Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid
Persbericht
Diversificatie als strategie
---
Renovatie en onderhoud stabiele groeimarkten, gww bezit eigen dynamiek
Voor een onderneming die werkzaam is op de nieuwbouwmarkt voor woningen of gebou-wen, kan het perspectief bieden om een deel van zijn activiteiten te verleggen naar de renovatie en vooral het onderhoud van woningen en gebouwen. Uit een analyse van de conjunctuurbeweging op de verschillende deelmarkten blijkt verder dat de groeischommelingen van nieuwbouw, renovatie en onderhoud elkaar versterken in de utiliteitsbouw maar elkaar juist opheffen in de woningbouw. De gww-markt kent een eigen dynamiek die zich op korte termijn aan de conjunctuur lijkt te kunnen onttrekken.
Dit blijkt uit het rapport Diversificatie als strategie dat door het
Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) is gepubliceerd. In
het rapport wordt de ontwikkeling van de bouwproductie op de
verschillende deelmarkten van de bouw geanalyseerd. Het betreft de
woningbouw, de utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw (gww).
Tevens is onderscheid gemaakt naar typen werkzaamheden op iedere
deelmarkt (nieuwbouw, renovatie en klein onderhoud). Doel van het
onderzoek is om uit te vinden of een onderneming door verlegging van
activiteiten naar andere markten een hoge en stabiele productiegroei
kan krijgen. De analyse betreft de periode 1977-2001 met nadruk op de
jaren na 1995.
In de woningbouw is de groeiende verbeterproductie een tegenwicht gaan
vormen voor de lage en meer veranderlijke nieuwbouwproductie. Er
blijkt zelfs sprake te zijn van compensatie tussen de werkzaamheden op
deze deelmarkten. Wanneer de nieuwbouw tijdelijk terugvalt, ondervindt
de renovatie van woningen geen terugval terwijl het onderhoud juist
een hogere groei doormaakt.
In de utiliteitsbouw speelt compensatie geen rol van betekenis.
Wijzigingen in de productiegroei wijzen meestal in dezelfde richting
voor alle werkzaamheden. De verbeterproductie van gebouwen ontwikkelt
zich wel een stuk evenwichtiger dan de hoogst variabele
nieuwbouwproductie op deze deelmarkt. Bovendien waren de groeicijfers
in de utiliteitsbouw de laatste jaren duidelijk hoger dan in de
woningbouw.
Diversificatie tussen woning- en utiliteitsbouw schermt een bedrijf
niet af voor productieschommelingen op een van de deelmarkten.
Spreiding van bezigheden tussen de b&u en de gww is aantrekkelijker,
omdat het productieverloop op deze markten sterk van elkaar verschilt.
Groeischommelingen op de gww-markt worden minder sterk door de
conjunctuur bepaald, maar hangen vooral samen met de beschikbaarheid
van publieke middelen.
In het rapport wordt ook ingegaan op de productie van de toeleverende
industrie en hoe deze zich verhoudt ten opzichte van de bouwproductie.
Het verbruik van materialen en diensten in het bouwproces heeft
jarenlang aan belang gewonnen ten koste van de productiefactor arbeid.
Na 1995 trad hierin een duidelijke kentering op. De verschuiving
binnen het totale bouwvolume naar de relatief meer arbeidsintensieve
verbeter- en onderhoudsmarkt en de gestegen winsten en reële
loonkosten eind jaren negentig worden hiervoor als verklaring
aangevoerd.
Zie publicatie: Diversificatie als strategie