European Commission

IP/02/1843

Brussel, 11 december 2002

Commissie stelt forse vangstbeperkingen voor om een totale visserijstop voor kabeljauw in 2003 te vermijden

De Europese Commissie stelt voor om de visserij op een aantal belangrijke EU-bestanden van magere vis, in het bijzonder kabeljauw, schelvis en wijting - die samen worden gevangen - volgend jaar drastisch te beperken. Dergelijke beperkingen, die vergezeld moeten gaan van een systeem om de in de betrokken visserijtakken uitgeoefende visserij-inspanningen te controleren, zijn essentieel om een totale visserijstop voor sommige kabeljauwbestanden te vermijden. De TAC's, dit zijn de totaal toegestane vangsten, zijn gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke adviezen van onafhankelijke wetenschappers. In dit geval luidde het advies om de gerichte visserij op kabeljauw in de Noordzee, de Ierse Zee, ten westen van Schotland en in het Skagerrak te sluiten. Deze kabeljauwbestanden staan immers op het punt in te storten. Om een zekere continuïteit van de economische activiteit in de betrokken visserijtakken te garanderen, stelt de Commissie TAC's voor die het risico voor de belangrijkste bedreigde bestanden een stuk kleiner moeten maken. Om doeltreffend te zijn, moeten deze instandhoudingsmaatregelen volgens de wetenschap echter gepaard gaan met beperkingen van de visserij-inspanning en adequate controlemaatregelen. Als er in de vergadering van de Raad van 16-19 december geen overeenkomst wordt bereikt over het toezicht op de uitgeoefende visserij-inspanning dat de naleving van de strenge vangstbeperkingen moet waarborgen, ziet de Commissie geen andere mogelijkheid dan haar TAC-voorstellen voor de betrokken soorten in te trekken en in de plaats daarvan een sluiting van de visserijtakken voor te stellen. De Commissie stelt tevens substantiële verlagingen voor van de TAC's voor andere bestanden waarvoor het laagst mogelijke bevissingsniveau is aanbevolen en voor bestanden die zich buiten biologisch veilige grenzen bevinden. De Commissie is voornemens om voor deze bestanden herstelplannen voor te leggen. De vandaag gedane voorstellen omvatten geen TAC's voor een groep visbestanden die door de EU gezamenlijk met Noorwegen worden beheerd, in afwachting dat met dit land een overeenkomst wordt bereikt.

"De keuze waar we voor staan, is er een van uitersten maar is onontkoombaar: ofwel stellen we alles in het werk om het voortbestaan van de visserijsector te garanderen en treffen we maatregelen die op korte termijn ongetwijfeld pijn zullen doen, ofwel stellen we ze nog eens uit en storten een voor een de bestanden in, met alle gevolgen vandien voor de sector. Ik hoop dat de Raad volgende week de nodige beslissingen zal treffen", aldus Europees commissaris Franz Fischler, die bevoegd is voor landbouw, plattelandsontwikkeling en visserij.

Toestand van de belangrijkste bestanden

Het slechtst zijn alle kabeljauwbestanden eraan toe, met uitzondering van dat in de Keltische Zee. Andere met uitputting bedreigde bestanden zijn het noordelijke heekbestand, het bestand van zeeduivel ten westen van het VK en in de Noordzee, en het zuidelijk heekbestand. Het bevissingsniveau moet omlaag wat betreft de bestanden van schol en tong in de Noordzee en sommige kleinere bestanden van platvis zijn plaatselijk overbevist.

Voor haring in de Noordzee geldt sedert 1996 een herstelplan. Dit bestand is nu goed hersteld en zou een verhoging van de TAC kunnen verdragen. Nadere bijzonderheden over de situatie van de visbestanden zijn te vinden op

http://www.ices.dk/

Voorstellen van de Commissie inzake de vangstmogelijkheden in 2003 wat betreft de belangrijkste bestanden (zie bijgevoegde tabel) Bestanden waarvoor wetenschappers een visserijstop hebben geadviseerd De bestanden waarvoor de onafhankelijke Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) en het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) een visserijstop hebben aanbevolen, en de Commissie aanzienlijk lagere TAC's en een drastischer herstelplan voorstelt, zijn: kabeljauw in de Noordzee, ten westen van Schotland, de Ierse Zee, het oostelijk Kanaal en het Skagerrak. Met het oog op een billijke en coherente aanpak van het herstel van de visstand stelt de Commissie vergelijkbare maatregelen voor voor kabeljauw in het Kattegat, die in een identieke situatie verkeert.
De ICES en het WTECV geven eveneens het advies niet op schelvis en wijting te vissen en de visserij op platvis te verminderen om de kabeljauw te beschermen. Deze soorten worden gewoonlijk samen met kabeljauw gevangen.
Bestanden waarvoor de visserij tot het laagst mogelijke niveau moet worden beperkt
Sommige andere bestanden dan die van kabeljauw zijn zo uitgeput dat de ICRS en het WTECV de aanbeveling hebben gegeven om ofwel de visserij tot het laagst mogelijke niveau te beperken, ofwel herstelplannen uit te vaardigen. De voor deze bestanden voorgestelde TAC's moeten ertoe leiden dat het aandeel van volwassen vis in het bestand in de loop van 2003 met ruim 20% toeneemt.
In het geval van het noordelijk heekbestand, dat reeds in het voorgestelde herstelplan voor kabeljauw en heek is opgenomen, behelst het voorstel van de Commissie een toename van de biomassa met 10%. Voorwaarde voor deze meer geleidelijke aanpak is, dat het herstelplan wordt aangenomen. De andere betrokken bestanden zijn: het zuidelijk heekbestand, de bestanden van wijting in de Ierse Zee en ten westen van Schotland, schelvis ten westen van Schotland, in de Ierse Zee en het Rockallgebied, tong in het westelijk Kanaal en in de Golf van Biskaje en langoestine rond het Iberisch schiereiland. De Commissie is voornemens om in 2003 voor deze bestanden herstelplannen voor te stellen. Wat verminderingen van de TAC's betreft, zal de Commissie ernaar streven om deze te beperken tot 50% ten opzichte van het niveau van dit jaar. Bestanden die voorkomen samen met bestanden waarvoor de visserij tot het laagst mogelijke niveau moet worden beperkt Voor bestanden die samen met de hierboven bedoelde voorkomen, bijvoorbeeld langoestine samen met kabeljauw en heek, en zeeduivel, schartong en langoestine in zuidelijke wateren, stelt de Commissie een TAC voor die naar evenredigheid van de bestanden waarmee zij samen voorkomen is verlaagd.
Bestanden waarvoor geen evaluaties beschikbaar zijn (TAC's bij wijze van voorzorgsmaatregel)
In dergelijke gevallen, wanneer er geen advies beschikbaar is, stelt de Commissie gewoonlijk een TAC voor die gelijk is aan die van het vorige jaar als uit de aanvoergegevens kan worden opgemaakt dat de quota opgevist zijn. Wanneer de ICES of het WTECV een advies hebben uitgebracht, stelt de Commissie gewoonlijk voor om dit te volgen.
Bestanden waarvoor er een overeenkomst met derde landen bestaat Kabeljauw, schelvis, wijting, koolvis, schol, haring en makreel in de Noordzee, en kabeljauw, schelvis, wijting, schol, haring, sprot en garnaal in het Skagerrak worden door de EU en Noorwegen gezamenlijk beheerd. Ieder jaar in november vindt er overleg plaats tussen de Europese Commissie, namens de EU, en Noorwegen om tot een overeenkomst te komen over de TAC's voor de gedeelde bestanden in het komende jaar. In het TAC-voorstel van de Commissie worden de cijfers opgenomen die beide partijen voor deze bestanden overeenkomen.
Deze cijfers dienen volledig in overeenstemming te zijn met de grondbeginselen die de Commissie bij de uitwerking van de rest van haar voorstellen huldigt. Aangezien de onderhandelingen met Noorwegen nog niet afgerond zijn, zijn de betrokken cijfers niet in het Commissievoorstel opgenomen. De partijen ontmoeten elkaar volgende week in Brussel. Zodra een akkoord is bereikt, zullen de cijfers in het voorstel worden verwerkt.

Herstelplannen

De Commissie stelt voor het voorstel inzake een herstelplan voor kabeljauw en heek dat zij verleden jaar indiende, te wijzigen omdat de erin vervatte maatregelen niet langer toereikend zijn om een herstel van de betrokken kabeljauwbestanden te garanderen. De wijziging zou niet alleen betrekking hebben op de aanzienlijke quotaverlagingen die vandaag zijn voorgesteld, maar ook op een vereenvoudigd systeem van beperkingen van de visserij-inspanning, strengere controle en dito rechtshandhaving (zie IP/02/1753). Dit voorstel zal op de volgende vergadering van de Raad (16-19 december) op tafel liggen.

Verdeling van quota over de lidstaten

De overgangsperioden waarin de toegang van vissersvaartuigen van Spanje, Portugal en Finland tot bepaalde visgronden aan beperkingen is gebonden, verstrijken op 31 december 2002. Daarna zullen deze vaartuigen het recht hebben om in de Noordzee te vissen, met inachtneming van de geldende EU-voorschriften inzake de toegang tot de wateren, zoals de Shetland Box, en inzake de toegang tot de visserijhulpbronnen.

Vaartuigen van alle lidstaten mogen op bestanden waarvoor geen voorschriften of quota gelden, vissen totdat de EU besluit om in de betrokken visserijtakken een beheersregeling in te stellen.

De Commissie heeft geen onmiddellijke plannen om voor niet-gereguleerde soorten in de Noordzee dergelijke regelingen voor te stellen. Deze visserijactiviteiten zullen evenwel worden gemonitord om de weerslag ervan op de visvangt van andere soorten te onderzoeken en de Commissie zal zo nodig nieuwe voorstellen doen in het licht van de monitoringverslagen en relevant wetenschappelijk advies.

Achtergrond

De voorstellen van de Commissie steunen op het jongst beschikbare wetenschappelijk advies. Dit advies is afkomstig van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES), waarvan diverse lidstaten van de Europese Unie en alle kuststaten in het Noord-Atlantisch gebied, waaronder de Verenigde Staten, Canada, Noorwegen en Rusland, lid zijn. Het ICES-advies wordt aangevuld met dat van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV). Dit comité, waarvan de deskundigen uit verschillende lidstaten en vakgebieden afkomstig zijn, staat de Commissie met adviezen bij.

Eén jaar geleden heeft de Commissie na een verzoek van de Raad een herstelplan voor kabeljauw en heek gepresenteerd. Dit voorstel is nog altijd niet door de Raad aangenomen. De toestand van de kabeljauwbestanden is nu zo zorgwekkend dat de in dat herstelplan vervatte maatregelen niet langer toereikend zijn om een herstel te garanderen. Voor om het even welk alternatief voor een volledige stopzetting van de kabeljauwvisserij - zoals de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) adviseert, is een akkoord over een stringenter herstelplan voor kabeljauw noodzakelijk.

Om de visserijsterfte van de sterk uitgeputte bestanden te verlagen, moeten de vangsten van andere bestanden aanzienlijk worden verminderd. Kabeljauw en heek komen samen met andere soorten voor en worden bijgevolg gevangen in de gemengde visserij waarbij gericht op die laatste soorten wordt gevist. Om kabeljauw en heek effectief te beschermen en teruggooi te beperken, moet de activiteit in de visserijtakken waarbij deze soorten in de netten terechtkomen eveneens worden teruggeschroefd.

Bijlage: Tabellen met de Commissievoorstellen inzake vangstmogelijkheden voor de belangrijkste bestanden in 2003

Bijlage :

TAC's 2002 en Commissievoorstellen TAC's 2003

Soort (gebruikelijke naam)
Soort (wetenschappelijke naam) ICES-visserijzone TAC's 2002 (def.) Voorgestelde TAC's 2003 % verschil t.o.v. TAC's 2002 Zandspiering Ammodytidae IV (Noorse wateren) 150 000 Zandspiering Ammodytidae IIa, Noordzee 863 000
Zeewolf Anarhichas lupus V, XIV (wateren v. Groenland) 300 Zeewolf Anarhichas lupus NAFO 0, 1 (wateren v. Groenland) 300 Poolkabeljauw Boreogadus saida Wateren v. Groenland (alle zones) Reuzenhaai Cetorhinus maximus EU-wateren van zones IV, VI en VII Haring Clupea harengus Oostzee (Management Unit 3) 60 000 Haring Clupea harengus Noorse wateren bezuiden 62° NB Haring Clupea harengus Skagerrak en Kattegat 68 830 Haring Clupea harengus I, II 73 840
Haring Clupea harengus IIIbcd (EU-wateren), behalve Management Unit 3 106 400
Haring Clupea harengus IIId (wateren Estland)
Haring Clupea harengus IIId (wateren Litouwen) 2 300 Haring Clupea harengus Noordzee benoorden 53°30' NB 146 327 Haring Clupea harengus IVc, VIId 42 673 42 673 0% Haring Clupea harengus Vb, VIaN, VIb 35 700
Haring Clupea harengus VIaS, VIIbc 14 000 14 000 0% Haring Clupea harengus VIa Clyde 1 000 1 000 0% Haring Clupea harengus VIIa 4 800 4 800 0%
Haring Clupea harengus VIIe,f 1 000 1 000 0%
Haring Clupea harengus VIIg,h,j,k 13 000 7 800 -40% Grenadiersvis Coryphaenoides rupestris V, XIV (wateren v. Groenland) 2 000
Grenadiersvis Coryphaenoides rupestris NAFO 0, 1 (wateren van Groenland) 1 350
Grenadiersvis Coryphaenoides rupestris Wateren van Groenland (alle zones)
Zeebaars Dicentrarchus Labrax EU-wateren 4 215
Ansjovis Engraulis encrasicolus VIII 33 000 19 800 -40% Ansjovis Engraulis encrasicolus IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 8 000 4 800 -40%
Kabeljauw Gadus morhua I, II (Noorse wateren) 16 355 Kabeljauw Gadus morhua Skagerrak
Kabeljauw Gadus morhua Kattegat 2 800 1 432 -49% Kabeljauw Gadus morhua I, IIb 13 667
Kabeljauw Gadus morhua IIa (EU-wateren), Noordzee 41 620 Kabeljauw Gadus morhua Wateren van Groenland 2 000 Kabeljauw Gadus morhua Vb 1 (wateren van de Faröer) Kabeljauw Gadus morhua IIIbcd (EU-wateren) 46 284 Kabeljauw Gadus morhua IIId (wateren van Estland) Kabeljauw Gadus morhua IIId (wateren van Letland) 1 300 Kabeljauw Gadus morhua IIId (wateren van Litouwen) 1 300

Soort (gebruikelijke naam)
Soort (wetenschappelijke naam) ICES-visserijzone TAC's 2002 (def.) Voorgestelde TAC's 2003 % verschil t.o.v. TAC's 2002 Kabeljauw Gadus morhua Noorse wateren bezuiden 62° NB Kabeljauw en schelvis Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus Vb (wateren van de Faeröer) 500
Kabeljauw Gadus morhua Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 4 600 972 -79% Kabeljauw Gadus morhua VIIa 3 200 1 200 -63%
Kabeljauw Gadus morhua VIIb-k, VIII, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 8 700 5 220 -40%
Kabeljauw Gadus morhua NAFO 2J3KL
Kabeljauw Gadus morhua NAFO 3NO
Kabeljauw Gadus morhua NAFO 3M
Witte tonijn Germo alalunga Atlantische Oceaan (benoorden 5° NB) 28 712
Witte tonijn Germo alalunga Atlantische Oceaan (bezuiden 5° NB) 2 663 Heilbot Hippoglossus hippoglossus V, XIV (wateren van Groenland) 200 Heilbot Hippoglossus hippoglossus NAFO 0, 1 (wateren van Groenland) 200
Kortvinnige pijlinktvis Illex illecebrosus NAFO deelgebieden 3 en 4 Makreelhaai Lamna nasus EU-wateren IV, VI en VII Schartong Lepidorhombus spp. IIa (EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 2 700 2 700 0%
Schartong Lepidorhombus spp. Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 4 360 4 360 0%
Schartong Lepidorhombus spp. VII 13 350 12 015 -10% Schartong Lepidorhombus spp. VIII a,b,d,e 1 550 1 395 -10% Schartong Lepidorhombus spp. VIIIc, IX, X, CECAF 34.1.1 (EG- wateren) 4 000 2 400 -40%
Zandschar Limanda ferruginea NAFO 3L,N,O 260
Schar en bot Limanda limanda en Platichthys flesus IIa (EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 27 060 16 560 -39%
Zeeduivel Lophiidae IIa(EU-wateren), Noordzee(EU-wateren) 10 500 6 300
-40%
Zeeduivel Lophiidae Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 4 770 2 862 -40% Zeeduivel Lophiidae VII 18 600 12 759 -31%
Zeeduivel Lophiidae VIIIa,b,d,e 5 160 3 562 -31% Zeeduivel Lophiidae VIIIc, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 4 750 3 200 -33%
Lodde Mallotus villosus V, XIV (wateren van Groenland) 88 197 Lodde Mallotus villosus V, XIV (wateren van Groenland) 25 000 Lodde Mallotus villosus II b
Lodde Mallotus villosus NAFO 3NO
Schelvis Melanogrammus aeglefinus I, II (Noorse wateren) 1 850 Schelvis Melanogrammus aeglefinus Noorse wateren, bezuiden 62° NB Schelvis Melanogrammus aeglefinus Skagerrak en Kattegat, IIIbcd (EU-wateren) 4 680
Schelvis Melanogrammus aeglefinus IIa (EU-wateren), Noordzee 77 935

Soort (gebruikelijke naam)
Soort (wetenschappelijke naam) ICES-visserijzone TAC's 2002 (def.) Voorgestelde TAC's 2003 % verschil t.o.v. TAC's 2002 Schelvis Melanogrammus aeglefinus Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 14 100 7 180 -49%
Schelvis Melanogrammus aeglefinus VII (behalve VIIa), VIII, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 9 300 7 460 -20%
Schelvis Melanogrammus aeglefinus VII a
Wijting Merlangius merlangus Skagerrak en Kattegat 964 Wijting Merlangius merlangus Noorse wateren,bezuiden 62° NB Wijting Merlangius merlangus IIa (EU-wateren), Noordzee 32 358 Wijting Merlangius merlangus Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 3 500 1 400
-60%
Wijting Merlangius merlangus VIIa 1 000 400 -60% Wijting Merlangius merlangus VIIb-k 31 700 20 200 -36% Wijting Merlangius merlangus VIII 5 600 5 600 0% Wijting Merlangius merlangus IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 1 700 1 360 -20%
Heek Merluccius merluccius Skagerrak en Kattegat, IIIbcd (EU-wateren) 813
Heek Merluccius merluccius IIa (EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 946 Heek Merluccius merluccius Vb (EU-wateren), VI, VII, XII, XIV 15 118 9 813 -35%
Heek Merluccius merluccius VIII a,b,d,e 10 083 6 545 -35% Heek Merluccius merluccius VIIIc, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 8 000 5 400 -33%
Blauwe wijting Micromesistius poutassou I, II (Noorse wateren) 1 000 Blauwe wijting Micromesistius poutassou I, II , V, VI, VII, XII en XIV (EU-wateren) 107 281
Blauwe wijting Micromesistius poutassou IIa (EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 27 650
Blauwe wijting Micromesistius poutassou Vb (EU-wateren), VI, VII Blauwe wijting Micromesistius poutassou VIII a,b,d 14 654 Blauwe wijting Micromesistius poutassou VIIIc, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 30 415
Blauwe wijting Micromesistius poutassou V, XIV (wateren van de Faeröer)
Blauwe wijting Micromesistius poutassou Vb (wateren van de Faeröer) Blauwe wijting Micromesistius poutassou V, XIV (wateren van Groenland) 15 000
Tongschar en witje Microstomus kitt & Glyptocephalus cynoglossus IIa (EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 9 720 6 804 -30% Blauwe leng Molva dypterigia EU-wateren VIa (benoorden 56°30'NB), VIb Leng Molva molva Vb (wateren van de Faeröer) 3 600 Leng Molva molva EU-wateren IIa, IV, Vb, VI, VII Soort (gebruikelijke naam) Soort (wetenschappelijke naam) ICES-visserijzone TAC's 2002 (def.) Voorgestelde TAC's 2003 % verschil t.o.v. TAC's 2002
Langoestine Nephrops norvegicus Skagerrak en Kattegat(EU-wateren), IIIbcd (EU-wateren) 4 500 4 275 -5%
Langoestine Nephrops norvegicus IIa (EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 16 623 15 792 -5%
Langoestine Nephrops norvegicus Vb (EU-wateren), VI 11 340 10 773 -5% Langoestine Nephrops norvegicus VII 17 790 16 901 -5% Langoestine Nephrops norvegicus VIII a,b,d,e 3 200 2 200 -31% Langoestine Nephrops norvegicus VIIIc 360 180 -50% Langoestine Nephrops norvegicus IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 800 400 -50%
Noorse garnaal Pandalus borealis Skagerrak en Kattegat 5 420 Noorse garnaal Pandalus borealis IIa(EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 4 880
Noorse garnaal Pandalus borealis Noorse wateren bezuiden 62°00' NB 1 040
Noorse garnaal Pandalus borealis V, XIV (wateren van Groenland) 5 675 Noorse garnaal Pandalus borealis NAFO 3L
Garnalen "Penaeus" Penaeus spp. Frans-Guyana 4 108 4 108 0% Schol Pleuronectes platessa Skagerrak 6 272
Schol Pleuronectes platessa Kattegat 1 600
Schol Pleuronectes platessa IIIbcd (EU-wateren) 3 200 Schol Pleuronectes platessa IIa (EU-wateren), Noordzee 73 110 Schol Pleuronectes platessa Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 1 728 1 210
-30%
Schol Pleuronectes platessa VIIa 2 400 1 181 -51% Schol Pleuronectes platessa VII b,c 180 160 -11% Schol Pleuronectes platessa VII d,e 6 700 4 020 -40% Schol Pleuronectes platessa VII f, g 680 408 -40% Schol Pleuronectes platessa VII h,j,k 970 582 -40% Schol Pleuronectes platessa VIII, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 560 448 -20%
Witte koolvis Pollachius pollachius Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 1 100 880 -20%
Witte koolvis Pollachius pollachius VII 17 000 13 600 -20% Witte koolvis Pollachius pollachius VIII a,b,d,e 2 100 1 680 -20% Witte koolvis Pollachius pollachius VIIIc 640 512 -20% Witte koolvis Pollachius pollachius IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 450 450 0%
Zwarte koolvis Pollachius virens I, II (Noorse wateren) en buiten nationale jurisdictie 3 240
Zwarte koolvis Pollachius virens IIa (EU-wateren), Skagerrak en Kattegat, IIIbcd (EU-wateren), Noordzee 66 150

Soort (gebruikelijke naam)
Soort (wetenschappelijke naam) ICES-visserijzone TAC's 2002 (def.) Voorgestelde TAC's 2003 % verschil t.o.v. TAC's 2002 Zwarte koolvis Pollachius virens Noorse wateren bezuiden 62°NB Zwarte koolvis Pollachius virens Vb (wateren van de Faeröer) 2500 Zwarte koolvis Pollachius virens Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 14 000 Zwarte koolvis Pollachius virens VII, VIII, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 8 710
Tarbot en griet Psetta maxima & Scophthalmus rhombus IIa(EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 6 750 4 725 -30%
Roggen Rajidae IIa(EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 4 848 3 394 -30% Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides I, II (Noorse wateren) 100 Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides V, XIV (wateren van Groenland) 5 455
Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides NAFO 0,1 (wateren van Groenland) 1 620
Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides NAFO 3LMNO 16 406 Atlantische zalm Salmo salar IIIbcd (EU-wateren) 339 377 Atlantische zalm Salmo salar IIId (wateren Estland) Atlantische zalm Salmo salar IIId (wateren Letland) 15 000 Atlantische zalm Salmo salar IIId (wateren Litouwen) 4 000 Atlantische zalm Salmo salar Onderverdeling 32 van IBSFC (EU-wateren) 48 840
Makreel Scomber scombrus IIa (Noorse wateren) 14 100 Makreel Scomber scombrus IIa (EU-wateren), Skagerrak en Kattegat, III b,c,d (EU-wateren), Noordzee 25 798
Makreel Scomber scombrus Noorse wateren bezuiden 62°N Makreel Scomber scombrus IIa (niet-EU-wateren), Vb (EU-wateren), VI, VII, VIII a,b,d,e, XII, XIV 345 012
Makreel Scomber scombrus Vb (wateren van de Faeröer) 4 566 Makreel Scomber scombrus VIIIc, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 41 100
Roodbaars Sebastes spp. V, XII, XIV (wateren van Groenland) 13 883 Roodbaars Sebastes spp. I, II (Noorse wateren) 3 000 Roodbaars Sebastes spp. V, XIV (wateren van Groenland) 26 500 Roodbaars Sebastes spp. NAFO 0, 1 (wateren van Groenland) 5 500 Roodbaars Sebastes spp. Va (wateren IJsland) 3 000 Roodbaars Sebastes spp. Vb (wateren van de Faeröer) 7 000 Roodbaars Sebastes spp. NAFO 3M 3 100
Roodbaars Sebastes spp. NAFO 3LN
Roodbaars Sebastes spp. NAFO IF 13 883
Tong Solea solea Skagerrak en Kattegat, IIIbcd (EU-wateren) 500 Tong Solea solea II, Noordzee 16 000
Tong Solea solea Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 125 88 -30% Tong Solea solea VIIa 1 100 701 -36%
Tong Solea solea VII b,c 80 80 0%
Tong Solea solea VIId 5 200 5 400 4%

Soort (gebruikelijke naam)
Soort (wetenschappelijke naam) ICES-visserijzone TAC's 2002 (def.) Voorgestelde TAC's 2003 % verschil t.o.v. TAC's 2002 Tong Solea solea VIIe 525 263 -50%
Tong Solea solea VII f,g 1 070 1 240 16%
Tong Solea solea VII h,j,k 650 390 -40%
Tong Solea solea VIII a,b 4 000 2 000 -50%
Tong Solea solea VIIIcde, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 2 000 1 600
-20%
Sprot Sprattus sprattus Skagerrak en Kattegat 46 250 Sprot Sprattus sprattus IIIbcd (EU-wateren) 149 860 Sprot Sprattus sprattus IIId (wateren Estland)
Sprot Sprattus sprattus IIId (wateren Letland) 8 000 Sprot Sprattus sprattus IIId (wateren Litouwen) 15 000 Sprot Sprattus sprattus IIa (EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 220 000
Sprot Sprattus sprattus VIIde 12 000 9 600 -20% Doornhaai Squalus acanthias IIa(EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 7 100
Horsmakreel Trachurus spp. IIa (EU-wateren), Noordzee (EU-wateren) 49 400
Horsmakreel Trachurus spp. Vb (EU-wateren), VI, VII, VIIIabde, XII, XIV 150 000 93 646 -38%
Horsmakreel Trachurus spp. VIIIc, IX 57 500 50 600 -12% Horsmakreel Trachurus spp. X, CECAF Azoren 4 000 3 200 -20% Horsmakreel Trachurus spp. X, CECAF Madeira 2 000 1 600 -20% Horsmakreel Trachurus spp. X, CECAF Canarische eilanden 2 000 1 600
-20%
Kever Trisopterus esmarki IIa (EU-wateren), Skagerrak en Kattegat, Noordzee (EU-wateren) 173 000
Kever Trisopterus esmarki IV (Noorse wateren) 50 000 Blauwvintonijn Thunnus thynnus Atlantische Oceaan (ten oosten van 45° WL) en Middellandse Zee 18 590
Grootoogtonijn Thunnus obesus Atlantische Oceaan 26 672 Zwaardvis Xiphias gladius Atlantische Oceaan (benoorden 5° NB) 5 073 Zwaardvis Xiphias gladius Atlantische Oceaan (bezuiden 5° NB) 6 233