Ministerie van Financiën

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plein 2

2511 CR DEN HAAG

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

BFB/2002/1104M

Onderwerp

Toezending geannoteerde agenda voor de Ecofin Raad van 3 december 2002

Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris, de geannoteerde agenda voor de Ecofin Raad van 3 december 2002 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot in de volgende vergadering.

Deze ontwerpagenda wordt toegezonden aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer alsmede de Voorzitters van de Algemene Commissie voor Europese Zaken en de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer.

DE MINISTER VAN FINANCIËN

Geannoteerde Agenda eurogroep en Ecofon Raad van 2 en 3 december

Eurogroep

Economische situatie

De Eurogroep spreekt zoals gebruikelijk over de economische situatie mede op basis van de herfstvoorspellingen van de Commissie. De groeivertraging in de VS en het eurogebied houden langer aan dan eerder werd verondersteld. Het economische herstel zet naar verwachting pas in de loop van 2003 echt door. Het eurogebied blijft met een groei van 0,8% voor dit jaar en 1,8% voor volgend jaar achter bij de VS, die in beide jaren met 2,3% groeit. Blijvend laag vertrouwen, vermogensverliezen en hogere financieringskosten kunnen bestedingen door consumenten en bedrijven onder neerwaartse druk zetten.

Voor de VS verwachten particuliere marktpartijen voor het laatste kwartaal van 2002 een terugval in de groei van 3,1% tot circa 1% a 2 % (beide kwartaal op kwartaal, geannualiseerd). De groei loopt vooral terug doordat consumenten hun bestedingen matigen. Recent beschikbaar gekomen indicatoren - dalende detailhandelsomzet, krimpende industriële productie en oplopende werkloosheid - hebben waarschijnlijk een rol gespeeld bij het besluit van de Federal Reserve om de beleidsrente met 50 basispunten te verlagen tot 1,25%.

De groei in het eurogebied lijkt zich met een groei op kwartaalbasis van 0,4% in het eerste en tweede kwartaal gelijkmatig te ontwikkelen. In de najaarsvoorspellingen gaat de Commissie voor het derde en vierde kwartaal uit van lagere groeicijfers: 0,3% resp. 0,2%. Op jaarbasis bezien gaat de Commissie uit van een geleidelijke toename van de groei van 1,1% in het derde kwartaal van dit jaar tot 2,5% begin 2004. Achter dit herstel zitten aantrekkende consumentenbestedingen, gevolgd door toenemende bedrijfsinvesteringen in de tweede helft van 2003.

Volgens voorlopige cijfers van Eurostat liep de HICP-inflatie in het eurogebied op van 2,1% in september naar 2,3% in oktober. In zijn toelichting op het besluit van 7 november om het tarief voor de herfinancieringsrente ongewijzigd te laten op 3,25%, gaf de president van de ECB voor het eerst aan dat er in de Raad van Bestuur uitgebreid gesproken was over de argumenten voor en tegen een renteverlaging. Verder gaf de president aan dat de inflatie in het eurogebied mogelijk pas begin 2003 tot onder 2% daalt, en dat in de loop van 2003 de inflatiedruk afneemt onder invloed van de in waarde gestegen euro en de gematigde economische ontwikkeling. Olieprijzen en lonen blijven echter voor opwaartse risico's zorgen.

Budgettaire situatie

Document: n.v.t.

Aard van de bespreking: oriënterend debat

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal ook spreken over de budgettaire ontwikkelingen in het eurogebied. De Commissie rekent in haar herfstvoorspellingen op een verslechtering van de budgettaire positie in 2002. Voor het eurogebied wordt een gemiddeld saldo van - 2,3 % BBP verwacht ten opzichte van gemiddeld - 0,9 % BBP bij de vorige ronde van stabiliteitsprogramma's. Deze verslechtering is slechts gedeeltelijk te verklaren door tegenvallende groeicijfers, een deel komt door beleid. Voor de jaren 2003 en 2004 wordt een lichte verbetering verwacht (2002: -2,1 % BBP, 2004: -1,8 % BBP).

De Commissie heeft als eerste stap in de buitensporig tekortprocedure een rapport opgesteld over de Duitse overheidsfinanciën. Het is aan de Raad te beslissen of in Duitsland daadwerkelijk sprake is van een buitensporig tekort, maar een aanbeveling aan de Raad hiertoe is nog niet opgesteld. De Commissie stelt de Raad tevens voor om een vroege waarschuwing (early warning) aan Frankrijk te geven. De Commissie geeft aan dat er een aanzienlijk risico is dat het overheidstekort de 3 %-norm uit het Verdrag zal overschrijden en een vroege waarschuwing heeft als doel een dergelijk overschrijding te voorkomen. Volgens de Commissie is er geen direct risico dat het tekort in Italië de 3 %-norm overschrijdt, maar de Commissie maakt zich zorgen over de ontwikkeling van de schuldquote (2001: 109,9 % BBP, 2002: 110,3 % BBP. De voornemens van de Commissie zijn in lijn met de conclusies van de Eurogroep van 7 oktober.

Internationale rol van de euro

Document: n.v.t.

Aard van de bespreking: debat

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal spreken over het belang van de euro op de internationale kapitaalmarkten en de rol die de munt speelt in derde landen. Doel is inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken en de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot de internationalisering van de euro. Internationalisering van de euro is geen doel op zich voor de ECB. Die rol wordt uiteindelijk namelijk bepaald door marktpartijen.

Mede door de creatie van een uniforme en grotere markt voor schuldtitels, is het aandeel van door niet-ingezetenen in euro uitgegeven internationale schuldtitels in anderhalf jaar met 3%-punt gestegen naar 29%. Het aandeel van de dollar is 44%, van de yen 13%. Belangrijkste schulduitgevers zijn industrielanden (vooral VS en VK), terwijl opkomende markten slechts beperkt gebruik maken van de euro. Het aanbod van in euro's genomineerde internationale obligaties stijgt sneller dan de internationale vraag ernaar. Zo hebben Amerikaanse financiële instellingen nauwelijks euro-obligaties in portefeuille. De vergrote rol van de euro lijkt daarom vooral te worden gedreven door beleggers binnen het eurogebied. Het gebruik van de euro bij export- en importtransacties van landen in het eurogebied is aanzienlijk toegenomen. Naar schatting de helft van de buitenlandse handel van de landen in het eurogebied wordt afgerekend in euro's.

Monetaire overeenkomst met Andorra

Document: n.v.t.

Aard van de bespreking: oriënterend debat

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal spreken over het starten van de onderhandelingen met Andorra over een monetaire overeenkomst. Andorra heeft de Raad benaderd met de vraag of toestemming kan worden verleend om euromunten voor verzamelaars te slaan. Dit kan alleen in het kader van een monetaire overeenkomst tussen de EU en Andorra. Dergelijke overeenkomsten bestaan al voor Monaco, San Marino en het Vaticaan. Als de Raad een dergelijke beslissing wenselijk acht, kunnen de onderhandelingen worden gestart. Nederland kan instemmen met het starten van onderhandelingen over een monetaire overeenkomst.

Gemeenschappelijke zijde euromunten

Document: n.v.t.

Aard van de bespreking: oriënterend debat

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal spreken over de technische aspecten van de euromunten. Het Euromunten Subcomité van het Economisch en Financieel Comité heeft een mandaat gevraagd om de technische aspecten te onderzoeken van een mogelijke aanpassing van de gemeenschappelijke zijde van de euromunten. Of een dergelijke aanpassing ook zal plaatsvinden zal op een later tijdstip door de Raad worden besloten. Deze kwestie hangt samen met de toetreding van de kandidaatlidstaten tot de EU; op de gemeenschappelijke zijde staan nu de contouren van de huidige Europese Unie afgebeeld. Nederland ondersteunt het technisch voorbereidend werk van het Subcomité.

Ecofin Raad

1. Goedkeuring van de voorlopige agenda

2. Goedkeuring van de lijst van A-punten

3. Stroomlijning coördinatieprocedures Eindverslag van de Raad

Document: Communication from the Commission on streamlining the annual economic and employment policy coordination cycles (http://europa.eu.int/comm/economy_finance/publications/structural_policies/2002/com_2002_487_en.pdf)

Aard van de bespreking: goedkeuren definitief rapport van EFC, EPC en EMCO

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Tijdens de Ecofin zullen de discussies over de stroomlijning van het coördinatie-instrumentarium worden voortgezet en zal een definitief rapport van EFC, EPC en EMCO over de stroomlijning van coördinatieprocedures worden goedgekeurd. Dit onderwerp stond eveneens geagendeerd voor de Ecofin vergaderingen van 8 oktober en 5 november. Voor de volledigheid wordt de achtergrond van de discussie hieronder herhaald. Begin september verscheen een Commissiemededeling over stroomlijning van het Europese coördinatie-instrumentarium. De mededeling stelt onder andere voor de verschillende processen (Globale Richtsnoeren, Europese Werkgelegenheidsstrategie, Cardiff en de Interne Markt Strategie) in tijd te synchroniseren, de nadruk op daadwerkelijke uitvoering en tastbare resultaten te vergroten en de huidige jaarlijkse formulering van de globale richtsnoeren en de werkgelegenheidsrichtsnoeren te vervangen door een driejaarlijkse cyclus. In tussenliggende jaren volstaat dan een beperkte actualisatie die grote macro-economische veranderingen in ogenschouw neemt en gericht is op implementatie van de richtsnoeren. Om de aandacht voor implementatie verder te vergroten, stelt de Commissie voor de verschillende nationale implementatierapporten te combineren. Nederland steunt het streven naar verdere stroomlijning en de grotere nadruk op implementatie van gemaakte afspraken.

4. Structurele indicatoren - Conclusies van de Raad

Document: n.v.t.

Aard van de bespreking: vaststellen opinie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Ecofin zal op 3 december spreken over een gezamenlijke opinie van EPC, EMCO en SPC voor zowel Ecofin Raad als Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken. Het voorstel is enkele aanpassingen door te voeren op de set van structurele indicatoren die op Europees niveau is ontwikkeld met als doel de voortgang van de EU-lidstaten in het bereiken van het strategische Lissabondoelstellingen te kunnen monitoren. De indicatoren zullen worden voorgelegd aan de Voorjaarstop in 2003. Evenals vorig jaar heeft de Commissie een lijst met 42 indicatoren opgesteld. Deze zijn gelijk verdeeld over 6 categorieën te weten: economische ontwikkeling, werkgelegenheid, innovatie en ontwikkeling, economische hervormingen, sociale cohesie en milieu. Ten opzichte van de lijst van vorig jaar zijn enkele veranderingen doorgevoerd. Enkele indicatoren zijn vervangen. Zo komt een indicator voor de effectieve pensioenleeftijd in plaats van de participatiegraad oudere werknemers en komt er een indicator voor bedrijfsregistratie in de plaats van een indicator voor bedrijfsinvesteringen, omdat met de eerste indicator beter de voortgang kan worden gevolgd die Lidstaten realiseren in het verlagen van de kosten en tijdsduur nodig voor het opzetten van een onderneming. Ook zijn enkele indicatoren opnieuw gedefinieerd. Zo wordt de indicator voor uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling voortaan onderverdeeld naar financier van het onderzoek (overheid of bedrijfsleven) in plaats van naar uitvoerder van het onderzoek. Dit sluit beter aan bij de 3% BBP doelstelling voor onderzoek- en ontwikkelinguitgaven in 2010, waarvan eenderde deel door de overheid en tweederde door het bedrijfsleven moet worden gerealiseerd. Ten slotte zijn enkele wijzigingen in de indicatoren voor sociale cohesie en milieu doorgevoerd.

5. Financiële diensten

a) Financiële regelgeving, financieel toezicht en financiële stabiliteit

Eindverslag

Document: definitieve versie EFC report on financial supervision, regulation and stability (nog niet beschikbaar)

Aard bespreking: het definitieve EFC report on financial supervision, regulation and stability zal worden besproken.

Besluitvormingsprocedure: instemming door de Ecofin Raad met het eindrapport.

toelichting:

In de Ecofin van 3 december 2002 zal het definitieve rapport over de toekomstige structuur van financiële toezicht(houders)comité's van de EU aan de orde komen. Het EFC rapport over financial stability, regulation and supervision is ter consultatie aan de financiële sector voorgelegd. Een nieuwe comitéstructuur is met het oog op de omvang en werkbaarheid van comités nodig om in de toekomst (na de uitbreiding van de EU) slagvaardig regelgeving op te kunnen stellen voor de dynamische financiële sector. Voor zover nu bekend waren de reacties op de voorgestelde toezichtcomitéstructuur positief (strikte scheiding tussen toezichtcomité's op niveau 2 voor regelgeving (comités bestaande uit ministeries van financiën), en niveau 3 comités (bestaande uit toezichthouders; convergentie van toezichtpraktijken). Wel gaf de sector evenals het Europees Parlement te kennen dat een "call-back" voor de voor de lagere regelgeving (Annex bij Richtlijn) nodig is. De gewenste call-back is vergelijkbaar met de voorhangprocedure die in Nederland bestaat voor Algemene Maatregelen van Bestuur. Nederland is goed te spreken over het voorliggende voorstel en de reacties die daarop via consultatie van de sector zijn verkregen. Wat Nederland betreft moet de EU snel van start gaan met de voorgestelde comitéstructuur voor de financiële sector.

Financiële diensten

b) Ondernemingsbestuur

Oriënterend debat

Document: het eindrapport van de High Level Group of Company Law Experts (naar zijn voorzitter ook wel de commissie Winter genoemd).

http://www.europa.eu.int/comm/internal_market/en/company/company/modern/consult/report_en.pdf

Aard bespreking: oriënterend debat over de aanbevelingen van de commissie Winter betreffende een modernisering van het Europese vennootschapsrecht en corporate governance.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Tijdens de Ecofin van 5 november heeft prof. J. Winter (Erasmus Universiteit) zijn aanbevelingen over de modernisering van het Europese vennootschapsrecht en corporate governance gepresenteerd. De deskundigengroep is geen voorstander van EU-harmonisatie van corporate governance regels. De verschillen in het nationale vennootschapsrecht, waarop in de lidstaten de praktijken in corporate governance aansluiten, zijn hiervoor nog (veel) te groot. Nederland is het met deze opvatting eens. Nederland steunt het streven naar meer transparantie ten aanzien van corporate governance regels en praktijken en ondersteunt de oproep van de commissie Winter aan de Europese Commissie om snel met een richtlijnvoorstel te komen om grensoverschrijdend stemmen door aandeelhouders te faciliteren. De Raad voor Concurrentievermogen heeft in zijn vergadering van 30 september geconcludeerd dat er behoefte bestaat aan een Actieplan op het gebied van vennootschapsrecht, inclusief corporate governance. Dit plan zal naar verwachting in aan het eind van het eerste kwartaal van 2003 kunnen worden gepresenteerd.

Financiële diensten

c) Actieplan voor financiële diensten

7e voortgangsverslag

Document: zevende voortgangsverslag van het Actieplan Financiële diensten (www.europa.eu.int/comm/internal_market/en/finances/actionplan/index.htm)

Aard bespreking: presentatie door Commissie

besluitvormingsprocedure: nvt

toelichting:

Het Actieplan Financiële diensten uit 1999 is een pakket van 43 maatregelen die nodig zijn voor de integratie van de Europese markt voor financiële dienstenverlening. De Europese Raad van Lissabon (april 2000) heeft een uiterste termijn van 2005 vastgesteld voor de voltooiing van het actieplan. Voor de Europese effectenmarkten is dat 2003.

De realisatie van het Actieplan Financiële diensten ligt grotendeels op schema. Van de 43 maatregelen zijn er inmiddels 30 volledig afgerond. De overige Actieplanmaatregelen zijn nog in voorbereiding bij de Commissie en in behandeling bij de Raad en het Europees Parlement.

Naar verwachting zullen alle maatregelen binnen de politiek vastgestelde termijnen worden gerealiseerd.

Financiële diensten

d) (eventueel) Integratie en efficiency-indicatoren

-Presentatie door de Commissie

Document: Verklaring van EU Commissie omtrent economische voordelen van integratie van de EU financiële markten. Achterliggende info o.a. Rapport van London Economics Consultants/PwC aan de Europese Commisie inz. een kwantificering van de macro economische voordelen van de integratie van de EU financiële markten (www.europa.eu.int/comm/internal_market/en/finances/mobil/overview.htm)

Aard bespreking: presentatie door Commissie

Besluitvormingsprocedure: Lidstaten wordt gevraagd in te stemmen met de conclusies van de Commissie

toelichting:

Op 12 november jl. zijn de resultaten gepubliceerd van een studie die in opdracht van de Europese Commissie door London Economics Consultants/PwC is verricht naar de macro-economische voordelen van de integratie van de EU financiële markten. Over hetzelfde onderwerp zullen binnenkort nog enkele door de Europese Commissie aanbestede studies verschijnen. Algemene conclusie is dat (verdere) integratie van de financiële markten van de Unie goed is voor de economische groei en dat alle lidstaten hiervan zullen profiteren.

Het is dan ook van belang dat de maatregelen uit het Actieplan financiële diensten, die tot een interne EU markt voor financiële dienstverlening moeten leiden, binnen de daartoe politiek afgesproken termijnen worden uitgevoerd (voor de effectensector: 2003, voor de overige financiële sectoren: 2005). De Europese Commissie zal op basis van de resultaten van bovengenoemde studies een syntheserapport opstellen dat in april 2003 in de Ecofin Raad zal worden besproken.

Financiële diensten

e) (eventueel) Richtlijn beleggingsdiensten

-Presentatie door de Commissie

Document: Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council modifying Directive 93/22/EEC on Investment services (niet openbaar)

Aard bespreking: Presentatie van een richtlijnvoorstel door de Europese Commissie

besluitvormingsprocedure: co-decisie

toelichting:

Het richtlijnvoorstel van de Europese Commissie inzake beleggingsdiensten is een actualisering en uitbreiding van de bestaande richtlijn beleggingsdiensten. De nieuwe richtlijn beoogt regels te geven voor de bestaande beurzen en voor nieuwe soorten van handelsplatforms. Voorts zal de richtlijn voor een aantal dienstverleningsvormen een verdere beleggerbescherming introduceren. De regeling voorziet in een sterke bescherming van de particuliere belegger en een marginale bescherming van de professionele belegger. De richtlijn zal gebruik maken van de nieuwe comitologieprocedures (Lamfalussy) en daarom zelf hoofdzakelijk de principes bevatten; de nadere uitwerking van deze principes zal plaatsvinden in level 2- cq. level 3 regelgeving. De Commissie heeft het Comité van toezichthouders opdracht gegeven om voorstellen te doen voor invulling van deze principes.

De richtlijn wordt gezien als een belangrijk instrument voor verdere integratie van Europese kapitaalmarkten, harmonisatie van gedragsregels voor effecteninstellingen en volledige concurrentie voor handelssystemen. Zij is daarom voor Nederland op hoofdlijnen aanvaardbaar.

6. Begroting

-Rekenkamer - Jaarverslag

=Presentatie

Document: Het jaarverslag van de Europese Rekenkamer over 2001

(http://www.eca.eu.int/EN/RA/2001/ra01.htm)

Aard bespreking: Presentatie door de Europese Rekenkamer.

Besluitvormingsprocedure: Op 5 november 2002 is het jaarverslag van de Europese Rekenkamer (ERK) over 2001 openbaar gemaakt en door de president van de ERK aan het Europees Parlement (EP) gepresenteerd. Het jaarverslag met daarin de betrouwbaarheidsverklaring speelt een belangrijke rol in de dechargeprocedure. Tijdens de Ecofin-Raad in maart 2003 zal er een besluit genomen worden over het advies van de Raad aan het EP inzake dechargeverlening aan de Europese Commissie (EC). Het EP besluit uiteindelijk al dan niet decharge te verlenen aan de EC over de begrotingsuitvoering van 2001.

Toelichting:

De betrouwbaarheidsverklaring (declaration d'assurance, DAS) maakt onderdeel uit van het jaarverslag van de ERK. Dit is een verklaring over de betrouwbaarheid van de rekeningen en over de wettigheid en de regelmatigheid van de uitgaven en ontvangsten. De verklaring is een belangrijk hulpmiddel voor de Raad en het EP in de dechargeprocedure. Evenals de voorgaande jaren is de betrouwbaarheidsverklaring negatief. Onder meer binnen de uitgavencategorieën landbouw- en structuurfondsuitgaven komen nog altijd te veel fouten voor. Inzicht in de voortgang in de tijd is niet mogelijk, omdat de ERK sinds enkele jaren geen foutenpercentages meer publiceert. Nederland betreurt het zeer dat naast kwalitatieve indicatoren, kwantitatieve indicatoren ontbreken.

7. Belastingvraagstukken

a) Belastingpakket (besloten zitting)

-Belasting op rente van spaargelden

-Gedragscode belastingregeling voor ondernemingen

-Interest/royalties

Document: niet van toepassing

Aard van de bespreking: akkoord over totstandkoming belastingpakket

Besluitvormingsprocedure: artikel 94 EG Verdrag (unanimiteit)

Toelichting

Het belastingpakket bestaat uit drie onderdelen: de gedragscode, de richtlijn voor spaartegoeden en de richtlijn voor interest en royalties. Het is de planning van de Europese Raad dat eind 2002, dus tijdens het huidige Deense voorzitterschap definitief besluiten worden genomen over de drie onderdelen van het pakket. Over de richtlijn interest en royalties is al in 2000 nagenoeg overeenstemming bereikt.

Voor het gedragscode proces is in de Ecofin Raad van 4 juni 2002 afgesproken dat de Gedragscodegroep met assistentie van de Commissie beschrijvingen van rollback-maatregelen moet opstellen zodat de groep een eerste evaluatie kan maken van de toereikendheid van maatregelen ter terugdraaiing (rollback) van schadelijke belastingmaatregelen. Deze beschrijvingen zijn voor alle veroordeelde regimes in de afgelopen maanden in overleg met de Commissie opgesteld en door Nederland akkoord bevonden. Enkele lidstaten hebben nog bezwaren geuit tegen de conceptbeschrijvingen voor hun regimes. Deze bezwaren zullen bilateraal met de Commissie moeten worden opgelost. Dit betekent de facto dat de Ecofin Raad van 3 december aanstaande alleen de rollback-beschrijvingen van lidstaten zal ontvangen zonder een waardeoordeel over de toereikendheid van deze rollback. De eerste evaluatie zal naar verwachting pas begin 2003 op de agenda van de groep staan.

Als belangrijke voorwaarde voor het definitief aannemen van de richtlijn spaartegoeden geldt het slagen van onderhandelingen met een aantal derde landen, waaronder de Verenigde Staten en Zwitserland, over de toepassing van aan de richtlijn gelijkwaardige maatregelen. De Europese Commissie voert deze onderhandelingen en op elke bijeenkomst van de Ecofin Raad doet Commissaris Bolkestein verslag van de stand van zaken. De onderhandelingen verlopen moeizaam. De Commissie is er tot op heden nog niet in geslaagd voldoende toezeggingen te verkrijgen van de derde landen over uitwisseling van informatie. Zwitserland heeft wel aangeboden een bronbelasting in te voeren en in nauw omschreven fraudegevallen informatie uit te wisselen. Op de komende Ecofin Raad van 3 december zal gesproken moeten worden over hoe de derde landen tot verdergaande toezeggingen te bewegen zouden zijn. Om een akkoord te bereiken zal de Ecofin Raad zich anderzijds ook moeten buigen over de vraag welke toezeggingen van derde landen voldoende zijn om de richtlijn spaartegoeden (en daarmee het belastingpakket) doorgang te laten vinden. Nederland zal in deze discussie een constructieve houding aannemen.

Belastingvraagstukken

b) Energiebelasting - Politiek akkoord

Document: nog niet ontvangen.

Aard bespreking: politiek akkoord

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Het Deense voorzitterschap wil proberen om op deze Ecofin Raad een politiek akkoord over de energiebelasting te bereiken. Afhankelijk van de uitkomst van de besprekingen over de thans openstaande punten in de Raadswerkgroepvergadering voorafgaand aan de Ecofin Raad zal het Deense voorzitterschap compromissen voor deze punten agenderen.

De openstaande punten betreffen achtereenvolgens: de regeling voor de dieselaccijns voor het wegvervoer (tariefdifferentiatie mogelijkheid), de mogelijkheid voor lidstaten om voor energie intensieve bedrijven met milieuconvenanten of vergelijkbare overeenkomsten belastingverlagingen beneden de minima te mogen verlenen, de algemene overgangstermijnen en de staatssteunproblematiek van de ontwerprichtlijn.

Belastingvraagstukken

c) BTW (mogelijk A-punt)

-Administratieve samenwerking - Politiek akkoord

Document: Conceptverordening (definitieve FISC nummer nog niet bekend)

Aard van de bespreking: beslissing

Besluitvormingsprocedure: Artikel 93 en 94 EG Verdrag (unanimiteit)

Toelichting:

Onlangs is de ambtelijke voorbereiding afgerond van een nieuwe verordening die administratieve bijstand tussen belastingdiensten van de lidstaten bij de heffing van BTW regelt. De nieuwe verordening voegt de bestaande instrumenten voor samenwerking bij de heffing van BTW samen en schept enkele nieuwe voorwaarden ter verbetering van deze samenwerking. Zo zijn onder meer termijnen gesteld voor het beantwoorden aan een verzoek tot administratieve bijstand en is geregeld dat elke lidstaat een Central Liaison Office instelt. Hiertoe moet ook Richtlijn 77/799 (bijstand bij heffing van directe belastingen en accijnzen en thans nog BTW) worden aangepast, zodat deze richtlijn niet langer betrekking heeft op de BTW. Ten aanzien van het voorstel om bij deze technische aanpassing van Richtlijn 77/799 ook op te nemen dat assurantiebelastingen voortaan onder de richtlijn zouden vallen, neemt Nederland een neutrale positie in. Op de komende Ecofin van 3 december zal een besluit worden genomen over de nieuwe verordening. Nederland kan instemmen met het aannemen van de nieuwe verordening.

Belastingvraagstukken

d) Fiscale behandeling van bedrijfspensioenen (mogelijk A-punt)

-Verslag van het voorzitterschap

Document: Verslag van het voorzitterschap (definitief FISC nummer nog niet bekend)

Aard van de bespreking: ter kennisneming

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting

Tijdens de Ecofin Raad van 16 oktober 2001 is de Commissiemededeling aan de orde gekomen van 19 april 2001 over de opheffing van fiscale belemmeringen bij grensoverschrijdende bedrijfspensioenregelingen. Uit deze bespreking zijn twee opdrachten voortgevloeid, die als volgt kunnen worden samengevat:

1. het bekijken van voorstellen tot de uitvoering van het uitwisselen van fiscale informatie over bedrijfspensioenen; 2. het bedenken van oplossingen en regelingen ter voorkomen van dubbele belastingen en dubbele niet-belasting die samenhangt met de belasting van bedrijfspensioenen.

De deadline voor rapportages over beide punten is eind 2002. Het Deense voorzitterschap doet aan de Ecofin Raad van 3 december verslag over de geboekte vooruitgang. De eerste opdracht is tijdens het Spaanse voorzitterschap in de Groep Belastingvraagstukken nader uitgewerkt. De uitkomst is een aantal breed gedeelde conclusies van Groep over automatische uitwisseling van bepaalde gegevens middels een aan het OESO standardformat ontleend formulier. Tijdens het Deense voorzitterschap is in de Groep Belastingvraagstukken gesproken over het voorkomen van dubbele belasting en dubbele niet-belasting van grensoverschrijdende bedrijfspensioenen. Het bleek niet mogelijk gemeenschappelijke conclusies te formuleren over mogelijke oplossingen. Nederland neemt kennis van de rapportage van het voorzitterschap.