ChristenUnie


Bijdrage Arie Slob Begroting Defensie 2003 Donderdag 5 December 2002 - 14:25

Nota bene, alle maatregelen komen uit de koker van een centrum-rechts kabinet. Nog nooit eerder waren de bezuinigingen op het defensiebudget zo hoog. Het CDA heeft, zo lang ze in de oppositie zat, zich steeds verzet tegen de grote reducties bij Defensie. De VVD pleit in haar verkiezingsprogramma voor een verhoging van het defensiebudget met 100 mln. per jaar. Wat een schrille contrasten met het beleid dat nu wordt voorgestaan.

Er komt een efficiency taakstelling van 4% en een volume taakstelling van 5% over al het burgerpersoneel én een efficiency taakstelling van 4% over al het militair personeel. Hiermee levert Defensie ruim 27% van de totale opbrengsten van de efficiency en volume taakstellingen van de gehele overheid. Dit lijkt me buitenproportioneel. Dit geldt ook voor de maatregel om rijksbreed de prijsbijstelling tranche 2002 voor slechts 25% uit keren. Defensie draagt hiermee 55 mln bij aan de totale rijksbrede opbrengst van 410 mln. Gezien de bijzondere positie van Defensie, een departement met een zeer hoog percentage materieeluitgaven, is deze maatregel zeer ingrijpend. Had om die reden voor Defensie geen uitzonderingen moeten worden gemaakt, is onze vraag aan de minister.
Voorzitter, de enige visie die mijn fractie in het beleid kan vinden is de noodzaak tot bezuiniging. Dat is absoluut te mager. Hier had een strategische onderbouwing moeten liggen. Waar ligt deze onderbouwing er niet? En als het om bezuinigingen gaat: de minister kan niet volstaan met alleen de stelling dat de slechte economische vooruitzichten van Nederland dit noodzakelijk maken. Het is een kwestie van prioriteitstelling, van keuzes maken. Bovendien heeft de defensieorganisatie de afgelopen jaren voortdurend in de hoek gezeten waar de klappen vielen. In tijden van economische groei omdat de veiligheidssituatie zó goed was dat dit een lager budget mogelijk maakte, in tijden van economische tegenwind omdat die tegenwind het noodzakelijk maakte. Wil de minister eens reageren op een voorstel om afspraken te maken over een percentage van het BNP dat aan defensie moet worden besteed? (De VS besteden dit jaar 3,3%, het EU- gemiddelde is 1,8%)

Voorzitter, ik kom tot het personeelsbeleid. Collega van der Doel noemde bij de bespreking van de Defensienota het personeel nog het belangrijkste kapitaal van onze krijgsmacht. Daar wordt nu zeer fors op ingegrepen. En dit alles niet omdat de wereld er veiliger op is geworden, maar uitsluitend op een forse financiële taakstelling. Vorig jaar nog klaagde defensie over de forse onderbezetting bij de krijgsmachtonderdelen. In de begroting 2003 lees ik er niets meer over. Zijn deze 13.000 vacatures inmiddels vervuld? Het imago van de overheid als betrouwbare werkgever wordt er wederom niet beter op. (vgl. ook advies rapport Van Rijn!).
Natuurlijk zegt het kabinet toe zorgvuldig met het personeel om te willen gaan en gedwongen ontslagen te willen voorkomen. Maar, om één voorbeeld te noemen: nieuw geworven personeel voor de OGRV-pelotons kreeg vlak voor hun opkomst in dienst te horen dat er helaas geen plaats voor hen was. Noodzakelijk? Misschien. Zorgvuldig? Nee. De staatssecretaris moet toch begrijpen dat de maatregelen van het kabinet de onzekerheid bij het personeel vergroot en hun motivatie, loyaliteit en inzet ondermijnt. De CNV-bond voor militairen heeft zelfs inmiddels zijn vertrouwen in het kabinet opgezegd. Op welke manier gaat de staatssecretaris het vertrouwen van het personeel terugwinnen? Is hij van mening dat er voldoende geld beschikbaar is voor de personeelszorg? Ik denk daarbij aan een sociaal plan, een goede regeling voor mlitairen die vervroegd de dienst moeten verlaten, herplaatsing en bijscholingen. (VVD zal met een motie komen waarschijnlijk waarin hij vraagt om 55 mln.)

In dit licht vraag ik ook aandacht voor de opheffing van het squadron 299 in Gilze-Rijen. (Evt. op dit punt aansluit bij de VVD) De maatregel zal volgens het kabinet slechts een kleine 4 mln. op jaarbasis opleveren. Er lijken mogelijkheden te zijn om in Gilze-Rijen de Vliegopleiding voor Helikopter Vliegers als nieuwe taak te laten uitvoeren. Maar de minister geeft, in antwoord op de schriftelijke vragen van de VVD, om verschillende redenen aan dat behoud van het squadron duurder is dan uitbesteding van de basisopleiding. Kan de minister dit (met cijfers) onderbouwen, het squadron zelf geeft namelijk cijfers waaruit blijkt dat het stukken goedkoper is (zie punten uit de fax). Graag meer duidelijkheid hierover. Ook hier is zorgvuldigheid geëist, het gaat om 150 man personeel. (motie met VVD?)

Het is mijn fractie ook onvoldoende duidelijk welk beleid er achter het opheffen van alle reserve-eenheden van de Landmacht zit.? In twee subparagrafen wordt een inschatting van de dreiging weergegeven op basis waarvan het meest omvangrijke besluit in de geschiedenis van de Nederlandse krijgsmacht wordt genomen (op het opschorten van de dienstplicht na). Er wordt ook geen inzicht gegeven in de gevolgen van die maatregel voor de organisatie en omvang van de Landmacht. Kan de minister die alsnog geven? Bovendien vraag ik me af: Wat is nu het uitgangspunt van het kabinet op basis waarvan besluiten worden genomen over de omvang en structuur van de krijgsmacht? Is de minister met mij van mening dat het startpunt hiervan zou moeten zijn de Defensienota 2000?

Wat betreft de Defensienota 2000, veel maatregelen en investeringen worden uit financiële overwegingen uitgesteld. Ik zie hierin alles behalve een consistente lijn: waarom worden bijv. de oprichting van de voorziene vierde compagnieën en de voorgenomen opbouw van het volledig parate derde mariniersbataljon met drie jaar vertraagd en waarom wordt tegelijkertijd dat kleine deel groen op de grond dat bij de Luchtmacht behoort, de OGRV pelotons opgeheven? De OGRV pelotons worden zeer regelmatig uitgezonden. Niet voor niets. Met deze maatregel wordt een bestaand, efficiënt en bewezen patroon van samenwerking verbroken. De overheveling (uit doelmatigheidsoverwegingen) van die taken naar de mariniers en de infanteristen van de Landmacht kan niet anders dan de uitzenddruk bij die eenheden vergroten, zeker als de implementatie van de uitbreiding van die eenheden met drie jaar wordt vertraagd. En dat terwijl als uitgangspunt juist wordt gesteld dat de uitzenddruk niet mag toenemen. Graag meer duidelijkheid op dit punt.

Onbegrijpelijk ook vindt mijn fractie de vermindering van het aantal operationele F-16 jachtvliegtuigen met 18 stuks. De F-16 wordt op dit moment ingezet boven Afghanistan en bij een eventueel conflict tegen Irak is juist ook die capaciteit als eerste noodzakelijk. Nog geen twee jaar geleden was bijna kamerbreed overeenstemming dat het aantal F-16s dient te worden behouden. Het is de staatssecretaris zelf die (samen met de ChristenUnie en de SGP) één van de moties heeft ondertekend. Consistentie is toch wel het minste wat mag worden verwacht. In welke zin zou volgens de staatssecretaris de situatie zo zijn veranderd dat, wat in 2000 nog onbespreekbaar was voor de Kamer, ineens nu wel aanvaardbaar is?


---