Ministerie van Financiën

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal

Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

29 november IRF 2002-01041 M 2002

Onderwerp

Onderuitputting FES

Tijdens de behandeling van de begroting OCW rezen er bij enkele leden van uw Kamer vragen over mogelijke onderuitputting bij de middelen die in het Fonds Economische Structuurversterking (FES) zijn gereserveerd voor Kennisinfrastructuur. Ook de motie Joldersma (28600 VIII, nr 75) spreekt van mogelijke onderschrijding op ICES-KIS middelen.

Het FES is een begrotingsfonds dat wordt beheerd door de ministeries van Economische Zaken en van Financiën. Het doel van het FES is een deel van de aardgasbaten en de rentevrijval als gevolg van de verkoop van staatsdeelnemingen in te zetten voor investeringen in de Economische Structuur van nationaal belang. Een begrotingsfonds is bij uitstek geschikt voor de financiering van investeringsprojecten. Een fonds biedt de mogelijkheid om niet-bestede middelen als gevolg van vertragingen door te kunnen schuiven over jaargrenzen en om fluctuaties in de ontvangsten te kunnen opvangen zonder gevolgen voor de uitgaven.

Uitgaven worden als volgt uit het FES gefinancierd. Als een project FES-waardig wordt geoordeeld, schrijven de FES-beheerders een toezeggingsbrief waarin het totale bedrag voor het project wordt vastgesteld. Het departement dat verantwoordelijk is voor uitvoering van een FES-project vraagt jaarlijks de kasmiddelen op die nodig zijn voor de uitvoering van het project. Als een project vertraging oploopt, dan schuiven de middelen die voor het project gereserveerd zijn in het FES door naar volgende jaren. Met andere woorden, het totaalbedrag dat voor een project beschikbaar is, blijft in tact. Van onderuitputting in een bepaald jaar is bij FES gefinancierde projecten geen sprake.

Pas tegen het eind van een project kan vastgesteld worden of sprake is van onderuitputting. Dat is het geval indien aan het eind van de rit blijkt dat er minder geld benodigd en opgevraagd is voor de uitvoering van een project dan aanvankelijk werd geraamd.

Bij de Kennisimpuls in 1998 is door het toenmalige kabinet ¤ 1,0 mld binnen het FES gereserveerd voor investeringen in de kennisinfrastructuur voor de periode tot met 2010 (kamerstuk nr 25017, nr 11). Van dat bedrag is ¤ 211 mln bestemd voor ICES-KIS 2 projecten. De projecten die zijn geselecteerd voor de ICES-KIS 2 ronde zullen naar nu verwacht wordt tot en met 2003 blijven lopen. Over het verloop van deze projecten bent u geïnformeerd bij brief van 8 april 2002 (Kamerstuk 25017 nr 41). Zoals ik uw kamer reeds liet weten bij de behandeling van de begroting van Economische Zaken is er vooralsnog geen reden om aan te nemen dat de ICES-KIS 2 projecten onderuitputting zullen kennen.

Ten aanzien van de motie Joldersma merkt ik volgende op. Als de middelen die bestemd zijn voor ICES-KIS in een jaar niet tot uitgaven komen, kunnen deze niet ingezet worden voor een ander doel buiten het FES. Gebeurt dat wel, dan betekent dit feitelijk een bezuiniging op ICES-KIS middelen, aangezien deze middelen het volgend jaar niet meer beschikbaar zijn voor ICES-KIS.

DE MINISTER VAN FINANCIEN