Hoogwater maakt aalsterfte bij Borgharen zichtbaar
Alarmerende berichten van Limburgse sportvissers op vrijdag 15
november. Na het plotselinge stijgen en weer dalen van het waterpeil
in de Maas de dagen ervoor worden tientallen dode en verminkte grote
palingen gevonden in de uiterwaarden. De alerte vereniging
Visstandverbetering Maas trekt aan de bel bij de OVB met de vraag wat
hiervan de oorzaak kan zijn. De fotos en de beschrijvingen die
toegestuurd worden, én de nabijheid van de juist over de Belgische
grens gelegen waterkrachtcentrale Lixhe, laten weinig twijfel over de
oorzaak van de verwondingen en sterfte: de turbine van de
waterkrachtcentrale Lixhe
Het is bekend dat waterkrachtcentrales (wkcs) voor aanzienlijke
vissterfte zorgen. Deze problematiek is al eerder in de media
beschreven. De laatste tijd komt de relatie tussen wkcs en vissterfte
steeds vaker in de publiciteit, niet in het minst door de alarmbel die
verenigingen als de NVVS en stichting Reinwater erover luiden.
Genoemde instanties pleiten voor een goedwerkende visgeleidingssysteem
bij de wkcs. Zon systeem zou de vis kunnen tegenhouden en om de
centrale heen kunnen leiden waardoor sterfte of verwonding voorkomen
kan worden. Ondanks goede bedoelingen en veel inspanningen om stuwen
van functionerende vistrappen te voorzien, vormen vervolgens de
turbines van de wkcs een factor die van grote negatieve invloed is op
de overleving van vis in de rivieren maar waar nog betrekkelijk weinig
aandacht aan besteed wordt.
Volgens ing . Wiel Muyres, projectleider vismigratie grote rivieren
van de OVB, toont de nu eens een keer duidelijk zichtbare sterfte
duidelijk aan wat voor impact de turbines op de visstand kunnen
hebben. Vooral grote vis , kan nauwelijks ontkomen aan de rotorbladen
van deze turbines en ondervindt daarom grote kans op schade . Turbines
van het type Kaplan, waarmee de meeste van de wkcs op de Maas
(meerdere in Frankrijk, zes in België en in Nederland twee bij Linne
en Borgharen) zijn uitgerust, kennen drie rotorbladen en hebben een
omwenteling van bijna 100 per minuut. Dat houdt in dat er vijf messen
per seconde door het water gaan .
Schadepercentages van 25% zijn bij grote vissen zoals aal geen
uitzondering In zekere zin is dat dus nog gevaarlijker dan Russische
roulette, waarbij je nog een kans van 1 op 6 hebt. En dan is de Kaplan
nog het minst schadelijke type turbine. Voor kwetsbare vissoorten als
paling, maar ook voor het plan om weer een zalmpopulatie te
realiseren , betekent dat een direct gevaar. Onderzoek van de KEMA
heeft aangetoond dat bij elke wkc minimaal 16% van de schieraal
directe dodelijke schade oploopt, doodgaat dus. Nog eens zon 16% loopt
verwondingen op die later tot de dood leiden. Een zestal wkcs op rij
kan betekenen dat geen enkele aal het overleeft. Dan weet u meteen hoe
deze cijfers zich verhouden tot het werkelijk percentage schieraal dat
via de Maas naar zee kan ontsnappen om aan de voortplanting in de
Sargassozee deel te nemen.
Dat de impact van wkcs op de achteruitgang van de aalstand wel eens
groter zou kunnen zijn dan men tot nog toe aannam, wordt ondersteund
door buitenlands onderzoek. Van Zwitserse aal uit de Rijn bijvoorbeeld
bereikt geen enkel exemplaar de zee. In het gehele Rijnwatersysteem
bevinden zich meer dan tweeduizend wkcs, waarvan 90% minder produceert
dan 1 megawatt. Berekeningen voor de totale overleving van Rijn-aal
wijzen op een percentage van 15% aal dat uiteindelijk de zee kan
bereiken om naar de paaigronden te vertrekken. Bovendien, zo vult
Muyres aan, moeten we niet vergeten dat ook andere Europese rivieren
vol staan met wkcs. Denk maar aan Scandinavië, de Rhône en de Garonne
in Frankrijk , de grote stuwmeren in Spanje en Portugal.
Muyres beaamt dat er een overeenkomst bestaat met de betreffende energiemaatschappijen, de exploitanten van de wkcs in de Maas in Nederland , om zodra er een goed visgeleidend systeem is, tot de bouw hiervan over te gaan. Het probleem is echter dat er nog geen betaalbaar en eenduidig systeem is dat in de grote rivieren zou functioneren. Onderzoek in Amerika toont aan dat met licht en geluid vis afgeschrikt kan worden. Percentages van 65 tot 80% overleving als rendement van deze methoden worden geclaimd. In heldere wateren kan een systeem met felle lichtsignalen er bijvoorbeeld voor zorgen dat paling afgeschrikt en omgeleid wordt, maar het water in de West-Europese landen is volgens Muyres juist vaak tijdens de palingtrek te troebel voor lichtsignalen. Wat wel zou werken is een hekwerk, een fijnmazig rooster dat de vissen zou tegenhouden. Maar ook dat kent praktische bezwaren en is erg kostbaar, aldus Muyres.
Nooit eerder kwam vissterfte zoals die door een waterkrachtcentrale
(wkc)wordt veroorzaakt zo duidelijk aan het licht als nu bij Lixhe .
De aangetroffen dode palingen dreven door het hoge water met ander
drijfvuil de uiterwaarden rond Maastricht in, waarna ze vanwege het
snel zakkende Maaswater op de uiterwaard achterbleven. Wanneer de
rivier bij normaal peil binnen de bedding blijft, blijft de sterfte
onopgemerkt omdat dode dieren met het woelige water mee afdrijven en
zo worden verspreid, naar de bodem zakken ofwel snel door visetende
vogels worden weggegeten.