Vlaamse overheid

Vlaamse regering
PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE REGERING VERGADERING VAN 29 NOVEMBER

2002

Waarborgregeling nieuwe stijl voor KMO-financiering

Op voorstel van Vlaams minister van Economie Jaak GABRIELS heeft de Vlaamse regering principieel haar goedkeuring gehecht aan een besluit tot wijziging van de waarborgregeling met het oog op de adviesaanvraag bij de Raad van State. De Vlaamse regering keurde dit goed na een positief SERV-advies.

In het 'Actieplan Ondernemen', dat geschreven werd gevolggevend aan de vraag van de Minister-president geformuleerd n.a.v. de laatste Septemberverklaring, stelde Vlaams minister Gabriels reeds enkele maatregelen in het vooruitzicht inzake KMO-financiering. Op deze wijze wordt tevens tegemoetgekomen aan een van de concrete vragen die naar voren kwamen op Gabriels' Ronde Tafel KMO-financiering van 7 maart 2002.

Vernieuwde waarborgregeling

De waarborgregeling biedt een antwoord op één van de pijnpunten waar de KMO's vandaag de dag mee worden geconfronteerd, met name het vinden van voldoende financiering voor hun investeringen. Veel beginnende KMO's kunnen namelijk onvoldoende waarborgen leveren om effectief een lening bij de bank te bekomen.

Na een grondige evaluatie van de bestaande waarborgregeling door het studiebureau Idea Consult werd besloten om de waarborgregeling grondig bij te sturen. Als uitgangspunt voor deze oefening werd vertrokken van transparantie, eenvoud en publiek-private samenwerking tussen overheid en privé. Op deze wijze wordt meteen ook weer gevolg gegeven aan een van de doelstellingen van het 'Actieplan Ondernemen'.

Inspiratie voor het nieuwe systeem werd gehaald bij de Nederlandse waarborgregeling. Met een vergelijkbaar aantal ambtenaren slaagt men er in Nederland om jaarlijks ongeveer 450 miljoen euro aan waarborgen toe te kennen, te vergelijken met de 45 miljoen euro aan waarborgen die jaarlijks door het Vlaams Waarborgfonds worden goedgekeurd. Het marktaandeel van de Nederlandse waarborgregeling bedraagt 3 tot 5% van de totale KMO- kredieten, dit van het Vlaams Waarborgfonds maximaal 0,5%.

Naar analogie met het Nederlandse systeem wordt geopteerd voor een duidelijke PPS-structuur tussen Vlaamse overheid en de privé-banken. Privé-banken functioneren in het nieuwe verhaal als duidelijke front-offices, waarbij de overheidsadministratie zich gaat toeleggen op controletaken. Op deze wijze wordt dubbelwerk vermeden en zal de doorlooptijd van een waarborgdossier gevoelig verminderen. Er wordt bijgevolg geopteerd voor een automatisch systeem. Ten einde voldoende controle te voorzien, zullen ook raamakkoorden worden gesloten tussen de Vlaamse overheid en de participerende banken.

De waarborg vanwege de Vlaamse overheid voor startende en gevestigde ondernemingen bedraagt 75% van het totale kredietbedrag, met andere woorden 25% van het risico wordt door de banken gedragen. Op deze wijze blijft een voldoende risico-deling tussen de verschillende partijen aanwezig. De waarborg kan maximaal 500.000 euro bedragen. Voor elk jaar dat men van deze maatregel gebruik wenst te maken, wordt een premie van 0,25% van het totale kredietbedrag aangerekend. Voor startende ondernemingen wordt dit premiebedrag gereduceerd tot 0,05% per jaar. In tegenstelling tot de bestaande regeling is er geen sprake meer van een leeftijdsgrens voor starters: op deze manier kunnen ook startende 50-plussers gebruik maken van deze vernieuwde waarborgregeling.

Essentie

Met deze regeling hoopt de Vlaamse regering starters en gevestigde ondernemingen op een makkelijkere manier financiering te verschaffen.

persinfo : Mark Vanleeuw, woordvoerder van minister Gabriels - tel. 02 553 12 33
e-mail: persdienst.gabriels@vlaanderen.be