Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer

der Staten-Generaal

Binnenhof 4

DEN HAAG

Directie Integratie Europa

Task Force Uitbreiding

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag

Datum

10 december 2002

Auteur

Joost Klarenbeek

Kenmerk

DIE-600/02

Telefoon

(070) 348 6212

Blad


1/7


Fax

(070) 348 6381

Bijlage(n)

E-mail

joost.klarenbeek@minbuza.nl

Betreft

Europese Raad te Kopenhagen (12-13 december 2002)

C.c.

Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij, mede namens de staatssecretaris voor Europese Zaken, de geannoteerde agenda van de Europese Raad van Kopenhagen (12-13 december) aan te bieden.

De minister van Buitenlandse Zaken

Mr J.G. de Hoop Scheffer

Geannoteerde agenda

Europese Raad te Kopenhagen, 12-13 december 2002

Op 12 en 13 december 2002 zal de Europese Raad in Kopenhagen bijeenkomen. Zoals blijkt uit de geannoteerde agenda (de traditionele uitnodigingsbrief van het voorzitterschap was op het moment van schrijven nog niet ontvangen) zal deze zitting van de Europese Raad bovenal in het teken staan van de uitbreiding van de Unie. Daarnaast zal worden gesproken over het functioneren van de Raad na de uitbreiding. Mogelijk zullen ook de gevolgen van de ramp met de olietanker 'Prestige' en onderwerpen betreffende het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB) aan de orde komen. Tot slot zullen ontmoetingen plaatsvinden met de President van de Europese Conventie, Giscard d'Estaing, en de President van het Europees Parlement, Cox.

Uitbreiding

Voor wat de uitbreiding betreft, kunnen vier aspecten worden onderscheiden.


- Ten eerste is het de bedoeling dat tijdens deze bijeenkomst overeenstemming wordt bereikt over de resterende dossiers in de toetredingsonderhandelingen met de 'Laken 10' (de tien landen waarvan de Europese Raad in oktober jl. besloot dat deze tot de eerste groep toetreders kunnen gaan behoren, te weten: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië).

- Ten aanzien van Cyprus zal voorts een standpunt moeten worden ingenomen in het licht van de desbetreffende conclusie van de Europese Raad van Helsinki (1999).

- Voorts zal de Europese Raad nadere invulling geven aan het verder toetredingsproces van Bulgarije en Roemenië.

- Tenslotte zal de Europese Raad, zoals eveneens is afgesproken in oktober jl., invulling geven aan de volgende fase van de Turkse kandidatuur.
Slotpakket

Het voorzitterschap heeft in de afgelopen week aan elk van de tien betrokken kandidaat-lidstaten voorstellen gedaan betreffende de nog openstaande dossiers. Bovendien heeft het voorzitterschap voorstellen gepresenteerd over andere, nog openstaande kwestie zoals Kaliningrad, institutionele kwesties, en de kerncentrales Ignalina (Litouwen) en Bohunice (Slowakije). Deze voorstellen zijn ontwikkeld in antwoord op de reacties van de kandidaat-lidstaten op het pakket dat door de Europese Raad in Brussel in oktober werd vastgesteld. In deze voorstellen is door het voorzitterschap zowel met lump sums (additionele financiële toekenningen) gewerkt als met aanpassingen op inhoudelijke punten:


- landbouwquota


- de mogelijkheid de bedragen voor directe inkomenssteun aan boeren te verhogen, gedurende de eerste twee jaren na toetreding tot 40% van het uiteindelijke niveau.
Het voorzitterschap meent dat de financiële consequenties van deze voorstellen blijven binnen de afspraken van Berlijn en de Financiële Perspectieven (FP's).

Enkele lidstaten, waaronder Nederland, hebben aangegeven vooralsnog niet te kunnen instemmen met verruimingen ten opzichte van het pakket van Brussel. In de besprekingen in Kopenhagen zal Nederland zich in zijn opstelling laten leiden door een aantal uitgangspunten, zoals


- de noodzaak de FP's te respecteren (waarbij zij bedacht dat de plafonds uitersten zijn, geen spending targets);

- belangrijke elementen van de begrotingssystematiek te respecteren, zoals de scheidingen tussen verschillende begrotinscategorieen; het is b.v. onwenselijk dat gelden die zijn bestemd voor plattelandsbeleid, zouden worden ingezet voor (optopping van) directe inkomenssteun.

- de wenselijkheid eventuele tegemoetkomingen in de tijd te beperken; zo hebben quota-verruimingen een langjarig effect, terwijl lump sums slechts in een of enkele jaren worden toegekend.
Tegenover deze terughoudendheid om additionele tegemoetkomingen goed te keuren, staat het besef dat met de besluitvorming over de uitbreiding een historische stap gezet kan worden door de Unie. Het belang dat is gediend met de succesvolle afronding van dit in 1993 in Kopenhagen ingezette proces is zodanig groot dat, binnen de aangegeven uitgangspunten, ook van Nederland enige flexibiliteit in de onderhandelingen zal mogen worden verlangd.

Cyprus

Tijdens de Europese Raad zal toetreding van Cyprus tot de EU aan de orde komen op basis van de zogenaamde Helsinki-conclusies. De Europese Raad van Helsinki (december 1999) heeft bepaald dat 'een politieke regeling de toetreding van Cyprus tot de EU zal vergemakkelijken. Indien, op het moment van afronding van de toetredingsonderhandelingen geen overeenstemming is bereikt, zal de Raad het besluit betreffende de toetreding nemen zonder dat het bovenstaande daarbij als voorwaarde vooraf geldt. In die zin zal de Raad rekening houden met alle relevante factoren.'

Op 11 november jl. heeft de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN) aan de betrokken partijen een voorstel gepresenteerd dat moet dienen als basis voor een algehele regeling van het conflict op Cyprus ('Comprehensive settlement of the Cyprus problem'). Inmiddels hebben beide partijen per brief commentaar en suggesties op het VN-voorstel gegeven. Vervolgens zijn op 7 december jl. de onderhandelingen weer van start gegaan en voert Speciaal Vertegenwoordiger van SGVN inzake Cyprus, Alvaro de Soto, besprekingen met President Clerides en de heer Denktash. Op 10 december heeft de VN een gewijzigd plan aan de partijen gepresenteerd waarover de partijen zich nog voor ER Kopenhagen moeten uitspreken.

De Nederlandse regering hoopt dat de betrokken partijen, in overeenstemming met het VN-voorstel en de inzet van De Soto, een principe-overeenkomst tekenen voor of tijdens ER Kopenhagen. De definitieve afweging met betrekking tot een besluit over toetreding van Cyprus tot de EU zal tijdens ER Kopenhagen op basis van de bovengenoemde Helsinki-conclusies worden genomen. Voor Nederland geldt dat de voortgang t.a.v. het door SGVN gepresenteerde voorstel en de opstelling van de partijen tot de zogenaamde 'relevante factoren' behoren.

Bulgarije en Roemenië

In de geannoteerde agenda van het voorzitterschap, die als basis dient voor de voorzitterschapsconclusies, wordt aangegeven hoe vorm kan worden gegeven aan het verdere toetredingsproces van deze beide landen. In de voorbereidende besprekingen over de geannoteerde agenda is gebleken dat alle andere lidstaten er voorstander van zijn nu aan te geven dat het de ambitie van de Unie is dat beide landen in 2007 toetreden. Alleen Nederland was op dat punt terughoudender. In dit licht moet worden aangenomen dat de Europese Raad met een voorzitterschapsconclusie zal instemmen langs de lijn van het gestelde in de geannoteerde agenda.

Turkije

Tijdens de Europese Raad zal besluitvorming plaatsvinden over de volgende fase van de Turkse EU-kandidatuur. Naar verwachting zal het Voorzitterschap op donderdagavond een voorstel presenteren. Voor Turkije blijft, net als voor alle andere kandidaten het geval is geweest, het uitgangspunt gelden dat onderhandelingen pas zullen kunnen starten wanneer aan de politieke Kopenhagen criteria is voldaan. Tegelijkertijd erkent de regering dat er in het afgelopen jaar veel is bereikt en dat indrukwekkende hervormingen zijn doorgevoerd die enkele jaren geleden nog niet voor mogelijk werden gehouden. Met het hervormingspakket dat deze week in het Turkse parlement voorligt, maakt Turkije wederom belangrijke vorderingen. Nederland kan in Kopenhagen instemmen met een "rendez-vous" clausule, dat wil zeggen een voorzitterschapsconclusie die inhoudt dat op een door de ER te bepalen moment een uitspraak zal worden gedaan over toetredingsonderhandelingen met Turkije. Dat alsdan de eis blijft gelden dat aan de politieke Kopenhagen-criteria moet worden voldaan, staat buiten kijf.

Functioneren van de Raad

De ER zal mogelijk tijdens de lunch informeel van gedachten wisselen over het functioneren van het voorzitterschap in een uitgebreide Unie. Dit zal gebeuren aan de hand van het rapport van het Voorzitterschap hierover. In deze tekst staan drie modellen beschreven voor het functioneren van het voorzitterschap van de Raad en ER. Er zijn geen ER conclusies voorzien.

De regering is van mening dat de discussie thans moet worden voortgezet in de Conventie over de toekomst van Europa. Het overzicht van het Voorzitterschap kan goed dienen als input hiervoor. Inhoudelijk komt model 2 van het Voorzitterschapsrapport het meest overeen met het Benelux memorandum: een vorm van institutioneel voorzitterschap gecombineerd met behoud van rotatie voor ER en vakraden.

Prestige

Mogelijk zal de Europese Raad aandacht geven aan de conclusies van de Transportraad van 5 en 6 december t.a.v. maritieme veiligheid. Naar aanleiding van de ramp met de 'Prestige' heeft de Transportraad besloten tot een onmiddellijk verbod op het vervoer van 'heavy grades of oil' in enkelwandige olietankers. Voorts is besloten tot versnelde tenuitvoerlegging van reeds genomen maatregelen (de Erika 1 en 2 pakketten) en is een aantal additionele maatregelen genomen:


- de publicatie van een zwarte lijst van schepen;

- uitwerken van 'places of refuge';


- versnelde recruteren van 'port state control'-inspecteurs;

- het verhogen van het olieschadefonds tot 1 mrd euro;

- het invoeren van straffen voor grove nalatigheid (dat in 2003 moet worden aangenomen);

- het juridisch versterken van het recht van kuststaten om acties te ondernemen;

- het betrekken van derde landen bij de te maken afspraken.
Nederland heeft gewezen op de noodzaak van alternatieve capaciteit voor het vervoer van zware olie. De olievoorziening mag immers niet in de problemen komen (ook gezien de positie van de haven van Rotterdam); de vraag is of voldoende dubbelwandige tankers beschikbaar zijn. In de Transportraad werd besloten dat een 'analysis of the available tanker capacity' zal worden uitgevoerd.

Externe betrekkingen (GBVB)

Midden-Oosten

De centrale vraag bij dit agendapunt zal zijn hoe voorkomen kan worden dat het politieke proces geheel vastloopt in het licht van het voortdurende geweld. Ook de verkiezingen die in januari in Israël zullen plaatsvinden zijn voor dat proces van groot belang. De verwachting is dat de Raad zijn zorgen over de voortgang in het politieke proces tot uitdrukking zal brengen in een verklaring. Naar Nederlands oordeel dient de inzet van de EU erop gericht te blijven dat de road map door het Kwartet bij de bijeenkomst op 20 december a.s. wordt afgerond. Daarbij zijn voldoende parallelliteit en reciprociteit essentieel: de Palestijnen zullen alleen genegen zijn tot bestrijding van terrorisme en het doorvoeren van hervormingen als er tegelijkertijd een reëel politiek perspectief wordt geboden. Israels bereidheid het politieke spoor te hervatten hangt samen met afname van het geweld. Vervolgens zal zo snel mogelijk een aanvang gemaakt moeten worden met de implementatie van de road map.

Irak

De Raad zal zich kort buigen over de laatste ontwikkelingen inzake Irak sinds de aanvaarding van Veiligheidsraadresolutie 1441. Irak heeft op 7 december, binnen de door de VN Veiligheidsraad gestelde termijn, aan UNMOVIC en IAEA opgave gedaan van belangrijke aspecten van zijn programma's met betrekking tot massavernietigingswapens. Inmiddels hebben ook de permanente leden van de Veiligheidsraad een exemplaar van deze opgave ontvangen. Vanwege de uitzonderlijke omvang van de Iraakse opgave (meer dan 11.000 pagina's) zal de leider van UNMOVIC, Hans Blix, naar verwachting pas in de week van 16 december aan de VR een eerste reactie geven. Derhalve zal de discussie in de Raad beperkt blijven tot het uitwisselen van eerste impressies. Nederland zal er bij de EU-leden van de Veiligheidsraad op aan dringen dat maximale transparantie wordt betracht richting de overige EU landen over de Iraakse opgave en de besprekingen terzake in de Veiligheidsraad. Nederland blijft voorts van mening dat de internationale druk op Irak dient te worden gehandhaafd.

Terrorisme

De Raad zal spreken over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het EU-actieplan terrorismebestrijding. Dit plan bevat een groot aantal maatregelen op diverse terreinen, waaronder maatregelen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, de strijd tegen financiering van terrorisme en maatregelen in het extern beleid van de Europese Unie. Het rapport geeft een overzicht van de voortgang van de implementatie van het plan. Nederland is tevreden over deze voortgang, maar is van mening dat de Unie zorgvuldig dient te bekijken in hoeverre aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om een effectieve bestrijding van terrorisme te garanderen. Recente aanslagen in Bali en op de Franse olietanker Limbourg geven eens te meer aan dat de strijd tegen terrorisme er één van een lange adem zal zijn. De Unie dient op een effectieve manier in te spelen op de nieuwe dreigingen. Nederland zal daarbij onder andere pleiten voor vergroting van de effectiviteit van het instrumentarium voor bevriezing van tegoeden en versterking van de rol van het extern beleid van de unie in de strijd tegen terrorisme.

+++

===