Royal Dutch Petroleum

Jet-Net moet jongeren warm maken voor technische studie

Jet-Net. Zo heet het project dat bedrijfsleven, overheid en onderwijsorganisaties starten om scholieren te interesseren voor technische studies. Shell, Akzo Nobel, DSM, Philips en Unilever hebben daartoe vrijdagmiddag een overeenkomst getekend samen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap en een groot aantal andere organisaties. Het vijfjarige project gaat op 1 januari a.s. van start.

Jet-Net staat voor Jongeren en Technologie Netwerk Nederland. De invulling van het project zal worden bepaald op basis van de behoefte van scholen. Gedacht wordt aan praktijkcases, gastlessen of bedrijfsbezoeken. Het doel is middelbare scholieren voor technologie te interesseren, zodat de instroom van studenten aan technische studies toeneemt. Dat is nodig omdat het aantal jongeren dat kiest voor een technische opleiding steeds verder terugloopt. Zo is op havo- en vwo-scholen het aantal scholieren dat kiest voor het profiel Natuur en Techniek gehalveerd ten opzichte van de oude situatie (voor invoering van de profielen) begin jaren negentig. Er is weliswaar sprake van groei in het profiel Natuur en Gezondheid, maar deze leerlingen kiezen over het algemeen haast geen bèta/technische vervolgstudie. Verder is het aantal studenten dat een technische HBO- of WO-opleiding volgt relatief gedaald sinds 1990.

Zorgwekkend
'Voor hoogwaardig technologische bedrijven als Shell en de andere deelnemende partijen is continue instroom van technisch opgeleide studenten essentieel,' licht Groepsdirecteur Jeroen van der Veer van Shell toe. 'Het afnemende aantal studenten dat kiest voor technische studies is daarom zorgwekkend, zeker wanneer wordt bedacht dat middelbare scholieren - dus potentiële toekomstige techniekstudenten - zich massaal afkeren van de 'harde' technische vakken. Wij willen met Jet-Net laten zien hoe leuk en hoe maatschappelijk relevant techniek is. Het gaat om aantrekkelijk onderwijs, praktijkgericht en aansluitend bij de belevingswereld van jongeren.'

Shell en de vier andere multinationals denken op de behoefte van scholen te kunnen inspelen met bijvoorbeeld gastlessen, bedrijfsbezoeken, het bieden van praktijkervaring aan docenten en beroepsoriëntatie voor leerlingen. Nu al vinden op individuele basis tussen scholen en bedrijven dergelijke vormen van samenwerking plaats. Binnen het Jet-Netproject kan hieraan meer structureel en gecoördineerd vorm worden gegeven. Het is de bedoeling dat deze activiteiten gaan aansluiten bij bestaande initiatieven. Het Jet-Netprojectbureau zorgt voor het delen van good practices, zodat partijen met elkaars bevindingen hun voordeel kunnen doen. Jet-Net gaat primair om de inzet van menskracht. Het project zal bovendien de uitgangspunten van het Convenant Sponsoring voor het primair en voortgezet onderwijs in acht nemen. Dat betekent dat de scholen volledig de zeggenschap behouden over de inrichting van het onderwijs.

Jet-Net is een meerjarige samenwerking tussen ondernemingen, scholen, intermediaire organisaties en overheid. Naast de vijf bedrijven en het ministerie van OCenW zetten ook onderwijsorganisaties, alsmede de Stichting Axis, Stichting Weten, en de ondernemingsorganisaties VNO-NCW, FME-CWM, VNCI en C3 hun handtekening onder de overeenkomst.

Voor het project is ook een website gemaakt: www.jet-net.nl