Acrylamide in voedingsmiddelen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGB/VL 2336768
22 november 2002
In mijn brieven van 26 april j.l. (kamerstuk 26 991, nr. 65) en van 3
juli j.l. (kamerstuk 26 991, nr 72) heb ik u mede namens de minister
van LNV, geïnformeerd over de bevindingen van een Zweeds onderzoek
naar het voorkomen van de stof acrylamide in levensmiddelen en de
ontwikkelingen die daarop gevolgd zijn.
Via deze brief wil ik u informeren over de laatste ontwikkelingen op
dit gebied en in het bijzonder over de verdere onderzoeken door en in
opdracht van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). De VWA heeft mij
daarvan in een tussenrapportage over het onderzoek naar acrylamide in
levensmiddelen op de hoogte gesteld en mij in die tussenrapportage van
advies gediend.
Ik verwijs voor de laatste ontwikkelingen en onderzoeksresultaten
kortheidshalve naar de bijgesloten tussenrapportage van de VWA.
Ten aanzien van het advies van de VWA kan ik u mededelen dat ik dit advies onverkort overneem. In het bijzonder betekent dit dat er geen reden is om het in de eerdere brieven genoemde voedingsadvies met de nadruk op een gevarieerde voeding met voldoende groente en fruit en een beperkte consumptie van vette levensmiddelen, aan te passen. De komende tijd zullen in het onderzoek naar het achterhalen hoe acrylamide ontstaat en teruggedrongen kan worden ook de in de tussenrapportage genoemde producten worden betrokken.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Acrylamide in voedingsmiddelen 1. Acrylamide in voedingsmiddelen
Kamerstuk, 22-11-2002
Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=18748 .