---

Brieven aan de Kamer
---

Voortgangsrapportage van het project Gebruiksvergunning

04-12-2002

Naar aanleiding van de eerste voortgangsrapportage (aangeboden bij brief van 6 juni 2002, MG.2002001173) over het project gebruiksvergunningen over de periode april 2001 tot en met mei 2002 en met verwijzing naar uw brief van 6 september 2002, kenmerk 60-def-2002 is toegezegd om begin december 2002 opnieuw over de voortgang te rapporteren.

De cafébrand te Volendam was aanleiding voor Defensie om de stand van zaken ten aanzien van gebruiksvergunningen voor de eigen gebouwen te inventariseren en vervolgens een plan van aanpak voor een inhaalslag op te stellen, dat u op 18 juni 2001 (kenmerk MG 2001002063) is toegezonden.

Het kabinet heeft er destijds naar aanleiding van door de commissie Alders geconstateerde achterstanden bij alle gemeenten op aangedrongen om nog in 2001 een actieprogramma op te stellen, dat onder meer zou moeten voorzien in een inhaalslag voor de verlening van gebruiksvergunningen. Op de opstelling en uitvoering wordt toezicht gehouden door de Inspectie Brandweerzorg en rampenbestrijding.

Het plan van aanpak van Defensie is met name gericht op het aanvragen van gebruiksvergunningen binnen drie jaar, voor alle daarvoor in aanmerking komende gebouwen. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de gebouwen die vanwege de aanwezigheid van (veel) mensen gebruiksvergunningplichtig zijn. Dit

zijn de gebouwen uit de categorie A, C en D van de Modelbouwverordening (hierna prioriteitsklasse 1 genoemd). Voor mei 2003 dienen de gebruiksvergunningen voor deze gebouwen te zijn aangevraagd. Gebouwen die alleen gebruiksvergunningplichtig zijn vanwege de opslag van bepaalde stoffen (categorie B, ook wel als prioriteitsklasse 2 aangeduid) hebben een lagere prioriteit gekregen. Vergunningen voor deze categorie dienen voor mei 2004 te zijn aangevraagd. Alle aanvragen worden ingediend door de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen ten behoeve van de gehele defensieorganisatie

Door middel van deze brief wordt verslag uitgebracht over de voortgang van het project in de periode van juni tot en met oktober van dit jaar.

Aanvragen van gebruiksvergunningen

In de verslagperiode is hard gewerkt aan het voorbereiden van de aanvragen voor gebouwen uit prioriteitsklasse 1. Dit heeft ertoe geleid dat inmiddels voor 42,7 % van deze gebouwen een vergunning is aangevraagd dan wel verkregen. In tabel 1 staan de getalsmatige gegevens over de voortgang. Om de leesbaarheid te bevorderen, is de tabel vereenvoudigd ten opzichte van de in de eerste voortgangsrapportage getoonde tabel. De getallen hebben nu slechts betrekking op gebruiksvergunningplichtige gebouwen. Weggelaten zijn de minder relevante aantallen in voorbereiding zijnde en ingediende aanvragen. Het gaat er immers om voor hoeveel gebouwen de vergunning aangevraagd of verkregen is en niet zo zeer hoeveel aanvragen en vergunningen daarmee gemoeid zijn.

Deze getallen zijn lager dan de som van de verschillende betrokken categorieën omdat gebouwen die in meerdere categorieën vallen in het totaalaantal slechts eenmaal worden meegeteld.

Het aantal gebouwen dat gebruiksvergunningplichtig geacht wordt, daalt doordat bij de inspectie voor de aanvraag in een aantal gevallen blijkt dat gebouwen toch niet gebruiksvergunningplichtig zijn. In de loop van de verslagperiode heeft een dusdanige versnelling in het tempo van indiening van aanvragen plaats gevonden dat de verwachting bestaat dat de aanvragen voor de gebouwen in prioriteitsklasse 1 tijdig zijn ingediend. De vorderingen in prioriteitsklasse 2 betreffen voornamelijk gebouwen die tevens in klasse 1 vallen.

Brandveiligheidsmaatregelen

Het plan van aanpak heeft strikt genomen betrekking op het aanvragen van de benodigde gebruiksvergunningen en het in beeld brengen van nog te nemen brandveiligheidsmaatregelen. Dit wil dus zeggen dat de uitvoering van deze maatregelen geen deel uitmaakt van het plan van aanpak.

De ervaringen tot nu toe wijzen uit dat aan de meeste geïnspecteerde gebouwen op het gebied van brandveiligheid wel iets moet gebeuren. Daarbij gaat het om uiteenlopende zaken als vluchtrouteaanduiding, deurdrangers, vervanging van deuren, doormelding van brandmeldinstallaties naar de gemeentelijke brandweer en het maken van extra vluchtroutes.

Het blijkt niet altijd mogelijk te zijn om alle zaken, nadat ze aan het licht gekomen zijn, op korte termijn op te lossen. Het oplossen van deze problemen kost tijd. Het gaat om een groot aantal projecten, waarvan de uitvoering van werkzaamheden op ordentelijke wijze moet worden voorbereid en aanbesteed. Bovendien dienen voor een aantal werkzaamheden bouwvergunningen te worden aangevraagd. Ook dit vergt de nodige tijd, gezien het aantal objecten en de aard van de werkzaamheden. Voorts moet rekening worden gehouden met de bedrijfsvoering van de gebruikers van het betrokken gebouw, zeker als het gaat om grotere ingrepen. De huidige financiële situatie bij Defensie noopt tot extra aandacht voor de doelmatigheid van de bestedingen. Zorgvuldig wordt gekeken naar de gekozen oplossingen en mogelijke goedkopere alternatieven (bijv. aanpassing van het gebruik). In bepaalde gevallen wordt voor een fasegewijze aanpak gekozen.

Voor het verlenen van de gebruiksvergunning betekent dit dat gemeenten de beslissing op de ingediende aanvraag zullen aanhouden totdat de volgens hen noodzakelijke maatregelen zijn genomen. Voorts stellen gemeenten strenge eisen ten aanzien van de realisatietermijn. Bij eisen die gemeenten stellen aan de realisatietermijn is de realiseerbaarheid, zoals hiervoor aangegeven, een factor van belang. De gemeenten hebben in het algemeen begrip voor de positie van Defensie. Tot nu toe kon een en ander in goed overleg worden opgelost.

Prioriteitsklasse 2

Voor het aanvragen van gebruiksvergunningen voor opslaggebouwen zijn de voorbereidingen gestart. Zoals al eerder is aangegeven, wordt met het aanvragen van deze vergunningen op terughoudende wijze omgegaan in afwachting van bijstellingen in de regelgeving.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE,

Nieuws Ministerie van Defensie