Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Postbus 20018 Telefoon (070) 333 44 44 2500 EA DEN HAAG Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk W&I/IBA/2002/90125

Onderwerp Datum Vragen kamerlid Vendrik over de 22 november 2002 aanbesteding reïntegratietrajecten UWV
Hierbij ga ik in op de vragen die het kamerlid Vendrik, mede namens mevrouw Noorman- den Uyl, bij de regeling van werkzaamheden d.d. 20 november jongstleden heeft gesteld. In de Invoeringswet SUWI is geregeld dat de reïntegratie van uitkeringsgerechtigden door private partijen wordt uitgevoerd. Hiermee wordt beoogd door middel van marktwerking een effectief reïntegratieresultaat te bereiken tegen een efficiënte prijs. Ik acht het van belang dat de aanbestedingsprocedure reïntegratiebedrijven de juiste prikkels geeft om deze doelen te bereiken. Dat gaat niet op stel en sprong. Het benutten van een concurrerende reïntegratiemarkt is een zorgvuldig proces waarmee in 2000 is begonnen. De aanbestedingsprocedure 2003 is een vanzelfsprekende volgende stap in dit proces. Deze gaat binnen twee weken van start. Ik acht het van belang dat het UWV bij het vaststellen van het bestek voor de komende aanbestedingsprocedure rekening houdt met mijn visie. Daarom heb ik in een eerder stadium mijn wensen aangegeven. Essentieel in de komende aanbestedingsprocedure is dat er, in lijn met de voorstellen van de RWI, niet meer op basis van producten, maar op basis van de resultaten van trajecten wordt afgerekend. Over mijn reactie op de voorstellen van de RWI wordt de Tweede Kamer overigens een dezer dagen per separate brief geïnformeerd.
In 2002 is door het UWV goede ervaring opgedaan met volledige resultaatfinanciering voor enkele doelgroepen. Het lijkt heel wel mogelijk het percentage trajecten waarvoor volledige resultaatfinanciering gaat gelden, verder toe te laten nemen. Dit omdat reïntegratiebedrijven in de praktijk voor verschillende doelgroepen een gelijksoortige werkwijze kunnen hanteren. Om te voorkomen dat reïntegratiebedrijven liquiditeitsproblemen krijgen als gevolg van deze financieringswijze, zal het UWV een gedeelte van de trajectprijs op basis van een terugvorderbaar voorschot verstrekken.
Ten aanzien van de vraag over de scholing merk ik op dat ook in de nieuwe aanbestedingsprocedure vergoeding kan plaatsvinden en wel als onderdeel van de door de reïntegratiebedrijven te offreren trajectprijs. Door no cure-no pay-financiering zullen de




---

reïntegratiebedrijven geprikkeld worden om scholing effectief in te zetten. Dit ten dienste van de algemene doelstelling van het reïntegratiebeleid, namelijk de kortste weg naar werk. Voor de doelgroepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt ­ dit betreft 20 à 30% van de totale aanbesteding - geldt dat er specialistische producten en langere trajecten nodig zijn. Voor deze doelgroepen geldt, evenals in 2002, gedeeltelijke resultaatfinanciering. Circa 50% van de trajectprijs wordt op basis van inspanning vergoed en circa 50% op basis van resultaat.
Ik verwacht niet dat er ten opzichte van de huidige situatie een grotere mate van afroming zal plaatsvinden. Hiervoor zijn verschillende argumenten:
* reïntegratiebedrijven kunnen het zich niet veroorloven om alleen de direct te bemiddelen cliënten te selecteren, omdat daarmee de overeengekomen plaatsingspercentages niet worden gehaald. Afroming kan alleen maar lager zijn, aangezien de in dit en eerdere jaren gerealiseerde plaatsingspercentages immers als bodem zullen worden gehanteerd;
* contracten voor cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt worden niet op basis van volledige resultaatfinanciering afgesloten;
* de aanbestedingsprocedure wordt in 2003 zodanig ingevuld dat cliënten die in eerste aanleg niet door een reïntegratiebedrijf geholpen kunnen worden, zo snel mogelijk worden teruggemeld en gescreend teneinde nieuwe reïntegratiekansen te bieden. Vanzelfsprekend heeft dit tot gevolg dat de prijs voor succesvolle trajecten omhoog gaat als gevolg van een risico-opslag voor niet-succesvolle trajecten. Echter de prijs van de niet- succesvolle trajecten zal meer dan evenredig dalen. Per saldo betekent dit een besparing in die zin dat de gemiddelde prijs per gestart traject afneemt. De gevolgen voor de prijzen en resultaten van deze aanbestedingsprocedure en de effecten op de markt voor reïntegratiebedrijven worden door mijn ministerie en het UWV voortdurend gevolgd. Ik zal de Tweede Kamer hiervan via de reguliere verantwoordings- trajecten op de hoogte houden. Ten einde marktconforme prijzen tot stand te laten komen, vindt er in 2003 ieder kwartaal een aanbesteding plaats. Dit heeft als bijkomend voordeel dat er gedurende het jaar aanpassingen van de aanbestedingsprocedure mogelijk zijn. Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Noorman-den Uyl merk ik het volgende op: er is geen sprake van een fundamentele beleidswijziging. De aanbesteding, zoals nu door het UWV uitgevoerd, past geheel in lijn met de in het kader van SUWI vastgestelde regelgeving. Het bekend maken van de aanbesteding zal overigens eerst na 26 november a.s. plaatsvinden.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)