Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2002-264

Den Haag, 27 november 2002

Douaneverdrag tussen Nederland en Kazachstan ondertekend

Op 27 november 2002 is een douaneverdrag ondertekend tussen Nederland en de Republiek Kazachstan. De ondertekening vond plaats ter gelegenheid van het bezoek van President Narzabayev aan Nederland. Het verdrag is voor ons land ondertekend door Minister van Buitenlandse Zaken De Hoop Scheffer en namens de Republiek Kazachstan door de Chairman of the Customs Control Agency, de heer B.M. Saparbayev.

Het verdrag biedt een juridische basis voor een nauwere administratieve samenwerking tussen de douanediensten van beide landen. Hiermee wordt de voor de nationale douanewetgeving kenmerkende territoriale beperktheid doorbroken. De beoogde samenwerking betreft zowel het toezicht op de juiste naleving van de douanewetgeving als het voorkomen, opsporen en bestrijden van inbreuken op die wetgeving. Hierbij staat het tegengaan van douanefraude door snelle en efficiënte informatie-uitwisseling voorop. Verder voorziet het verdrag in wederzijdse bijstand bij het innen van douaneschulden.

De overeenkomst is geënt op een binnen de Wereld Douane Organisatie ontwikkeld modelverdrag dat voor alle leden van deze organisatie als uitgangspunt dient voor onderhandelingen bij het sluiten van douaneverdragen voor wederzijdse administratieve bijstand.

Het verdrag met Kazachstan bakent de verschillende overheidsdiensten die met elkaar kunnen samenwerken af. In Nederland zijn naast de douane ook andere diensten die in het kader van de douanewetgeving in brede zin actief zijn, zoals FIOD-ECD en de AID. Verder bevat het de definitie van een aantal vormen van samenwerking. Zo is onder andere geregeld welk gebruik van de gegevens kan worden gemaakt en de voorwaarden waarop en waaronder ambtenaren in de andere staat aanwezig mogen zijn. Ter voorkoming van misbruik van informatie bepaalt het verdrag dat de staat die de informatie ontvangt daaraan hetzelfde niveau van bescherming en vertrouwelijkheid moet bieden als aan soortgelijke informatie van de eigen administratie.

De samenwerking in dit verdrag beperkt zich uitdrukkelijk tot administratieve (bestuurlijke) bijstand en bestrijkt dus niet het terrein van de internationale rechtshulp in strafzaken. Het gaat primair om het verzamelen van informatie omtrent het verloop van de internationale goederenstromen. Wanneer zich een vermoeden van onregelmatigheden voordoet kan de douaneadministratie van het andere land verzocht worden om bijstand voor nader onderzoek.

Nadat de Raad van State advies heeft uitgebracht zal het verdrag ter goedkeuring aan de Staten-Generaal worden voorgelegd. Naar verwachting zal het verdrag in de loop van 2003 in werking kunnen treden.