Gemeente Alkmaar


BRANDVEILIGHEID TIJDENS FEESTDAGEN EN FESTIVITEITEN

alkmaarlogo

TIPS VOOR BEDRIJVEN / INSTELLINGEN

Algemeen

* Veiligheid begint bij het bewust stilstaan en nadenken over de mogelijke risico's van activiteiten die u wilt ondernemen. U heeft de zorg voor uw personeel en bezoekers, daaronder valt nadrukkelijk ook hun veiligheid.

* Heeft u voor uw gebouw een gebruiksvergunning, dan zijn de daarin gestelde voorschriften maatgevend. Hieronder wordt een praktisch invulling gegeven aan onderdelen van uw vergunning. Heeft u voor het gebruik van uw bedrijf /instelling geen vergunning brandveilig gebruik, dan volgen hieronder een aantal voorschriften, waaraan ook niet vergunningsplichtige bouwwerken moeten voldoen.

* De hieronder opgenomen voorschriften zijn een vertaling van de voorschriften zoals deze zijn opgenomen in de bijlagen 3 en 4 van de gemeentelijke bouwverordening. Om de leesbaarheid te bevorderen, zijn verwijzingen naar NEN normen e.d. weggelaten. Voor de volledigheid verwijzen wij u naar de gemeentelijke bouwverordening.

* Het afsteken van vuurwerk e.d. is in een gebouw, zonder speciale vegunning, niet toegestaan.
De medewerkers van de brandweer of bouw- en woningtoezicht zijn u graag van dienst. Voor vragen kunt u contact opnemen met , bereikbaar onder telefoonnummer .

Uitgangen en vluchtwegen
Belangrijke brandveiligheidsvoorzieningen in een gebouw zijn de (nood)uitgangen. Het is immers noodzakelijk dat iedereen het gebouw bij een calamiteit snel en veilig kan verlaten.
* Zijn de ingangen, doorgangen, uitgangen, gangpaden, trappen, hellingbanen en vluchtroutes over de minimale vereiste breedte vrij van obstakels? (Dit geldt voor de gehele route, dus tot aan de openbare weg).

* Zijn de deuren van de nooduitgangen niet op slot en van binnenuit direct te openen zonder gebruik te hoeven maken van sleutels of andere losse voorwerpen.

* Zijn de nooduitgangen binnen een straal van 2 meter vrij van tafels, stoelen of andere obstakels? Is de route naar de nooduitgang vrij van obstakels. Dit geldt ook voor de buitenzijde van de inrichting, zelfs op de openbare weg (b.v. geen fietsen voor de uitgang of in de vluchtroute ).

* Zijn de gordijnen in of voor een ingang, doorgang en (nood)uitgang zodanig aangebracht, dat deze met de deur meedraaien en het zicht op de deuren en de herkenbaarheid van de uitgang niet verhinderen?

Nood- en transparantverlichting
Een duidelijk zichtbare en herkenbare vluchtroute is van levensbelang voor de ontvluchting van een gebouw tijdens een calamiteit.
* In een gebouw kan nood- en transparantverlichting verplicht zijn. Raadpleeg hiervoor b.v. uw bouwvergunning of gebruiksvergunning. Indien u hieromtrent vragen heeft neemt u dan contact op met de brandweer of de afdeling bouw & woningtoezicht van uw gemeente. (Nb. op basis van de ARBO-regelgeving kunnen nog aanvullende eisen gesteld zijn aan de noodverlichting). Belangrijk is dat alle aanwezige voorzieningen goed functioneren

* Als de netspanning geheel of gedeeltelijk wegvalt, moet de noodverlichting binnen 15 seconden inschakelen en tenminste een uur, op de vereiste sterkte, blijven functioneren.
* Alle transparantverlichting (vluchtwegaanduiding) moeten elektrisch verlicht zijn als er personen in de inrichting aanwezig zijn.

* In ruimten waar geen nood- en transparantverlichting verplicht is (b.v ruimten geschikt voor minder dan 50 personen), kan men volstaan met een vluchtwegaanduiding in de vorm van een sticker. Nb. het eventueel extra aanbrengen van dergelijke aanduidingen kan de veiligheid verhogen en is relatief goedkoop.
* De transparanten en vluchtwegaanduidingen mogen niet aan het zicht worden onttrokken (bijvoorbeeld door versieringen of gordijnen).
* De versiering moet zodanig zijn aangebracht dat van de noodverlichting de werking niet wordt belemmerd en de verlichting niet verminderd (dus rondom noodverlichtingspunten voldoende ruimte vrijhouden).

Maximaal toegestaan aantal personen in een inrichting
* Het aantal personen wat in een gebouw gelijktijdig aanwezig mag zijn, is in eerste instantie gerelateerd aan de totale bruikbare uitgangsbreedte, waarbij per strekkende meter uitgangsbreedte 90 personen aanwezig mogen zijn, als echter een uitgangsdeur tegen de vluchtrichting indraait, mogen niet meer dan 25 personen gerekend worden voor die uitgang.

* Voor een gelegenheid met losstaand meubilair is het maximaal aantal gelijktijdig aanwezige personen te berekenen op grond va onderstaande regels, hetgeen er op neer komt dat van het bruto vloeroppervlak van de ruimte de oppervlakte van de obstakels zoals tafels, stoelen, barkrukken, podium, bar, etc. moeten worden afgetrokken. De de rekenmethode is als volgt;
- 0,25 m2 vloeroppervlakte beschikbaar blijft voor iedere persoon waarvoor geen zitplaats aanwezig is;

- 0,30 m2 vloeroppervlakte beschikbaar blijft voor iedere persoon waarvoor een zitplaats aanwezig is die zodanig is of is aangebracht dat deze ten gevolge van gedrang niet kan verschuiven of omvallen; - 0,50 m2 vloeroppervlakte beschikbaar blijft voor iedere persoon waarvoor een zitplaats aanwezig is die niet zodanig is of is aangebracht dat deze ten gevolge van gedrang niet kan verschuiven of omvallen;

- indien het vrije vloeroppervlak minder bedraagt dan 0,5 m2 per persoon, de meubelen en de voor versiering dienende voorwerpen zodanig zijn aangebracht dat ze ten gevolge van drang niet kunnen verschuiven of omvallen.

* Op het netto vloeroppervlak mogen zich dus maximaal 2 personen per m2 bevinden indien de stoelen niet vastzitten. Het maximaal aantal personen wat gelijktijdig aanwezig mag zijn is dus 2 maal de netto beschikbare vloeroppervlakte in m2, plus het aantal zitplaatsen.
* Voor gelegenheden met vast meubilair kan dezelfde berekening als boven worden uitgevoerd, maar nu mogen er 4 personen per m2 worden toegelaten. Dus 4 keer het netto beschikbare vloeroppervlak in m2, vermeerderd met het aantal zitplaatsen is het maximaal aantal personen wat gelijktijdig in een gebouw aanwezig mag zijn. Nb. bij een bezetting van 4 personen per m2 is een toegestaan maximum, voor een goede bedrijfsvoerig zouden wij een maximum van 3 personen per m2 aanbevelen

* Gelegenheden met slechts 1 uitgang:

- Als deze deur tegen de vluchtrichting indraait, mogen niet meer dan 25 personen gelijktijdig in een gebouw aanwezig zijn.
- Draait de deur in de vluchtrichting, dan mogen 90 personen per meter uitgangsbreedte met een maximum van 100 personen gelijktijdig in een gebouw aanwezig zijn.

* Aan het inrichten van een ruimte met rijen stoelen zijn bepaalde voorwaarden verbonden, zoals de maximale rijlengte, de koppeling van stoelen e.d.. Raadpleeg hiervoor de gemeentelijke bouwverordening of informeer bij de brandweer of de afdeling bouw & woningtoezicht van uw gemeente.

Interne organisatie
Onwetendheid is de grootste vijand tijdens een calamiteit in uw bedrijf / instelling, dus laat u niet verrassen en bereidt u en uw personeel voor op hoe te handelen tijdens een calamiteit.
* Maak, indien bij uw bedrijf/ instelling aanwezig, gebruik van het ontruimingsplan en zorg ervoor dat alle verantwoordelijken weten hoe te handelen bij een calamiteit.

* Als u niet over een ontruimingsplan of ontruimingsinstructie beschikt kunt u daarvoor de tenminste de algemene ontruimingsinstructie "Hoe te handelen bij brand" gebruiken. Deze is bijgevoegd. Ook kunt u in overleg met de brandweer een ontruimingsplan opstellen.

* Zorg er voor dat uw personeel geïnstrueerd is hoe te handelen bij brand of andere calamiteiten.

* Zorg ervoor dat de veiligheidsinstructies op duidelijk zichtbare plaatsen in uw bedrijf /instelling zijn opgehangen.
* Zorg er voor dat uw personeel weet waar de brandblusmiddelen zich bevinden en hoe deze te gebruiken.

* Zorg ervoor dat uw personeel het ontruimingsplan/vluchtplan kent en dat ermee geoefend is.

Blusmiddelen

* Met de aanwezige blusmiddelen bent u in staat om in geval van brand een bluspoging te ondernemen. Zorg er daarom voor dat brandslanghaspel en draagbare blustoestellen altijd bereikbaar zijn. Hang daarom niets voor blusmiddelen.

* Om er zeker van te zijn dat de blusmiddelen voor direct gebruik beschikbaar zijn, laat u de blusmiddelen 1 x per jaar door een erkend bedrijf controleren op een goede werking. U kunt de laatste keuringsdatum terugvinden op het keuringsbewijs (meestal een sticker) op het blusmiddel.

Gaat u versiering ophangen?

* Plafondversiering kan bij een brand in sterke mate bijdragen aan de uitbreiding van een brand. Daarom mag plafondversiering alleen worden toegepast als deze onbrandbaar of niet door normale middelen (gasbrander o.d.) is te onsteken, hiermee wordt bedoeld onbrandbare slingers aluminum, onbrandbaar gemaakt papier e.d., balonnen {gevuld met lucht of helium}, houten versieringen met minimale maat van onderdelen 4 * 4 cm, onbrandbare netten en onbrandbare doeken. Nb. niet toegepast mogen b.v. droogbloemen, kunstplanten van brandbaar materiaal {zijde, kunststof e.d.}, opgezette dieren, manden, doeken, touwen, (kerst)takken e.d.
* Overige versieringsmateriaal moet moeilijk brandbaar zijn uitgevoerd. Dergelijk versieringsmateriaal is verkrijgbaar bij de reguliere handel. Vraag hier dus expliciet om en bewaar de verpakking van versieringsmaterialen om dit aan te kunnen tonen.
* Versiering mag uitsluitend opgehangen worden met behulp van ijzerdraad met een dikte van tenminste 0,5 mm.
* Het versieringsmateriaal langs en aan de plafonds, dient met de onderzijde op minimaal 2,5 meter boven de vloer te hangen.
* Zorg ervoor dat versieringen niet in aanraking kunnen komen met verlichting en andere warm wordende apparaten.
* Als u de buitenzijde van uw gebouw met versiering wilt verfraaien zijn bovenstaande tips ook van belang. Houdt rekening met de ondergrond, brandbaarheid, wijze en hoogte van ophangen en hoeveelheid versieringsmateriaal.

Speciaal voor de kerstdagen
Komt er een kerstboom?

* Een echte boom is erg brandbaar. Testsen van TNO laten zien dat zelfs impregneren niet afdoende helpt. Wilt u het echt veilig doen koop dan een kunststof kerstboom, gemaakt van een type kunststof welke niet makkelijk in brand gaat.

* Kiest u voor een "echte" boom, kies dan voor een boom met kluit en plaats deze in een stevige kuip. Houd de aarde waarin de boom geplant is goed vochtig, zodat de boom minder snel uitdroogt. Combinaties van kertstboom en losse kersttakken zijn niet toegestaan i.v.m. de mogelijke kans op uitbreiding over een te groot oppervlak.

* Kerstbomen zijn niet toegestaan in vluchtroutes zoals gangen, doorgangen trappehuizen en bij (nood)uitgangen. Ook niet plaatsen voor kleine blusmiddelen zoals haspels e.d. In de overige ruimten worden ze slechts onder bepaalde voorwaarden (zoals hieronder zijn aangegeven) toegestaan.

* Clusters van meerdere kerstbomen en meerder kerstbomen in een ruimte vormen een onacceptabel veiligheidsrisico en zijn dan ook niet toegestaan. Bij grote en hoge ruimtes (zoals kerken) is het toepassen van meerdere kerstbomen wel toegestaan indien de onderlinge afstand tussen de bomen tenminste 3 maal de hoogte, van de grootste boom, in meters bedraagt.

* Zorg dat de boom niet kan omvallen (hierdoor kunnen ongewild vluchtroutes worden versperd).

* Zet de boom niet te dicht bij de gordijnen.
* Gebruik geen echte kaarsjes in de boom. Een moment van onoplettendheid kan uw boom in een fakkel doen veranderen.
* Verlichting in de boom is mooi, maar alleen veilig als u elektrische verlichting met KEMA-keur gebruikt.
* Controleer de bedrading van de elektrische kerstboomverlichting op beschadigingen.

* Probeer de installatie eerst uit door de lampjes voor het ophangen korte tijd te laten branden.

* Gebruik een gaaf en goed passend verlengsnoer, en leg dat zodanig neer dat niemand er over kan struikelen. Langs vluchtroutes de snoeren afplakken.

* Doe de verlichting uit als het pand gesloten wordt. Haal de stekker uit het stopcontact, als u alleen een lampje los draait blijft risico op brand bestaan.

* Dennengroen mag niet of slechts in beperkte mate worden gebruikt. Dit materiaal is zeer brandgevaarlijk, zeker als het droog is. Daarom mogen kersttakken slechts in kleine clusters (1m2) opgehangen, niet aan het plafond, worden, deze clusters dienen een onderlinge afstand te hebben van tenminste 3 meter vrije tussenruimte. en zijn opgehangen aan ijzerdraad met een dikte van tenminste 0,5 mm.

* Plaats kerstbomen niet voor blusmiddelen, meterkasten, brandmeld- of andere schakel- en bedieningspanelen.

Laat u kaarsen branden?

* Zet de kaarsen in een stevige houder op een vlakke ondergrond.
* Gebruik geen houders van brandbaar materiaal zoals plastic, hout, kerstbakjes e.d.

* Zet kaarsen en kerststukjes op plaatsen waar u ze altijd kunt zien en niet te dicht bij andere brandbare materialen zoals de gordijnen e.d..

* Zet kaarsen en kerststukjes niet te dicht bij een warmtebron zoals de radiator van de centrale verwarming of bijvoorbeeld in de vensterbank. De kaarsen kunnen dan week worden en ombuigen.

Plaats van extra voorraad

* Zoek vooraf goede ruimten voor extra voorraden. Plaats niets in gangen, looppaden, doorgangen, trappenhuizen of voor / achter (nood)uitgangen.

* Plaats voorraden niet voor blusmiddelen, meterkasten, brandmeld- of andere schakel- en bedieningspanelen.

Waarheen met emballage, afval, e.d.

* Bewaar emballage en afval zoveel mogelijk binnen het gebouw, in daarvoor geschikte ruimten. Hiermee vorkomt u dat vandalen dit aan kunnen steken.

* Bewaar containers niet in vluchtroutes of voor /achter (nood)uitgangen.

* Moet emballage en afval toch buiten worden opgeslagen, stop het dan in afsluitbare containers van onbrandbaar materiaal. Zet deze niet op een brandkraan en niet bij een opening in de gevel.
* Laat afval regelmatig afvoeren.

* Zorg ervoor dat de ruimten waar emballage en afval wordt bewaard zoveel mogelijk zijn opgeruimd.

De brandweer wenst u gezellige en vooral veilige feestdagen toe

29 november 2002