Gemeente Alkmaar


Inspraak Startnotitie Integraal veiligheidsplan 2003

Hieronder vindt u de Startnotitie Integraal Veiligheidsplan 2003. Als u opmerkingen heeft, dan kunt u uw reactie tot en met 27 december 2002 sturen naar de Gemeente Alkmaar, afdeling Bestuurszaken, team OOV, Postbus 53, 1800 BC Alkmaar. U kunt uw reactie ook mailen naar: post@alkmaar.nl onder vermelding van de voornoemde afdeling.

Voor vragen of een toelichting kunt u bellen met nummer 072-5489003.

Samenwerken aan een veiliger stad


1. INLEIDING
In Alkmaar staat de kwaliteit van het samen wonen en samen leven hoog op de agenda. Er is in Alkmaar geen plaats voor agressie en geweld. De realiteit is echter weerbarstig. Vandaar dat een beleid nodig is van stimulering van gewenst gedrag en het voorkomen en corrigeren van onmaatschappelijk gedrag.

Over dit plan
Dit plan is een uitvloeisel van de hoofdlijnennota Samenwerken aan een veiliger stad, plan tot verbetering van het integraal veiligheidsbeleid (gemeente Alkmaar, januari 2002). Het is de eerste in een reeks jaarlijkse integrale veiligheidsplannen. Met dit plan geeft het gemeentebestuur inhoud aan haar coördinerende rol in het veiligheidsbeleid. Het plan bevat een globaal beeld van de veiligheidssituatie in Alkmaar en haar wijken en de ontwikkelingen die zich daar in voordoen. In die zin kan het plan worden gezien als een kadernota.
Er zijn een aantal prioriteiten gekozen. Dat zijn problemen die met verhoogde inzet zullen worden aangepakt. Daarvoor zijn zogenoemde "speerpunten" van beleid benoemd. Voorts wordt een overzicht gegeven van de overige beleidsmaatregelen die in de stad worden toegepast.

Het Integraal Veiligheidsplan draagt bouwstenen aan voor de beleidsplannen van de Alkmaarse politie en van andere instanties. Daarnaast zijn ter uitvoering van het in dit plan vervatte beleid nog nadere collegebesluiten nodig, evenals afspraken met diverse instanties over de bijdrage die zij zullen leveren. Daarnaast blijft het nodig om de concrete veiligheids- en leefbaarheidsproblemen, die zich soms beperken tot bepaalde straten of buurten, zoveel mogelijk in het dagelijkse wijkgericht samenwerken op te lossen.

Algemene doelstelling
Dit plan is bedoeld om richting te geven aan het streven om van Alkmaar een veiliger stad te maken, zowel feitelijk als in de beleving van de burgers. Om te kunnen beoordelen of het ook echt veiliger wordt zijn een aantal maatstaven gekozen die een indicatie geven van "de mate van" veiligheid.
Het gaat om het geregistreerde jaarlijkse aantal geweldsdelicten,
-overlastmeldingen, -woninginbraken,

-vernielingen en -verkeersongevallen. Het streven is om deze aantallen omlaag te brengen.
Ook het moeilijk te beïnvloeden gevoel van veiligheid van de burgers moet verhoogd worden.
Daarnaast is het doel om de moeilijk in cijfers te vatten fysieke veiligheidsrisico's (zoals brandveiligheid en explosiegevaar) te verminderen

De versterking van het integraal veiligheidsbeleid Het integraal veiligheidsbeleid is een doorlopend proces dat is bedoeld om Alkmaar aantoonbaar veiliger te maken. De "vele gezichten" van onveiligheid vragen om een breed pakket van maatregelen gericht op de diverse specifieke problemen. Zoals gezegd geniet een beperkt aantal daarvan prioriteit, omdat die als het meest zorgelijk worden beschouwd. Het woord "integraal" wil zeggen dat veiligheidsproblemen het beste vanuit verschillende invalshoeken kunnen worden benaderd, met oog voor de context waarin ze bestaan. Van het bestrijden van problemen naar het voorkomen en beter beheersen. Al met al leidt dit plan tot een aanzienlijke intensivering van het veiligheidsbeleid, die recht doet aan de bedoelingen van het Collegeprogramma 2002-2006. Deze versterking van het stadsbrede veiligheidsbeleid is een extra steun in de rug van de partners in het wijkgericht samenwerken, die werken aan de dagelijkse zorg voor veiligheid in de wijken.

Veiligheid is vooral ook een zaak van eigen verantwoordelijkheid Alle beleid en goede bedoelingen ten spijt; de zorg voor veiligheid begint bij de eigen verantwoordlijkheid van de mensen die hier wonen, werken of de stad bezoeken. Want onveiligheid is geen natuurverschijnsel maar wordt grotendeels bepaald door het doen en laten van al die mensen. De eigen verantwoordelijkheid (wat kan iemand er zélf aan doen) loopt als een rode draad door het beleid.


2. HET VEILIGHEIDSBEELD VAN ALKMAAR IN EEN NOTEDOP Hoe veilig of hoe onveilig is het in Alkmaar? Daar is geen eenduidig antwoord op te geven . In principe is de kans dat iemand slachtoffer wordt van een misdrijf of een ongeval betrekkelijk klein. De relatieve veiligheid is daarentegen aan het afnemen, zoals blijkt uit de cijfers (zie de bijlage). Het meest zorgelijk is dat het gebruik van geweld nog steeds toeneemt. Dit is een ontwikkeling die zich bijna in het hele land voordoet.Ook het aantal bedreigingen en vernielingen neemt toe. Overlast blijft af en toe plaatselijk nog steeds zorgen voor grote ergernis Momenteel geldt dat met name voor de drugsgerelateerde overlast in de omgeving van deVest. De ernstiger vormen van jeugdoverlast zijn in vergelijking met vorige jaren afgenomen. De gegevens wijzen er op dat de verharding van de omgangsvormen in de samenleving, met name in de steden, niet aan Alkmaar voorbij gaat. Zo blijkt dat in Alkmaar de omvang van het slachtofferschap van een aantal delicten (zoals geweld en vernieling) het hoogst is van de G5 gemeenten (w.o. Zaanstad, Amersfoort en Emmen). Voorts moet worden vastgesteld dat vrij veel Alkmaarders zich niet veilig voelen in hun eigen stad. Dat zegt iets over het leefklimaat, zoals dat wordt ervaren.
Er zijn echter ook gunstige ontwikkelingen, zoals: de daling van het aantal woninginbraken en de daling van het geweld in de horeca. Ook positief is dat er een beter zicht is op de fysieke veiligheidsrisico's, een betere controle op de brandveiligheid van publieke ruimten en een up-to-date rampenbeleid.

Conclusie
We constateren dat de relatieve veiligheid in de stad onder druk staat door toenemende agressie en vernielzucht in het maatschappelijk verkeer. Tegelijkertijd eisen burgers van de overheid dat zij er alles aan doet om de openbare orde en veiligheid te handhaven. Veiligheid was hét hoofdthema van de afgelopen verkiezingen voor de gemeenteraad en de Tweede Kamer. In het Collegeprogramma 2002-2006 is dan ook een indringend "statement' over veiligheid afgegeven. Tijd dus, voor een stevige intensivering van het veiligheidsbeleid. Hiervoor wordt een aanzienlijke investering in extra middelen gedaan.


3. DE (STEDELIJKE) PRIORITEITEN VOOR HET JAAR 2003 Over een breed front wordt er door verschillende instanties gewerkt aan het voorkomen en bestrijden van de meest uiteenlopende veiligheidsproblemen . In het strategische veiligheidsbeleid is voor de komende jaren prioriteit gegeven aan het voorkomen en bestrijden van geweldscriminaliteit en overlast. De jeugd heeft hier in het bijzonder de aandacht, gezien het belang van preventie. In 2003 zal met verhoogde inzet worden gewerkt aan het voorkomen en bestrijden van de volgende specifieke problemen.

* Geweld op straat (mishandeling, zinloos geweld/uitgaansgeweld (alcohol)

* gewenst resultaat: aantal incidenten in 2003 met 10% terugdringen
* Straatberovingen met of onder dreiging van geweld (tasjesroof, PIN-pasjes, gsm-telefoons e.d.)

* gewenst resultaat: aantal incidenten in 2003 met 10% terugdringen
* Vernielingen

* gewenst resultaat: aantal incidenten in 2003 met 10% terugdringen
* Drugsoverlast centrum (omgeving Paardenmarkt, Molenbuurt)
* gewenst resultaat: de overlast van het gebruiken en dealen op straat terugdringen.

* Fysieke Veiligheid

* gewenst resultaat: betere brandveiligheid in publieke gebouwen en risicobeheersing

* Veiligheidsgevoel

* gewenst resultaat: het veiligheidsgevoel van de burgers met 5% verhogen

Deze prioriteiten zijn gekozen, omdat veiligheid in de openbare ruimte een basisvoorwaarde is voor een goed functioneren van onze stadssamenleving. In dat verband is het niet alleen van belang dat het feitelijk veilig is in de stad, maar ook dat dàt zo wordt ervaren door de burgers.


4. DE SPEERPUNTEN VAN HET BELEID
Met het oog op de hiervoor gestelde prioriteiten worden de volgende beleidsspeerpunten ingezet .

* intensivering van het stadstoezicht en een proef met cameratoezicht

* trekker: afdeling BZ

* herstructurering opvang en begeleiding van drugsverslaafden
* trekker: Sector MO, Brijderstichting

* gerichte aanpak van zogenoemde "veelplegers"
* trekker: openbaar ministerie/politie


* communicatiecampagne gericht op het veiligheidsgevoel van de burgers

* afd. Communicatie

a. Intensivering stadstoezicht en een proef met cameratoezicht Toezicht is door de preventieve werking die daarvan uitgaat en door de bijdrage die het levert aan de vergroting van het gevoel van veiligheid bij burgers een belangrijk instrument voor het realiseren van het veiligheidsbeleid. Toezicht betekent in essentie zichtbaar aanwezig zijn op straat, waarnemen, burgers wijzen op hun verantwoordelijkheid om bepaalde normen in acht te nemen en ongeregeldheden melden bij de politie. Het is dus een combinatie van preventief aanwezig zijn en concreet ingrijpen.

Alkmaar heeft sinds 1996 toezichthouders in dienst. Volgens het idee van het "gedifferentieerd toezicht" in een hand bij de politie is destijds bewust gekozen om deze mensen tezamen met de (toen gemeentelijke) parkeercontroleurs, gestoken in een politie-uniform, onder te brengen bij de politie. Dit principe werkt goed. De gewenste sterkte van 40 fte is echter nooit gehaald. De afgelopen jaren is de formatie gedaald tot 11 fte en nieuwe passende kandidaten zijn niet te vinden. De Afdeling Stadstoezicht nadert haar "kritische massa"! Duidelijk is nu dat de ID-regeling (waaruit de bestaande toezichthouders worden betaald) de gewenste groei van de afdeling in de weg staat. Daarom is besloten om uit eigen middelen te investeren in een kwalitatief hoogwaardig stadstoezicht van voldoende omvang. Daartoe wordt het volgende gedaan:

* De Afdeling Stadstoezicht wordt uitbreid met een aantal gediplomeerde beveiligingsmedewerkers.
Zij worden ingehuurd bij een erkend beveiligingsbedrijf en worden na screening gedetacheerd bij de politie, waar ze, net als de huidige toezichthouders, zoveel mogelijk zichtbaar op straat dienst doen.
De nieuwe mensen zullen vooral in de avonduren en soms ook voor bijzondere opdrachten worden ingezet. Vanwege hun hogere kwalificaties zullen ze, zo mogelijk, beperkte opsporingsbevoegdheid krijgen en het nieuw in te voeren wettelijke sanctiemiddel van de bestuurlijke boete mogen opleggen.
* Er komt een proef met preventief cameratoezicht op drie onveilige plekken in de binnenstad.
De precieze opzet wordt nader ingevuld. De camera's zijn bedoeld als aanvulling op en ondersteuning van de stadstoezichthouders en de politie. Zo krijgt het gedifferentieerd toezicht een nieuwe impuls.
Gericht toezicht is een belangrijk onderdeel in de strijd ten behoeve van de veiligheidsprioriteiten.

Voor het bovenstaande wordt door de gemeente voor 2003 en 2004 ¤ 250.000,-- extra geïnvesteerd.
c. Herstructurering opvang en begeleiding van verslaafden (w.o. strafrechtelijke opvang van verslaafden)
De overlast van drugsgebruikers en dealers op straat in de omgeving van de Vest en in de parkeergarage is flink toegenomen. Dit vraagt om een intensievere aanpak langs drie lijnen. In de eerste plaats een repressief optreden van de politie tegen criminelen (zie hierna). Ten tweede een betere begeleiding en (dag en nacht) opvang voor verslaafden. Ook het openbaar ministerie heeft de criminele verslaafden in beeld. Ten derde worden nut en noodzaak van een gebruikersruimte en/of medicinale verstrekking van heroïne onderzocht.

In het bijzonder wordt gelet op aspecten, zoals: de aanzuigende werking in de regio en de mogelijke hinder.

d. Gerichte aanpak "Veelplegers in het vizier"
Een proefproject waarbij veelplegers van criminele handelingen door middel van een cliëntvolgsysteem in de gaten worden gehouden en worden "tegengehouden" om opnieuw in herhaling te treden. Zij kunnen rekenen op een snelle vervolging door het openbaar ministerie. Ook is extra aandacht vanuit de reclassering nodig.

e. Intensieve voorlichtingscampagne
Naast toezicht is het voor het gevoel van veiligheid ook belangrijk dat mensen weten hoe de werkelijke situatie is en wat er door de overheid wordt gedaan om de openbare orde en veiligheid te handhaven. Gekozen wordt voor een doelroepgerichte communicatie, opgesplitst naar thema's of projecten waarbij steeds wordt gecommuniceerd met de meest betrokken doelgroepen.


5. WIJKVEILIGHEIDSPARAGRAFEN
Na het veiligheidsbeeld van de stad wordt nu de veiligheidssituatie in de 8 wijken onder de loep genomen. Want hoewel de veiligheidsproblematiek per wijk verschilt en het centrum een bijzondere plaats verdient, is een veilige stad een optelsom van veilige wijken. Vandaar dat de veiligheid in de wijken nadrukkelijk de aandacht heeft van de partners in het wijkgericht samenwerken. Per wijk worden de belangrijkste veiligheidsissues vermeld. De beelden zijn gebaseerd op de wijkscans van de politie, meldingensysteem GIDS van de politie, omnibusonderzoek en op basis van gesprekken met de wijkcoördinatoren (en hun inbreng vanuit de wijk) van de politie en de gemeente. In bepaalde wijken worden, in aanvulling op de stedelijke prioriteiten, enkele voor de wijk specifieke prioriteiten gesteld.

CENTRUM

* omvat het gebied tussen de Singels, plus de Spoorbuurt en Overstad.
Het centrum is een bijzondere wijk met zijn grote concentratie van functies, zoals: horeca, winkels, kantoren, prostitutie, bewoning en openbaar vervoer. Dit legt een verhoogde druk op de veiligheid en de leefbaarheid in het gebied, wat blijkt uit het feit dat bijvoorbeeld; mishandeling, straatroof, drugs- en uitgaansoverlast, in het centrum beduidend vaker voorkomen dan in de andere wijken. Ook is er een verhoogde verkeersdruk.

De problemen verschillen per wijkdeel. De problematiek rondom het dealen en het gebruik van harddrugs en het hinderlijk ophouden junks en alcoholisten concentreert zich in de omgeving van de Vest. Gezien de ernst is dit probleem een stedelijke beleidsprioriteit. In de horeca-concentratiegebieden en langs de zogeheten "horecaroutes" vormen bepaalde groepen horecabezoekers in de weekeinden voor een bron van overlast. Naast wildplassen, vernielingen en lawaai, komt ook geweldpleging vaker dan gemiddeld voor. In het oostelijk stadsdeel beleeft men hinder van snelverkeer op de smalle grachten. Met name in de weekeinden.

Uit het Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid komt de volgende top 3 van onderwerpen waar de politie volgens de respondenten meer aandacht aan zou moeten besteden. Voor de beeldvorming is daar naast het aantal meldingen op de genoemde problemen gepresenteerd (uit: GIDS-systeem, politie NHN) .

Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid Aantal meldingen in 2001 (GIDS)
Vandalisme/vernielzucht 52% 466

Parkeeroverlast
42% 354
Rommel/straatvuil 28% 58

Voorts geeft GIDS over 2001 de volgende feiten: 273 mishandelingen, 154 gevallen van drugsoverlast, straatberoving en uitgaansoverlast scoren ieder 44 maal. Ook vonden in dat jaar 5 gevallen van moord en doodslag plaats in het centrumgebied. De cijfers van het centrum zijn het hoogst van alle wijken .

Volgens het Statistisch Jaaroverzicht 2001 voelt ca. 23% van de in het centrum wonende respondenten zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Voor de stad is 20% het gemiddelde. Ca. 71% voelt zich niet onveilig in de eigen buurt, tegen een stadsgemiddelde van bijna 75%.

Wijkprioriteiten 2003
Naast de stedelijke speerpunten van beleid en de overige beleidsmaatregelen (zie hoofdstuk 6) , die in belangrijke mate in het centrumgebied toepassing zullen vinden, gelden de volgende operationele doelstellingen en de bijbehorende maatregelen.
* Overlast en criminaliteit tengevolge van horecabezoek verminderen (volgens Convenant Veilig Uitgaan)

- I.v.m. het tegengaan van wildplassen zijn in 2002 drie openbare toiletten geplaatst

- handhaving verhoogde politie-inzet op de vrijdag en zaterdagavonden op het Waagplein e.o.

- regulering afvoer horecapubliek in de weekeinden
- straatsgewijze stimuleringsregeling voor doorzichtige rolluiken (i.v.m. verblijfsklimaat)

- plakzuilen plaatsen en wildplakken bestrijden.
- het aanlichten van panden i.h.k.v. Alkmaar 750 jaar stad ( niet alleen mooier, maar ook veiliger)

* (nachtelijk) snelverkeer op de grachten "afremmen"
- fysieke ingrepen (bijv. periodieke afsluitingen door beweegbare palen)
ALKMAAR-ZUID

* het gebied dat wordt omsloten door de Vondelstraat, de Singel, de Bergerweg en het spoor.

De wijk kent geen structurele veiligheidsproblemen of problemen die niet beheersbaar zijn.
In 2001 vonden er 10 straatberovingen plaats: nummer 3 in de stad na het centrum en de Mare is Zuid.
De jeugdproblematiek in Bloemwijk is goeddeels verdwenen. Het Nassaukwartier en Cranenbroek vertonen een stijgend aantal overlastmeldingen, maar in de overige buurten daalt dit. Het aantal mishandelingen en bedreigingen is in de verschillende buurten gestabiliseerd of gedaald. Ook het aantal woninginbraken is gedaald, maar is wel het hoogst van alle wijken.

Uit het Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid komt de volgende top 3 van onderwerpen waar de politie volgens de respondenten meer aandacht aan zou moeten besteden. Voor de beeldvorming is daar naast het aantal meldingen op de genoemde problemen gepresenteerd (uit: GIDS-systeem, politie NHN) .

Top 3 omnibusonderzoek Aantal meldingen in 2001 (GIDS) Vandalisme/vernielzucht 40% 280
Snelheidsovertredingen 38% 558
Woninginbraak 31% 112

Voorts geeft GIDS over 2001 de volgende feiten: 55 mishandelingen, 23 gevallen van drugsoverlast, 10 straatberovingen en 6 roofovervallen (vrij veel). Parkeeroverlast scoort met 236 meldingen vrij hoog. Volgens het Statistisch Jaaroverzicht 2001 voelt ca. 23% van de in Zuid wonende respondenten zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Voor de stad is 20% het gemiddelde. Ca. 72% voelt zich niet onveilig in de eigen buurt, tegen een stadsgemiddelde van bijna 75%.
* er zijn geen specifieke wijkprioriteiten gesteld voor Alkmaar-Zuid
OUDORP
het gebied dat wordt omsloten door het Noordhollands kanaal, Hoornse Vaart en de Schermerringvaart.

Problematiek
Oudorp kent geen structurele veiligheidsproblemen of problemen die niet beheersbaar zijn.
De aandachtspunten in de wijk zijn: geweld, jeugd en drugsoverlast. Ook het verkeer (vooral snelheids-overtredingen) vormt een probleem in de wijk.
Het aantal geweldsmisdrijven is hoog en speelt zich hoofdzakelijk af in de relationele sfeer. Dit fenomeen doet zich voornamelijk voor in het gebied Oudorperpolder-zuid. Ook was er een criminele jeugdgroep die zich schuldig maakte aan berovingen. De daders zijn opgespoord en vervolgd.
In Oudorp zijn enkele jeugdhangplekken, die niet voor overmatige overlast zorgen. De jongerenwerkers van Kern 8 onderhouden contacten met de groepen.
Drugsoverlast vanuit woningen is nauwelijks nog aanwezig. Wel is het telen van hennep in het Rooie Dorp en op het bedrijventerrein Beverkoog een regelmatig voorkomend verschijnsel.

Uit het Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid komt de volgende top 3 van onderwerpen waar de politie volgens de respondenten meer aandacht aan zou moeten besteden. Voor de beeldvorming is daar naast het aantal meldingen op de genoemde problemen gepresenteerd (uit: GIDS-systeem, politie NHN) .

Top 3 omnibusonderzoek Aantal meldingen in 2001 (GIDS) Vandalisme/vernielzucht 51% 241
Snelheidsovertredingen 41% 409 (verkeersongevallen) Woninginbraak 27% 69

Voorts geeft GIDS over 2001 de volgende feiten: 74 mishandelingen, 43 gevallen van drugsoverlast, 5 straatberovingen en 2 roofovervallen. Volgens het Statistisch Jaaroverzicht 2001 voelt ca. 17% van de in Oudorp wonende respondenten zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Voor de stad is 20% het gemiddelde. Ca. 78% voelt zich niet onveilig in de eigen buurt, tegen een stadsgemiddelde van bijna 75%.

Wijkprioriteit 2003
verkeersveiligheid, jongerenoverlast

OVERDIE
het gebied dat wordt begrenst door de Vondelstraat, het Noordhollands Kanaal en de grens met Heiloo.

In Overdie is sprake van problemen die samenhangen met de zwakke sociaal-economische positie van de bevolking (opleiding, inkomen, etniciteit). Dit heeft nog niet geleid tot onbeheersbare situaties. De buurt heeft een zeker zelfregulerend vermogen, dat echter wel onder druk staat. Vanuit enkele woningen wordt gedeald in harddrugs.Ook de hennepteelt wordt beoefend. Dit leidt soms tot overlast en onveiligheidsgevoel.
De jeugd, waaronder veel allochtonen, hangen regelmatig in groepen rond, maar omdat zij geen vaste plek kiezen leidt dit meestal niet tot overlast.

Uit het Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid komt de volgende top 3 van onderwerpen waar de politie volgens de respondenten meer aandacht aan zou moeten besteden. Voor de beeldvorming is daar naast het aantal meldingen op de genoemde problemen gepresenteerd (uit: GIDS-systeem, politie NHN) .

Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid Aantal meldingen 2001 in GIDS
Vandalisme/vernielzucht 51% 203 Rommel/straatvuil
43% 53 (milieu-grijs)
Snelheidsovertredingen 34% 283 (verkeersongevallen)

Voorts geeft GIDS over 2001 de volgende feiten: 60 mishandelingen, 33 gevallen van drugsoverlast, 4 straatberovingen en 4 roofovervallen. Het aantal woninginbraken bedraagt 91 (na Zuid het hoogst). Cijfermatig gezien is Overdie een gemiddelde wijk.

Volgens het Statistisch Jaaroverzicht 2001 voelt ca. 26% van de in Overdie wonende respondenten zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Voor de stad is 20% het gemiddelde. Ca. 66% voelt zich niet onveilig in de eigen buurt, tegen een stadsgemiddelde van bijna 75%. Het onveiligheidsgevoel is het hoogst in de stad.

Maatregelen 2003
Overdie is de aandachtswijk in het kader van het Grote stedenbeleid. Er is een ingrijpende herstructurering van de wijk gaande gericht op ter versterking van de sociale en fysieke infrastructuur (leefbaarheid).

ALKMAAR-WEST (Hoefplan/Bergermeer)
het gebied ten westen van het spoor en het Noordhollands Kanaal.

Alkmaar-west is een betrekkelijk rustige wijk. Opvallend is echter dat het aantal woninginbraken in 2002 weer toeneemt. Ook is er een toename van diefstallen uit auto's en bedrijfsinbraken. Er zijn vrij veel verkeersongevallen. Dit heeft te maken met de lange rechte (snelle) wegen.

Uit het Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid komt de volgende top 3 van onderwerpen waar de politie volgens de respondenten meer aandacht aan zou moeten besteden. Voor de beeldvorming is daar naast het aantal meldingen op de genoemde problemen gepresenteerd (uit: GIDS-systeem, politie NHN) .

Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid Aantal meldingen 2001 (GIDS)
Vandalisme/vernielzucht 44% 247 Snelheidsovertredingen 39% 449 (verkeersongevallen)
Woninginbraak 25% 58

Voorts geeft GIDS over 2001 de volgende feiten: 81 mishandelingen, 29 gevallen van drugsoverlast, 7 straatberovingen en 3 roofovervallen.

Volgens het Statistisch Jaaroverzicht 2001 voelt ca. 19% van de in West wonende respondenten zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Voor de stad is 20% het gemiddelde. Ca. 77% voelt zich niet onveilig in de eigen buurt, tegen een stadsgemiddelde van bijna 75%.

Wijkprioriteit 2003
Verkeersveiligheid (fysieke maatregelen/snelheidscontroles)

HUISWAARD/VROONERMEER
het gebied dat wordt omsloten door: Kanaal, spoor, Huiswaarderweg, Nollenweg (incl. Vroonermeer).

De wijk kent weinig hardnekkige veiligheidsproblemen. Wel wordt in de wijk veel geklaagd over vernielingen in de weekeind-nachten (autospiegels, abri's en soms ruiten van woningen moeten het ontgelden). Ook de hangplekken van de jeugd blijven aandacht vragen. Af en toe is er sprake van overlast. Ook brandstichting (caravans, auto's, rolcontainers) is een groeiend probleem.

Uit het Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid komt de volgende top 3 van onderwerpen waar de politie volgens de respondenten meer aandacht aan zou moeten besteden. Voor de beeldvorming is daar naast het aantal meldingen op de genoemde problemen gepresenteerd (uit: GIDS-systeem, politie NHN) .

Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid Aantal meldingen 2001 (GIDS)
Vandalisme/vernielzucht
67% 137
Snelheidsovertredingen 32% 116 (Verkeersongevallen)
Overlast
Jongeren 27% -

Voorts geeft GIDS over 2001 de volgende feiten: 29 mishandelingen, 7 gevallen van drugsoverlast, 4 straatberovingen en 2 roofovervallen. Cijfermatig is Huiswaard de veiligste wijk van Alkmaar. Volgens het Statistisch Jaaroverzicht 2001 voelt ca. 17% van de in Huiswaard wonende respondenten zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Voor de stad is 20% het gemiddelde. Ca. 79% voelt zich niet onveilig in de eigen buurt, tegen een stadsgemiddelde van bijna 75%.

Wijkprioriteit 2003
vernielingen (z.g. "slooproutes"), hanggroepjeugd

DAALMEER/KOEDIJK
het gebied ten noorden van 't Rak Noord, de Ringsloot en de Horn Noord.

De wijk heeft een aantal specifieke problemen, zoals het snelverkeer op de Kanaaldijk, dat gevaar oplevert voor de vele fietsende kinderen. Foutief geparkeerde voertuigen roepen veel ergernissen op, zo blijkt uit wijkrondgangen. Verspreid en verplaatsend door de wijk vindt er regelmatig overlast plaats van gebruik en handel in drugs. Burengerucht/relatieproblemen vragen regelmatig om bemiddeling van de politie.
Daarnaast zijn er problemen die samenhangen met het grote aantal jongeren dat in de wijk woont. Zoals het gebruik van de Molentocht door brommers. Binnen de Daalmeer zijn vele hangplekken. Enkele daarvan veroorzaken regelmatig overlast. Er zijn veel klachten over van omwonenden en schoolbesturen.

Uit het Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid komt de volgende top 3 van onderwerpen waar de politie volgens de respondenten meer aandacht aan zou moeten besteden. Voor de beeldvorming is daar naast het aantal meldingen op de genoemde problemen gepresenteerd (uit: GIDS-systeem, politie NHN) .

Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid Aantal meldingen 2001 (GIDS)
Vandalisme/vernielzucht 51% 280 Snelheidsovertredingen 34% 116 (verkeersongevallen)
Jongerenoverlast 28% -

Voorts geeft GIDS over 2001 de volgende feiten: 56 mishandelingen, 27 gevallen van drugsoverlast, 3 straatberovingen en 3 roofovervallen. Het aantal meldingen van burengerucht/relatieproblemen vrij hoog (255).

Volgens het Statistisch Jaaroverzicht 2001 voelt ca. 11% van de in Huiswaard wonende respondenten zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Voor de stad is 20% het gemiddelde. Ca. 85% voelt zich niet onveilig in de eigen buurt, tegen een stadsgemiddelde van bijna 75%. Het onveiligheidsgevoel in het laagst in de stad.

Wijkprioriteit 2003
verkeersveiligheid, hanggroepjeugd.

DE MARE
het gebied tussen de Huiswaarderweg, het Noordhollands Kanaal, De wijk omvat de buurten de Horn Noord en Zuid, `t Rak Noord en Zuid, de Mare en de Pet Eilandenbuurt.

De Mare heeft een aantal hardnekkige problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid.
De sociaal-economische positie van de bevolking is gemiddeld vrij zwak. Er is veel jeugd: ca. 40% is jonger dan 25 jaar. Vooral in en om het winkelcentrum is sprake van leefbaarheidproblematiek. 's Avonds is het er verlaten en komen veel mensen er liever niet. De aanwezigheid van enkele winkels die nog geopend zijn en PIN-automaten vergroten de kans op straatberovingen (na het centrum komt dit het meeste voor in de Mare). Voorts wordt er drugs gebruikt en verhandeld waarbij vuilnis/rommel wordt achtergelaten. Gedeald wordt ook vanuit woningen. In 't Rak nemen de vernielingen auto's, straatmeubilair en particuliere eigendommen toe. Hetzelfde geldt voor diefstal van en uit auto's. Burengerucht en relatieproblemen komen het meeste voor van alle wijken. Woninginbraken komen vooral voor in de Horn-Noord en `t Rak.
Er zijn een aantal jongerenhangplekken van waaruit soms overlast plaatsvindt. Blijft een punt van aandacht.

Uit het Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid komt de volgende top 3 van onderwerpen waar de politie volgens de respondenten meer aandacht aan zou moeten besteden. Voor de beeldvorming is daar naast het aantal meldingen op de genoemde problemen gepresenteerd (uit: GIDS-systeem, politie NHN) .

Omnibusonderzoek 2001 Politie en Veiligheid Aantal meldingen 2001 (GIDS)
Vandalisme/vernielzucht 53% 382 Jongerenoverlast 35% - Rommel/straatvuil 30% 163 (milieu-grijs)

Voorts geeft GIDS over 2001 de volgende feiten: 103 mishandelingen, 59 gevallen van drugsoverlast, 16 straatberovingen en 2 roofovervallen. Het aantal meldingen van burengerucht/relatieproblemen is in de Mare veruit het hoogst (522). Cijfermatig is de Mare na het centrum de onveiligste wijk van Alkmaar.

Volgens het Statistisch Jaaroverzicht 2001 voelt ca. 24% van de in de Mare wonende respondenten zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Voor de stad is 20% het gemiddelde. Ca. 67% voelt zich niet onveilig in de eigen buurt, tegen een stadsgemiddelde van bijna 75%.

Wijkprioriteit 2003
Er wordt gestart met een ingrijpende renovatie en uitbreiding van het winkelcentrum. Daaraan gaat een Veiligheidseffectrapportage (VER) vooraf. Zie ook pagina 11.

De politie pleit voor uitbreiding van het jongerenwerk, de openingstijden van Argus en sportfaciliteiten.


6. OVERZICHT VAN DE OVERIGE BELEIDSMAATREGELEN In aanvulling op de stedelijke beleidsprioriteiten en de bijbehorende speerpunten en de eventuele wijkprioriteiten, volgt hier een overzicht van de rest van de beleidsmaatregelen die worden ingezet ten behoeve van de veiligheid. Dit gebeurt aan de hand van een viertal thema's. Maar eerst wordt kort stilgestaan bij de basale veiligheidszorg.

De 24 uurs-veiligheidszorg
De handhaving van de openbare orde en de veiligheid begint bij het werk van de hulpdiensten: de politie, de brandweer en de spoedeisende medische hulpverlenening. Zij zijn 24 uur per dag paraat.

Politie.
De politie neemt deel aan het wijkgericht samenwerken onder het motto: kennen en gekend worden. Elke politiewijkgroep werkt nauw samen met de gemeente en andere partners van het wijkteam. De afdeling Alkmaar-stad en Alkmaar-Noord hebben wijksecretariaten, die dienstdoen als informatiepunt.
Brandweer. Naast het blussen van branden adviseert zij over brand-preventie en oefent preventief toezicht uit op gebouwen (bouw- en gebruiksvergunningen). Zij prepareert zich op rampenbestrijding en doet aan risicoanalyse. Ook assisteert de brandweer bij de hulpverlening, bijvoorbeeld bij verkeersongevallen. SMH/GHOR. Ofwel, de spoedeisende medische hulpverlening en de Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Zij prepareert zich op calamiteiten met slachtoffers en werkt aan preventie . Zij verzorgt grootschalige hulpverlening ter plaatse bij een ramp (zoals bij de ramp in Volendam).

"Schoon en heel"
Gemeentelijk stadsbeheer. Een leefomgeving die schoon en heel is meestal ook veiliger. Plaatsen die onoverzichtelijk zijn, kapot straatmeubilair hebben en waar rommel of straatvuil ligt, roepen niet alleen meer onveiligheidsgevoelens op maar scheppen ook een klimaat waarin vandalisme en agressie welig kan tieren. Dus een goed stadsbeheer en een goed gebruik van de openbare ruimte dragen bij aan veiligheid!

6a. GEWELD
Het geweld is de afgelopen jaren flink toegenomen. Het voorkomen en bestrijden van het geweld heeft dan ook de eerste prioriteit. Naast repressie zal ook meer geïnvesteerd moeten worden in het voorkomen van geweld. Naast flankerend welzijnsbeleid wordt gewerkt aan nieuwe strategieën, zoals het "tegenhouden" . Dat is een aanpak die niet primair is gericht op het opsporen van daders maar op het dwarsbomen van criminele plannen. Hierna volgt een opsomming van specifieke problemen en wat er aan gedaan wordt.

Probleem: geweld in de huiselijke sfeer
Doel: de geweldsspiraal stoppen of doorbreken
Aanpak: project bestrijding huiselijk geweld (coördinatie: politie Noord-Holland Noord)
Politiemensen worden getraind op de signalering van huiselijk geweld. Voorts hulpverlening aan slachtoffers, vervolging van én een vorm van therapie aan de daders. Een projectgroep van politie, openbaar ministerie en het welzijnswerk heeft gewerkt aan plan van aanpak voor een uniforme werkwijze in de regio.
Hierover is op 14 juni 2002 door de partijen een convenant ondertekend.

Probleem: de kans dat allochtonen belanden in de criminaliteit Doel: voorkomen dat allochtonen door gebrek aan perspectief carrière maken in de criminaliteit
Aanpak: preventiebeleid allochtone jongeren (coördinatie: Sector MO) CRIEM (criminaliteit in relatie tot ethnische minderheden) beleid. Naast opsporing en vervolging van daders worden gerichte preventieve maatregelen genomen voor verschillende doelgroepen, zoals: opbouwwerk, scholing en trajectbegeleiding op weg naar werk. Dit jaar worden verschillende activiteiten gestart.

Probleem: ernstig normafwijkend gedrag van (jonge) kinderen uit ontregelde gezinnen
Doel: het voorkomen dat jonge kinderen crimineel gedrag ontwikkelen Aanpak: proefproject Helpende hand in de wijk (uitvoering Bureau Jeugdzorg).
Onderzoek wijst uit dat er gerede kans is dat deze kinderen crimineel gedrag ontwikkelen. Om de negatieve spiraal te doorbreken is een intensieve ondersteuning van het gezin nodig, die varieert van praktische hulp bij het voeren van de dagelijkse huishouding, tot therapeutische zorgverlening. Eén vaste gezinswerker probeert rust en regelmaat in deze gezinnen te creëren. Het project wordt omgezet tot reguliere voorziening.
Probleem: veelvoorkomende criminaliteit begaan door jeugdige "first offenders"
Doel: voorkomen dat overtreders opnieuw in de fout gaan (recidive tegengaan)
Aanpak: HALT- en STOPmaatregel (uitvoering: HALT-bureau) Een alternatief voor strafvervolging voor jongeren van 12 -18 jaar die voor de eerste keer zijn aangehouden voor het begaan van een vergrijp, zoals winkeldiefstal of vernieling. Zij kunnen kiezen voor de HALT-maatregel (werkstraf). De STOP-maatregel is een soortgelijke aanpak voor kinderen van 10-12 jaar.

6b. OVERLAST EN VERNIELINGEN
Overlast is een vast onderdeel van onze samenleving, maar het is ook een erg subjectief begrip. Wat door de een als ernstige overlast wordt beschouwd, is voor de ander geen enkel probleem (tolerantie). Het komt meestal incidenteel voor, maar sommige (groepen) mensen vooroorzaken min of meer permanent overlast, al dan niet gepaard gaande met het plegen van strafbare feiten, zoals vernieling of geweldpleging. Voor een aantal specifieke doelgroepen is er gericht beleid ontwikkeld.

Probleem:hardnekkige overlast door groepen "hangjongeren" Doel: door tijdig ingrijpen voorkomen dat overlast ontstaat Aanpak: beleid volgens de nota Overlast Overboord (uitvoering: Kern 8/wijkcoördinatoren)
Ambulant jongerenwerkers houden contact met de groepen om hun isolement te doorbreken en te voorkomen dat zij overlast veroorzaken en/of zich inlaten met criminele activiteiten. Er is een budget voor jeugdactiviteiten (eigen initiatieven faciliteren). Bij ernstige overlast wordt door tussenkomst van de Taak-groep Ernstige Overlast (politie, justitie, afd. Bestuurszaken OOV) gekozen voor gerichte repressie.

Probleem: woonoverlast door psychisch gestoorde mensen Doel: overlast en criminaliteit van deze doelgroep voorkomen Aanpak: ambulante interventie (uitvoering: de Geestelijke Gezondheidszorg, politie Noord-Kennemerland)
Overlastveroorzakers worden vanuit de GGZ benaderd om te zoeken naar oplossingen. Voorts participeren de politie, de woningbouwverenigingen, de gemeente en in voorkomende gevallen het Openbaar Ministerie.

Probleem: wederzijdse onbekendheid van politiemensen en de schoolbevolking
Doel: relaties tussen politiemensen en de schoolbevolking verbeteren en preventie door voorlichting
Aanpak: Schooladoptieplan-plus (uitvoering: politie Noord-Kennemerland)
Politiemensen van het wijkteam "adopteren" een school. Met een zekere regelmaat worden klassen bezocht.
De politie geeft voorlichting over veiligheidsaspecten en risicovol gedrag (drugsgebruik, alcohol, vuurwerk).
Door het "kennen en gekend worden" wordt de politie een vertrouwder onderdeel van de wijkgemeenschap.

Probleem: pestgedrag onder scholieren van de basisschool Doel: asociaal gedrag van kinderen verminderen en/of het leren omgaan zulk gedrag van anderen
Aanpak: Marietje Kessels-werkwijze (uitvoering: Stichting Kardeel) Hierbij wordt aan kinderen in het basisonderwijs weerbaarheidstraining gegeven. Hierbij worden zowel fysieke- (zelfverdediging) als mentale oefeningen gedaan. Meisjes en jongens apart. Ook de onderwijzers worden betrokken. Naast weerbaarheid krijgt ook het tegengaan van pestgedrag aandacht.

6c. FYSIEKE VEILIGHEID & RAMPENBELEID
Hierbij gaat het om veiligheid van gebouwen, installaties of de infrastructuur.
Er is sprake van een proactieve of preventieve benadering. Dat wil zeggen het vooraf beoordelen van het ontwerp en of het gebruik van de objecten om te voorkomen dat onveilige situaties ontstaan. Daarnaast gaat het om bewustwoording van mensen over de risico's en gevaren in en om het huis en publieke gebouwen.

Probleem: "onveilige ontwerpen" van nieuwbouw zorgen na ingebruikneming voor problemen
Doel: voorkomen dat nieuwe bebouwing onnodig nieuwe onveiligheid met zich meebrengt
Aanpak: Keurmerk Veilig Wonen (uitvoering: politie Noord-Holland Noord)
Dit is gericht op het realiseren van veiliger nieuwbouw. De gemeente bepaalt dat nieuwbouwprojecten
voldoen aan de eisen van het Keurmerk Veilig Wonen. Het zijn eisen in de sfeer van het bouwkundig
ontwerp en situering, hang- en sluitwerk, (openbare) verlichting en ontsluiting.

Probleem: woningen zijn onvoldoende beschermd tegen inbraak Doel: inbraakwerendheid van woningen vergroten
Aanpak:Project Samenwerken aan veilig wonen (uitvoering politie Noord-Holland Noord)
Bestaande woningen in stad en regio worden geïnspecteerd door mensen van het preventieteam van de politie. De inspectie leidt tot een beveiligingsadvies. Als aan de eisen is voldaan dan ontvangt de bewoner een certificaat dat recht geeft op korting op de verzekeringspremie. Project wordt beëindigd.

Probleem: mogelijke veiligheidsrisico's nieuw AZ-stadion (i.v.m. bedrijventerrein Boekelermeer)
Doel: zorgen dat het nieuwe complex zowel intern als voor de omgeving veilig is
Aanpak: Beveiligingsplan en convenant (begeleiding: afdeling Bestuurszaken en politie NHN)
Om veiligheidsredenen is ervoor gekozen het nieuwe AZ-complex in de Kooimeer te vestigen. Het complex wordt samen met het aangrenzende bedrijventerrein Boekelermeer integraal beveiligd (o.a. cameratoezicht). De ondernemersvereniging Boekelermeer, AZ, de politie en de gemeente sluiten hierover een convenant af.

Probleem: brandveiligheid in publieke gebouwen
Doel: brandveiligheid van deze gebouwen verbeteren Aanpak: tere controle en handhaving gebruiksvergunningen (uitvoering: brandweer)
Nadat de achterstanden met het verlenen van gebruiksvergunningen zijn ingelopen wordt een betere
controle en handhaving uitgeoefend waardoor de brandveiligheid van de voor het publiek
toegankelijke gebouwen in principe verbetert.

Probleem: grote projecten of ontwikkelingen hebben soms nadelige gevolgen voor de veiligheid
Doel: voorkomen dat hierdoor onnodig nieuwe veiligheidsproblemen worden gecreëerd
Aanpak: Veiligheidseffectrapportage (VER) (team Projectmanagement, brandweer)
Dit is een nieuwe bestuurlijke manier om bij grootschalige bouwprojecten of (beleids) ontwikkelingen vooraf de veiligheidseffecten in te schatten en zichtbaar te maken, zodat deze in de besluitvorming kunnen worden betrokken. Dit is om te voorkomen dat er in de toekomst problemen ontstaan door "onveilige" ontwerpen.

Probleem: verkeersveiligheid
Doel: de kans op ongelukken kleiner maken
Aanpak: Duurzaam Veilig/Lokaal Platform Verkeersveiligheid/"Spee" (coörd. afdeling Verkeer/politie)
Fase 1, met vele ingrepen in de infrastructuur, is klaar. Het wachten is op een besluit van de minister van V&W over de start van fase 2, met de ingrijpender ingrepen. Nu is er een interim-fase waarin ook een aantal ingrepen wordt uitgevoerd. Voorts is er het Lokaal Platform Verkeersveiligheid waarin o.a. de gemeente, 3VO, de politie en de Onderwijsbegeleidingsdienst zitting hebben. Het platform bespreekt vooral de niet-infrastructurele onderwerpen, zoals: voorlichting en educatie aan kinderen en verkeershandhaving.
Handhaving van verkeersregels heeft een extra impuls gekregen door het z.g. Spee-team van de politie.
Ook wordt er gewerkt aan de beleidsnota's Langzaam Verkeer en Veilig naar school.

Probleem: bepaalde objecten kunnen door een ongeval of technische storing leiden tot een ramp
Doel: de kans op catastrofale gebeurtenissen kleiner maken Aanpak à inzicht krijgen in de risico's en de beheersbaarheid van objecten bij een calamiteit (brandweer)
De ramp in Enschede heeft geleerd dat bepaalde objecten een mogelijk gevaar voor de omgeving inhouden.
Daarom is regionaal een inventarisatie gemaakt van (potentiële) ramptypes . Alkmaar heeft relatief weinig potentieel riskante objecten. Het gaat om LPG stations, koelinstallaties, chloor & zoutzuuropslag (zwembad), opslag gewasbeschermingsmiddelen en een kunstmestfabriek. Momenteel wordt de vertaalslag gemaakt van hulpbehoeften naar de gewenste operationele prestaties. Hiermee kan worden bepaald of de risico's aanvaardbaar zijn in relatie tot de beheersbaarheid. Dit kan leiden tot extra veiligheidsvoorzieningen. Er wordt ook een inventarisatie gemaakt van dynamische risico-objecten, zoals: tankauto's en tankschepen

Probleem: de kans op rampen en calamiteiten in Alkmaar Doel: geprepareerd zijn op zulke gebeurtenissen, zodat de bestrijding zo effectief mogelijk verloopt
Aanpak: zorgen voor een actueel rampenbeleid (coördinatie: afd. Bestuurszaken)
Het rampenplannen de bijbehorende deelplannen en draaiboeken zijn actueel. Er is sprake van regionale samenwerking. Er is een aanzet gemaakt van interregionaal onderzoek naar risicovolle bedrijven en installaties. Afhankelijk van de risicoprofielen zullen rampenbestrijdingsplannen verplicht zijn.
Dit jaar worden twee gezamenlijke rampenoefeningen gehouden, om bestuurders en hulpdiensten goed te prepareren voor echte rampsituaties.

BIJLAGE: VEILIGHEIDSRAPPORTAGE
Er wordt een globaal beeld geschetst van de onveiligheid in Alkmaar. De stand van zaken en de trends in de stad worden in kort bestek en op hoofdlijnen geschetst op basis van verschillende bronnen . Voor dit beeld zijn ook gesprekken gevoerd met alle wijkcoördinatoren van de politie en de gemeente. Hoewel de cijfers onderling niet precies met elkaar overeenkomen worden toch een aantal trends zichtbaar .

In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat Alkmaar een redelijk veilige stad is, Want de kans dat iemand slachtoffer wordt van een misdrijf of een ongeval is betrekkelijk klein. Maar de relatieve veiligheid is wel aan het afnemen, zoals blijkt uit de navolgende cijfers. Het meest zorgelijk is dat het gebruik van geweld nog steeds toeneemt. Dit is een ontwikkeling die zich in het hele land voordoet. Ook het aantal bedreigingen en vernielingen neemt toe. Overlast blijft af en toe plaatselijk nog steeds zorgen voor grote ergernis Momenteel geldt dat met name voor de drugsgerelateerde overlast in de omgeving van deVest. De ernstiger vormen van jeugdoverlast zijn in vergelijking met vorige jaren afgenomen.
De gegevens wijzen er op dat de verharding van de omgangsvormen in de samenleving, met name in de steden, niet aan Alkmaar voorbij gaat. Zo blijkt dat in Alkmaar de omvang van het slachtofferschap van een aantal delicten (zoals geweld en vernieling) het hoogst is van de G5 gemeenten .
Voorts moet worden vastgesteld dat vrij veel Alkmaarders zich niet veilig voelen in hun eigen stad. Dat zegt iets over het leefklimaat, zoals zij dat ervaren.
Er zijn echter ook gunstige ontwikkelingen, zoals: de daling van het aantal woninginbraken en de daling van het geweld in de horeca. Ook positief is dat er een beter zicht is op de fysieke veiligheidsrisico's, een betere controle op de brandveiligheid van publieke ruimten en een up-to-date rampenbeleid.

Geweldscriminaliteit: geeft de laatste jaren een sterkere toename te zien

Net als in de rest van het land is er ook in de regio Noord-Holland Noord de laatste jaren een verhoogde toename van het aantal geweldsdelicten. Volgens het Criminaliteitsbeeld 2001 is het "instrumenteel" geweld (geweld om een buit te verkrijgen), zoals straatberovingen en roofovervallen, in deze regio in 2001 gestegen met 20%. Van de 239 straatberovingen en 58 overvallen zijn er resp. 85 en 23 in Alkmaar gepleegd.
De groei zet zich door in de eerste helft van 2002 met 60 om 13. Expressief geweld (geweld zonder economisch winstmotief, zoals: geweld op straat en huiselijk geweld) is vanaf 1996 regionaal gestegen met ca. 25%. In 2001 steeg het geweld op straat met 12%. In 2001 waren er in Alkmaar 383 meldingen van geweld op straat (= 4,1 per 1000 inwoners). Het geweld in de horeca is t.o.v. 2000 regionaal gestegen met 18%, maar in Alkmaar is het sterk afgenomen. Huiselijk geweld is met 20 meldingen in 2001 waarschijnlijk niet in overeenstemming met de werkelijkheid.
Het slachtofferschap van geweldsdelicten is in Alkmaar volgens de Nulmeting ISEO aanzienlijk hoger dan in de andere G5 gemeenten. Alkmaar scoort ca. 12%, Zaanstad ca. 5%, Lelystad ca. 7% en Emmen ca. 3%.
De trendmatige groei van de geweldscriminaliteit gedurende de laatste 5 à 6 jaar correspondeert met de trend in het aantal bedreigingen. Tussen 1997 en 2001 was er een stijging van 238 naar 359 (+51%).

Overlast: jeugdoverlast is afgenomen, drugsgerelateerde overlast in het centrum neemt toe

De registratie van de overlastmeldingen bij de politie zegt niets over de ernst van die meldingen. Het aantal meldingen heeft dus weinig betekenis. Enerzijds lopen de bronnen van overlast sterk uiteen. Anderzijds wordt er zeer verschillend gedacht over de vraag wanneer er sprake is van overlast. In een aantal gevallen is slechts sprake van hinder of irritatie en/of een gebrek aan tolerantie bij betrokkenen, maar soms is er plaatselijk sprake van een ernstige inbreuk op het woon- en leefklimaat.
Voor zover bekend zijn de ernstiger vormen van jeugdoverlast (hanggroepen) afgenomen. Het afgelopen jaar is daarentegen een geleidelijke toename van drugsgerelateerde overlast in het centrum waarneembaar.
Zie hierna ook de wijkparagrafen.

Woninginbraken: het aantal woninginbraken neemt de laatste jaren aanzienlijk af

Volgens het Criminaliteitsbeeld is tussen 1996 en 2001 zowel landelijk als in deze regio het aantal woninginbraken gedaald. Alkmaar daalde 33%: van 712 in 1996 naar 480 in 2001 (= 12:1000 inwoners). De dalende trend is ook zichtbaar in het aantal inwoners van Alkmaar dat woninginbraken een groot probleem vindt (Trendrapportage 2002).

Vernielingen: het aantal vernielingen is hoger en stijgt sneller dan het landelijke gemiddelde

Volgens het Criminaliteitsbeeld 2001 is het aantal geregistreerde vernielingen sinds 1996 landelijk toegenomen met 18%. In deze regio was dat 20%. Het aantal vernielingen per 1000 inwoners is in deze regio bijna het hoogst in het land. Van 2000 tot 2001 is de stijging marginaal. Omgerekend naar aantallen per 1000 inwoners zit Alkmaar met 17,1 (1592 vernielingen) in de kopgroep van de regio. Het percentage burgers dat vernielzucht een groot probleem vindt vertoont een gestaag stijgende trend van 25% in 1996 tot 33% in 2001, aldus de Trendrapportage 2002. Daarmee staat dit probleem op nummer 1.

Verkeersveiligheid: het aantal aanrijdingen en ziekenhuisgewonden blijft te hoog

Na een gestage stijging van de voorgaande jaren is in 2000 regionaal een daling ingezet van het aantal verkeersslachtoffers. In 2001 is het aantal verkeersongevallen in Alkmaar 22,7 per 1000 inwoners. In 2001 is er een daling van het aantal verkeersdoden (4), maar ook een stijging van het aantal ziekenhuis-gewonden (78 in Alkmaar op een regiototaal van 572). Regionaal is het aantal ongevallen met alcohol in het spel gedaald met 11%. In Alkmaar en omgeving is het echter gestegen .

Fysieke veiligheid: wordt beter door gericht beleid op het voorkomen van calamiteiten

Hierbij gaat het om calamiteitenrisico's. Deze laten zich niet in objectieve eenduidige cijfers of aantallen vatten. Hier wordt volstaan met te melden dat de risico's geïnventariseerd worden. In het maatregelenoverzicht staat vermeld wat er aan deze vorm van veiligheid wordt gedaan.

Onveiligheidsgevoel: is relatief aan de hoge kant

Alkmaar scoort niet goed op deze graadmeter . Het aantal mensen dat zich wel eens onveilig voelt is aan de hoge kant. Volgens het Omnibusonderzoek 2000 tekent zich een lichte toename af. Circa 20% van de respondenten voelde zich wel eens onveilig in de eigen buurt (bijna 50% voelde zich elders wel eens onveilig). In de Omnibus 2002 antwoordt 44% van de Alkmaarse respondenten dat men zich wel eens onveilig voelt (niet gespecificeerd naar de eigen buurt). Afgezet tegen het gemiddelde van 36% in Noord-Kennemerland , is het onveiligheidsgevoel in Alkmaar dus vrij hoog.
De politiemonitor 2001 geeft ogenschijnlijk een gunstiger beeld. Daaruit blijkt dat de regio Noord-Holland Noord, met 25,4% van de respondenten die zich wel eens onveilig voelt, onder het landelijk gemiddelde van 28,5% blijft. Maar het aandeel van Alkmaar in deze meting is, hoewel niet bekend, waarschijnlijk het hoogste van de regio. De scores in de grotere steden liggen immers traditioneel beduidend hoger dan in de kleinere gemeenten op het platte land. Op grond van deze gegevens kan worden geconcludeerd dat de Alkmaarse bevolking zich relatief onveiliger voelt dan landelijk gemiddeld. Dit geldt vooral ten opzichte van de andere mensen in de regio.

Alcohol en veiligheid
Het (overmatig) gebruik van alcohol draagt in meerdere opzichten sterk bij aan onveiligheid. Dit geldt in het bijzonder voor jongeren. Naast het gevaar van alcohol in het verkeer, is drank de bron van veel kwaad in het uitgaansleven (geweld, vernielingen, wildplasssen) en ook bij relatieconflicten (huiselijk geweld) is in vele gevallen drank in het spel. Het gaat hier om een maatschappelijk breed geaccepteerd cultuurverschijnsel. Het terugdringen van deze problematiek is een zaak van lange adem, dat onmogelijk tot succes kan leiden zonder de bereidwilligheid van grote groepen mensen in de samenleving.