Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Persbericht ministerraad
6 december 2002

KABINET MAAKT UITWERKING VERGELIJKENDE TOETS BEKEND.

Het kabinet heeft ingestemd met het voorstel van de staatssecretarissen Van Leeuwen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Wijn van Economische Zaken over de inrichting van de vergelijkende toets voor de verdeling van frequenties voor commerciële radio. Er wordt gewerkt met drie (groepen van) criteria: de verscheidenheid van het aanbod, de bedrijfseconomische onderbouwing van de voornemens en de hoogte van het financiële bod.

Aan de verscheidenheid van het aanbod wordt nadere invulling gegeven via een categorie-indeling. Voor landelijke commerciële radio wordt op de FM een kavel bestemd voor een nieuwszender, een kavel voor een muziekzender die zich niet richt op populaire muziek (bv. klassiek of jazz), een kavel voor een Nederlands(talig)e muziekzender en twee kavels voor populaire muziekzenders die zich niet uitsluitend richten op de hitlijsten. De andere vier kavels zullen geen nadere bestemming krijgen, zij worden in hun programmering vrij gelaten. De voornemens dienen in een bedrijfsplan nader te worden onderbouwd. Indien meerdere aanvragers zich niet wezenlijk van elkaar onderscheiden en er op grond van de andere criteria geen voorkeur kan worden uitgesproken voor een bepaalde aanvrager zal de hoogte van het bod de doorslag geven bij de selectie. Een partij mag maximaal twee vergunningen gebruiken in de combinatie van één vrij kavel en één specifiek kavel. Deze beperking geldt ook voor partijen die zodanig onderling zijn verbonden dat zij als één partij kunnen worden beschouwd.

De voor niet-landelijke commerciële radio beschikbare FM-frequenties worden in circa 25 clusters gebundeld om de levensvatbaarheid van de in die markt opererende bedrijven te bevorderen. De niet- landelijke commerciële radiomarkt is namelijk nog in ontwikkeling. Deze omroepen zullen worden verplicht een beperkt gedeelte van hun programmering te besteden aan de desbetreffende regio. Om het niet-landelijke karakter te benadrukken mag een radiostation maximaal 30% publieksbereik behalen. Het gebruik van frequenties op de middengolf stuit op verschillende problemen, zoals het vinden van geschikte opstelplaatsen en de beperkte interesse van luisteraars in AM-uitzendingen. In de vergelijkende toets wordt met die omstandigheden rekening gehouden. Wel wordt de beperking aangebracht dat een commercieel radiostation een programma niet dubbel distribueert door het gelijktijdig uit te zenden op FM en AM.

Met de uitvoering van de vergelijkende toets is haast geboden omdat de Voorzieningenrechter in Rotterdam medio oktober bepaalde dat de officiële bekendmaking van de voorgenomen verdeling van frequenties uiterlijk op 1 januari 2003 dient plaats te vinden. De te verlenen vergunningen dienen volgens de rechter uiterlijk op 1 juni 2003 in te gaan. Dit kabinetsbesluit maakt het mogelijk om daaraan te voldoen.

Met de ontworpen systematiek wordt recht gedan aan de door het kabinet gehanteerde uitgangspunten zoals verscheidenheid, kwaliteit, continuïteit, pluriformiteit en toegankelijkheid. Op deze manier kan de extra (zero-base-)frequentieruimte die is gepland en internationaal gecoördineerd, vanaf 1 juni 2003 in gebruik worden genomen. Ook de zero-base-frequentieruimte voor de publieke omroep kan vanaf die datum volledig in gebruik worden genomen. De keuzemogelijkheden voor luisteraars zullen daarmee toenemen.

RVD, 06.12.2002