Ministerie van Justitie
Persbericht ministerraad
22 november 2002
CATEGORIAAL BESCHERMINGSBELEID VOOR ASIELZOEKERS UIT CENTRAAL-IRAK
Voor asielzoekers die geboren zijn in Centraal-Irak zal een categoriaal beschermingsbeleid worden gevoerd. Het vertrekmoratorium dat gold voor uitgeprocedeerde afgewezen asielzoekers uit Centraal- Irak wordt daarmee beëindigd. De ministerraad heeft ingestemd met dit voorstel van minister Nawijn van Vreemdelingenzaken & Integratie en minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken.
Tot nu toe werd voor Centraal-Irakezen geen categoriaal beschermingsbeleid gevoerd, omdat het,
gezien de situatie in Noord-Irak, redelijk was om Noord-Irak als verblijfsalternatief aan te wijzen. De
Noord-Iraakse partijen (de KDP en de PUK) hebben aangegeven positief te staan tegenover vrijwillige
terugkeer van afgewezen Iraakse asielzoekers. Met betrekking tot asielzoekers afkomstig uit Centraal-
Irak stelde de KDP zich sedert april dit jaar op het standpunt dat zij niet toegelaten zullen worden tot
KDP-gebied. De PUK heeft onlangs ook aangegeven dat personen die niet afkomstig zijn uit Noord-
Irak niet terug kunnen keren naar Noord-Irak. Nu het verblijfsalternatief niet meer bereikbaar is, kan
het verblijfsalternatief bij de toelatingsvraag van asielzoekers afkomstig uit Centraal-Irak niet meer
worden tegengeworpen.
Het beleid in de overige landen van de Europese Unie heeft altijd enigszins afgeweken van dat van
Nederland. Er is tot op heden geen land geweest dat, zoals Nederland, een verblijfsalternatief heeft
tegengeworpen aan alle uitgeprocedeerde afgewezen asielzoekers afkomstig uit Centraal-Irak. In
Duitsland is aan veel afgewezen Iraakse asielzoekers een Duldung verleend, in Engeland wordt aan
Centraal-Irakezen in het algemeen Exceptional Leave to Remain gegeven, Denemarken en Zwitserland
achten terugkeer alleen mogelijk indien de asielzoeker over banden beschikt met Noord-Irak. In
Noorwegen krijgen Centraal-Irakezen een voorlopige verblijfstitel op humanitaire grond.
RVD, 22.11.2002