Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Bovenregionaal vervoer gehandicapten

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DVVO/ZV-U-2336895

22 november 2002

Bovenregionaal vervoer gehandicapten / Wvg-protocol In vervolg op mijn brief van 10 september 2002 over de verlenging van het contract met ConneXXion inzake het bovenregionaal vervoer voor gehandicapten, genaamd TraXX, (kenmerk DVVO/ZV-U-2309140) bericht ik u het volgende.

Per 1 oktober jl. is de overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden en ConneXXion NV verlengd en op onderdelen aangepast. Van belang is met name de bepaling dat TraXX (de dienst van ConneXXion) per 1 oktober jl. verantwoordelijk is voor het vervoer van gehandicapten over een afstand van meer dan 5 zones vanaf het woonadres. Bij het opstellen van deze bepaling is aangesloten bij het gestelde in het Protocol Wvg, dat op 25 maart jl. is ondertekend door de toenmalige Minister van SZW, de VNG en de gebruikersorganisaties. In dit Protocol wordt ervan uitgegaan dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het vervoer van de in de gemeente wonende gehandicapten tot een maximum van 5 OV-zones vanaf hun woonadres.
Sinds begin oktober bereikten mij,onder meer via de gebruikersorganisaties, berichten dat gehandicapten vergeefs een beroep deden op TraXX om vervoerd te worden over een afstand korter dan 5 OV-zones vanaf hun woonadres. Dit bleek zijn oorzaak te vinden in het feit dat nog niet alle gemeenten de grens van vijf OV-zones hanteren, terwijl TraXX deze grens, overeenkomstig de bepaling in het contract, wel aanhoudt.

Ik achtte het niet acceptabel dat gehandicapten van het noodzakelijke vervoer verstoken blijven en heb, om het acute probleem op te lossen, 14 oktober jl. met ConneXXion afgesproken dat TraXX tot 1 januari 2003 ten laste van mijn begroting het hiaat tussen de bepaling in het contract en de feitelijke situatie opvult in die gemeenten die de vijf-zones-grens nog niet hanteren.
Ik heb op 5 en 20 november jl. met de VNG bestuurlijk overleg gevoerd over een gezamenlijke oplossing van deze problematiek. Na gezamenlijke inventarisatie van de beschikbare gegevens is gebleken dat in circa 200 gemeenten de vijf-zones-grens reeds wordt gehanteerd. Van de overige gemeenten heb ik met name gekeken naar die gemeenten waarvoor TraXX gedurende de maand september 2002 meer dan 80 ritten van minder dan 6 zones van het vertrekadres had verzorgd. Deze zijn telefonisch geïnterviewd.
Daaruit is gebleken dat het merendeel van deze gemeenten naar verwachting per 1 juli 2003 de 5-zonegrens geïmplementeerd zal hebben. Hoewel de resultaten van deze inventarisatie tentatief zijn meen ik dat kan worden vastgesteld dat gemeenten van goede wil zijn hun beleid op dit punt aan te passen. Met de VNG is afgesproken dat dit overzicht op korte termijn volledig moet worden. Deze inventarisatie kan er mede toe dienen in kaart te brengen in welke gemeenten na 1 januari a.s. TraXX (nog) vervoer moet bieden op korte afstanden. De VNG zal haar mogelijkheden tot het uiterste aanwenden om haar leden aan te sporen op korte termijn de 5-zonegrens te implementeren. Ik heb mij bereid verklaard met TraXX overeen te komen dat zij voorzover nodig- dit vervoer blijven bieden tot 1 juli 2003. Mochten zich na die datum nog problemen voordoen, dan ben ik in uitzonderlijke gevallen bereid in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen.

Verder heb ik op 19 november met gebruikersorganisaties uitgebreid gesproken over de situatie van het bovenregionaal vervoer en wat hun indruk is van de wijze waarop gemeenten het protocol oppakken. Ik heb in dat overleg toegezegd om vooruitlopend op de monitor van het protocol, waarin ook de financiële gevolgen worden meegenomen - via een quick scan een eerste indicatie te verkrijgen van de stand van zaken rond de implementatie van het protocol bij gemeenten en de ervaringen van gebruikers. De resultaten van deze quick scan zullen naar verwachting begin 2003 beschikbaar zijn. Ik streef ernaar de gegevens uit deze quick scan op het punt van bovenregionaal vervoer en de 5 zones-grens nog eerder beschikbaar te hebben.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp