NS voert boventoon in Kamervragenindex
DEN HAAG, 20021126 -- Van de zes Kamervragen die Roelf Hendrick de Boer afgelopen week ontving, hadden er vier te maken met treinverkeer of met de Nederlandse Spoorwegen. Kamerlid Gerkens van de SP vroeg hoe de minister denkt over het verzoek van consumentenorganisaties om een onderzoek naar de herfstchaos bij de NS en om genoegdoening voor de vaste reizigers. Hij wilde bovendien weten wat de mening van De Boer is over de aanpak van de NS van het probleem met de vlakke wielen.
Gerkens stelde ook een vraag over het bericht dat machinisten het eerste kwartier na een ongeluk of technische storing niet naar de bijsturingsdienst mogen bellen. PvdA-Kamerlid Dijksma voelde de minister aan de tand over een mogelijke oplossing voor doorglijdende treinen op gladde sporen, naar aanleiding van een treinongeluk in Enschede. Kamerlid Alblas (LPF) stelde vragen over de mishandeling van twee personen in de Zoetermeerlijn en mogelijkheden om de veiligheid op deze lijn te verbeteren.
Deze laatste vraag werd niet alleen gesteld aan De Boer van Verkeer en Waterstaat maar ook aan Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hiermee kwam het weektotaal van Johan Remkes op het recordaantal van 10 Kamervragen. In de eerste week van oktober scoorde hij 9 punten. Deze weekscore is door geen één minister overtroffen, zelfs niet door Donner die het totaalklassement aan blijft voeren en ook nu nog precies 10 punten voor ligt op Remkes. De vragen aan Remkes gingen onder meer over de klokkenluidersregeling, over de brandveiligheid van papieren versieringen en over het wereldwijd aftappen van internetverkeer door de VS. De PEX sloot af op 53 punten; een stijging van 76,7 procent ten opzichte van de week ervoor.
Na Amsterdam heeft Den Haag nu ook zijn eigen officiële exchange index. In de vorm van de Parlementaire Exchange Index (PEX Index) wordt wekelijks bijgehouden hoeveel officiële Kamervragen er gesteld worden en aan wie. Het aantal punten geeft een indicatie van de bedrijvigheid in het parlement dan wel van de onduidelijkheden in het beleid. Naast het weektotaal wordt ook per minister bijgehouden hoeveel vragen hij voorgeschoteld krijgt.