is verricht door Julia O'Connell Davidson. ECPAT International start in 2002 met een onderzoek naar kindersekstoerisme in Zuid Azië: Thailand, Cambodja, Vietnam, India, Nepal en Sri Lanka.


* Een beschrijving van zaken, waarbij Europeanen veroordeeld zijn voor seksueel misbruik van kinderen in Thailand, is opgenomen in de DCI/ECPAT studie naar extraterritoriale wetgeving en de aanpak van kindersekstoerisme.

Bronnen - UNICEF State of the World's Children 2001. New York: Author.
- Amnesty International, jaarboek 2001
- CRC info

- Lonely Planet: Thailand

- Child Labour News Service (15 november 2001)
- Five Years After Stockholm, ECPAT
- The Sex Sector, the economic and social bases of prostitution in South East Asia, edited by Lin Lean Lim, International Labour Office, Geneva, 1998.
- Extraterritorial Legislation as a tool to combat child sex tourism, ECPAT Europe Law Enforcement Group, Defence for Children International, Amsterdam: 1999.
- Sandy Hobbs, Jim McKechnie, Michael Lavalette, Child Labor, A World History Companion, ABC-Clio, Inc. USA, 1999

- www.child-hood.com, Thailand
~2 SRI LANKA

Hoofdstad: Colombo
Aantal inwoners: 19.043.000

1. Reizigers

De toeristische aantrekkelijkheid van het land is hoog. Toerisme is al sinds de jaren- 60 in opkomst in Sri Lanka. Begin jaren-80 kwamen er jaarlijks al 350.000 toeristen naar Sri Lanka. Het antal toeristen vanuit Nederland (ANVR cijfers): 1995 Sri Lanka/Malediven 3116
1996 3417
1997 7746
1998 9889
1999: Sri Lanka 12789
2000: 8780

Bijlage 4 / pag. 3





2. Seksindustrie. De seksindustrie in Sri Lanka is levendig. Van de toeristen komt 15-20% naar het land voor seksuele activiteiten, waarvan 4% op zoek is naar minderjarigen voor seks. Officieel is homoseksualiteit in Sri Lanka, althans voor mannen, illegaal. Maar internationaal wordt Sri Lanka juist wel neergezet als een paradijs voor homo's in video's en tijdschriften als Spartacus. Zogenaamde beach boys' zijn een begrip in de kustplaatsen.

3. Beschikbaarheid van minderjarigen
De ILO heeft onderzoek gedaan naar het werk van kinderen in de hotels en catering, waaronder in Sri Lanka. Veel kinderen worden in deze sector uitgebuit en slecht betaald. Een voorbeeld is het verhaal van een 12-jarige voor die van 5.30 tot 22.00 aan het werk was in een klein hotelletje waar hij kookte, schoonmaakte, waste en de kamers in orde maakte voor de gasten. Met name de kinderen werkzaam in deze branche zijn extra gevoelig voor seksueel misbruik. Meisjes lopen een extra risico. (Hobbs, McKechnie, Lavalette, 1999: 117, 118)

Kindersekstoerisme op Sri Lanka


* Literatuuronderzoek.

a. Situatie:
In Sri Lanka is sprake van een direct verband tussen toerisme en de aanwezigheid van kinderprostitutie. Een rapport meldt dat in de afgelopen 20 jaar in het land een markt' is ontstaan van naar schatting 20.000 in de prostitutie werkzame minderjarigen. "As word spread through the underground paedophile community, Sri Lanka has become a popular destination for child sex tourists. A quick surf of the internet provides child sex tourist with a wide range of options for countries they can visit." (Ron O'Grady, Groupe developpement, p. 71). Kinderen in de prostitutie werken in Colombo, Mt-Lavina, Negombo, Kalutara, Bentota, Hikkaduwa, Unawatuna, en Tangalle.

b. wetgeving:
De wetgeving is de laatste jaren strenger geworden. Seksueel misbruik van minderjarigen kan worden gestraft met gevangenisstraffen van 10 tot 20 jaar en slachtoffers hebben recht op schadevergoeding. In 1991 heeft Sri Lanka het IVRK geratificeerd.

c. wetshandhaving:
A. Lopende rechtszaken tegen pedofielen:
B. Rechtszaken betreffende kinderpornografie
Nationaliteit A B
Duits 4 1
Frans 1 3
Canadees 1
Brits 1
Zweeds 2
Zwitsers 4
Nederlands 1
Italiaans 1
Noors 1
Belgisch 1
Oostenrijks 1

d. daders:
Met name pedoseksuele vakantiegangers, o.a. uit Europa en de Verenigde Staten. Het zijn met name mannen die gebruik maken van de meisjes en jongens in de prostitutie. Kinderen worden vaak gestuurd/overgehaald door: 1. Vrouwen van middelbare leeftijd die (school)meisjes aardig benaderen en ze overhalen tot seks met mannen in ruil voor geld, een baan of materiele goederen. 2. Door mannen die de ouders geld beloven of bijvoorbeeld verhalen ophangen over een mogelijke filmrol voor het kind. 3. Sommige meisjes of jongens in het circuit halen hun vriendjes over door het vertellen van mooie verhalen over reizen e.d. 4. Door het kidnappen van kinderen en hun te terroriseren.

e. Slachtoffers
De cijfers over de aantallen slachtoffers variëren. Het aantal kinderen in de seksindustrie is geschat op 30.000 (1992, 1993 Ministerie van Gezondheid en Vrouwenzaken en Save the Children/UNICEF), maar ook wordt gesteld dat dit alle prostituees betreft en dat slechts 10% hiervan minderjarig is. Door PEACE werd in 1992 geschat, dat 10.000 kinderen tussen de 6 en 14 jaar in gedwongen prostitutie werken, en een extra 5000 tussen de 10 en 18 jaar op stranden en toeristische locaties. Prof.

Bijlage 4 1 pag. 4





Nandasena Ratnapala schatte het aantal kinderen in het hele land in 1999 niet hoger dan 2500. In 2000 werden ong. 1500 kindermisbruik gevallen doorgegeven aan het departement van de Attorney General. In Sri Lanka wordt kindermishandeling in het gezin in toenemende mate gesignaleerd. Jaarlijk worden meer dan 4000 meldingen gedaan bij de Child Protection Authority (NCPA). Zo'n 1000 gevallen hiervan betreffen lichamelijke mishandeling, seksueel misbruik en handel.

f. oorzaken:- Economische en sociale armoede. Veel kinderen wonen in diepe armoede. Lower Poverty line: Rs. 860 pp per month: 3.3. million Higher Poverty line: Rs. 1032 pp per month 4.3 million
- Gebrek aan onderwijs

- Verliezen socialisatieproces
- Toerisme: 15-20% komen voor seksuele activiteiten, waarvan 4-4% op zoek is naar minderjarigen voor seks. Sri Lanka wordt vaak neergezet als een paradijs voor homo's in video's en tijdschriften zoals Spartacus.
- De verspreiding van AIDS en minimaal risico willen lopen
- Kindermishandeling is een probleem dat in veel gezinnen en families voorkomt. De stap naar de prostitutie is voor de slachtoffers dan vaak minder groot.

Acties:

1. landeliik:
De regering heeft de afgelopen tijd een aantal initiatieven genomen en acties opgezet, waaronder:
- een Video Evidence Recording Unit, de training van politiemensen, follow up op extraterritoriale zaken,
- samenwerking tussen het ministerie van buitenlandse zaken en het departement van de Attorney General,
- een Cyber Watch Unit.
In 2001 werd het eerste voorstel tot een nationaal actieplan voor het tegengaan van handel in kinderen besproken. 2. ECPAT:
PEACE (welke deel uitmaakt van het ECPAT netwerk) heeft activiteiten (campagnes, lobby, opvang voor slachtoffers) opgezet en voortgezet tegen commercieel seksueel misbruik van kinderen. Daarbij werkt zij ook samen met andere NGOs. Sarvodaya Legal Services Movement informeert over mensenrechten, waaronder seksueel misbruik, en geeft gratis juridisch advies en hulpverlening aan slachtoffers.

Enquéte

Vragenlijst ingevuld door medewerker ECPAT Sri Lanka. Scandinavië, Duitsland en Zwitserland zijn de landen waar de meeste sekstoeristen vandaan komen die Sri Lanka bezoeken. De de seksindustrie bloeit het meest aan de west kust, met name de stranden en de hotels zijn favoriete bestemmingen. Het gaat vooral om vakantiegangers. De gemiddelde leeftijd van daders ligt volgens de organisatie tussen de 50 en 60 jaar oud. De meeste mannen reizen alleen en komen soms via bemiddeling. Sinds 1996 zijn er in Sri Lanka meer dan zes veroordelingen geweest, daarnaast ook in Zwitserland, Nederland, Frankrijk en Duitsland. Het gaat vooral om preferentiële daders. Groei van kindersekstoerismewordt op jaarlijks 50% geschat. De belangrijkste oorzaken zijn armoede, de aanwezigheid en mogelijkheid en corruptie door professionelen. In 1995 en 199711998 zijn de wetgeving ten aanzien van seksueel misbruik van kinderen aangescherpt.

Bronnen - Tourism, Ethics and Development, edited by Pierre Amalou, Herve Barioulet and Francois Vellas, Groupe Developpement, 2001

- Caught in Modern Slavery, Tourism and Child Prostitution in Asia, Report and Proceedings of the Chiang Mai Consultation, May 1-5, ECPAT 1990.
- Sri Lanka Sit. Analysis, door Charika Marasinghe, focalpointngo.org, 2001
- Amnesty International jaarboek 2001
- UNICEF jaarboek 2001

- Lonely Planet, reisgidsen
- Five years after Stockholm, Fifth ECPAT report
- Sandy Hobbs, Jim McKechnie, Michael Lavalette, Child Labor, A World History Companion, ABC-Clio, Inc. USA, 1999

- www.child-hood.com, Sri Lanka
Bijlage 4 / pag. 5



~3 FILIPPIJNEN _j

Hoofdstad: Manila
Aantal inwoners: 71,5 miljoen

1. Reizigers
De Filippijnen zijn voor velen een aantrekkelijke vakantiebestemming, vanwege het klimaat, de cultuur, de stranden, de duikmogelijkheden. De groei van het toerisme sinds 1996 is onbekend. Er zijn geen cijfers beschikbaar over het aantal toeristen vanuit Nederland.

2. Seksindustrie
De Filippijnen zijn een bekende bestemming voor sekstoerisme. Een van de bekendste bardistricten in Manilla is Mabini, Ermita, waar met name in het begin van de jaren 90 veel go-go-dansers werkzaam waren. Ook in de Maleta area komen toeristen, maar nog meer lokale cliënten. Veel van deze bars hadden buitenlandse (mede) eigenaren; Japanners, Chinezen, Australiërs en ook Nederlanders. Een deel van de bars is nu gesloten door acties van NGOs en de nieuwe burgemeester Lim (in 1992). Karaokebars bezitten de meeste seksgerelateerde etablissementen. (Lin Lean Lim, 1998: 108).
Het aanbod op de seksmarkt is complex georganiseerd. Sommigen werken onafhankelijk. Anderen werken als"hospitality women", in bars, nachtclubs of massagecentra met strikte regelgevang. Er is daarnaast een groep die als slaven gevangen zit in bordelen waar de bordeelhouders het voor het zeggen hebben en het geld ontvangen. Tenslotte worden er vrouwen verhandeld, die in Europa of Japan terecht komen. Het aantal vrouwen in de prostitutie wordt geschat op 300.000. Naar schatting werken 75.000 kinderen in de prostitutie. Daders zijn lokale mannen vanuit alle sociale lagen, en daarnaast een belangrijk deel buitenlandse toeristen, militairen en zeelieden. De groei van het sekstoerisme is begonnen in de jaren 70. Het toerisme werd in toenemende mate seksgerelateerd, met name door groepen Japanners.

4. Beschikbaarheid van minderiarigen
Kinderarbeid komt op de Filippijnen veel voor; Er is sprake van kinderprostitutie, verder werken kinderen in de mijnen, als steenhouwers of op de suikerplantages en in de landbouw. Ook worden kinderen gesignalieerd in gevaarlijke en ongezonde situaties aan boord van visserboten en als diepzeeduikers. In Manila leven veel kinderen op straat. Campagnes om kinderarbeid een halt toe te roepen zijn wel gestart, maar worden door NGOs als ineffectief bestempeld. (Hobbs, McKechnie, Lavalette, 1999: 189, 190)

5. Kwaliteit van bestuur.
a. Regering: regering van president Estrada. Druk op de regering nam in 2000/2001 toe als gevolg van het gewapend conflict op Mindanao, waaronder het aanhoudende gijzelingsdrama door Abu Sayyaf (gewapende islamitische afscheidingsbeweging). b. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nr. 65, 2001 CPI score: 2.9

Kindersekstoerisme op de Filippijnen


* Literatuuronderzoek.

a. Situatie
De groei van het sekstoerisme is begonnen in de jaren 70. Zoals boven aangegeven, is het aanbod op de seksmarkt is complex georganiseerd. Minderjarigen werken soms onafhankelijk, anderen werken als"hospitality women", en er zijn minderjarigen die als slaven gevangen zitten in bordelen. Naar schatting werken 75.000 kinderen in de prostitutie.

b. wetgeving:
Het wetboek van strafrecht verbiedt prostitutie, maar op lokaal niveau laat de wet ruimte om vergunningen af te geven. Er is aldus sprake van een ambivalente visie op de seksindustrie, een visie die vanaf de de koloniale tijd aanwezig is. Wel stelt de wet dat een ieder die minderjarigen in de prostitutie beweegt strafbaar is (art. 340 Penal Code: corruption of minors). Er staan gevangenisstraffen op. De Filippijnen is het enige land in Zuid Oost Azië dat The UN Convention on the Suppression of the Traffic in Persons and Exploitation of the Prostitution of Others' heeft geratificeerd. (Lin Lean Lim, 1998: 119)

c. wetshandhaving:
Toezicht op commerciele skesuele uitbuiting van minderjarigen ontbreekt regelmatig. En wanneer er wel sprake is van toezicht, zijn het vaak de slachtoffers, de vrouwen of kinderen, die worden bestraft, terwijl de mannelijke bordeel- of bareigenaren of

Bijlage 4 / pag. 6





pooiers vrijuit gaan. Incidenteel wordt een een bordeel of bar gesloten na een politie-actie, maar deze kunnen later makkelijk weer worden geopend onder een andere naam. 'Er is wel de afgelopen jaren een toename van overheidsinspanning zichtbaar om kindersekstoerisme aan te pakken, ook internationale en bilaterale samenwerking op dit terrein is toegenomen.

d. daders
Lokale mannen van alle sociale lagen, maar ook voor een belangrijk deel buitenlandse toeristen, militairen en zeelieden. In de Maleta area komen toeristen, maar nog meer lokale cliënten.

e. slachtoffers
Net als in Thailand zijn voornamelijk meisjes en jonge vrouwen slachtoffer. Seks met jongens door mannen komt voor.

f. oorzaken:
Armoede, de aanwezigheid van Amerikaanse militairen, koloniale en racistische attitudes van westerse mannen ten aanzien van oosterse vrouwen.

Acties

1. landeliik:
In november 2000 is een nationaal actieplan aangenomen: Framework for Action against the Commercial Sexual Exploitation of Children 2000-2005'. Het department van sociale zaken en NGOs zijn gestart met de verspreiding van informatie ter preventie van commercieel seksueel misbruik op scholen en in buurten. Het departement voor toerisme is hierbij ook betrokken. Bewustwordingscampagnes en fora zijn gestart in 8 grote toeristenbestemmingen. Deelnemers aan deze bijeenkomsten zijn touroperators, gidsen, hotelpersoneel. Jongerenparticipatieprojecten zijn ook op gang gekomen. Slachtofferbegeleiding krijgt de laatste jaren meer aandacht. In The Philippine Plan flor Cender Responsive Development 1995-2025' wordt een package deal' gepresenteerd voor de aanpak sekstoerisme, waarbij samengewerkt wordt tussen luchtvaartmaatschappijen, tour operators en hotels. De vele activiteiten die zijn ondernomen om het sekstoerisme tegen te gaan hebben in ieder geval opgeleverd dat de georganiseerde tak minder zichtbaar is. (Lin Lean Lim, 1998: 4)

2. ECPAT:
NGOs spelen een belangrijke rol bij de aanpak van seksuele exploitatie van kinderen. ECPAT Filippijnen voert verschillende projecten uit gericht op de aanpak van handel in kinderen, voorlichting op scholen en preventie en zorg. De Preda Foundation' in Olongpongo richt zich daarnaast op rehabilitatie van slachtoffers.


* Enquéte

Door de Filippijnse ECPAT-vestiging is geen vragenlijst ingevuld.

Bronnen - UNICEF State of the World's children 2001. New York: Author
- Amnesty International, jaarboek 2001
- CRC info

- Lonely Planet

- Child Labour News Service (15 november 2001)
- Five Years After Stockholm, ECPAT
- The Sex Sector, the economic and social bases of prostitution in South East Asia, edited by Lin Lean Lim, International Labour Office, tieneva, 1998.
- www.child-hood.com, Filippijnen
C4 NEPAL _j

Hoofdstad: Kathmandu
Aantal inwoners: 23,9 miljoen

1. Reizigers

Bijlage 4 1 pag. 7





Nepal heeft een gevarieerd landschap met veel bergen en de Himalaya als hoogtepunt. In de brochures van de Nepal Tourism Board wordt Nepal voorgesteld als "The biggest natural museum in the world". Het trekt individuele toeristen en groepsreizen die met name komen voor de bergen en de culturele Hindu bezienswaardigheden en evenementen. Nepal is geen land voor een zon en zee vakantie'. Het toerisme speelt voor de economie van Nepal een steeds belangrijker rol. Over het aantal toeristen vanuit Nederland zijn geen ANVR cijfers bekend. Nepal is een van de meeste arme landen van de wereld. Veel mensen leven in armoede en kindersterfte is erg hoog. Slechts 3%o van de jongeren gaat na het basisonderwijs nog naar school. De meeste mensen zijn analfabeet.

2. Seksindustrie
De seksindustrie in Nepal bestaat uit bordelen waar voornamelijk lokale mannen komen. Bordeelhouders uit buurlanden werven minderjarigen voor child trafficking. Zij maken gebruik van de slechte economische situatie waarin Nepal verkeert en beloven meisjes en jonge vrouwen training, een huwelijk of een goede baan en nemen ze zo mee naar India, Pakistan of Hong Kong. (childhood.com). Jaarlijks worden zo tussen de 5000 en 7000 Nepalese meisjes verhandeld aan Indiase bordeelhouders. Van de meisjes die in de bordelen in Calcutta, Bombay en New Delhi terecht komen is 20% jonger dan 10 jaar, 40% zijn tienermeisjes, de rest zijn jonge vrouwen van net in de 20. Bijna 1% van de Nepalese bevolking is werkzaam in de Indiase seksindustrie. India verdient hier naar schatting jaarlijks meer dan 8 miljoen aan. In India en Nepal bestaat het Devadasi systeem, waarbij meisjes verkocht worden aan priesters en zichzelf moeten prostitueren.

4. Beschikbaarheid van minderjarigen
Ouders zijn in Nepal verplicht om schoolgeld te betalen, waardoor een groot aantal arme kinderen niet naar school kan. De artikelen van de Labor Act van 1992 en de Children's Act van datzelfde jaar, verbieden kinderarbeid. Toch is op grote schaal sprake van kinderarbeid in huis, in de landbouw, verkoop, handwerk en de toeristenbranche. Onderzoek wees uit dat meer meisjes dan jongens werken, en dat de meisjes al huishoudelijk werk doen vanaf 5, 6 jaar. Een onderzoek in de Kathmandu vallei naar kinderarbeid in tapijtenfabrieken bracht aan het licht dat er meer dan 3.000 kinderen aan het werk waren. De meeste waren tussen de 11 en de 14 jaar, 8% van hen was tussen de 8 en 10 jaar. Het grootste deel van deze kinderen maakte deel uit van lage kaste en sommige kinderen werden door hun ouders verplicht daar te werken, waarna zij ook het loon voor zich opeisen(ongeveer $8 per maand voor 10 tot 16 uur werken per dag). In de thee-branche bleek 10% van de arbeiders kinderen. Waarschijnlijk ligt hier het percentage veel hoger. Meer dan 20% van de kinderen in de Thee-branche bleek te werken als de kostwinner van de familie. (Hobbs, McKechnie, Lavalette, 1999: 172, 173)

5. Kwaliteit van bestuur.
a. Regering: Staatshoofd: Birendra Bir Bikram Shah. Regeringsleider: Girija Prasad Koirala. In 2000 constateerde Amnesty International ernstige mensenrechtenschendingen door de politie, waaronder buitenrechtelijke executies, verdwijningen en marteling, in verband met de volksoorlog'die de Communistische Partij van Nepal (CPN Maoistisch) begin 1996 heeft uitgeroepen. b. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Land staat niet op de lijst.

Kindersekstoerisme in Nepal


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Kinderprostitutie komt in Nepal veel voor. De NGO'CWIN' stelt dat Nepal 2000 bordelem herbergt waarin een hoog percentage minderjarigen werkzaam Daarnaast is sprake van cultureel vermomde prostitutie' door het schenken van meisjes/vrouwen aan tempels als gift aan de goden. Deze meisjes worden daar opgevoed en mogen niet trouwen. Vaak voorzien zij middels prostitutie in hun onderhoud. De mannelijke klanten hangen de mythe aan dat seks met deze meisjesvrouwen tot gelukzaligheid/verlichting leidt. Naar schatting werken in Nepal 19.000 Deukis en and 19.000 Badis.
ECPAT Australië schatte reeds in 1994 dat er 200.000 kinderen werkzaam waren in de seksindustrie. Maar ook de toenemende stroom toeristen naar Nepal maken soms gebruik van het aanbod van kinderen op de seksmarkt. Kindersekstoerisme is in toenemende mate aanwezig. De NGO Child Workers in Nepal' schat dat 5% van de straatkinderen door buitenlandse pedofielen wordt misbruikt, waarbij de contacten vaak zichtbaar / openlijk worden gelegd. Naast kinderprostitutie in Nepal is sprake van handel van meisjes naar India, waar zij te werk worden gesteld in de seksindustrie. Familie (ouders, echtgenoten) werkt aan de trafficking mee door armoede, en vanuit de visie dat vrouwen ondergeschikten zijn, dat lagere kasten ondergeschikten zijn, en dat ook het seksueel misbruik lotsbepaald is.

b. wetgeving:
De wetgeving verbiedt seks met minderjarigen. Voorts heeft Nepal het Verdrag inzake de Rechten van het Kind geratificeerd in 1990.

c. wetshandhaving:

Bijlage 4 / pag. 8





Aan de grens in India is nauwelijks sprake van controle. De politie knijpt ook vaak een oogje dicht of verdient zelf aan de handel.

d. daders:
Daders zijn met name mannen uit de regio.

e. Slachtoffers
Het betreft hier met name jonge meisjes. Van de meisjes en vrouwen die in de bars en restaurants in Kathmandu optreden, en waarvan de meest seksuele diensten verlenen aan gasten, is waarschijnlijk 90% minderjarig.

f. oorzaken:
Armoede, instabiele politieke situatie, en fabels over verjonging en minder infectiegevaar door seks met kinderen.

Acties

1. landeliik:
In 1998 is een nationaal actieplan ter bestrijding van handel in kinderen en vrouwen tot stand gekomen, met de hulp van o.a. ILO/IPEC. Ook is door ILO/IPEC een 2-jarig programma gestart ter bestrijding van handel van kinderen voor seksuele doeleinden. Dat heeft in 2000 gezinnen geleid tot preventie, en ongeveer 400 kinderen zijn gered uit situaties waarin ze geëxploiteerd werden. Echter, in "The State of the Rights of the Child in Nepal-2001: Summary of National report Prepared by Child Workers in Nepal' (CWIN)" wordt gesteld dat de regering niet veel verder komt dan papierwerk.
CWIN noteerde in 2000 240 gevallen van verhandelde meisjes, waarvan zo'n 30% jonger was dan 16. Hiervan wisten 66 meisjes weer thuis te komen. In (slechts) 97 zaken wist de politie de handelaren te arresteren. Op het terrein van rehabilitatie en reïntegratie zijn o.a. de volgende organisaties actief: ABC-Nepal, Peace Rehabilitation Centre and Maiti Nepal.

2. ECPAT:
In Nepal is een ECPAT vestiging actief.


* Enquête

Op de vakantiebeurs in Utrecht (januari 2002) is gesproken met een enkele Nederlandse touroperators die Nepal reizen organiseren. Kindersekstoerisme is niet erg zichtbaar in Nepal, maar het is zeker niet uitgesloten. Een van hen stelt dat de nationale toerisme board altijd een rooskleuriger plaatje voor zal stellen, want het land is gebaat (economisch) bij zoveel mogelijk toerisme.

Bronnen

- UNICEF State of the World's children
- Amnesty International, jaarboek 2001
- CRC info

- atlas, reisgidsen: Lonely Planet
- Child Labour News Service (15 november 2001)
- Five Years After Stockholm, ECPAT
- Mt. Everest and More, Nepal Guidebook, Nepal Tourism Board 2001
- Nepal, Trafficking in Girls with Special Reference to Prostitution: A Rapid Assessment, Investigating the Worst Forms of Child Labour No 2, International Labour Office, Geneva, November 2001
- Sandy Hobbs, Jim McKechnie, Michael Lavalette, Child Labor, A World History Companion, ABC-Clio, Inc. USA, 1999

- Omar Sattaur, Child Labour in NepalAnislavery International, CWIN Nepal, 1993
- ECPAT-NL, info-map, 2002
- Einde kruistocht tegen seksindustrie nog lang niet in zicht, Maiti Nepal opent een nieuw tehuis voor ex -prostituees en straatkinderen, door Froukje Nijholt, in: Himalaya, maart 2002
- www.child-hood.com, Nepal
5 INDIA _j

Hoofdstad: New Dehli
Aantal inwoners: ruim 1 miljard

Bijlage 4 1 pag.
---





1. Reizigers
India trekt veel toeristen voor de culturele en religieuze bezienswaardigheden, maar ook voor de stranden: Goa, en de oost-, west- en zuidkust. Het land trekt met name toeristen uit West-Europa, Noord Amerika en Australië. Het aantal toeristen vanuit Nederland is niet bekend.

2. Seksindustrie

Commerciele seksuele uitbuiting van minderjarigen is in India wijd verspreid en duidelijk zichtbaar. Er zijn naar schatting 270.000 minderjarigen bij betrókken, in diverse regio's vaak met een eigen verschijningsvorm (trafficking, straatkinderen rondom stranden, dancing girls', en meisjes die binnen het Devadesi systeem aan tempels worden verkocht, en die zich na verloop van tijd ook prostitueren).

3. Beschikbaarheid van minderiarigen
Tweevijfde van de kinderen in India is ondervoed. Het sub-continent kent s werelds grootste kindersterfte. Kinderarbeid is een groot probleem in India. Dit is vooral te vinden in steden en de moderne industrie. Maar ook de gemeenschappen en de dorpen die meer afgelegen liggen, doen aan (verkapte) kinderarbeid. Kinderen worden al op jonge leeftijd betrokken bij de huistaken (vooral meisjes, vanaf 6 jaar) en o.a. de jacht (vooral jongens, vanaf 7 jaar). Op 14-jarige leeftijd worden kinderen geacht dezelfde taken te doen als volwassenen.
In de grote steden spelen kinderen een prominente rol in handel en diensten, zoals het serveren in restaurants, winkels en theehuisjes. Maar ook als schoenenpoetser, straatventer, het bedrijven van een klein stalletje en fietsen- en motorreparateur. De situatie is het meest urgent voor minderjarigen die in de grote fabrieken werken, zoals weven, lucifers en vuurwerk maken, sigaretten rollen en het maken van andere kleine consumentenproducten. Zij werken en leven vaak onder erbarmelijke omstandigheden; donkere, onhygiënische ruimten (vaak giftige stoffen)en slechte maaltijden (wat leidt tot gezondheidsproblemen). In de Tamil Nadu Region werken alleen al 45.000 tot 50.000 kinderen. Sommigen beginnen met 5 jaar en verdienen 2 tot 8 roepia's per dag. In de Uttar Pradesh Region werken duizenden kinderen, overwegend jongens, in de glasindustrie. In sommige gedeelten zijn de mensen afhankelijk van bepaalde seizoenen om geld te verdienen. Als hun verdiende geld op is, moeten zij lenen. Op den duur is zo'n familie alleen nog maar aan het werk om hun schulden te betalen en komen zij alleen nog van hun schuld af, als zij de geldschieter de wettelijke aansprakelijkheid van bijvoorbeeld hun zoon overdragen. India is bezig door middel van organisaties de omstandigheden van de werkende kinderen te verbeteren, bijv. The Concemed for Working Children. (Hobbs, McKechnie, Lavalette, 1999: 122, 123)

5. Kwaliteit van bestuur.
a. Regering: Staatshoofd is Kocheril Raman Narayanan, regeringsleider: Atal Behari Vaiparee (Nationale Democratische Alliantie) b. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nr. 71, 2001 CPI Score 2.7

Kindersekstoerisme in India


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
In de afgelopen jaren zijn er steeds meer bars en discotheken gekomen in India, met name door de groei van het toerisme. In relatie hiermee is er ook een groei van prostitutie opgetreden en gevallen van mensenhandel, waaronder ook kinderen. Het aantal kinderen in de prostitutie is in India wel geschat op 270.000 (ECPAT). ECPAT en UNICEF schatten het aantal kinderen dat gedwongen in de prostitutie moet werken in het midden van de jaren 90 op 400.000 a 500.000. (child-hood.com). De stranden van Goa staan bekend om het kindersekstoerisme (ECPAT.com)

b. wetgeving:
Prostitutie is niet verboden bij wet, maar iemand overhalen in de prostitutie te gaan werken wel. De meerderjarigheidsgrens is 18 en de age of consent 16. Seksuele gemeenschap met een kind onder deze leeftijd, onafhankelijk van zijn of haar wil is verkrachting en de daders kunnen gestraft worden met gevangenisstraffen van 7 jaar tot levenslang. Homoseksuele handelingen zijn wettelijk verboden, onafhankelijk van leeftijd. In 1992 heeft India het IVRK geratificeerd.

c. wetshandhaving:
Politie en autoriteiten zetten niet erg hard in op het pakken van de daders. Gevallen van commercieel seksueel misbruik worden weinig gerapporteerd, worden ook een serieus misdrijf gezien, en hierdoor vindt wetshandhaving onvoldoende plaats. De uitvoerende instanties ontbreekt het aan kennis en expertise hebben om adequaat met kindersekstoerisme om te gaan. In veel gevallen worden de slachtoffers vastgezet in plaats van de daders.

Bijlage 4 / pag. 10



d. daders:
De daders zijn mannen uit alle lagen van de maatschappij, ook toeristen en zakenlui.

e. slachtoffers
De slachtoffers van seksuele exploitatie zijn met name meisjes, maar ook jongensprostitutie komt voor.

f. oorzaken:
Oorzaken zijn de overweldigende armoede, gebrek aan scholing, de sociale structuur die lagere kasten en meisjes benadeelt, een (religieus gevoed) fatalisme en de mythe dat seks met maagden of kinderen ziekten kan genezen.

Acties

1. landelijk:
Een nationaal actieplan ter bestrijding van commercieel seksueel misbruik van kinderen is in werking sinds 1998. Het bevat specifieke maatregelen van de centrale autoriteiten ter preventie en het terugdringen van seksuele exploitatie. NGOs klagen echter over het uitblijven van de uitvoering van de plannen.
Om handel in vrouwen en kinderen tegen te gaan zijn veel initiatieven gestart in India, bijvoorbeeld door NATSEC (National Action Against Trafficking and Sexual Exploitation of Children) met een sterk netwerk in Maharatrashtra. Een andere Netwerk ATSEC, onder andere actief in Delhi, werkt samen met organisaties in Nepal en Bangladesh en helt bij de terugkeer van verhandelde meisjes naar die landen. De organisatie Prerena is samen met het Ministerie van Toerisme een campagne gestart tegen kindersekstoerisme. Op het terrein van slachtofferhulp en rehabilitatie moet er zeker van overheidswege nog veel worden gedaan.

2. ECPAT:
Betrokken bij het ECPAT netwerk: SANLAAP in Calcutta, Indian Committee of Youth Organisations in New Delhi, Child Relief and You in New Delhi, Prerana in Mumbai.


* Enquéte

Geen vragenlijst beschikbaar

Bronnen

- UNICEF State of the World's Children 2001. New York: author.
- Transparency International
- CRC, atlas, reisgidsen: Lonely Planet
- Amnesty International, jaarboek 2001
- ECPAT-NL, infomap, 2002
- www.child-hood.com, India
- www.ECPAT.com

- The Indian Child, Child Relief & You, Mumbai, 1999 6 FIJI _j

Hoofdstad: Suva
Aantal inwoners: 806.000
Onder de 18: 314.000
Onder de 5: 84.000

1. Reizigers
Fiji bestaat uit 330 eilandjes met een exotische uitstraling. Het land trekt met name toeristen vanwege de stranden en het primitieve imago van de eilandengroep. Duiken en snorkelen zijn ook belangrijke toeristentrekkers. De meeste toeristen komen uit Australië. De groei van het toerisme is niet bekend, evenals het aantal toeristen vanuit Nederland. Het toerisme zorgt voor 1/3 deel van het nationale inkomen. Er is een groeiend aantal migrantenwerkers uit China en de Filippijnen op de Fiji werkzaam.

2. Seksindustrie

Bijlage 4 1 pag. 11





Prostitutie vindt plaats in en rond nachtclubs, maar ook op straat. Seksueel misbruik binnen het gezin is de afgelopen jaren toegenomen en is vaak de reden dat minderjarigen in de prostitutie geraken.Kinderprostitutie vindt plaats in Suva, maar ook in Nandi en andere toeristenoorden.

4. Beschikbaarheid van minderiarigen
Er is een groeiend aantal straatkinderen in Fiji die ook op straat werken of bedelen.

5. Kwaliteit van bestuur.
Fiji is een republiek. Regeringsleider is Laisenia Qarase, Staatshoofd: Josefa Iloilo. Een gewelddadige poging tot staatsgreep in mei 2000 leidde tot massare mensenrechtenschendingen. Indo-Fijiers werden gegijzeld. Tijdens en na de gijzelingscrisis werden honderden huizen en zaken van Indo-Fijiers in brand gestoken of geplunderd. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): staat niet op de lijst.

Kindersekstoerisme op de Fiji


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Er zijn signalen dat Fiji een populaire bestemming aan het worden is voor kindersekstoeristen, in ieder geval Suva en Nandi (ECPAT) . In het westen van het eiland zijn meer toeristen en daar is het aantal buitenlanders die de prostituees bezoekt dan ook hoger.

b. wetgeving:
Prostitutie voor minderjarigen onder de 21 is verboden. In het wetboek van strafrecht is het ontvoeren of vasthouden van een minderjarige jonger dan 16 strafbaar met een max. straf van 1 jaar. Kinderhandel/diefstal is ook neergelegd in het wetboek van strafrecht, maar biedt alleen bescherming voor kinderen jonger dan 14. In maart 1999 is er een wetswijzigingcommissie ingesteld om de huidige wetgeving, die als zwak kan worden beschreven, te herzien. (ECPAT, country profile)

c. wetshandhaving:
Vormen van commercieel seksueel misbruik van kinderen worden niet voldoende aangekaart en serieus genomen. Er is ook een gebrek aan getraind personeel om om te gaan met slachtoffers van seksueel misbruik.

d. daders:
De daders zijn lokale cliënten, maar ook toeristen. Bekend zijn ook de bemanning van vissersboten die pornografische beelden maken van seks met mannen.

e. Slachtoffers
Meisjes en jongens. Jongens die zijn misbruikt en verstoten door hun familieleden vormen ook een risicogroep. Soms wordt besloten tot verstoting omdat de jongen homoseksueel is.

f. Oorzaken
Armoede wordt genoemd als de belangrijkste oorzaak. Kinderen die thuis al zijn mishandeld of misbruikt vormen een risico groep.

Acties

1. landelijk:
Fiji heeft nog geen nationaal actieplan, met name door de politieke crisis en een gebrek aan financiering. Wel is een Comité ingesteld dat de intiatieven rond kinderbescherming coördineert. Er zijn berichten dat er nauwelijks regerings- of NGO-activiteiten buiten de hoofdstad zijn.

2. ECPAT: -


* Enquête

Geen vragenlijst beschikbaar. Het Comité inzake de rechten van het kind heeft haar zorg geuit over het gebrek aan informatievoorziening en preventie van kindermishandeling en seksueel misbruik. Zij wees ook op inefficiënte juridische bescherming en toezicht. De (enkele) projecten die er zijn worden gerund door NGOs.

Bijlage 4 / pag. 12





Bronnen

- UNICEF State of the World's children
- Transparency International
- CRC, atlas, reisgidsen: Lonely Planet
- Amnesty International, jaarboek 2001
- ECPAT-NL, infomap, 2002
- ECPAT, Country Profile (www.ECPAT.com) 7 CAMBODJA _j

Hoofdstad: Phnom Penh
Aantal inwoners: 11.1 miljoen

1. Reizigers
Toeristen komen met name voor de culturele en historische bezienswaardigheden naar Cambodja, en voor de natuur. Het toerisme naar Cambodja is sinds de coup van 1997 en het afnemen van de invloed van de Rode Khmer flink toegenomen. Toerisme uitgaven zijn in 1998 t.o.v. 1997 gestegen met 61 %. Het toerisme steeg van januari 1999 tot januari 2000 met 40%.

jaar aantal toeristen uitgaven
(in duizenden) (in $miljoenen) 1994 177 88
1995 220 100
1996 260 118
1997 219 103
1998 286 166
Bron: WTO Compendium of Statistics, 1994-1998.
Voor het aantal toeristen vanuit Nederand zijn geen ANVR cijfers

2. Seksindustrie.
Cambodja kent een levendige seksindustrie. De komst / aanwezigheid van militairen is hierbij een belangrijke factor.

3. Beschikbaarheid van minderjarigen
Kinderarbeid komt net als in de buurlanden ook voor in Cambodja. Kinderen worden ingezet in de rijstvelden en dergelijke, maar ook in de industrie. Kindsoldaten werden door de Rode Khmer al ingezet vanaf een jaar of 8.

5. Kwaliteit van bestuur.
Staatshoofd: Norodom Sihanouk, regeringsleider: Hun Sen. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): niet op de lijst. Wetgeving is aanwezig, maar er is een gebrek aan toezicht. Politie en justitie zijn soms zelf betrokken bij de seksindustrie, de corruptie is hoog.

Kindersekstoerisme in Cambodja


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Cambodja is een favoriete bestemming voor sekstoeristen aan het worden en kinderprostitutie is er erg hoog. Kinderrechtenexperts zeggen dat het aanbod de aantallen toeristen volgt en dat sommige slachtoffertjes pas acht jaar oud zijn. World Vision geeft aan de lokaal en internationaal kindersekstoerisme voornamelijk voorkomt in Phnom Penh, Sihanouk Ville en Siem Reap, een provincie die bekend is om zijn oude tempelruïnes. De oorsprong van kindersekstoerisme in Siem Reap ligt in 1993 met de komst van VN militairen, voorts heeft het land geschikte infrastructuren voor grote aantallen toeristen. In de afgelopen jaren hebben met name Belgen, Fransen en Duitsers gebruik gemaakt van het ontbreken van wetgeving op het terrein en zich gevestigd met barretjes, hotels en bordelen.

b. wetgeving:

Bijlage 4 / pag. 13





Een wet is aangenomen die kidnapping, mensenhandel en seksuele exploitatie verbiedt onder Ch.I, Art. 2. Ch.IV. Art. 5 verbiedt het houden van een bordeel en art. 8 verbiedt ontucht met minderjarigen onder de 15 jaar. Deze leeftijdsgrens blijft te laag, de reikwijdte van de wet is te beperkt op een aantal gebieden en implementatie blijft een probleem. De mensenrechtencommissie voegt toe dat de politie training over kindersekstoerisme moet krijgen en dat informatie over kinderhandel toe dient te nemen.

c. wetshandhaving:
De wetshandhaving is onvoldoende door corruptie, de reikwijdte van de wetgeving en de opleiding van politiemensen.

d. daders:
Militairen en zakenlui (70%), toeristen (30%), veel alleenreizende mannen uit: Frankrijk, Japan, andere Aziatische landen (Taiwan, Thailand, China), Australië en de VS. Een recent onderzoek van Worldvision (2001) toont aan dat de top vijf van kopers van seks met kinderen Chinezen, Fransen, Amerikanen, Duitsers en Britten zijn. Naar schatting 30 procent van de commerciële sekswerkers in Cambodja zijn geëxploiteerde kinderen. De helft van hen is verkocht aan bordelen door mensen die ze kenden. Van de 68 geïnterviewde kinderen door Worldvision, bleek 88% betrokken bij seksdiensten voor toeristen. Sommigen werden al maanden of jaren vastgehouden door de pooiers en bordeelhouders. "Sex tourist are attracted to economically poor countries by factors that include low -cost prostitution, wide availability and perceived impunity from prosecution" stelt Laurence Gray van World Vision. "With 65 % of tourists visiting Cambodia being men, the country has been increasingly linked to child prostitution."

e. Slachtoffers
Volgens de Sociale en Economische Raad van de VN Mensenrechtencommissie, heeft Phnom Penh 15.000 vrouwelijk prostituees in bordelen, waarvan 30% minderjarig zijn (=4500 kinderen, alleen in de hoofdstad). De minderjarigen die opduiken in de bars en discotheken met oudere allochtone mannen zijn in deze cijfers niet meegeteld. Uit een rapport van UNICEF blijkt dat de helft van de 50.000 tot 70.000 prostituees HIV dragend zijn. 30% hiervan is jonger dan 18 jaar. De meeste slachtoffers komen van het platteland. Meisjes worden gekidnapt, verkocht door ouders aan handelaren of verleid door het horen van hoge salarissen (die ze nooit zullen krijgen). Prostitutie lijkt goed georganiseerd en trekt een toenemend aantal Vietnamese meisjes aan in bordelen in Cambodja (en ook Thailand).

f. Oorzaken
Armoede wordt genoemd als een van de belangrijkste oorzaken van kindersekstoerisme, in combinatie met onvoldoende wetshandhaving. Ontwrichte sociale banden verergeren het probleem. Voorts lijkt het erop dat de strenger wordende wetgeving in Thailand ervoor zorgt dat meer kindersekstoeristen naar Cambodja gaan.

Acties

1. landeliik:
De politie deed in 1997 een inval in een aantal bordelen in Phom Penh en arresteerde een aantal bordeelhouders, die later weer vrijgelaten werden. Er is een aantal kleine initiatieven geweest tot awareness raising campagnes. Het Ministerie van Toerisme heeft een campagne aangekondigd. De Minister van Vrouwenrechten Mu Sochua heeft het voornemen een database op te zetten van buitenlanders die werden verdacht van seksueel misbruik, zodat visa's ontzegd kunnen worden, binnenkomst in Cambodja geweigerd kan worden en verlenging van visa's geblokkeerd kan worden of uitzetting (Cambodia Daily, 12 september 2000)

2. ECPAT:
ECPAT Cambodja is een coalitie van meer dan 30 organisaties en actief sinds 1995. In juni 1999 is een seminar georganiseerd over sekstoerisme (in samenwerking met het Ministerie van Toerisme en World Vision Cambodia). Belangrijkste doel was om hotels en entertainment industrieën te informeren over sekstoerisme en hen te stimuleren informatie te verspreiden onder gasten en cliënten. Het maken van een folder die verspreid kan worden via hotels, de consulaten, vliegvelden en immigratiepunten behoort tot de nieuwe actiepunten.


* Enquéte

Geen vragenlijst beschikbaar.
De Concluding Observations' van het Comité inzake de Rechten van het Kind, CRC/C/15/Add.128, 28 June 2000, maken melding van commercieel seksueel misbruik in het land. Het volgende is opgenomen onder punt 63 en 64:

- bezorgdheid over kinderprostitutie en sale and trafficking' in kinderen,
- de inadequate implementatie van de nieuwe wetgeving op dit terrein, en
- het gebrek aan getrainde mensen en instellingen voor rehabilitatie van de slachtoffers.
Bijlage 4 / pag. 14





De aanbevelingen zijn gericht op het verbeteren van deze punten. Kindersekstoerisme wordt niet expliciet genoemd, maar valt onder de zorg over het fenomeen kinderprostitutie en handel in kinderen.

Bronnen

- UNICEF State of the World's children,
- Transparency International

- CRC, atlas, reisgidsen: Lonely Planet
- Amnesty International, jaarboek 2001
- ECPAT Australië Newsletters

- P.E.A.C.E. Newsletter No. 31, June 1999
- AFESIP reactie op questionnaire

- Children's work, Adults play: Child sex tourism a Problem in Cambodia, June 2000
- Situation on human rights in Cambodia, Human Rights Commission, 54th sess., Agenda, Feb 20 1998
- Les enfants enclaves, in Martin Monestier, Paris, 1998
- Legislation of Interpol Member States on Sexual Offences Against Children - www.intcrpol.org

- Legislation Against Child Sex Tourism, World Tourism Organization - www.world-tourism.org
- Nuon Rithy Niron, Yit Virya and Laurence Gray, Children's Work Adults Play, Child Sex tourism - The Problem in Cambodia, World Vision Cambodia in cooperation with the Cambodian Ministry of Tourism and Cambodian National Council for Children, World vision, September 2001
- Sandy Hobbs, Jim McKechnie, Michael Lavalette, Child Labor, A World History Companion, ABC-Clio, Inc. USA, 1999
C8 VIETNAM

Hoofdstad: Hanoi
Aantal inwoners: 75.1 miljoen

1. Reizigers
Vietnam is toeristisch aantrekkelijk vanwege het klimaat, culturele bezienswaardigheden en de ongereptheid van de natuur. Er is een langzame groei van het toerisme zichtbaar. In 1999 bezochten 2 miljoen toeristen Vietnam, waarvan de meesten als individuele reizigers. Een nieuwe wet betreffende culturele goeden heeft de intentie de groei van individueel toerisme te bevorderen. Aantal toeristen vanuit Nederland: onbekend.

2. Seksindustrie
Documentaires over militairen die op zoek zijn naar vrouwenseks in Vietnam zijn bekend. Met de overgang van een geplande naar een markteconomie hebben ook prostitutie en mensenhandel een opening gevonden. Het is niet duidelijk in hoeverre er sprake is van een link met toerisme. (child-hood.com). De overgang heeft ook werkloosheid met met zich mee gebracht. Sommige vrouwen vallen terug op de prostitutie als manier om hun gezin te laten overleven. Het aantal prostituees wordt geschat op 70.000, waarvan 20.000 kinderen.

4. Beschikbaarheid van minderiarigen
In 1995 leefde de helft van de bevolking onder de armoedegrens. Er zijn grote verschillen tussen de stad en het platteland, waar 80% van de bevolking woont. Ook in de steden hebben ouders moeite om hun kinderen te voeden. Tweederde van de populatie werkt in de agrarische sector. In deze sector is het gebruikelijk dat kinderen thuis meehelpen. Dat maakt het onderzoek naar kinderarbeid ondoorzichtig. Ook moeilijk in te schatten is het aantal meisjes dat werkt als huishoudster bij andere families. Wel zijn er cijfers van kinderen vanaf 13, 14 jaar die deelnemen aan het arbeidsproces. Het zijn voornamelijk kinderen uit gezinnen met lage inkomens. Er zijn 50.000 straatkinderen, waarvan alleen al 14.000 in Ho Chi Minh City (eerder Saigon) en 7.000 in Hanoi. Helaas kent Vietnam niet het systeem van NGO's die opkomen voor de kinderen. (Hobbs, McKechnie, Lavalette, 1999: 242, 243)

5. Kwaliteit van bestuur.
Vietnam is een sociale republiek volgens de Grondwet van 1992. De nationale partij is de Communistische Partij van Vietnam. Staatshoofd: Tran Duc Luong, regeringsleider: Phan Van Khai. Tientallen gewetensgevangenen zaten in 2000 nog steeds in de gevangenis. Politieke dissidenten en mensen die op Godsdienstige gronden kritiek hadden op de regering, werden in de gaten gehouden, lastig gevallen en beroofd van fundamentele vrijheden, zoals de vrijheid van meningsuiting. De regering weigert tot op heden onafhankelijke mensenrechtenwaarnemers toe te laten.
2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nr. 75, 2001 CPI Score 2.6

Bijlage 4 / pag. 15





Kindersekstoerisme in Vietnam


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Kinderprostitutie komt voor in de Vietnamese maatschappij. Het komt voor op diverse locaties. Kinderen worden vaak gepaaid om in restaurants, bars, hotels e.d. te werken, waarbij ze dan seksuele handelingen moeten verrichten. Dit gebeurt ook in de toeristengebieden. Mét name kinderen met weinig onderwijs en die zelf slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik worden slachtoffer. Schattingen gaan uit van ongeveer 20.000 kinderen die in de prostitutie werken. Het aantal ligt veel hoger wanneer het aantal kinderen wordt meegerekend dat naar buurlanden wordt weggevoerd. Van de 15.000 prostituees in de hoofdstad van Cambodja komt er waarschijnlijk eenderde uit Vietnam.

b. wetgeving:
De wetgeving verbiedt seks met minderjarigen.

c. wetshandhaving:
Hieraan ontbreekt het.

d. daders:
Lokale mannen, maar ook buitenlanders.

e. slachtoffers
De slachtoffers zijn veelal meisjes en jonge vrouwen. In Ho Chi Minh zijn de meeste meisjes tussen de 15 en de 17 jaar. In sommige gevallen zijn ook jongens gesignaleerd in het circuit.

f. oorzaken
Komst van de militairen, armoede en het zoeken naar manieren om te overleven.

Acties

1. landelijk:
Vietnam heeft nog geen nationaal actieplan ter aanpak van commercieel seksueel misbruik van kinderen opgezet, met name omdat er reeds drie programma's bestaan die ook beogen seksuele exploitatie van kinderen tegen te gaan:
- National Plan of Action to Protect Children in Especially Difficult Circumstances
- National Programme of Action for Children for 2001-2010
- National Programme of Action against Prostitution for 2001-2005 Preventietraining, onderwijs en overlevingsvaardigheidstrainingen worden gegeven aan risicomeisjes van ethnische minderheden in Sapa en andere risicomeisjes in de twee provincies in de Mekong Delta. Op het terrein van bescherming helpt UNICEF de regering de wetgeving (Wetboek van Strafrecht) aan te passen op het terrein van handel in kinderen en prostitutie.
In Ho Chi Minh City is een opvanghuis voor slachtoffers van handel en seksueel misbruik. (ECPAT 2000-2001)

2. ECPAT: -


* Enquéte

Geen vragenlijst beschikbaar.

Bronnen

- UNICEF State of the World's children
- Amnesty International, jaarboek 2001
- atlas, reisgidsen: Lonely Planet
- Child Labour News Service (15 november 2001)
- Five Years After Stockholm, ECPAT
- ECPAT website landeninformatie
- Children's Rights (Specialized documents for research, teaching and implementation of the rights of the child, Hanoi, June 2000, Vietnamese Research Centre for Human Rights.
- Hobbs, McKechnie, Lavalette, 1999
Bijlage 4 / pag. 16






- www.child-hood.com, Vietnam
C9 INDONESIË _j

Hoofdstad: Jakarta
Aantal inwoners: 212 miljoen '-

1. Reizigers
Indonesië is al jaren een populaire toerismebestemming, met name Bali. Met name door de politieke onrust in het land is het aantal toeristen naar Indonesië afgenomen. Dit is ook zichtbaar in de cijfers van Nederlandse toeristen. 1995: - 1996: - 1997: 15312 1998: 13586 1999: 13156 2000: 8780 (ANVR cumulatief zomerseizoen)

2. Seksindustrie
De seksindustrie in Indonesië functioneert onder een soort gedoogbeleid voor prostitutie van de overheid. In de meeste grote steden zijn officiële bordelen neergezet, in de kleine plaatsen vindt je kleinschaligere huizen of bordelen. De legale prostitutie', is vooral opgekomen in de 19 eeuw, waarin door Nederland als kolonisator de exploitatie van bordelen is aangemoedigd. Nu vallen ze onder het toezicht van gemeentelijke instellingen, die ook betrokken zijn bij het management. De vrouwen die werkzaam zij in deze bordelen of clubs moeten zich ook houden aan strikte regels en het is de bedoeling dat ze daar maar tijdelijk verblijven, waarbij ook aan dacht besteedt wordt aan rehabilitatie en socialisatie Ze moeten ook onderwijs volgen en krijgen mentale en sociale begeleiding. Andere onderdelen van de georganiseerde seksindustrie vormen de massagehuizen, de call girl services en de nachtclubs. Ongeorganiseerd is er straatprostitutie, ook call girls, prostitutie vanuit hotels, bars, en dergelijke.
Vanuit andere gebieden zoals Indramaya in West Java en Wonogi in Centraal Java, worden grote aantallen vrouwen naar de steden gehaald om in de prostitutie te werken. Met de groei van een growth triangle' (de economische handel en contacten tussen Indonesië, Singapore en Maleisië) heeft zich een seksindustrie ontwikkeld op het eiland Batam voor de mensen met hogere inkomens van Singapore en Maleisië (Lin Lean Lim, 1998: 4).

4. Beschikbaarheid van minderiarieen
Kinderarbeid komt veel voor in Indonesië. Er zijn zo'n 2 miljoen economisch actieve kinderen in Indonesië die verschillende vormen van de meest ernstige vormen van kinderarbeid hebben aangepakt: in de visserij, bouw, mijnen, huishoudwerk en prostitutie. Handel en traficking van kinderen van het ene naar het andere gebied vindt vooral plaats in plattelandsgebieden en arme stadswijken. Armoede ligt meestal ten grondslag aan het probleem. Zo'n 7 miljoen kinderen in de schoolgaande leeftijd gaan niet meer naar school. Op het budget voor onderwijs, maar 4,8% van het Gross Domestic Product, is ook alweer bezuinigd. (ILO/IPEC) Voorts wordt geschat dat 29% van de meisjes is gehuwd voor hun 16 Dit leidt tot hoge echtscheidingscijfers en problemen voor de jonge vrouwen om daarna weer een leven op te bouwen.

5. Kwaliteit van bestuur.
Sinds 2000 is er een democratisch gekomen staatsbestuur in 40 jaar. Beschuldigen van corruptie, persoonlijke schandalen en politiek wanbestuur deden afbreuk aan pogingen van president Wahid om de strijdkrachtenonder civiele supervisie te stellen en zijn eigen positie te verstevigen. Economische problemen wakkerdere sociale onrus aan, en de autoriteiten werden geheel in beslag genomen door zorgen over behoud van 's lands territoriale eenheid.
2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nummer 88, 2001 CPI score: 1.9

Kindersekstoerisme in Indonesië

* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Handel in kinderen voor seksueel misbruik en kindersekstoerisme in en naar Indonesië komt voor en is een serieus probleem, zo blijkt uit een recent rapport van ILO/IPEC uit 2001. Op grond van gegevens van 1999 van het Ministerie van Sociale zaken in Indonesië zijn er zo'n 70.000 kinderen onder de 18 werkzaam in de prostitutie. 30% van deze groep is sex worker' en 2% ervan is jonger dan 15. Het werkelijke aantal wordt geschat op 150.000, omdat velen niet geregistreerd worden.

Bijlage 4 1 pag. 17



Vier regio's zijn in het bijzonder onderzocht: In Jakarta worden veel jonge meisjes gerekruteerd voor de prostitutie in bordelen, massagecentra, bars en disco's. Veel van hen komen uit de plattelandsgebieden op Java, Sumatra en Sulawesi en worden verhandeld naar Jakarta. De situatie in Batam island is bijzonder vanwege de export processing zone', die met name zakenlieden aantrekt door de makkelijke, toegankelijke en goedkope mogelijkheden voor seksuele diensten. Jonge meisjes uit Java en Sumatra worden actief gerekruteerd om te werken voor met name Koréaanse en Singaporese zakenlui. Ook worden meisjes uit Java gelokt of meegenomen naar Bali, waar ze een baan in de horeca wordt beloofd. Sommigen worden van daar naar het buitenland vervoerd, maar ook Bali staat bekend om een pedofiele scene. De minderjarige meisjes worden hier seksueel uitgebuit, met name voor buitenlandse toeristen. In Medan (noord Sumatra) komen alle vormen van handel voor. Het zowel een transit als eindbestemming voorhandel in kinderen voor seksueel misbruik.

b. wetgeving:
Er is geen specifieke wet die de verkoop van seksuele services (prostitutie) verbiedt. Het wetboek van strafrecht verbiedt wel degenen die illegale seksuele activiteiten initiëren of daarin assisteren (artikel 296). Deze wet verbiedt ook handel in vrouwen en minderjarige jongens (art. 297). Dit artikel verstaat onder minderjarigen: iedereen onder de 21. Voor vrouwen geldt die grens niet meer als zij getrouwd zijn. In de andere artikelen, worden vrouwen jonger dan 15 als under-age' gezien, voor een prostituee in een bordeel is de leeftijdsgrens 17 of 18. (Lin Lean Lim, 1998: 57)

c. wetshandhaving:
Hieraan ontbreekt het vaak in Indonesie. Voor politici ligt er geen prioriteit. Op veel fronten wordt seks met jonge meisjes geaccepteerd of in ieder geval niet actief bestreden.

d. daders:
Daders zijn zowel lokale bevolking, zakenlui uit Singapore en Korea, als wel als toeristen uit Europa en Amerika.

e. De slachtoffers ziin met name meisies. Zie hierboven. Uit een ECPAT rapport van 1995 blijkt dat ook straatkinderen zichzelf verkopen om te kunnen overleven en dat jongens ook actief zijn in de toeristenplaatsen.

f. oorzaken:
Armoede, groei toerisme, geen wetshandhaving.

Acties

1. landeliik:
Volgens NGOs stelt de Indonesische regering activiteiten de aanpak van commercieel seksueel misbruik van kinderen niet als prioriteit. Zij pleiten voor internationale druk op de Indonesische regering om een nationaal actieplan op te stellen. De huidige activiteiten blijven beperkt tot een stukje bewustwording, onderzoek en publicaties. Ook op het terrein van de aanpak van kinderarbeid ontbreekt concrete actie. 2. ECPAT: -


* Enquéte

Geen vragenlijst beschikbaar.

Bronnen

- UNICEF State of the World's children
- Transparency International
- atlas, reisgidsen: Lonely Planet
- Amnesty International, jaarboek 2001
- Five Years After Stockholm, ECPAT
- Proceedings Report, National Workshop on Trafficking of Children in Indonesia, Jakarta, 11-12 April 2001, ILO/IPEC.

- The Sex Sector, the economic and social bases of prostitution in South East Asia, edited by Lin Lean Lim, International Labour Office, tieneva, 1998.
- Ben White & Indrasari Tjandraningsih, Child Workers in Indonesie, International Working Group on Child Labour, Akatiga, Bandung, 1998

Bijlage 4 / pag. 18



110 KENIA _j

Hoofdstad: Nairobi
Aantal inwoners: 28,7 miljoen

1. Reizigers
Door de mix van bossen en woestijn en de unieke flora en fauna wordt Kenia het hele jaar bezocht door miljoenen toeristen van over de hele wereld. Midden jaren '90 waren de inkomsten van het toerisme gegroeid tot een half miljard euro, wat resulteerde in de grootste bron van buitenlandse valuta, meer dan de export van thee en koffie. In 1998 daalde het toerisme echter tot de helft. Aantal toeristen vanuit Nederland:
1995: 2311 1996: 5843 1997: 5344 1998: 1758 1999: 1726 2000: 3924 (ANVR)

2. Seksindustrie
De laatste jaren zijn er vele bars en discotheken geopend, ook omdat het aantal toeristen gestegen is. In samenhang hiermee is er ook een stijging van de prostitutie te zien en een toename van mensensmokkel. Deze ontwikkeling wordt nog versterkt door de verarming van de populatie. De moeilijke financiële situatie zorgt ervoor dat er meer en meer kinderen op straat terechtkomen, waar zij een groot risico lopen op ontvoering en commerciële seksuele uitbuiting. Met de verspreiding van prostitutie, bestaat er angst voor een stijging van het aantal met HIV en AIDS besmette kinderen. Volgens kranten zouden er in Majengo 95% van de prostituees HIV positief zijn.

3. Beschikbaarheid van minderjarigen Tot 1980 was er weinig bekend over kinderarbeid. Het eerste publieke debat hierover betrof het probleem van kinderen die werden gebruikt als dienstmeisjes en babysitters. De eerste rapporten hierover werden geschreven vanuit het oogpunt van de werkgevers die moesten omgaan met ongemotiveerde en ongeschoolde werknemers (de kinderen). Langzaam werd duidelijk dat de kinderen slecht werden behandeld en het "maid-beating syndrome" kwam aan het licht. In 1991 werd bekend dat er 50.000 dienstmeisjes waren of te wel het overgrote deel van "huisslaven" was vrouw. De meeste werkgevers waren zelf erg arm, moesten zelf werken en hadden iemand nodig die bij de kinderen bleef. Sommige dienstmeisjes waren verre familieleden van arme plattelandsgebieden, deze verwantschap zorgde er echter niet voor dat zij goed werden behandeld. Stadskinderen waren vooral betrokken bij straatverkoop, schoonmaken, bordenwassen en als parkeerjongens. Op het plattenland werken kinderen vaak op thee-, koffie- en vezelplantages. Ze beginnen vaak op 9jarige leeftijd te werken en vaak zelfs eerder. Als de vraag en de productie verhoogd worden, dan worden kinderen vaak gezien als de snelst beschikbare werknemer. Ook zie je veel kinderarbeid in kleine familie boerenbedrijven. De kinderen werken mee op alle vlakken en de ouders zien het als onontkoombaar dat de kinderen de familie hierin assisteren. (Hobbs, McKechnie, Lavalette, 1999: 137, 138)

4. Kwaliteit van bestuur.
Kenia is een presidentiele republiek, waar de President hoofd is van de regering. De Nationale Vergadering bestaat uit een kamer. Er bestaat een meerpartijenstelsel sinds 1991. Alhoewel Kenia van oorsprong een intern stabiel land was, is nu door toedoen van groeiende sociale spanning, groeiende criminaliteit en de slechte staat van de economie, een verslechtering van de politieke situatie te zien. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nr. 84, 2001 CPI Score: 2.0

Kindersekstoerisme in Kenia


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Een onderzoek van de Child Welfare Society of Kenya in 1997 in 7 districten laat zien dat kinderprostitutie met name voorkomt in de grote steden zoals Nairobi en toeristencentra zoals Mombasa, Kiambi, Kimisu, Kaijiado en Mailindi. (Global March website) De link met sekstoerisme wordt ook in andere studies gelegd. Er blijkt ook sprake te zijn van een toename van het aantal kinderen in de seksindustrie.

b. wetgeving:
Ondanks pogingen om de rechten van het kind te beschermen van de kant van de overheid, gevolgd door de ratificatie van het IVRK in juni 1990, is er nog geen enkele bepaling in de grondwet die de rechten van kinderen en jongeren betreft. Kinderrechtenorganisaties geven aan dat zij niet tot het beschermen van kinderrechten in staat zijn, omdat duidelijke regelgeving inzake kindersekstoerisme ontbreekt, de "Children's Bilf' nog niet goedgekeurd is (en bovendien geen

Bijlage 4 / pag. 19





maatregelen neemt tegen kindersekstoerisme), de agenda voor actie tegen kindersekstoerisme nog niet aansluit op het goedgekeurde Nationale Plan, en weinign mensen bekend zijn met het recht binnen de samenleving.

c. wetshandhaving:
De overheid signaleert kindersekstoerisme, geeft aan het te (willen) registreren, maar doet verder niets.

d. daders:
Witte toeristen, vrachtwagenchauffeurs, vluchtelingen en lokale toeristen.

e. slachtoffers
Het betreft met name: straatkinderen, schoolkinderen van behoeftige ouders, slecht presterende studenten, drop outs, kinderen van prostituees en alleenstaande moeders uit achterbuurten en kinderen meegenomen van het plattenland met de belofte van werkgelegenheid in de stedengebieden.

f. oorzaken
Armoede, denkbeeld van mannen dat vrouwen en kinderen wel zo behandeld kunnen worden.

Acties

1. landelijk:
De nationale coalitie van NGOs is actief op het terrein van kinderrechten in Kenia: ECPIK heeft een strategie voor 3 jaar ontwikkeld voor de aanpak van commercieel seksueel misbruik van kinderen in het land. Het gaat om informatievoorziening, (juridische) hulpverlening, en preventieve en opleidingsprojecten voor slachtoffers van seksuele exploitatie. Op 8 maart 2002 verscheen het Amnesty rapport over Kenia: Rape: the invisible crime. De aanbieding ervan ging vergezeld van media-aandacht en hulp aan mensenrechtenorganisaties om de autoriteiten bewuster te maken van de problematiek. Ook gaat een interactief theaterproject over geweld tegen vrouwen van start. Doel is gedragsverandering, vooral bij mannen.

2. ECPAT: -


* Enquête

Geen vragenlijst beschikbaar. Het VN Comité inzake economische sociale en culturele rechten observeerde in 1993 al dat kinderprostitutie voorkomt in veel gebieden in Kenia.

Bronnen - ECPAT Newsletter, March 2001: Focus on Africa and the Middle East
- Amnesty International jaarboek 2001
- UNICEF jaarboek 2001

- Lonely Planet, reisgidsen
- Five years after Stockholm, Fifth ECPAT report
- www.child-hood.com, country information Gambia
- Amakelew Cherkosie, Situation Analysis Report on Commercial Sexual Exploitation of Children in East Africa, ECPAT International, Addis Abeba, September 2000

(11 ZUID AFRIKA _j

Hoofdstad: Pretoria
Aantal inwoners: 40. 3 miljoen

1. Reizigers
Zuid Afrika staat bekend om zijn nationale parken en wildlife, verder kent het prachtige rustige stranden en bergen. Het klimaat is gunstig. De infrastructuur van het land is goed. Een mix van culturen maakt het land extra interessant. De groei van het toerisme sinds 1996 is niet bekend. Met het einde van de Apartheid in 1994 ontstand een sterke opleving van toerisme naar Zuid Afrika. Toerisme werd de belangrijkste buitenlandse inkomstenbron. Het aantal toeristen vanuit Nederland:
1995: 2.075 1996: 3.552 1997: 7.121 1998: 8.986 1999: 7.448 2000: 8.909 (Cijfers ANVR)

Bijlage 4 / pag. 20





2. Seksindustrie
Zuid Afrika kent een levendige seksindustrie waar vooral mannen gebruik van maken. In steden als Kaapstad en Johannesburg _- gebeurt dit in het uitgaansleven, maar veel van de prostitutie vindt ook plaats op straat. Zuid Afrika is tevens een belangrijke bestemming en transit point voor de handel in vrouwen en kinderen voor seksuele doeleinden. Met name kinderen uit Mozambique en Angola zijn te vinden in de straatprostitutie van Johannesburg en Kaapstad. Zelfs uit landen als Senegal, Kenia, Ethiopië en Uganda worden kinderen gehaald, vaak door Angolese, Congolese en Nigeriaanse criminele netwerken. Daarnaast duiken er ook vrouwen en kinderen uit Azië en Oost Europa op in de Zuid Afrikaanse seksindustrie. Zuid Afrikaanse kinderen zijn ook verhandeld naar West Europese landen, zoals Engeland. Ook het Comité inzake de Rechten van het Kind sprak haar bijzondere zorg uit voor deze vorm van sale en trafficking' en pleitte voor meer actie in samenwerking met buurlanden.

4. Beschikbaarheid van minderjarigen
Zuid Afrika is verkeert nog steeds in een sociale en economische transitiefase gevolgd op het einde van de Apartheid in 1994. Een kwart van de bevolking leeft in absolute armoede. 2.3 miljoen mensen zijn ondervoed. 40% van de arbeidsgeschikte bevolking is werkloos. De criminaliteit neemt ernsige vormen aan en de reorganisatie van het politieapparaat pasbaar in een democratisch systeem blijkt moeizaam te gaan. Kinderarbeid komt ook voor in Zuid Afrika.

5. Kwaliteit van bestuur.
Zuid Afrika is een parlementaire democratie. Regering: government of national unity' met als leider Mbeki, de opvolger van Mandela van het ANC. Een nieuwe liberale constitutie is in werking sinds 1997. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Zuid Afrika: 4.8 (nr. 38 op de lijst)

Kindersekstoerisme in Zuid Afrika


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Geweld is een bekend beeld in Zuid Afrika. Ook kinderen worden daar de dupe van. De zaken die aan het licht kwamen waarbij onlangs babies verkracht zijn hebben ook internationaal veel media aandacht getrokken. Geweld binnen het gezin komt in Zuid Afrika veel voor. Er zijn cijfers dat een op de drie meisjes slachtoffer is van seksueel misbruik, en dat 28.000 kinderen blootgesteld worden aan commercieel seksueel misbruik. Kindersekstoerisme is groeiende in Zuid Afrika volgens medewerkers van Molo Songololo en ECPAT, en zonder voortvarende actie zal de vaart van deze groei toenemen. Molo Songololo rapport: "Cape Argus: A booming market for child prostitutes. Local apathy about cracking down on it and a growing numbers of visitors are the ingredients needed for child sex tourism to flourish. And we have them all here in South Africa". "While the situation is nowhere near as bad as Thailand, infamous for its child prostitution, it could easily go that way unless something is done to prevent it". Cijfers zijn niet bekend, maar wel informatie over individuele zaken. Wanneer je door de straten rijdt waar prostitutie voorkomt, zag je 18 maanden geleden misschien 1 meisje, nu zijn het er 5. De groeiende lokale markt maakt dat kinderen in de prostitutie makkelijk beschikbaar zijn. Het Molo Songololo rapport stelt dat "opportunistic sex tourism" daardoor veel voorkomt: mannen die in hun eigen land geen seks met kinderen zouden hebben, gaan hier wel overstag, mede door de opvatting dat het "deel uitmaakt van de cultuur in Afrika of Azië".

b. wetgeving
De wetgeving in Zuid Afrika verbiedt seks met kinderen. Probleem is dat er geen informatie beschikbaar is voor toeristen en anderen dat seks met kinderen een ernstig strafbaar feit is.

c. wetshandhaving:
Hieraan ontbreekt het regelmatig. Corrupte politie en justitie-mensen bemoeilijken een proces.

d. daders:
Daders zijn veelal mannen, lokale bevolking, maar ook toeristen en zakenmensen.

e. slachtoffers
Veelal meisjes op straat en in de grote steden, waaronder straatkinderen. Een kwart van de straatkinderen van Kaapstad is werkzaam in de prostitutie..

f. oorzaken:
Armoede, onderdrukking, urbanisatie, huiselijk geweld, gezinsbreuken als gevolg van HIV/AIDS en uitzetting uit de familie spelen mee bij de groep kinderen die op straat terecht komen en in de prostitutie geraken. Criminele bendes zijn soms ook

Bijlage 4 / pag. 21





betrokken bij het trekken van kinderen in de prostitutie. Ook gelooft men vaak dat seks met kinderen de kans op HIV/AIDS vermindert.

Acties

1. landeliik:
Over een National Plan of Action' van Zuid Afrika is weinig bekend. De groei van Commercieel seksueel misbruik in het land is alarmerend. Volgens de Police Child Protection Unit' in Johannesburg zijn er zo'n 28.000 kinderen actief in de prostitutie, waarvan iedere maand zo'n 15 nieuwe meisjes gearresteerd worden. Een kwart van de straatkinderen van Kaapstad zijn betrokken bij de prostitutie. In oktober 2001 is een conferentie georganiseerd met de toerisme industrie om tot meer actie te komen, Het concept "child wise tourism" zoals toegepast in Australië werd daarbij als uitgangspunt genomen.

2. ECPAT:
Voor de opvang en rehabilitatie van slachtoffers van commercieel seksueel misbruik van minderjarigen zijn in diverse steden projecten en opvanghuizen opgezet.


* Enquête

Geen vragenlijst beschikbaar.

Bronnen - UNICEF State of the World's children

- Amnesty International, jaarboek 2001
- CRC info

- Lonely Planet

- Molo Songololo rapport
- Child Labour News Service (15 november 2001)
- Five Years After Stockholm, ECPAT
- www.child-hood.com, Zuid Afrika
C12 ZAMBIA i

Hoofdstad: Lusaka
Aantal inwoners: 10.327.000 (ECPAT Int. On East Africa 2000: 62)

1. Reizigers
Toeristen uit West Europa en Zuid Afrika komen met name voor de Victoria-watervallen, de rijke fauna, de culturele rijkdommen, maar ook voor relax en plezier. Toerisme speelt een steeds belangrijkere rol in Zambia. De regering is bezig de sector te versterken als een economisch alternatief voor de mijnindustrie. Groei toerisme sinds 1996 en aantal toeristen vanuit Nederland zijn onbekend.

2.Seksindustrie
De laatste jaren (vanaf +/- 1995) is er een opmerkelijke groei van de prostitutiesector waar te nemen. Deze groei zorgde ook voor groei van commerciële exploitatie van kinderen. Onderzoeken van de organisatie MAPODE (Movement of Community Action for the Prevention and Protection of Young People Against Poverty) laten zien dat de meeste prostituees in Zambia tussen de 14 en de 18 jaar oud zijn, maar dat ook jongere kinderen gedwongen worden in de prostitutie te werken. Handel naar buurlanden komt ook voor. Daarnaast is er ook een toename gesignaleerd in de gevallen van seksueel misbruik binnen het gezin.

3. Beschikbaarheid van minderiarigen
Zo'n 50% van de bevolking bestaat uit kinderen onder de 15. Kinderarbeid komt ook in Zambia voor. Kinderen worden ook ingezet bij gevaarlijke werk in de koper- en mijnindustrie. In 2000 werd een nationaal programma geïntroduceerd om de meest ernstige vormen van kinderarbeid tegen te gaan.

4. Kwaliteit van bestuur.
Zambia is een presidentiele republiek met een meerpartijenstelsel. Het land wordt wel gezien als een van de meest politiek stabiele landen van de Commonwealth.
2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nr. 75, 2001 CPI Score: 2.6.

Bijlage 4 / pag. 22





Kindersekstoerisme in Zambia


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Ondanks het gebrek aan cijfers is wel vast te stellen dat commerciële seksuele uitbuiting van minderjarigen is toegenomen de afgelopen jaren. Volgens Terre des Hommes (www.child-hood.com) is de groei van minderjarigen in de prostitutie maar marginaal toe te schrijven aan de ontwikkeling van de toerisme-industrie.

b. wetgeving:
Prostitutie is illegaal in Zambia. Er is specifieke wetgeving tegen seksueel misbruik en exploitatie van kinderen met maximale straffen van levenslang. Zambia heeft in 1991 het IVRK geratificeerd.

c. wetshandhaving:
De meeste Politiebureaus hebben speciale units waar slachtoffers van seksueel misbruik terecht kunnen bij speciaal opgeleide functionarissen. Er is gebrek aan een speciaal beleid ten aanzien van seksuele uitbuiting, inadequate wetgeving en gebrek aan onderzoek op dit terrein.

d. daders:
Veel lokale mannen, maar ook toeristen maken gebruik van met name jonge vrouwen in de prostitutie. Er wordt ook melding gemaakt van buitenlanders die in Zambia jonge meisjes eten en kleding geven en hen laten prostitueren of er zelf gebruik van maken.

e. slachtoffers:
Met name wezen, straatkinderen, kinderen uit probleemgezinnen en slachtoffers van seksueel misbruik zijn het meest gevoelig om in de handen van bordeelhouders of andere handelaren te vallen. Veel meisjes verlaten school voortijdig. Er zijn wel programma's gestart om dit tegen te gaan. De meerderheid van de slachtoffer betreft meisjes, maar ook jongens worden gerapporteerd slachtoffer te zijn van seksueel misbruik door vrouwen en in sommige gevallen door mannen.

f. oorzaken:
Armoede door een economische crisis, HIV/AIDS, verlangen naar materiele rijkdom, kindhuwelijken die leiden tot echtscheiding. Ook het groeiende aantal gezinnen dat gerund' wordt door kinderen als gevolg van AIDS, zorgen ervoor dat de oudsten in de prostitutie gaan werken om hun jongere broertjes of zusjes te onderhouden. Voorts bestaan er fabels over jonge maagden dat zij geen seksuele ziekten zouden kunnen overdragen en dat zij healing effects' hebben. (ECPAT, 2000-2001: 55)

Acties

1. landelijk:
Een nationaal actieplan voor de aanpak van commercieel seksueel misbruik (2000, 2001) is er nog niet, maar een plan voor kinderen bestaat wel.

2. ECPAT:
De CHINIEECPAT Committee, bestaande uit organisaties die zich inzetten voor de aanpak van seksueel misbruik van kinderen, is opgezet in 2000.


* Enquéte

Geen vragenlijst beschikbaar.

Bronnen

- Newsletter, March 2001: Focus on Africa and the Middle East
- Amnesty International jaarboek 2001
- UNICEF jaarboek 2001

- Lonely Planet, reisgidsen

- Five years after Stockholm, Fifth ECPAT report
- www.child-hood.com, country information Gambia
- Amakelew Cherkosie, Situation Analysis Report on Commercial Sexual Exploitation of Children in East Africa, ECPAT International, Addis Abeba, September 2000
- CHIN (1999) Directory of Organisations Working with Children in Need in Zambia. Lusaka: CHIN.
Bijlage 4 / pag. 23



C13 GAMBIA

Hoofdstad: Banjul
Aantal inwoners: 1.2 miljoen

I. Reizigers
Toersime speelt nu nog een relatief geringe rol in het agrarische Gambia, maar met name door de nationale parken ontwikkelt het land zich snel tot een van de meest gewilde toeristenbestemmingen in Afrika. De groei va het toerisme sinds 1996 is enorm, ook de goedkopere reisbureaus hebben aanbiedingen voor tweeweekse verblijven in Gambia. Het aantal toeristen vanuit Nederland (ANVR): 1995: - 1996: - 1997: 4636 1998: 3128 1999: 3185 2000: -

2. Seksindustrie
In Gambia is de prostitutie groeiende, ondanks het feit dat de maatschappij alleen seksuele gemeenschap binnen het huwelijk accepteert. Aids is een groot probleem. Volgens schattingen van the National AIDS Control Organisation' en de WHO waren er eind 1999 130.000 mensen in Gambia besmet met HIV, waaronder 6.600 vrouwen en 520 kinderen. In dat zelfde jaar gingen 1400 Gambianen dood aan de ziekte.

4. Beschikbaarheid van minderiarigen
Gambia is een agrarisch land en is een van de tien armste landen van de wereld. Het kindersterftecijfer is hoog. Van de bevolking is 61% analfabeet. Ongeveer een derde van de bevolking heeft toegang tot schoon drinkwater. (www.child-hood.com 1999) Er is sprake van kinderarbeid in Gambia zelf. Kidnappers verhandelen kinderen voor kinderarbeid in de buurlanden. (www.child-hood.com).

5. Kwaliteit van bestuur.
Gambia is een presidentiele republiek. De republiek is sinds 1965 onafhankelijk. Sinds 1994 kent het land een meerpartijensysteem. Politieke spanningen waren er in 2000 en 2001. Studentendemonstraties werden met harde hand aangepakt. Staatshoofd: Yahya Jammeh
2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Staat niet op de lijst.

Kindersekstoerisme in Gambia


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Commercieel seksueel misbruik van kinderen lijkt toe te nemen in Gambia. Sekstoerisme is een probleem in Gambia, waar met name het aantal Europese vrouwen toeneemt dat op zoek is naar seks met minderjarige jongens (zogenaamde bombstars' of beachboys' ).

b. wetgeving:
De wetgeving beschermt kinderen tegen seksuele exploitatie. Gambia heeft ook het VN Verdrag inzake de rechten van het kind geratificeerd (in 1990) en heeft maatregelen genomen om kinderen te beschermen tegen alle vormen van seksueel misbruik en exploitatie.

c. wetshandhaving:
Implementatie en toezicht op de naleving vindt onvoldoende plaats. De autoriteiten weigeren het probleem te erkennen.

d. daders:
De daders zijn met name lokale mannen, maar ook toeristen, waaronder vrouwen.

e. Slachtoffers
Ook minderjarigen werken in de prostitutie, al is dat officieel verboden. Het betreft voornamelijk meisjes, maar ook wordt melding gemaakt van een toename van homoseksuele contacten, waaronder seks met jonge jongens.

Bijlage 4 1 pag. 24





f. Oorzaken
Armoede, de groei van het toerisme.

Acties

l . landelijk:
In 2000 werd een Child Protection Alliance opgericht bestaande uit 25 internationale organisaties en NGOs. Er wordt ook gewerkt aan een kinderbeschermingsplan.
Commercieel seksueel misbruik en met name sekstoerisme is een probleem in Gambia. Ook binnenshuis komt seksueel misbruik voor. Binnen het sociale zaken en welzijnsdepartement is een Kinderbeschermingsunit opgezet die zich ook bezig zal houden met de bescherming van kinderen en programma's ter bestrijding van CSEC. Een groeiend aantal kinderen vragen visa's aan om naar Europa te kunnen en vallen vaak in handen van handelaren. Het toezicht hierop is sterk verbeterd door samenwerking tussen sociale zaken en de ambassades.

2. ECPAT: -


* Enquéte

Geen vragenlijst beschikbaar.

Bronnen - ECPAT Newsletter, March 2001: Focus on Africa and the Middle East
- Amnesty International jaarboek 2001
- UNICEF jaarboek 2001
- Lonely Planet, reisgidsen
- Five years after Stockholm, Fifth ECPAT report
- www.child-hood.com, country information Gambia
C14 MADAGASKAR

Hoofdstad: Antanarivo
Aantal inwoners: 16 miljoen
In de hoofdstad: 1 miljoen

1. Reizigers
Madagaskar is aantrekkelijk vanwege de natuur, het klimaat en de stranden. Een stukje ongerept Afrika. De groei van het toerisme sinds 1996 is niet bekend, evenals het aandeel van nederlandse toersiten daarin. De verwachtingen van een medewerker van een belangrijke touroperator voor Madagaskar zijn voor 2002: 2000 Nederlanders, voor volgend jaar zo'n 3000. Het is in opkomst.

2. Seksindustrie
Officieel is polygamie op het eiland niet (meer) toegestaan, maar in praktijk houden veel mannen er meerdere minnaressen op na, zowel betaald als onbetaald.

3. Beschikbaarheid van minderjarigen
Kinderarbeid komt veel voor op het eiland. Er heerst veel armoede op Madagascar. Het land is straatarm: een werknemer verdient gemiddeld tussen de 50 en 250 gulden per maand. Ouders lijken makkelijk geneigd hun dochter mee te sturen met buitenlandse toeristen, waar ze snel 20 gulden mee kan verdienen. Aids is op het eiland nog niet zo zichtbaar, er zijn nog geen 300 geregistreerde mensen met aid/HIV-besmetting. Dit is voor sommige kindersekstoeristen een extra reden om naar Madagaskar te komen.

4. Kwaliteit van bestuur.
2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Staat niet op de lijst.

Bijlage 4 1 pag. 25





Kindersekstoerisme op Madagaskar


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Kindersekstoerisme naar Madagaskar lijkt in alarmerend tempo toe te nemen. Volgens ECPAT bronnen is commercieel seksueel misbruik van kinderen groeiende op Madagaskar en met name kindersekstoerisme in de hoofdstad en de provincie Antsohy. De groei is met name de laatste 10 jaar opmerkelijk en kan worden toegeschreven aan de armoede en de groeiende stroom toeristen die het land trekt. Prostitutie van kinderen gebeurt in Madagaskar veelal met instemming van en vaak door aanmoediging van ouders.

b. wetgeving:
Sinds 1999 staat er gevangenisstraf op het hebben van seks met iemand jonger dan 16 jaar.

c. wetshandhaving:
Er is sprake van een soort gedoogbeleid. Er is nog geen enkele veroordeling bekend van toeristen die seks hebben gehad met minderjarigen. Volgens het parlementslid Mathilde Rabary heeft sekstoerisme voorjustitie hier geen enkele prioriteit. Voorts ontbreekt het bij de politie aan kennis over de mogelijke aanpak.

d. daders:
Met name mannen ouder dan 60 jaar, komen naar hotels waar 12/13jarige meisjes zwoel dansen en later met de mannen mee gaan. De toeristen komen met name uit Frankrijk, Japan en Amerika.

e. Slachtoffers
In de hoofdstad zwerven 5000 straatkinderen. Een groot deel van hen overleeft door het tegen betaling seksueel bevredigen van toeristen, maar ook lokale mannen. Daarnaast zijn vooral de kustplaatsjes Tulear en Diego Suarez en de eilandjes Sainte Marie en Nosy Be bekend, waar kindhoertjes op straat staan.

f. Oorzaken
Armoede en groei toerisme in de afgelopen tien jaar.

Acties

1. landelijk:
Mathilde Rabary, parlementslid zet zich actief in tegen de strijd, maar wordt in haar land niet echt gehoord. Ze stelt dat Madagaskar de eigen jeugd verkwanselt en dat veel nationale machtshebbers zich ook uitleven tijdens hun tochtjes naar de provincie. Onder druk van internationale hulporganisaties wordt er sinds kort in folders en posters wel gewaarschuwd voor kindersekstoerisme. Het land heeft nog geen nationaal actieplan ontwikkeld tegen seksuele exploitatie van kinderen. Wel is gepland dat het Ministerie van Toerisme met hulp van UNICEF dit jaar onderzoek gaat doen naar sekstoerisme in het land. Pilot projecten ter voorkoming van seksuele exploitatie van kinderen zijn gestart in twee steden: Nosy Be en Tamatave. b. Een ECPAT afdeling is er niet, maar SOS Aux Victimes de Non Droits' heeft bewustwordingscampagnes opgezet via de media. Zij hebben het afgelopen jaar folders verspreid onder toeristen. Resultaat is dat slachtoffers beginnen te praten over hun ervaringen en een aantal pedofielen zijn nu veroordeeld voor hun praktijken.


* Enquéte

Geen vragenlijst beschikbaar.
Gesproken is met Monique Schmid, manager Mora-Travel S.A.R.L. (http://www.mora-travel.com). Het eiland trekt met name Italiaanse en Franse toeristen (voormalige kolonie). Voor andere Europeanen is het in opkomst. Probleem: ouders stimuleren hun kinderen om zich zelf te verkopen, het is een goede bron van inkomsten. Verwachting is, dat over een jaar of 2/3 het probleem alleen maar groter zal zijn. Het wordt namelijk een steeds interessantere bestemming. Zeker omdat Madagascar nog niet zo bekend staat als seksbestemming. De plaatsen waar sekstoeristen komen:

- Antananarivo, de hoofdstad: hier zie je veel lokale mannen die meegaan met meisjes vanaf een jaar of 12.
- Nose hé (eilandje ten noorden met vliegveld). Hier zitten veel Italianen.
- Antisirana

- Toamasina (grootste haven)

- Tolanaro

- Ifaty





t 15 BRAZILIE

Hoofdstad: Brasilia
Aantal inwoners: 170 miljoen

1. Reizigers
De toeristische aantrekkelijkheid van dit land is groot. Toeristen komen voor zon en zee (hele kustlijn), voor de natuur: regenwouden, natuurparken (Pantanal, Amazone, grote watervallen), de stranden, luxe badplaatsen zoals het bekende Copacabana bij Rio. Het belang van het toerisme voor Brzailie neemt toe. De stad Rio steekt de nodige miljoenen in het aantrekkelijker maken van de stad voor toeristen. Het aantal toeristen vanuit Nederland is niet bekend.

2. Seksindustrie
Brazilië kent een levendige seksindustrie. Ze zijn vrij open ten opzichte van homoseksualiteit. Het land kent veel barren en uitgaansgelegenheden, met name in de grote steden Rio, Salvador en Sau Paulo. Deze steden staan bekend om hun nachtleven, ook de seksindustrie profiteert hiervan. Waar: In de grote steden en in de kustplaatsen, met name in het noord oosten. Op de Barra do Ceara, boulevard in de badplaats Fortaleza (noord oosten) staan de kinderhoertjes meestal rij aan rij volgens sociaal werkers van Curumins, een lokale organisatie die werkt met straatkinderen

3. Beschikbaarheid van minderiarigen
Brazilië heeft de meest belangrijke economie van Latijns Amerika en is een van de meest geïndustrialiseerde landen in de regio. Het is 's werelds grootste exporteur van koffie. Met agrarische aanpassingen en speciale programma's voor de rurale gebieden probeert de regering de economische situatie van het land en de bevolking in die gebieden te verbeteren. Dat heeft al iets opgeleverd, maar de economische groei komt pas langzaam op gang.Brazilië is een land van contrasten en dat geldt ook voor rijk en arm. 40 miljoen kinderen en volwassenen leven in armoede. Een gebrek aan mogelijkheden leidt tot alcohol en drugsgebruik en tot meer criminaliteit. Kindermishandeling is niet vreemd in veel gezinnen, waarbij de economische misère vaak als excuus wordt gebruikt. (www.child-hood.com) School is gratis en verplicht, toch maken er maar weinig kinderen gebruik van. Het is bevestigd dat meer dan tweederde van de volwassen arbeiders begon met werken op hun 140 Ongeveer tweederde van de populatie woont in steden, meer dan éénderde daarvan is jonger dan 16 jaar. Veel kinderen wonen in de buitenwijken onder arme en slechte omstandigheden. Op het plattenland, kinderen jonger dan 5 jaar, werken samen met hun ouders. Migratie naar de grote stad, betekend vaak dat kinderen moeten werken. Veel stadskinderen leven op straat, min of meer los van hun ouders en moeten daarom voor zichzelf zorgen. De schoenenindustrie is één van de belangrijkste exportproducten. Een studie wijst uit dat er 7.000 mensen in deze industrie werken, waarvan 1.300 kinderen jonger dan 14 jaar. De werkdagen waren lang en de omstandigheden slecht. De meeste werkzaamheden worden uitgevoerd met de hand. Kinderen worden onder andere gebruikt om te lijmen, het knippen van draad en de schoenen te stikken (met de hand!). Kinderen werken ook op suikerrietplantages, meestal samen met hun familie en gebruiken valse papieren of negeren de anti kinderarbeidwet. Een onderzoek wijst uit dat 90% van de kinderen die werken op plantages niet geregistreerd staan. De omstandigheden op de plantages zijn erg slecht: ze werken ongeveer 12 tot 14 uur per dag, exclusief reistijd. Het werk is fysiek zwaar, eentonig en lijdt vaak tot ongelukken. 85% van alle ongevallen betreft die met meswonden. In de thee-branche werken ook veel kinderen,al vanaf de leeftijd van 7 jaar. Kinderen worden gezien als ideale krachten voor dit werk; zij zijn klein en kunnen snel theebladeren plukken. Theeplukkers worden betaald naar het aantal kilo's geplukte thee en dat wordt dan ook nog erg slecht betaald. De gezinnen leven in armoede.
Er is een speciale organisatie FUNABEM (de Portugese versie van "National Foundation for Child Welfare"). Zij komen op voor de straatkinderen, maar volgens Braziliaanse critici zijn zij ineffectief. (Hobbs, MeKechnie, Lavalette, 1999: 21, 22, 23)

4. Kwaliteit van bestuur.
Staatshoofd en regeringsleider: Fernando Henrique Cardoso b. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nr. 46, 2001 CPI Score: 4.0

Kindersekstoerisme in Brazilië


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:

Bijlage 4 / pag. 27





Seksuele exploitatie van kinderen komt voor in verschillende delen van Brazilië, maar met name in de badplaatsen in het noordoosten.. Hoeveel minderjarigen actief zijn in de seksindustrie is niet bekend.

b. wetgeving:
Strafbaar. Kindermishandeling wordt bestraft met gevangenisstraffen.

c. wetshandhaving:
Daar ontbreekt het vooral aan. In de Lonelyplanet wordt zelfs gewaarschuwd voor corrupte politie: "However the police aren't always to be trusted either. Brazilian police are known to plant drugs and sting gringos for bribes. The bribes are like pyramids: the more people are involved, the bigger the bribe becomes. "

d. daders:
Niet zelden zoeken sekstoeristen uit Europa een alternatief voor Thailand en de Filippijnen. In Fortaleza komen volgens krantenberichten veel Duitsers en Italianen voor de seks. Uit cijfers van het bureau voor toerisme blijkt dat er tot juli 2001 op de luchthaven van Fortaleza 25,5% meer buitenlanders aankwamen dan het jaar ervoor. Het aantal internationale vluchten is toegenomen met 12,4 %. Met name pensions en appartementen lieten een hoge stijging zien.

e. Slachtoffers
De slachtoffers zijn voornamelijk meisjes. Kinderen worden de prostitutie ingedreven om het gezin economisch te laten overleven. Straatkinderen vormen een belangrijke risicogroep. Veel van de slachtoffers in Fortaleza komen uit een oude vissersbuurt Serviluz, een wijk met een lage levensstandaard. Voor de jeugd is er ook weinig te doen. De rijke toeristenwijk ligt op slechts 10 minuten lopen en daar is makkelijk aan geld te komen weten de tieners.

f. Oorzaken
Armoede wordt veel genoemd als oorzaak van de aanwezigheid van kinderen in de seksindustrie om te overleven.

Acties

1. landelijk:
Een nationaal actieplan is ontwikkeld en verspreid in 2000. Wat de resultaten zijn is nog niet bekend. We zijn er veel activiteiten opgezet in het land om seksuele exploitatie van kinderen tegen te gaan. In de aanpak tegen kindersekstoerisme zijn trainingen gestart voor de hotel business, taxi chauffeurs, politiepersoneel, vakbonden en onderwijzers in vier staten. Er wordt weinig aandacht besteed aan interne kindersekstoerisme door Brazilianen die in andere delen van het land kinderen seksueel misbruiken. In Fortaleza is een bureau (her)opgericht dat onderzoek naar sekstoerisme. Na opening in september 2001 waren eind december al 67 meldingen binnengekomen over netwerken van sekstoerisme. "Wij kregen steeds meer aanwijzingen dat in Europa via folders en internet vrouwen uit Fortaleza worden aangeboden. Dat was niet nieuw en de afgelopen jaren is de politie ook regelmatig opgetreden tegen nachtclubs en uitbaters van motels, maar het probleem stond niet hoog op de politieke agenda. Dat is pas na de moord op de Portugezen veranderd. Ook de politie begint zich pas nu te realiseren hoe groot het probleem is." Er is sprake van netwerken en particuliere initiatieven. Het gaat dan om kleine pensions met bed & breakfast, vaak opgezet met geld van Portugezen, Italianen, Nederlanders en Spanjaarden. Menige strandtent en bar die verdacht wordt een link te hebben met sekstoerisme blijkt in buitenlandse handen te zijn. a. ECPAT Brazilië is gevestigd in Salvador de Bahia (noord oosten). Website: www.violenciasexual.org.br
* Enquéte

Informatie van EMBRATUR, Ministerie van toerisme, Brazilië Top 5 landen waar de sekstoeristen vandaan komen: Italië, Duitsland, VS en Nederland. Men ziet een toename van kindersekstoerisme: schatting is 30% per jaar. Voornamelijk in: Noord Oosten (Ceava, Bahia, Natal), Centraal Oosten (Matto Grosso do Sul), Zuiden (Paraná). Oorzaken: "misery, money needs, education problems" Sinds 1996 zijn NGOs, de regering en instellingen meer samen gaan werken in de strijd tegen kindersekstoerisme. Voorlichtingscampagnes met de reisindustrie zijn daar een belangrijk onderdeel van.

Bronnen - Amnesty International jaarboek 2001

- UNICEF jaarboek 2001

- Lonely Planet, reisgidsen
- Vragenlijsten Embratur

- Five years after Stockholm, Fifth ECPAT report
Bijlage 4 1 pag. 28






- Gerard Chel, Kindhoertjes in Fortaleza willen terug naar school, in Zwolse Courant, 15 december 2001
- www.focalpointn.go.org; www.ecpat.net; www.unicef.org;
- www.chil(1-hoo(I.com, Brazilie
~16 VENEZUELA

Hoofdstad: Caracas
Aantal inwoners: 24,1 miljoen

1. Reizigers
Venezuela is een opkomende vakantiebestemming voor Europeanen, met name La Isla Margarita. Zon, zee, mooie stranden en goedkope aanbiedingen trekken horden toeristen naar dit eiland, zowel jong als oud. Sinds 1996 is een groei zichtbaar van het aantal toeristen vanuit Nederland (ANVR, cumulatief zomerseizoen)

2. Seksindustrie
Seks is te koop in Venezuela. Bordelen zijn er al heel lang, met name in de mijnstreken, waar grote aantallen gemigreerde mannen redelijk geïsoleerd vertoeven, de havens, de vrachtwagen stopplaatsen, op grote snelwegen en in de grote steden. TakeAway ' Bars en Club bordelen, escort, love hotels', de informele sector. In 1995 waren er 350.000 geregistreerde prostituees in Venezuela. Een vijfde daarvan komt uit Ecuador.

3. Beschikbaarheid van minderiarigen
De economische situatie van het land was de afgelopen eeuw wisselvallig. Het land moest het aan het begin van de twintigste eeuw vooral hebben van de koffie. De vondst van olie heeft het land gedurende 40 jaar een ongekende rijkdom gebracht. Maar in 1980 raakte het land in een economische crisis, die voortduurde in de jaren 90: recessie, inflatie, lage olieprijzen en een enorm nationale schuld. Toerisme wordt gezien als een van de mogelijkheden om daar weer enigszins uit te komen. Een deel van de bevolking leeft in armoede. Wel kent het land een goed onderwijsaanbod. Kinderarbeid komt veel voor.

4. Kwaliteit van bestuur.
Venezuela is een presidentiele republiek met federale elementen. De Beweging van de Vijfde Republiek is de grootste partij. Staatshoofd en regeringsleider: Hugo Chavez Frias
2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nr. 69, 2001 CPI Score: 2.8

Kindersekstoerisme in Venezuela


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Al in 1996 waarschuwden O'Connell Davidson en Taylor dat bij verdere groei van het toerisme ook de vraag van buitenlanders naar seks met minderjarigen toe zou nemen, tenzij actie zou worden ondernomen. Een onbekend aantal kinderen werd al seksueel misbruikt door de lokale bevolking, migranten, zeemannen en vrachtwagenchauffeurs. Daarnaast ook door toeristen, expatriats, zakenlieden. Buitenlandse mannen verklaren voornamelijk dat 'no one cares' over seks met minderjarigen in Venezuela. Veel mannen zeggen dat de meisjes graag met een blanke man willen en dat ze er niet eens voor hoeven te betalen. Die mannen zien het liever niet als prostitutie.

b. wetgeving:
Prostitutie is legaal. Seksueel contact met minderjarigen, ontvoering en uitbuiting, en het maken of bezitten van kinderpronografie is strafbaar, maar de wetgeving is niet duidelijk over de leeftijd van minderjarigen. Ook huwelijken van meisjes van 14 en jongens vanaf 16 zijn in Venezuele gebruikelijk. Doorgaans is ene klacht van het slachtoffer voor wetshandhaving vereist, tenzij de overtreding in de openbare ruimte' plaatsvindt, of door ouders.

c. wetshandhaving:
Toezicht op de naleving van de wetgeving ontbreekt nog al eens. In theorie is prostitutie gereguleerd, maar het hangt heel erg van de plaats af of de politie ook daadwerkelijk controleert.

d. daders:
Voornamelijk mannen, naast de lokale mannen, ook toeristen, zakenmensen, zeelieden. Vrouwelijke toeristen worden soms gesignaleerd met jonge jongens. Zij zien een seksuele relatie graag als een zomerromance. (O'Connell Davidson, 1996: 32)

Bijlage 4 / pag. 29





e. Slachtoffers
De slachtoffers zijn met name meisjes, maar soms wordt ook melding gemaakt van jongens.
-Kinderen worden met name gerekruteerd door de bordeelhouders in de mijnstreken, maar ook dat ze aangetroffen worden bij vrachtwagenstops en de goedkopere hotels in de grote steden.

f. oorzaken:
De economische situatie en de armoede waarin veel gezinnen leven.

Acties

1. landelijk:
Venezuela heeft geen nationaal actieplan ontwikkeld tegen commerciele seksuele uitbuiting van kinderen. Er is wel sprake geweest van een niet ten uitvoer gebracht plan om de omvang van het probleem te onderzoeken, wetshandhaving te intensiveren en bewustzijn- en preventiecampagnes te beginnen.
Een netwerk van NGO's, gecoordineerd door de Coalición Contra la Explotación Sexual de Mujeres, Ninas y Ninos, waarin participeren: las Congregaciones del Buen Pastor, Adoratrices, Oblatas del Santísimo Sacramento, SALUDARTE and CEFLEIN (Centro Feminista Latinoamericano de Estudios Interdisciplinarios). In hoverre de NGO's met de overheid samenwerken is onbekend. De NGO Coalición Contra el Tráfico de Mujeres bracht een voorlichtingscampagne naar 19 schoeln in de binnenstadvan Caracas, en financierde diverse televisiespots, radiospots en krantenadvertenties, gericht op preventie van kinderprostitutie.

2. ECPAT: -


* Enquête

Geen vragenlijst beschikbaar.

Bronnen

- Amnesty International jaarboek 2001
- UNICEF jaarboek 2001

- Lonely Planet, reisgidsen
- Five years after Stockholm, Fifth ECPAT report

- Julia O'Conell Davidson, Jacqueline Sanchez Taylor, Child Prostitution and Sex Tourism: 5. Venezuela, ECPAT,
May 1996


- www.child-hood.com, Venezuela
C17 COSTA RICA _j

Hoofdstad: San Jose.
Aantal inwoners: 4 miljoen (in 1999)

1. Reizigers
Costa Rica, zo groot als Zwitserland, heeft kustlijnen aan de Pacific en de Atlantische oceaan. Dit zorgt voor een grote toeristische aantrekkelijkheid Men komt af op de mooie stranden, de natuurparken en de stabiele situatie waarin het land verkeert. Het wordt wel "het Zwitserland van Centraal Amerika" genoemd, vanwege de democratische constitutie (sinds 1949), de stabiele situatie, weinig armoede en geweld of onrust.
Get anatal toeristen vanuit Nederlna dis onbekend

2. Seksindustrie
Er zijn rapportages op internetsites die Costa Rica voorschotelen als een seksparadijs.

3. Beschikbaarheid van minderjarigen
Costa Rica is een arm land. Kinderarbeid komt voor.

4. Kwaliteit van bestuur.
Regering: republiek, democratie. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): nr. 40, 4.2 score





Kindersekstoerisme in Costa Rica


* Literatuuronderzoek.

a. situatie: _
In de hoofdstad wordt het aantal kinderen in de prostitutie door verschillende bronnen op zo'n 3000 geschat. Handel in kinderen vanuit Costa Rica via Centraal Amerika en Mexico naar de VS, canada en Europa konmt ook voor, alswel als handel van Filippijnese kinderen naar Costa Rica. Het land begint een reputatie te krijgen als the sex tourism capital' (ECPAT International). Al in 1996 waarschuwden O'Connell Davidson en Taylor dat bij verdere groei van het toerisme ook de vraag van deze buitenlanders naar seks met minderjarigen toe zou nemen, tenzij actie zou worden ondernomen. Een onbekend aantal kinderen worden al seksueel misbruikt door de lokale bevolking, migranten, zeemannen en vrachtwagen chauffeurs. Daarnaast ook door toeristen, expatriats, zakenlieden. Buitenlandse mannen verklaren voornamelijk dat 'no one cares' over seks met minderjarigen in Venezuela. Veel mannen zeggen dat de meisjes graag met een blanke man willen en dat ze er niet eens voor hoeven te betalen. Die mannen zien het liever niet als prostitutie. Locale bronnen geven aan dat kindersekstoeristen graag naar Costa Rica gaan sinds de Filippijnen en Thailand meer actie tegen kinderprostitutie zijn gaan nemen.

b. wetgeving:
Prostitutie is legaal, maar alleen voor werknemers van 18 jaar of ouder en ze moeten regelmatig gezondheids-checks ondergaan. Prostituees horen documenten bij zich te hebben zodat beide benodigdheden kunnen worden aangetoond.

c. wetshandhaving:
Toezicht op de naleving van de wetgeving ontbreekt nog al eens. De impunity' en anonimiteit zijn zo dat de immigratie dienst verblijfsvergunningen afgeeft aan buitenlanders met een strafblad voor seksueel misbruik van kinderen. Taxichauffeurs en bordelen zijn vaak betrokken bij de sector.
In theorie is prostitutie gereguleerd, maar het hangt heel erg van de plaats af of de politie ook daadwerkelijk controleert. De regering is door Casa Alianza en andere lokale welzijnsorganisaties aangevallen op haar lakse houding ten opzichte van het groeiend kindersekstoerisme. De directeur van de nationale Organismo de Investigacion National schat dat in 1999 zo'n 5000 toeristen (0,5%) speciaal naar Costa Rica kwamen om kinderen seksueel te misbruiken. Hieronder vallen niet de situationele daders die seks hebben met kinderen omdat het anders is en wordt gezien als minder kans op HIV of andere geslachtsziekten.

d. daders:
Voornamelijk mannen, naast de lokale mannen, ook toeristen, zakenmensen, zeelieden. Vrouwelijke toeristen worden soms gesignaleerd met jonge jongens. Zij zien een seksuele relatie graag als een zomerromance. (O'Connell Davidson, 1996: 32) De onderzoeken door Casa Alianza laten zien dat de meeste kindersekstoeristen mannen zijn in de leeftijd van 45 tot 80. Als het gaat om arrestaties betreft het 80% Amerikanen, gevolgd door Canadezen, Duitsers, Engelsen, Zwitsers, Nederlanders en Australiërs

e. Slachtoffers
De slachtoffers zijn met name meisjes, maar soms wordt ook melding gemaakt van jongens. Kinderen worden met name gerekruteerd door de bordeelhouders in de mijnstreken, maar ook dat ze aangetroffen worden bij vrachtwagenstops en de goedkopere hotels in de grote steden.

f. Oorzaken
Armoede, toerisme, gebrek aan wetshandhaving.

Acties

1. landeliik:
PANI (NGO) coördineert een CST Commission in Costa Rica die is ingesteld door de regering om in te gaan op het groeiende aantal klachten. De commissie bestaat o.a. uit ministeries, justitie, politie en NGO's. Ze zijn gestart met een campagne tegen kindersekstoerisme. De verspreiding van brochures bij hotels en reisorganisaties in 1999 en 2000 is deels gefinancierd door de Nederlandse regering. De CST Commissie heeft gelobbyd voor aanpassingen van het Wetboek van strafrecht die ook zijn doorgevoerd. Voor de wijzigingen konden volwassenen niet veroordeeld worden bij betaalde seks met kinderen: als hij aangaf met het slachtoffer te willen trouwen werd de aanklacht ingetrokken. Een andere mogelijkheid was om aan te tonen dat hij niet de eerste was die een seksuele relatie met het kind had. Nu kan door vrouwen ook aangifte worden gedaan van verkrachting. Verkrachting houdt

Bijlage 4 1 pag. 31



nu meer handelingen met kinderen jonger dan 12 jaar in. Seks met een minderjarige tegen betaling of belofte daarvan is nu een strafbaar feit. Een bordeel houden is illegaal. Straffen zijn strenger wanneer het minderjarigen betreft. Het maken en verspreiden van kinderpornografisch materiaal is strafbaar, maar bezit voor eigen gebruik niet. NGO's waarschuwen voor het gebrek aan implementatie en het ontbreken van middelen voor de politie en OM en de corruptie binnen de politie. In 1999 werden 2 Amerikanen gearresteerd voor bezit kinderpornografie en seksueel misbruik van 36 meisjes. Ze kwamen vrij tegen een borgsom van 900.000 USD. Later werden ze weer gesignaleerd met meisjes. In maart 2000 werden een Zwitserse man en een Duitse vrouw veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf voor het hebben van een kinderseksbordeel in Costa Rica. Voor zover bekend zijn zij de eerste buitenlanders die voor zo'n feit zijn veroordeeld.

2. ECPAT:
Een ECPAT sectie is er (nog) niet, maar belangrijke partners zijn: Fundacion Paniamor en Casa Alianza (Honorary partner) In 1997 werd een nationaal actieplan opgesteld door 21 organisaties, een nationale werkcommissie tegen commercieel seksueel misbruik van kinderen, die als basis zou dienen voor een nader rapport.


* Enquête

Chris Beddoe, onderzoekster en consultant voor de WTO, beschrijft Costa Rica als een van de kindersekstoerismebestemmingen. Tegelijkertijd wordt in dit land al actie genomen om de groei tegen te gaan en daders aan te pakken. Dit is een langzaam proces. Het VN Comité voor de rechten van de mens heeft zijn diepe zorg geuit over het hoge aantal gevallen van seksueel misbruik van kinderen in het land gerelateerd aan toerisme. Schattingen geven aan dat er jaarlijks ongeveer 5000 sekstoeristen het land bezoeken. (Caza Allianza, 1999)

Bronnen - UNICEF The State of the World's children 2001
- Amnesty International, jaarboek 2001
- CRC Concluding Observations
- atlas, reisgidsen

- Rapporten ECPAT, Groupe Development, Casa Alianza
- Cecilia Claramunt, Exploitation sexuelle au Costa Rica: analyse du parcours serre de'embuches des enfants et adolescente vers la prostitution, University of Costa Rica, September 1998.
- Investigation on the Trafficking, Sex Tourism, Pornography and Prostitution of Children in Central America and Mexico, Caza Allianza, Audrey Hepburn Children's Fund, ECPAT, 2000
- www.child-hood.com, Costa Rica
Bijlage 4 / pag. 32



C-18 DOMINICAANSE REPUBLIEK

Hoofdstad: Santo Domingo
Aantal inwoners: 8.4 miljoen

1. Reizigers
De prachtige zandstranden, de goede prijzen en de stabiele politieke situatie trekt met name de laatste jaren veel toeristen naar de Dominicaanse republiek, ook een paradijs voor surfers. Meer dan 1.5 miljoen toeristen bezoeken jaarlijks de Dominicaanse Republiek. De toerisme-industrie schat dat 60% van deze groep uit Duitsland komt. De rest voornamelijk uit Noord Amerika, Italië, Engeland, en andere Noord Europese landen. Veel Duitse Tour Operators markeren het land als een typische vrijgezellenbestemming, ook wel beschreven als the new Thailand'. In 2000 was een groei van 16% zichtbaar ten opzichte van het jaar ervoor. Het land wordt nu gezien als een van de belangrijkste trekpleisters van de Caribbean.
Het aantal toeristen vanuit Nederland (ANVR cijfers cumulatief zomerseizoen (I-4 t/m 31-10) 1995:11.314 1996:12.040 1997:14.305 1998:15.957 1999:17.251 2000:16.059

2. Seksindustrie
Het land heeft een grote seksindustrie voor zowel lokale bevolking als buitenlandse bezoekers.Er is een formele sekssector waarbij het werk van de prostituees wordt geleid door derden (bareigenaren, bordeelhouders e.d.) en er is een informele sector waarin vrouwen, mannen en kinderen henzelf prostitueren of ingezet worden door familieleden, pooiers of vrienden'. Er zijn twee soorten bordelen: casa familiale' en bar-bordelen

3. Beschikbaarheid van minderjarigen
Het land kent de grootste economische groei en de grootste productiviteit in Latijns Amerika. Volgens de gegevens van de VN leeft een vijfde van de bevolking onder de armoedegrens. In de strijd tegen armoede besteedt de regering een vijfde van het jaarlijkse budget aan onderwijs. Kinderarbeid is in de Dominicaanse Republiek bevestigd.

4. Kwaliteit van bestuur.
Presidentiele democratie. Staatshoofd en regeringsleider: Hipolito Mejia Dominguez 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): 3.1, rank: 65.

Kindersekstoerisme in de Dominicaanse Republiek


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Kindersekstoerisme is een groeiend en zichtbaar fenomeen in de Dominicaanse Republiek. In 1994 rapporteerde UNICEF reeds dat er tenminste 25.000 kinderen betrokken waren bij de seksindustrie in het land en dat 63% daarvan meisjes zijn. Er is altijd een lokale vraag voor kinderprostituees geweest, maar door het toerisme is de markt snel gegroeid. Regio's waar sekstoeristen vooral komen: Boca Rica (heeft weinig anders te bieden), Sosua en Puerto Plata.

b. wetgeving;
Prostitutie is bij wet illegaal en de age of consent' is 18.

c. wetshandhaving:
Politie en militairen zijn betrokken bij de informele en de formele seksindustrie. Corrupte politiefunctionarissen en andere officials' oefenen druk en controle uit over bordeelhouders en bareigenaren, door degenen die ze betalen bescherming te bieden. Ook seksueel misbruik van, het lastig vallen van en geld afnemen van prostituees die proberen zelfstandig te werken komt voor.

d. daders:
Daders zijn zowel lokale mannen, als toeristen en zakenlieden. Het is een heterogene groep, al zijn de blanke heteroseksuele mannen in de meerderheid.

e. Slachtoffers
Voornamelijk meisjes tussen de 12 en 17 jaar. In Puerto Plata worden ook jonge jongens gesignaleerd met homoseksuele toeristen. Acties

Bijlage 4 1 pag. 33



1. landeliik:
'Een nationaal actieplan heeft ervoor gezorgd dat commercieel seksueel misbruik van kinderen op de agenda staat van de autoriteiten en instellingen actief op het terrein van de kinderbescherming. Bewustwordingscampagnes en actievere opsporing van kindersekstoeristen, pooiers en handelaren zijn toegenomen de afgelopen maanden. 2. ECPAT: Contact: Movimento para el Autodesarrollo Internacional de la Solidaridad (MAIS), Puerto Plata, Dominicaanse Republiek.


* Enquéte

Geen vragenlijst beschikbaar.
CRC Concluding Observations' Comité inzake de Rechten van het Kind, CRC/C/15/Add.150, 21 February 2001 Het volgende is opgenomen onder punt 47 en 48:

- Bezorgdheid over het ontbreken van data en van goed onderzoek naar commercieel seksueel misbruik van kinderen;
- Ontbreken implementatie Nationaal Actieplan;
- Diepe bezorgdheid over het toenemende aantal kinderen dat slachtoffer wordt van commercieel seksueel misbruik, met name door sekstoerisme.
Aanbevelingen betreffen onderzoek met als doel het beleid en de maatregelen te verbeteren, inclusief opvang en rehabilitatie mogelijkheden en maatregelen om het fenomeen aan te pakken en te voorkomen (verwezen wordt naar art. 34 CRC en de aanbevelingen van de Agenda flor Action van 1996).

Bronnen - Child Prostitution and Sex Tourism, 3. Dominican Republic, A research paper prepared for ECPAT by Dr Julia O'Connell Davidson and Jacqueline Sanchez Taylor, December 1995
- Amnesty International, jaarboek 2001
- UNICEF, The State of the World's Children 2001
- CRC, Concluding Observations
- Lonely Planet

- ECPAT Country Profile (www.ecl)at.net)
- Kampala Kempadoo (ed.), Sun, sex, and gold, Tourism and Sex Work in the Caribbean, Rowman & Littlefield Publishers, inc, Boston, 1999
- www.child-hood.com, Dominicaanse Republiek
19 PERU _j

Hoofdstad: Lima
Aantal inwoners: 25,6 miljoen

1. Reizigers
Peru trekt toeristen naar de inheemse cultuur zoals in Macho Pichu en de Inka-trail. Verder kent het land een zeer afwisselnd landschap: jungle, bergen (Andes), hoogvlakte. In 2000 bezochten 635.000 buitenlanders Peru. Het anatal Nederlanders is onbekend.

2. Seksindustrie
Peru kent een seksindustrie. De prostitutie floreert met name in de stad Cuczo, door de hoge werkeloosheid. De meeste prostitutie vindt plaats in nachtclubs, hotels, massageclubs.

3. Beschikbaarheid van minderjarigen
Het land is de afgelopen jaren door een economische en sociale crisis gegaan. 15,5 % van de bevolking leeft onder de armoedegrens van 1 US $ per dag. Er wonen 22 miljoen mensen in Peru, waarvan de helft kinderen en jongeren. Er is veel werkloosheid en er zijn weinig sociale voorzieningen. Het is bekend dat 3 miljoen kinderen werken, voornamelijk op het platteland. In de hoofdstad Lima werken een kwart miljoen kinderen; schoenen poetsen, laden, krantenverkoop, bedelen en op vuilnisbelten zoeken naar bruikbare, verkoopbare producten. Onderzoek wijst uit dat ongeveer 10% van het inkomen van arme gezinnen voortkomt uit kinderarbeid. Vooral meisjes werken als dienstmeisje; zij verblijven dan vaak bij hun werkgever en zijn daardoor (en door de afwezigheid van hun familie) onderworpen aan mishandeling en uitbuiting. Ook werken er kinderen

Bijlage 4 / pag. 34





(vanaf 8 jaar) in baksteenfabrieken. Op het plattenland beginnende meeste kinderen al te werken op de leeftijd van 6 jaar; jongens hoeden schapen, tappen water, zaaien en oogsten, meisjes koken, spinnen en passen op jongere kinderen. Ook komt er kinderarbeid voor in goudmijnen, waa zij worden blootgesteld aan kwikzilver en aan het inhaleren van vulkanisch stof. Tweederde van de kinderen die werken, volgen geen opleiding. Diegene die dat wel doen, lopen sneller achter dan diegene die niet werken. (Hobbs, McKechnie, Lavalette, ~ 1999: 188, 189)

4. Kwaliteit van bestuur.
Peru is een gecentraliseerde republiek met een meerpartijensysteem. Staatshoofd en regeringsleider: Valentin Panigua (opvolger van Fujimori). Fujimori was wegens corruptie, drugshandel en andere problemen door het Congres moreel ongeschikt' verklaard. Mensenrechtenschendingen waren onder zijn leiding niet vreemd. De oppositiepartij Actie van het Volk nam de leiding tijdelijk over. De organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) zond een delegatie om de autoriteiten te bewegen tot onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de media, open gang van zake bij de strijdkrachten en de nationale inlichtingendienst. b. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nr. 44, 2011 CPI Score: 4.1

Kindersekstoerisme in Peru


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Kindersekstoerisme komt met de groei van het toerisme naar Peru en de economische en sociale crisis ook op. In 1996 werd het aantal kinderen in de prostitutie geschat op 500.000. (ECPAT Country Profile). Kinderen werken veel op straat. , De regering blijft het probleem behandelen als een taboe-onderwerp. Er is dan ook weinig onderzoek gedaan naar het fenomeen. Wel is kinderprostitutie benoemd als een van de meest ernstige vormen van kinderarbeid. Rehabilitatie- en preventieprojecten worden voornamelijk geleid door NGOs.

b. wetgeving:
In 2001 kwamen er wijzigingen in het Wetboek van Strafrecht om CSEC aan te pakken. Zo werden het maken van, het in bezit hebben en het distribueren van kinderporno voor het eerst strafbaar gesteld. Een stap terug was het controversiële amendement om straffen voor seksuele handelingen met minderjarigen te verlagen. Het argument was dat de gevangenissen in Peru overvol zitten. Straffen variëren naar leeftijd van het slachtoffer.

c. wetshandhaving:
De regering promoot toerisme naar Peru, maar de campagnes worden niet vergezeld door het controleren van reisorganisaties en actie tegen sekstoerisme.
De politie blijkt ook niet actief genoeg op te treden en veel verdachten na verhoor weer te laten gaan. Corruptie komt ook voor. De politie ziet de (straat)kinderen die als laatste overlevingsmogelijkheid hun lichaam te verkopen voor geld vaak als het probleem, niet de daders.

d. daders:
Uit onderzoek blijkt dat de meeste vraag voor seks met kinderen komt van de lokale bevolking. (ECPAT, Country Profile).

e. Slachtoffers
Slachtoffers van kindersekstoerisme in Peru zijn met name meisjes uit arme gezinnen.

f. Oorzaken
De economische en sociale crisis, het gebrek aan prioriteit van de autoriteiten om seksueel misbruik van kinderen bespreekbaar te maken. De groei van toerisme heeft oom gezorgd voor gevallen van kindersekstoerisme.

Acties

1. landeliik:
Als gevolg van de economische en sociale crisis in Peru is het aantal slachtoffers van seksuele uitbuiting toegenomen. Een nationaal actieplan is er nog niet en de regeringen die aan de macht waren hebben het onderwerp lange tijd niet serieus genomen.

2. ECPAT: -

Bijlage 4 / pag. 35




* Enquête

Geen vragenlijst beschikbaar.

Bronnen

- Amnesty International, jaarboek 2001

- UNICEF, The State of the World's Children 2001
- CRC, Concluding Observations

- Lonely Planet

- ECPAT Country Profile (www.ecpat.net)

~20 MEXICO _j

Hoofdstad: Mexico-stad
Aantal inwoners: 98,8 miljoen

1. Reizigers
Mexico trekt veel toeristen vanwege de culturele bezienswaardigheden, de stranden, en de nabijheid van de Verenigde Staten. De toerisme instroom in 2000 bedroeg 19.400.000. Het aantal toeristen vanuit Nederland (ANVR cijfers): Mexico Cancun Overig Mexico 1995 5.314 -
1996 6.694 12.643 1997 8.043 13.761 1998 8.761 15.665 1999 10.069 14.728 2000 11.572 12.033

2. Seksindustrie
Op het internet zijn directe en indirecte links te vinden, waarop Mexico wordt gepromoot als bestemming voor erotische vakanties en sekstoerisme. Mannen, vrouwen, heteroseksuelen homoseksuelen en lesbiennes worden hier aangeboden. Op sommige foto's verschijnen jonge jongens, waarvan de leeftijd wordt geschat op 16 of 17. Collegegirls' worden ook genoemd op een site voor sekstoeristen, o.a. in Cajun, maar hier staan geen plaatjes bij. (Caza Alianza, ECPAT report, 2001: 109, 110) Onderzoek in de staat Chiapas heeft uitgewezen dat deze regio een semi-getolereerde prostitutie-scene kent, bepaalde gebieden worden "Zones of Tolerance" genoemd. Een deel van de vrouwen die werkzaam zijn in deze zones zijn illegale immigrantenvrouwen en meisjes. 3. Beschikbaarheid van minderiarigen
De economische situatie in Mexico is zorgwekkend. 17,9% van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Een miljoen kinderen werken om henzelf en het gezin te onderhouden. Daarnaast werken nog 150.000 op straat. 43% van de kinderen onder de 5 jaar is ondervoed (UNICEF). Een groot deel van de bevolking heeft alleen basisonderwijs. Verplicht onderwijs geldt momenteel wel voor kinderen tussen de 6 en de 14. 9.7% van de populatie ouder dan 15 is analfabeet.
De officiële cijfers bekend over kinderarbeid zijn niet representatief (het komt veel meer voor dan wordt verondersteld), omdat het meeste werk dat de kinderen verrichten informeel is. De grootste sector waar kinderarbeid voorkomt is landbouw. Kinderen van boerenfamilies beginnen al mee te helpen op de leeftijd van 6 jaar. Dit bestaat gedeeltelijk uit werken, gedeeltelijk uit leren, maar onbetaald. Zodra de kinderen ouder worden, kunnen zij met de werkende familieleden mee en verrichten werk dat aan de ouders wordt uitbetaald. Mexico verdient veel met het exporteren van vers fruit en groenten aan de VS. Veel van de plukkers zijn oudere kinderen die weinig betaald krijgen. Ook is er kinderarbeid in kleine fabriekjes te vinden; zij hopen door hun geringe omvang een kleinere kans te lopen te worden ontdekt door de overheid. Kinderen werken vooral in baksteen-fabrieken en illegale naaiateliers voor export naar de VS. Kinderen die werken in familie-bedrijven, als kleden maken en pottenbakken, zijn uitgesloten van de kinderarbeidwetten en breken dus niet de wet. In de steden werken veel kinderen in de dienstverlening; winkelschoonmakers, vuilverzamelaars, marktkruier en meisjes werken voornamelijk als huis-schoonmaaksters. In de toeristenbranche is kinderarbeid duidelijk zichtbaar. Zij verkopen producten en diensten aan toeristen. In Mexico-City werken kinderen voornamelijk als straatartiest. Voor veel arme Mexicanen is die illegaal willen emigreren naar de VS fungeren kinderen als gids langs de illegale grensoversteken. (Hobbs, McKechnie, Lavalette, 1999: 156, 157, 158)

4. Kwaliteit van bestuur.

Bijlage 4 / pag. 36





Mexico is een federale republiek met twee wetgevingskamers: de Senaat en de Chamber of Deputees'. Staatshoofd en regeringsleider is Vicente Fox Quesada van de Nationale Actiepartij (PAN), Voor het eerst sinds 1929 raakte de Institutionele Revolutionaire Partij het presidentschap kwijt. De nieuwe president zei in zijn inaugurele rede tegen het parlement dat: "Mexico zal waar het de mensenrechten betreft niet langer als slecht voorbeeld genoemd worden". Ook zou hij de economie hervormen, armoede misdaad en straffeloosheid~aanpakken. Toch bleven er ook in 2000 en 2001 berichten binnenkomen over marteling, doodsbedreigingen en politieke moorden . 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Niet op de lijst.

Kindersekstoerisme in Mexico


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Kindersekstoerisme is vooral in de grensgebieden aanwezig. De situatie in Chiapas is een belangrijk voorbeeld. De meisjesprostitutie in Chiapas heeft voornamelijk een lokale klantengroep. Hier zijn tafeldansers deel van een show. Veel tieners zijn te vinden in dit soort bars.

b. wetgeving:
Prostitutie van minderjarigen is illegaal.

c. wetshandhaving:
Aan de uitvoering ontbreekt het, met name als het om illegale migrantenmeisjes gaat.

d. Daders:
Mannen, niet alleen toeristen maar met name Mexicanen zelf. Machismo' is vrij gebruikelijk en wijdverspreid. Volgens deze attitude worden vrouwen gezien als seksuele objecten en worden kwetsbare minderjarigen gezien als easy prey'.

e. Slachtoffers
De slachtoffers zijn veelal jonge meisjes uit arme gezinnen, of straatkinderen. Ook veel meisjes uit Guatamala duiken op in de prostitutie in de grensgebieden.

f. oorzaken:
Armoede, gezinsproblemen en/of geweld.

Acties

1. landelijk:
Een nationaal actieplan is er wel, maar er zijn nauwelijks middelen ter beschikking gesteld om de doelen waar te maken. Op lokaal niveau gebeurt er wel een en ander ter bestrijding van seksueel misbruik van kinderen. Er wordt ook samengewerkt in de grenssteden Tapachula en Tijuana met de autoriteiten in Guatamala, Hunduras, Elsalvador en de VS. In het toeristenresort Cancun is een Nationaal Forum gehouden over seksuele exploitatie van kinderen. De aandacht in de media voor het onderwerp neemt toe. De mogelijkheden voor bescherming van minderjarigen zijn enkele jaren geleden aangescherpt in een speciale kinderrechtenwet. Een van de grootste problemen is het ontbreken van een nationaal systeem om slachtoffers van seksueel misbruik op te vangen. 2. ECPAT: -


* Enquéte

Geen vragenlijst beschikbaar.

Bronnen

- UNICEF State of the World's children
- Amnesty International, jaarboek 2001
- CRC info

- atlas, reisgidsen: Lonely Planet
- Child Labour News Service (15 november 2001)
- Five Years After Stockholm, ECPAT
- Sexual exploitation and trafficking of children in Central America, ECPAT
Bijlage 4 / pag. 37





21 CUBA

Hoofdstad: Havana
Aantal inwoners: 11,2 miljoen

1. Reizigers
De toeristische aantrekkelijkheid van Cuba is groot, door het klimaat de stranden, de muziek, en de stad Havana. Cuba raakt steeds meer in trek bij Europese toeristen. Het aantal toeristen vanuit Nederland (ANVR cijfers, zomerseizoen): 1995: 3803 1996: 5074 1997: 4197 1998: 5395 1999: 4508 2000: 5562

2. Seksindustrie
Seksueel misbruik door kolonisten en slavenhouders komt in de geschiedenis van Cuba veel voor. De Cubaanse staat van 1959 heeft succesvol gewerkt aan het uitroeien van de georganiseerde prostitutie. Volgens sommigen is dit een van de belangrijkste overwinningen van de revolutie. Het was vooral de vraag naar commerciële seks die daalde, door het wegvluchten van rijke Cubanen en mensen uit de onderwereld die tot dan toe de seksindustrie in gang hielden. In de jaren 80 raakte de Cubaanse economie in een crisis, en men zag alleen uitkomst in het toerisme. Met die opkomst van massatoerisme werd ook de vraag naar prostitutie groter. Als gevolg van een benarde economische situatie waarin veel Cubanen verkeren, is het niet verassend dat sommigen de prostitutie in gaan.

3. Beschikbaarheid van minderiarigen
Cuba is het grootste Caribische eiland, met 11 miljoen inwoners. Er is sprake van armoede, maar er is weinig sprake van kinderarbeid. De overheid zorgt voor onderwijs en wanneer kinderen op school zitten, zijn zij niet beschikbaar om te werken. De overheid bouwt het toerisme weer op, waardoor kinderarbeid in deze sector toeneemt.. (Hobbs, McKechnie, Lavalette, 1999: 29, 30)

4. Kwaliteit van bestuur.
Regering: communistisch. Staatshoofd: Fidel Castro. b. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): niet op de lijst.

Kindersekstoerisme op Cuba


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Kindersekstoerisme op Cuba neemt toe. Het aantal kinderen dat in Cuba seksueel misbruikt wordt is volgens de onderzoekers OConnel Davidson en Sanchez Taylor in vergelijking met landen als Thailand en Costa Rica echter Daders zijn voornamelijk toeristen.

b. wetgeving:
De sekswerker / prostitueen zelf is op Cuba niet strafbaar, maar ieder die ervan profiteert (klant, pooier) is wel strafbaar. Nieuwe wetgeving is in voorbereiding waarbij ook derden (interims) als taxichauffeurs worden aangepakt, en waarbij zwaardere straffen voor het misbruik van minderjarigen kunnen worden uitgesproken. Er is geen "minimum age for sexual consent" op Cuba, meisjes kunnen echter vanaf 14 jaar trouwen, jongens vanaf hun 16e. Het nationele Kinderrechtencommitee adviseert de overheid dit tot 18 jaar te verhogen met het oog op preventie van seksueel misbruik.

c. wetshandhaving:

In Cuba lijkt de nadruk meer te liggen op het opsporen en straffen van de kinderen in plaats van de daders. Er is geen extraterritoriale wetgeving waarmee daders in het land van herkomst vervolgd kunnen worden. De cubaanse overheid trad aanvankelijk nauwelijks tegen prosititutie op, om de toestroom van toeristen niet de verstoren. De recente sterke toename van gevallen van HIV/AIDS en andere SOA's op Cuba heeft echter tot pogingen van de overheid geleid de prostitutie op de stranden te beeindigen (nachtelijke arrestaties, en het in kaart brengen en sluiten van appartementen en hotels). Een wet tegen landloperij' wordt daarbij als uitwijkmidddel genruikt om de vrouwen te arresteren. Na drie waarschuwingen kan een gevangenisstraf tot acht jaar oplopen. De Cubaans de overheid heeft geen Nationaal Actieplan opgesteld.

d. daders:

Bijlage 4 / pag. 38



Dit zijn met name mannen, afkomstig uit Canada, Italië en Spanje. Er zijn aanwijzingen dat veel van de daders frequente bezoekers zijn van het land en dat een deel van hen hun reis bekostigt met smokkel (O'Connell Davidson 1995). Veel sekstoeristen geloven dat alles toelaatbaar is in dit sexually permittive' land.

e. Slachtoffers
De slachtoffers zijn voornamelijk meisjes tussen de 12 en de 18. De jongere meisjes die vanuit uit het binnenland naar de toeristencentra verhuizen vormen de meest kwetsbare groep. Doom gebrekkige talenkennis en te weinig onderhandelingsvaardigheden worden zij gemakkelijk uitgebuit (Ecpat Database). Het aantal minderjarigen dat in de seksindustrie werk is in vergelijking met omringende eolanden niet groot. Zij werken met name in toeristencentra aan de stranden. Varedero is een bekend resort waar minderjarige prostituees op straat rondhangen. Er zijn daarnaast jongens die hun diensten als 'romance' aanbieden aan Noordamerikaanse en Europese vrouwen.

f. Oorzaken
Armoede (ondersteuning van de familie) wordt als hoofdoorzaak genoemd. Een door de Ecpat Database geciteerd CEDAW rapport stelt dat minderjarigen ook uit verveling, en vanuit de behoefte aan aanvullend inkomen voor aanschaf van luxegoederen hun diensten aan toeristen aanbieden.

Acties

1. landelijk:
Tijdens de Lestin American Regional Consultation on Sexual Violente' in februari 2001 hield het statement van de Cubaanse regering in dat de beschuldigingen dat Cuba een van de landen in Latijns Amerika is waar commercieel seksueel misbruik van kinderen het meest voorkomt, op absolute onwaarheden berusten. (Consulado General de Cuba, San Jose, Costa Rica, ECPAT) 2. ECPAT: -


* Enquéte

Geen vragenlijst beschikbaar.

Bronnen

- O'Connell Davidson, J. & Sanchez Taylor, J. (1995): Child Prostitution and Sex Tourism, 2. Cuba, Research Paper prepared for ECPAT.
- Amnesty International, jaarboek 2001

- UNICEF, The State of the World's Children 2001
- CRC, Concluding Observations

- Lonely Planet

- ECPAT Country Profile (www.ecpat.net)

~22 ROEMENIE

Hoofdstad: Boekarest
Aantal inwoners: 22,5 miljoen

1. Reizigers
Roemenië trekt toeristen naar de hoofdstad Boekarest en naar Moldova. Mensen komen naar Iasi en omstreken vanwege de kloosters. De muziekcultuur en het volksdansen trekken veel toeristen. In Constanta vieren de Roemenen zelf graag hun vakantie aan de kust. In de bergen kan in de winter geskied worden. Ook eco-toerisme is in opkomst. De groei toerisme sinds 1996 en de aantallen toeristen vanuit Nederland zijn niet bekend.

2. Seksindustrie
In Roemenie is prostitutie illegaal. Staatprostitutie is echter in o.a. Bukarest en Timisoara een bekend verschijnsel.

3. Beschikbaarheid van minderjarigen
Onder het oude regime was arbeid van kinderen tot 16 jaar verboden, behalve wanneer zij hun ouders hielpen met hun werk in de landbouw. Formeel gezien hebben er sinds 1989 geen verandering meer plaatsgevonden, maar in de praktijk is wel een verschuiving te zien. Er zijn namelijk veel meer geprivatiseerde bedrijven na de val van het Communisme. Er doen verhalen de ronde dat er kinderarbeid plaatsvindt in zowel de steden als op het plattenland. De International Working Group on Child

Bijlage 4 / pag. 39



Labour kwam na een onderzoek in 1995 tot de conclusie dat er meer dan 5000 straatkinderen leven in de grotere steden van Roemenië. (Hobbs, McKechnie, Lavalette, 1999: 205)

4. Kwaliteit van bestuur.
De Sociaal Democratische partij van Roemenië (PASR) is sinds eind 2000 weer aan de macht. Staatshoofd is lon Iliescu. Mishandeling en marteling door de politie is in het land niet vreemd. Amnesty International noemt meerdere incidenten in haarjaarboek. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nr. 69, 2011 CPI Score: 2.8

Kindersekstoerisme in Roemenië


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Ook kinderen worden het slachtoffer van seksueel misbruik. Niet alleen in de hoofdstad en andere delen van het land, maar ook buiten Roemenië. Het aantal kinderen in de prostitutie wordt geschat op 2000 (Stockholm 1996). Veel ervan concentreert zich rond het Centraal Station van Boekarest.

b. wetgeving:
De wet verbiedt seksuele handelingen met minderjarigen.

c. wetshandhaving:
Politie en justitie zijn niet erg actief als het aanpak van daders van seksueel misbruik betreft, alhoewel zij de laatste tijd wel actiever inzetten op de aanpak van buitenlandse pedofielen.

d. daders:
De daders zijn zowel lokale mannen als toeristen.

e. slachtoffers
Slachtoffers zijn zowel jongens als meisjes. Roemeense jongens duiken ook vaak op in de prostitutiecircuits in steden als Berlijn en Amsterdam. 5% van de kinderen zonder thuis bevinden zichzelf in de prostitutie. Het aantal straatkinderen in Roemenië wordt geschat op 2000.

f. oorzaken
Armoede, geen toekomstkansen, thuissituatie ontvluchten.

Acties

1. landeliik:
Salvati Copiii heeft een concept nationaal plan ontwikkeld ter bestrijding van commercieel seksueel misbruik van kinderen, waarbij de betreffende staatsinstellingen ook betrokken zijn. Deze organisatie onderneemt samen met andere NGOs acties op het terrein van preventie, bewustwording, opvang en bescherming. De opvang Reaching Out' vangt Roemeense meisjes op tussen de 12 en 16 jaar die verhandeld zijn naar Albanië en die via het Inter Agency Referral System' zijn teruggekeerd.

2. ECPAT: -

Bijlage 4 / pag. 40






* Enquéte

Informatie van ECPAT partner, Roemenië Top 5 landen waar de sekstoeristen vandaan komen: Engeland, Nederland, Frankrijk, Duitsland en België. (betrouwbaarheid 2) De opkomende landen zijn Turkije en Moldavië. ((betrouwbaarheid 3). De steden of regio's die het meest betrokken zijn bij de seksindustrie: Moldova en Boekarest. Deze plekken zijn in trek vanwege: stranden, natuur en/of nachtleven. ((betrouwbaarheid 1) Oorzaken: "misery, money needs, education problems". Sinds 1996 zijn NGOs, de regering en instellingen meer samen gaan werken in de strijd tegen kindersekstoerisme. Awareness raising campagnes met de reisindustrie zijn daar een belangrijk onderdeel van. De meeste seksuele contacten met minderjarigen worden gelegd in hotels en cafés. ((betrouwbaarheid 2). Het aantal kindersekstoeristen onder vakantiegangers wordt geschat op 1%, bij zakenmensen op 0,5%. De meeste zijn Engels of Frans, reizen alleen en de gemiddelde leeftijd is +/- 40. ((betrouwbaarheid 3). Er zijn 6 veroordelingen geweest van kindersekstoeristen in Roemenië. Een groei van kindersekstoerisme is merkbaar, maar cijfers zijn er niet. ((betrouwbaarheid 3) Als oorzaken worden genoemd: armoede, lage of geen opleiding, temptations'.

Bronnen

- UNICEF The State of thé World's children 2001
- Amnesty International, jaarboek 2001
- CRC Concluding Observations
- atlas, reisgidsen

- Five Years after Stockholm, ECPAT
- www.ECPAT.com

~23 TSJECHIË _j

Hoofdstad: Praag
Aantal inwoners: 10 miljoen

1. Reizigers
Praag, de hoofdstad, trekt toeristen uit de hele wereld. De bergen bieden wandel- en skimogelijkheden. Toerisme is erg belangrijk voor het land. In 2000 kwamen er 104.2 toeristen naar Tsjechië. De meeste komen voor een kort verblijf vanuit Duitsland. De verdiensten uit toerisme bedragen ongeveer 5% van het BNP.

Aantal toeristen vanuit NL per touringcar, vliegtuig: Praag per touringcar per auto per vliegtuig 1995: 16533 5976 5058 1996: 13178 5446 4369 1997: 11862 4171 2959 1998: 9703 4816 3515 1999: 10303 4353 5203 2000: 9219 3262 6647

Overig per touringcar per auto per vliegtuig 1995: - 21876 - 1996: - 22882 - 1997: 12252 22137 - 1998: 11006 20468 - 1999: 7226 14058 - 2000: 6430 16703 -

2 Seksindustrie
Tsjechië kent bordelen, maar er vindt veel prostitutie plaats op straat en langs de autobanen, veelal bij de Duitse grens. Ook jonge meisjes worden aan de kant van de weg opgepikt door vrachtwagenchauffeurs.

3. Beschikbaarheid van minderiarigen

Bijlage 4 / pag. 41





Kinderarbeid is in Tjechie aanwezig. 183.200 jongeren tussen 15 en 19 jaar zijn economisch actief. (ILO, Yearbook of Labour Statistics, 1999

4. Kwaliteit van bestuur.
Sinds de scheiding van Slowakije in 1993 is Tsjechië een parlementaire republiek met een tweekamer parlement. (staatshoofd: Vaclav Havel, regeringsleider: Milos Zeman).
Roma worden slecht behandeld door de autoriteiten. Het VN- Comité inzake de Uitbanning van Rassendiscriminatie is bezorgd over het toenemend aantal racistische aanvallen op minderheidsgroepen, met name de Roma en het gebrek aan optreden hiertegen. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): Nr. 47, 2001 CPI Score: 3.9

Kindersekstoerisme in Tsjechië


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Sinds 1997 is er een flinke toename van de grensprostitutie en kinderpornografie bij de Duitse grens. Er zijn bijvoorbeeld 200 bordelen in Dubi, een klein grensplaatsje. De meeste daders komen uit Duitsland. In veel gevallen zijn het ouders of familieleden, of georganiseerde benden, die de kinderen overgeven voor seksuele doeleinden. Vaak wordt het geld gebruikt ter ondersteuning van het gezin. De handelingen worden soms gefilmd zodat dit materiaal ook weer geld oplevert. Doordat toeristen bereid zijn twee keer zoveel te betalen als het zonder condoom gebeurt, zijn er ook veel tienerzwangerschappen. Het kindersekstoerisme in Tsjechie is nauw verbonden met child trafficking. Het land staat bekend als " a source, transit, and destination country for trafficking in persons from the former Soviet Union, Africa, Asia, and the Middle East. Czech women and girls are trafficked to Western Europe, such as to Germany ". (US Dept of State, Human Rights Report, 2000) "In the Czech Republic, the growing organised crime networks have engaged in the trafficking cking of young women into Western Europe, especially to Germany, Italy, Netherlands and Greece. The operabon uses Slovakia as a'transit country. " (CATW Fact Book, citing "Highway to prostitution", The Euroreporter, 1995)

b. wetgeving:
Iedere seksuele handeling met kinderen jonger dan 15 is illegaal.

c. wetshandhaving:
De politie is op bepaalde plekken wel intensiever aan het controleren. Toch lijkt de overheid de kinderprostitutie niet erg serieus te nemen. De Tsjechische en Russische maffia beheersen de prostitutie in het land. Een samenwerkingsproject tussen de Duitse regering, de provincies Bavaria en Saxony zijn in samenwerking met NGOs bewustwordingscampagnes gestart voor lokale bevolking en toeristen. Samenwerking tussen de politie is ook geïntensiveerd.

d. daders:
Veel daders komen uit Duitsland, maar ook andere Europese vrachtwagenchauffeurs of toeristen maken gebruik van de meisjes langs de kant van de weg.

e. Slachtoffers
De slachtoffers tussen de 0 en 18 jaar komen meestal uit arme en conflictgezinnen, met name van de Regrensis regio. Het betreft met name jonge meiden, veel van zigeunerafkomst.

f. oorzaken:
Armoede en familiedruk spelen een belangrijke rol.

Acties

1. landelijk:
In het Nationale Actieplan van juli 2000 zet de Tsjechische regering een aantal concrete doelen neer: het verbeteren van de wetgeving, samenwerking op het terrein van onderwijs en preventie, vervolging effectueren, slachtofferhulp en rehabilitatie verbeteren. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken organiseerde een rondetafeldebat over vrouwen- en kinderhandel. Desondanks klagen NGOs over gebrek aan samenwerking met de regering en de kerken op dit terrein. Het probleem van de gedwongen prostitutie, handel en seksueel misbruik wordt onvoldoende serieus genomen. Er is wel samenwerking op gang gekomen tussen Tsjechië en Duitsland over de grensproblematiek.

Bijlage 4 / pag. 42





Een ontwerpwet inhoudende nieuwe maatregelen voor een meer efficiënte bescherming van kinderen tegen pornografie en handel is aangenomen in juni 2001.
2. ECPAT: heeft actieve contacten in Tsjechië.


* Enquéte
Geen vragenlijst beschikbaar.

Bronnen

- UNICEF State of the World's children
- Amnesty International, jaarboek 2001
- CRC info

- atlas, reisgidsen: Lonely Planet
- Five Years After Stockholm, ECPAT
- www.childhood.com, Tsjechië
24 RUSLAND _j

Hoofdstad: Moskou
Aantal inwoners: 146,9 miljoen

1. Reizigers
Toeristen komen met name naar Rusland voor steden zoals Moskou en St Petersburg. Het aantal toeristen dat Rusland bezoekt is lager dan de overheid wenst. In 2000 waren er 6.8 miljoen bezoekers, waarvan tweederde uit de voormalige Sovet republieken. Het andere derde deel besteedde US$ 374 miljoen gedurende hun reis in Rusland. Er gelden visa-regelementen voor de meeste landen. Het aantal toeristen vanuit Nederland (ANVR cijfers vliegreizen, cumulatief zomerseizoen, 1/4 t/m 31/10): 1995 Moskou: 1066, Overig Rusland: 2019
1996 1142 669
1997 - -
1998 - 1030
1999 - -
2000 - 305

2 Seksindustrie
De seksindustrie in Rusland is levendig. De economische teruggang is met name voor vrouwen hard geweest: 70% van de geregistreerde werklozen zijn vrouwen. Veel vrouwen zien het werken in de prostitutie als een overlevingsmanier voor henzelf en hun gezin. De politie is terughoudend om in te grijpen, deels omdat ook de overheid aan de praktijken verdient, en deels omdat ook werknemers van de autoriteiten zelf van de business gebruik maken. HIV/Aids is een groeiend probleem onder de Russische bevolking, met name onder prostituees en drugsgebruikers.

3. Beschikbaarheid van minderiarigen
Het land verkeert al jaren in economische malayse, ondanks de aanwezige natuurlijke bronnen. De overgang naar een markteconomie gaat niet zonder problemen. Er zijn sociale, juridische, structurele, militaire en milieu problemen, voorts inflatie, werkloosheid en prijzen die steeds hoger worden. Dit gaat samen met huisvestingsproblemen, georganiseerde criminaliteit en corruptie. Zo'n 50 miljoen Russen leven onder het minimum van 980 roebels (US$ 33) per maand. Het is moeilijk de kinderarbeid situatie in Rusland te beschrijven, omdat het land constant heeft blootgestaan aan veranderingen. Alhoewel een studie (1993) van Valery Mansurov voor de International Labour Organisation uitwees uit dat een vijfde van de ouders op de hoogte was van arbeid verricht door hun kinderen. Sommige kinderen waren pas 9 jaar oud. Het werk wat zij deden verschilde nogal; straathandel was het meest voorkomende..(Hobbs, MeKechnie, Lavalette, 1999: 206)

4. Kwaliteit van bestuur.
De Russische Federatie bevat 21 voormalige Sovietrepublieken. De president beschikt over veel macht, is ook commandant van het leger. Hij wordt gekozen voor vier jaar en benoemt de minister president en de belangrijkste ministers. Staatshoofd: Vladimir Poetin, regeringsleider: Michael Kasjanov Het jaar 2001 kenmerkte zich door aanhoudende politieke en economische instabiliteit en algemene minachting van de rechtsorde. Mensenrechtenschendingen vinden nog steeds plaats, met name in Tsjetsjenië. 2001 Corruption Perception Index (Transparency International): 79 (2001 CPI score: 2.3)

Bijlage 4 / pag. 43



Kindersekstoerisme in Rusland


* Literatuuronderzoek.

a. situatie:
Rusland heeft een lange geschiedenis van kinderprostitutie. Zo zijn in 1925/1926 in Leningrad veroordelingen uitgesproken in relatie tot kinderprostitutie. De VN Special Rapporteur on the safe of children, child prostitution and child pornography' bezocht Moscow en St. Petersburg in oktober 200. In haar rapport schrijft ze dat kinderprostitutie een groter probleem lijkt dan handel in kinderen in Rusland en dat wanneer een kind eenmaal verstrikt is in de prostitutie de maffia hem of haar controleert. In Moskou worden kinderen vanaf 8 jaar al gedwongen in kelders seks te hebben met volwassenen.
Het noordwesten is het meest toegankelijke deel van het land voor daders uit West Europa. Kinderen en vrouwen uit Rusland en andere omliggende landen worden ook naar West Europa gehaald. Er is onderzoek gedaan in Sint Petersburg, Viborg, Sortavala en Petrovosk. Interviews met experts (van onderwijsinstellingen, politie, maatschappelijk werk, maar ook hoteleigenaren, journalisten, prostituees e.d.) zijn gehouden. Het totaal aantal zaken waarbij het ging om kinderprostitutie door buitenlandse kopers bij dit onderzoek is 41, meer dan 5/6 daarvan betreft meisjes, 32% is jonger dan 14. Ook is een tendens tot groei van seksuele delicten te zien onder jonge mannen. Het rapport vermeldt ook dat met name St. Petersburg in toenemende mate een kindersekstoerismebestemming is geworden voor Scandinavische landen, en constateert een flinke toename in de exploitatie van minderjarigen voor het maken van pornografische films, die soms worden verspreid via het internet.

b. wetgeving:
Wetgeving betreffende seksueel misbruik van kinderen is aanwezig, maar is onvoldoende en wordt niet nageleefd. In het rapport van de Special Rapporteur staat dat wanneer een kind ouder dan 14 is, kinderprostitutie niet wordt gezien als strafbaar feit tenzij er sprake is van geweld.

c. wetshandhaving:
Deze ontbreekt het vaak. Ook worden feiten verzwegen door de verantwoordelijke autoriteiten. Kinderprostitutie bestaat volgens hen dus niet in Rusland. De politie is terughoudend om in te grijpen, deels omdat ook de overheid verdient aan dit soort praktijken of illegale praktijken die ermee samenhangen en deels omdat ook werknemers van de autoriteiten zelf van de business gebruik maken.

d. daders:
De meest frequente groep daders bestaat met name in Noord west Rusland uit Russen zelf. Van de buitenlandse cliënten vooral Finse mannen, voorts Zweden, Duitsland, en mannen uit andere Europese landen en VS. Ook worden Afrikaanse landen genoemd, Turkije, Arabische landen, India, Iran en Japan. Door de kinderen worden ook genoemd: Australiërs, Canadezen en Maleisiërs. Voormalige USSR landen: Azerbeidjaan, Georgië, Tajikistan en Uzbezikstan.
Contacten met de minderjarigen vinden plaats op verschillende manieren: individueel, via tussenpersonen of pooiers, soms is er een organisatie of netwerk bij betrokken. De meest makkelijke manier voor buitenlanders om met prostituees in contact te komen is langs de snelwegen, vaker worden ook hotelmedewerkers of barpersoneel gevraagd naar mogelijkheden.

e. Slachtoffers
In de meeste studies wordt melding gemaakt van meisjes, leeftijd: vanaf 9/10 jaar. De Russische politie meldt een aantal van 57.200 straatkinderen en jongeren. Andere schattingen hebben het over 200.000 à 300.000. Veel van deze kinderen zien het verrichten van seksuele handelingen als een manier om te overleven of aan hun verslaving te voldoen. (child-hood.com)

f. oorzaken:
Armoede, alcohol- of drugsverslaving, soms van de ouders.

Acties

1. landeliik:
Seksueel misbruik door buitenlanders krijgt momenteel niet veel aandacht van sociale instellingen of onderzoekers. Meer onderzoek en aandacht lijkt nodig.
2. ECPAT:
In Rusland is het Institute of Teenagers' in St Petersburg een affiliate' van ECPAT.


* Enquéte

Geen vragenlijst beschikbaar.

Bijlage 4 / pag. 44



De concluding observations' van het Comité inzake de Rechten van het Kind (1993 en 1999) richten zich met name op seksueel misbruik binnen het gezien, inclusief huiselijk geweld. Daarnaast spreekt het Comité in 1999 wel haar zorg uit over onvoldoende wetgeving, beleid en programma's ter bescherming van commercieel seksueel misbruik van kinderen en pornografie. Kindersekstoerisme wordt in de rapporten van de regering, van de NGOs en in de reactie van het Comité niet genoemd, maar wel de groei van handel in met name jonge meisjes voor seksuele doeleinden.
De 'VN Special Rapporteur on the sale of children, child prostitution and child pornography' bezocht Moscow en St. Petersburg in oktober 2000. In haar rapport schrijft ze dat kinderprostitutie een groter probleem lijkt dan handel in kinderen in Rusland en dat wanneer een kind eenmaal verstrikt is in de prostitutie de maffia hem of haar controleert. In Moskou worden kinderen vanaf 8 jaar al gedwongen in kelders seks te hebben met volwassenen. De Special Rapporteur zet de regering ook aan tot directe maatregelen; hét maken en implementeren van een nationaal plan van actie, een kinderombudsman die toeziet op seksuele exploitatie van kinderen als een van de hoofdzaken, een bewustwordingscampagne over kinderprostitutie rond spoorwegen en hotels, en de aanpak van kinderpornografie.

Bronnen - UNICEF State of the World's children, Transparency International
- CRC, atlas, reisgidsen: Lonely Planet
- Amnesty International, jaarboek 2001
- Five years After Stockholm, ECPAT, 2001
- Gurvich I.N., Report 'Child Prostitution and Involvement of Foreigners in Northwest Russia', Information of the Nordic Council Ministers in Saint Petersburg, Russian Academy of Science, Saint Petersburg Branch Institute of Sociology, Saint-Petersburg 2000.
- Informatie Focal Point, NGO Group on the Convention on the Rights of the Child.
- www.child-hood.com, Rusland

Bijlage 4 1 pag. 45



Bijlage 5: Samenstelling begeleidingscommissie

mw. dr. M.J.M. Brand-Koolen voorzitter

mw. dr. M.M.J. Ooyen-I-louben Ministerie van Justitie WODC

mw. drs. M.J.G.M. van Oostveen Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd & Sancties Directie Preventie-, Jeugd- & Sanctiebeleid

dhr drs. A.W.M Eijken. Ministerie van Justitie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd & Sancties

Directie Preventie-, Jeugd- & Sanctiebeleid

mw. dr. M. Smit Ministerie van Justitie

Nationaal Rapporteur Mensenhandel

mw. M. van Zomeren Ministerie van Buitenlandse zaken

DMV/MR

dhr. mr. ir. G. de Vries Lentsch ANVR/VRO

dhr. drs.T. Noten ECPAT

mw. mr. A. Goes TransAct

Bijlage 5 / pag. 1