Partij van de Arbeid

Den Haag, 4 december 2002

Bijdrage van het lid timmermans (pvda) t.b.v. de begrotingsbehandeling van defensie

Door het einde van de Koude Oorlog en de concentratie op vredesoperaties is de Krijgsmacht de laatste tien jaar meer en meer een instrument van ons buitenlands beleid geworden. Het is dan ook niet onlogisch dat tegenwoordig de Minister van Buitenlandse Zaken de lijnen uitzet en de Minister van Defensie ervoor zorgt dat schoenen en knopen gepoetst zijn en dat alles vaart, rijdt en vliegt. De nadruk bij Defensie is bijna geheel op beheer en uitvoering komen te liggen, het beleid schiet er bij in. Omdat Buitenlandse Zaken ook niet in staat is gebleken defensiebeleid te formuleren, staat het denken nagenoeg stil. De Defensienota 2000 bood goede aanzetten voor hervormingen, maar het is bij aanzetten gebleven, de vorige minister heeft het niet aangedurfd de daad bij het woord te voegen. Als er geen nieuwe Defensienota komt, waarin nu eens echte keuzes worden gemaakt, en weer als vanouds de kaasschaaf wordt gehanteerd, zo als dit kabinet nu doet, gaat met name de Landmacht binnen een paar jaar aan bloedarmoede ten onder. Het investeringsniveau is daar tot net boven de 10% gezakt, wat neerkomt op desinvesteren. Zo wordt de Landmacht een sterfhuisconstructie en hebben de andere krijgsmachtdelen prachtige spullen, waarvan het echter maar de vraag is op welke wijze die een constructieve bijdrage aan het Nederlands en Europees buitenlands beleid kunnen leveren. Zonder inzetbare landmacht kan Nederland geen geloofwaardige bijdrage leveren, het betekent immers dat we wel vanaf relatief veilige schepen en vliegtuigen willen opereren, maar dat we het risicovolle werk op de grond overlaten aan anderen. Het investeringsniveau bij de landmacht moet omhoog (motie).

Europese en internationale samenwerking komt er alleen als iedereen bereid is risico's te lopen. Op militaire uitvreters zit niemand te wachten, die doen gewoon niet meer mee. 'Wij het transport en jullie de bodybags' is een aanbod waar niemand in Europa of in de Navo op in zal gaan, dat moeten wij ons goed realiseren.

Het goede nieuws is dat de bezuiniging wel dwingt tot scherpere keuzes. Zo kan de discussie herleven over waar wij met defensie naartoe willen. De PvdA heeft daarvoor in de afgelopen vijf jaar keer op keer voorstellen ontwikkeld, waarvan delen steeds, met een paar jaar vertraging en nadat rechts er eerst moord en brand over schreeuwde, zijn opgevolgd. Goed nieuws is ook dat de aanbevelingen van de Commissie Franssen - die op ons verzoek is ingesteld, na het financiële en organisatorische debacle rond UNMEE - over de topstructuur van de krijgsmacht deels worden opgevolgd. Daarmee komt een geïntegreerde krijgsmacht dichterbij en kan er misschien een einde komen aan meer dan tien jaar verlammende stammenstrijd tussen de krijgsmachtdelen. Overigens zit er een belangrijke tekortkoming in de wijze waarop 'Franssen' wordt uitgevoerd: het kabinet neemt de aanbeveling niet over om te komen tot een Directoraat-Generaal voor Beleid. In de ogen van de PvdA fractie is dat een essentieel onderdeel van de plannen, om balans in het geheel te brengen en te voorkomen dat de hele organisatie alleen maar aan de CDS wordt opgehangen (motie). Alleen met een volledige uitvoering van 'Franssen' kan Defensie als beleidsdepartement weer een rol gaan spelen.

Maar daar houdt het goede nieuws op. Wat nog het meeste pijn doet is de achteloosheid waarmee bezuinigd wordt. Het kabinet laat de professionals van defensie in de kou staan, terwijl een paar weken geleden de staatssecretaris nog zei dat het personeel de kurk is waar de krijgsmacht op drijft. Dat zijn overduidelijk loze woorden gebleken. Geen enkele visie over de toekomst van onze defensie inspanning wordt met het personeel gedeeld. Bijna wekelijks komt de Minister met hogere aantallen te schrappen arbeidsplaatsen. Hij begon met 2000 en rept nu over 4800. Als je daar de operatie SBS-KL bij optelt, kom je totaal op 5700 functies die worden geschrapt. Zo ga je niet met mensen om, zeker niet met mensen die je regelmatig moet vragen ver van huis gedurende langere tijd een levensgevaarlijke klus voor ons op te knappen. Als ik één ding heb geleerd van het luisteren naar de verhoren van de enquete Srebrenica, dan is het wel dat wij beter moeten zorgen voor onze militairen, vóór, tijdens en na uitzendingen en ook nadat zij de dienst hebben verlaten. Ieder initiatief om het personeels- en veteranenbeleid te versterken en om de begeleiding van personeel bij reorganisaties te verbeteren verdient onze steun. Ik zal dan ook een motie terzake, die door collega Van den Doel zal worden ingediend, mede ondertekenen.

Om toch vooral de in het strategisch akkoord afgesproken bezuiniging meteen binnen te halen, wordt door het kabinet maar weer eens de kaasschaaf uit de keukenla gehaald, maar nu eentje die minder dunne plakken snijdt. Had het niet van leiderschap, om niet te zeggen fatsoen getuigd eerst de mensen van defensie met een uitgewerkt plan te confronteren en hen daarover te laten meepraten? Te laten zien welke waardevolle bijdrage er in de toekomst aan het Nederlands buitenlands beleid kan worden geleverd, met een moderne krijgsmacht, met uitstekend opgeleide mensen, prima spullen en een mission statement waar iedereen achter kan gaan staan? Daarmee had het kabinet moeten beginnen, dan was er veel meer draagvlak geweest, ook binnen de krijgsmacht, voor onvermijdelijke veranderingen.

Oordelen over de voorstellen van het kabinet is lastig als je niet weet welk masterplan er onder komt te liggen. De PvdA wil dan ook, zoals wij dat sinds 11/9/01 herhaaldelijk hebben gevraagd, een nieuwe defensienota, gebaseerd op een visie over het toekomstige buitenlandse beleid. Wat willen we bereiken en welke mensen en spullen hebben we daarvoor nodig? Uitgangspunt is dat er meer 'groen op de mat' moet komen en dat onze krijgsmacht steeds verder met die van andere Europese landen zal moeten integreren. Dat betekent het schrappen van taken en niet langer met de kaasschaaf overal een beetje afhalen.

Europa slaat op defensiegebied een modderfiguur. Dat komt niet omdat er te weinig geld wordt uitgegeven, maar omdat het geld volstrekt ondoelmatig wordt ingezet, zodat verspilling schering en inslag vormen en we van het één teveel en van het ander te weinig hebben. Omdat er, enkele uitzonderingen daargelaten, nergens méér geld aan Defensie zal worden besteed, moeten alle landen scherpere keuzes maken en hele taken afstoten en veel intensiever met elkaar gaan samenwerken.

Die keuzes moeten, zoals gezegd, zijn gebaseerd op een visie, waaraan het dit kabinet volstrekt onbreekt. Zolang die visie, gedragen door dit huis, er niet is, zou je niet over concrete maatregelen moeten spreken. Tegelijkertijd snapt ook mijn fractie, dat de bezuiniging niet van tafel zal gaan en dat er daarom keuzes moeten worden gemaakt. Om die kaasschaaf weer in de la te laten verdwijnen, wil ik wel trachten suggesties te doen, die rekening houden met de krijgsmacht van de toekomst zoals die ons voor ogen staat. Taken die in Nederland zouden kunnen worden geschrapt zijn: de zware artillerie van de Landmacht, de Orions, de onderzeeboten, een deel van de mijnenbestrijding en een aantal fregatten van de Marine. De hydrografische dienst zou kunnen worden afgestoten en de deelname aan het Sostar-project zou kunnen worden beëindigd. De Luchtmacht heeft al weinig taken, maar zou veel rationeler kunnen opereren, door het grote aantal typen vliegtuigen en helikopters te verminderen, door Soesterberg te sluiten en alle heli's op Gilze-Rijen te stationeren - inclusief de heli's van de marine. Verder kan de organisatie van de Luchtmacht stapsgewijs worden aangepast aan het toekomstige aantal gevechtsvliegtuigen (tussen 50 en 60). Daarmee zou nog een luchtmachtbasis kunnen worden gesloten, waarbij te denken valt aan Twente. Ook zou beëindiging van de Nederlandse deelneming in de JSF ontwikkeling Defensie honderden miljoenen opleveren. Immers, de JSF zal voor de krijgsmacht een verliesgevend project blijken, omdat het nu al duidelijk is dat er veel minder dan de voorziene 85 toestellen zullen worden gekocht, er wereldwijd veel minder zullen worden afgezet en omdat de concentratie in de VS op onbemande vliegtuigen en op de F/A-22 tot vertraging van het JSF-project zal leiden. Het bedrijfsleven vist bovendien nu al achter het net. Kopen van de plank, als we weten wat de toekomstige taken zijn, blijft onze voorkeur houden. Kan de minster trouwens uitleggen waarom de betalingen aan de JSF zijn versneld, verhoogd en vervroegd, zoals blijkt uit de suppletoire begroting?

'Meer groen op de mat', betekent natuurlijk wel, dat de paraatstelling van het derde mariniersbataljon gewoon door moet gaan en dat de delta-compagniën van de pantserinfanteriebataljons eveneens gewoon moeten worden gevuld. Uitstel van deze maatregelen uit de Defensienota is buitengewoon onverstandig en staat haaks op onze visie op de toekomstige rol van de krijgsmacht.

De Nederlandse belastingbetalers brengen jaarlijks zeven miljard euro bij elkaar voor defensie. Daarmee dragen wij ons steentje bij aan wereldwijde vrede en veiligheid en dat is een groot goed. Maar als hervormingen uitblijven, terwijl er minder geld komt, neemt de doelmatigheid af. Omdat het kabinet niet durft te kiezen, gaat Nederland zijn militaire bijdrage aan vredesoperaties met een kwart verminderen. Wij krijgen geen waar voor ons geld en moeten 'nee' verkopen als onze steun wordt gevraagd bij het blussen van een brandhaard of bij het voorkomen van oorlog. Daar kunnen we niet trots op zijn.

Nederland kan veel meer op de mat brengen als we ons, in samenspraak met Europese partners, gaan specialiseren en niet langer alles zelf willen blijven doen. Een moderne krijgsmacht vergt zo'n hoog niveau aan investeringen, dat schaalvergroting over de grenzen heen noodzakelijk is. Het is helemaal niet zo ingewikkeld een aantal prioriteiten te formuleren, maar dat vergt politieke leiding die gevestigde belangen durft te trotseren. Daarvoor is weer een visie nodig en die ontbreekt geheel. De kaalslag die het kabinet voor ogen staat is een logisch gevolg van het feit dat deze coalitie met de rug naar het buitenland staat. Veiligheid is verengd tot veiligheid op straat, verder wordt er achter de waterlinie door dit kabinet vooral naar de eigen navel gestaard. Als je internationaal wegloopt voor je verantwoordelijkheid, heb je geen krijgsmacht nodig, maar als je wilt blijven strijden voor internationale vrede en veiligheid, voor het dichten van de groeiende kloof tussen Noord en Zuid, tussen mensen met verschillende levensovertuigingen, als je kortom je internationale verantwoordelijkheid wilt blijven dragen, heb je een moderne, gemotiveerde krijgsmacht nodig. Daarvoor zal de PvdA zich blijven inzetten.