Speech van Joop Wijn, staatssecretaris van Economische Zaken tijdens de
EVD-Exportbijeenkomst, Madurodam, 11 december 2002
---
Geacht Exportnetwerk,
Introductie
De EVD Exportbijeenkomst is een mooie traditie. Dit is mijn eerste en
als het aan mij ligt zeker niet de laatste keer dat ik hier spreek. Ik
hoop na de verkiezingen snel missionair terug te keren en draad weer
op te pakken. Eerste maanden namelijk zeer goed bevallen. Veel
enthousiasme en ambities in het 'veld' ontmoet, matcht 1-op-1 met mijn
enthousiasme en ook mijn hoge ambities op het terrein van de
Nederlandse export.
Zwaar weer
U heeft vast beeld buiten gezien van Hansje Brinkers. Die had aan één
vinger genoeg om het water niet weg te laten lopen. Om onze
buitenlandse positie vast te houden is heel wat meer nodig. De
wereldhandel hapert al enige tijd, maar de tekenen van herstel zijn
aanwezig. Echter, Nederland blijft achter bij de groeicijfers van de
relevante wereldhandel. We verliezen marktaandeel! We zitten in zwaar
weer, het tij moet gekeerd.
En daar hebben we geuzenmoed nodig: Overheid, werkgevers en
werknemers. Onze concurrentiepositie staat onder zware druk.
Loonmatiging en verhogen arbeidsproductiviteit moeten hoog op agenda.
Ik ben dan ook tevreden met akkoord uit najaarsoverleg. Maar het is
een eerste stap. Loonmatiging voor de jaren die komen essentieel voor
herstel economie.
De laatste 3 jaren zijn loonkosten 10 procent harder gestegen dan bij
concurrenten. Dat geeft klap op klap voor de export. CPB voorspelt een
bijna volledige stilstand voor onze economie in 2002 (0,25%), voor
2003 verwacht het CPB een uitermate zwakke groei van 0.75%. Een vol
procent minder dan de andere Europese landen. Dat hangt
vanzelfsprekend samen met de sterk verslechterde exportpositie van
Nederland.
Wij hebben becijferd dat dit jaar de uiteindelijke goederenuitvoer uit
zal komen op zo'n 235 miljard euro. Dat is 2,5% lager ten opzichte van
vorig jaar. En de analyses zijn zodanig dat een uiteindelijk nog
slechtere uitkomst eerder voor de hand ligt dan een betere. En voor de
komende tijd zullen we wel eens de klap van de duurdere euro kunnen
krijgen.
Wat blijkt uit de cijfers?
Het totaal van de export is de afgelopen drie kwartalen met 4,4%
gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Als je die
cijfers per regio fileert, valt het volgende op.
* De sterke daling van de export naar onze traditionele
exportpartners binnen de EU (- 6,8%). Oorzaak is door de
teruglopende vraag in deze landen. Deze terugval veroorzaakt onze
gehele wereldwijde daling!;
* De export naar Noord-Amerika (+ 4,5%) en helemaal Oost-Europa (+
10,2%) laten juist groeicijfers zien.
* Groei naar Azië was uiterst mager (+ 0,7 %). En deze groei komt
voornamelijk voor rekening van Japan (+ 10%).
Analyse
Ik heb de exportcijfers aan een nadere analyse onderworpen.
Ik zie drie opvallende dingen:
I. Wederuitvoer daalt erg hard.
Niet vreemd; wat snelt stijgt, daalt ook hard. De wederuitvoer is
weinig in prijs gedaald (1,6%), maar sterk qua volume (8,5%).
Verklaring: gelet op slechte economische situatie in buurlanden valt
de vraag weg naar producten als PC, mobiele telefoons, radio's en
TV's. Deze producten hebben juist relatief sterk aandeel binnen de
wederuitvoer. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de Franse
en/of Belgische markten onze doorvoer positie aan het overnemen zijn,
maar hier ben ik niet van overtuigd. Wel vormt dit aanleiding om de
concurrentiepositie van Rotterdamse en Amsterdamse havens goed te
bewaken;
II Binnenlands geproduceerde export
We zien we dat deze qua volume stijgt (1%), maar sterk daalt qua prijs
(4,4%). Gelet op sterke stijging in loonkosten, wijst dit erop dat
winstmarges dalen. Absoluut een teken aan de wand.
III Exportproductsamenstelling is te weinig kennisintensief
De wereldvraag bestaat in toenemende mate uit kapitaalgoederen -
Wereld 41% versus Nederland 34%; waarvan groot deel wederuitvoer -. En
juist déze producten zijn kennisintensief. Nederland heeft wel een
comparatief voordeel bij energie, chemie en agrarische sector.
Conclusie, onze export productsamenstelling sluit niet goed aan bij de
wereldvraag.
Werken aan herstel
Een goede analyse van de cijfers is essentieel voordat je aan
oplossingen gaat denken. Wat kunnen we nu doen aan ons economisch
herstel?
1. Voor de lange termijn is het essentieel dat we gaan investeren in
kennis, onderwijs en technologie. Het Nederlandse exportpakket
moet zich meer richten op ontwikkelingen op de wereldmarkt, anders
verliezen we aandeel.
2. Loonkosten blijvend in de gaten houden. Vasthouden aan de goede
weg die ze zijn ingeslagen met najaarsoverleg.
3. Agressieve bewerking van markten, zowel de oude als de nieuwe
markten. Dit is een kwestie van problemen harder, scherper en
creatiever aanpakken. Niet voor niets staat verhaal van Hansje
Brinkers voor doorzettingsvermogen van de Nederlander.
Bedrijven moeten dit allereerst zelf doen. Dit betekent ook dat u, intermediairs hier een belangrijke taak te vervullen hebben.
En welke stimulansen moeten we vanuit de overheid verder geven?
Ik heb een waaier aan concrete acties geformuleerd.
We stellen twee vragen daarbij centraal: waar liggen de kansen voor
het Nederlands bedrijfsleven en twee, wat zijn de behoeftes van het
Nederlands bedrijfsleven aan ondersteuning.
Vragen die ik vanzelfsprekend niet vanuit de Haagse kaasstolp ga
beantwoorden. Het bedrijfsleven en intermediairs moeten kunnen rekenen
op een ondernemende overheid.
Drie kernbegrippen beheersen de nieuwe exportagenda: toegankelijkheid,
vraaggerichtheid en effectiviteit.
Bedrijfsleven heeft behoefte aan een ondernemende overheid, een meer
vraaggericht en effectief instrumentarium, en meer samenhang in het
exportbeleid. De synergie van mijn buitenlandportefeuille wil ik
verbeteren en transparanter maken.
Voorbeeld van meer effectiviteit is een kritischer blik naar de
toegevoegde waarde van handelsmissies. Dus eerst scherp en helder
vragen beantwoorden: waarom, waarheen, wanneer, met wie, wanneer, wat
willen we bereiken en niet onbelangrijk waarom met Wijn?
Als voorbeeld van een agressieve aanpak: Midden- en Oost-Europa. In 2004 wordt onze interne markt met duizenden kilometers groter. Die schijnbaar magische grens van de MKB-exporteur van 500 kilometer is dan niet meer opportuun. Nederland is al goed gepositioneerd in Midden-Europa. We zitten in de top 3 van investeerders in die regio. En de handel met Oost-Europese landen floreert ook. Kansen dus genoeg.
Vanuit EZ zal komend voorjaar een zogenaamde toer der toetreders
worden georganiseerd. In korte tijd alle nieuwe Europese lidstaten
langs. Een uniek concept waarbij we met één-op-één maatwerk het
meereizend bedrijfsleven willen positioneren.
De groei van onze eigen economie en in het bijzonder de
werkgelegenheid moet vooral door het MKB worden aangejaagd. In deze
groep bedrijven zit ook niet toevallig het grootste potentieel aan
startende exporteurs. Volgens het NIPO zijn zo'n 12.000 ondernemers
van plan het komend jaar te starten met export. Deze groep van
bedrijven behoort tot het exportpotentieel van 50.000 bedrijven die
hun vleugels kunnen uitslaan naar het buitenland, maar voorlopig nog
veilig in hun eigen nest blijven.
Ik wil nu graag verder focussen op het thema van vanmiddag: starten
met export
Hoe bereik ik nu de startende exporteur?
Belang starters voor herstel groei van onze exportmarktgroot
belangrijk, zeker in een stagnerende markt. Ik heb de EVD daarom
opdracht gegeven een starters aanpak te formuleren. Wat houdt die
starters export strategie nu concreet in?:
* Ten eerste gaan we het fenomeen "internationaal ondernemen" bij
potentiële exporteurs aanwakkeren. Zogenaamde slapende exporteurs
die de potentie hebben om met hun producten over de grens te gaan,
maar om een of andere reden - 'Nederland is groot
genoeg' - dit niet doen en veilig op eigen markt vertoeven. Die
moeten we dus gaan wakker schudden. Zo gaan we in 2003
bijvoorbeeld samen met de Kamers van Koophandel speciale
startersbijeenkomsten organiseren. Echt op maat gesneden
bijeenkomsten voor de starters.
* Ten tweede is er vanaf vandaag op de EVD-site een speciale
startersportal ingericht. Deze uitgebreide Exportwijzer wijst de
ondernemer de weg door exportland aan de hand van praktische
vragen.
* Ten derde ga ik per 1 januari met een slagvaardig en effectief
nieuw PSB van start. Die verbetering zit in drie zaken:
1. Van kwantiteit naar kwaliteit van exportstrategieën. Het aantal
wordt minder belangrijk: aandacht gaat naar slimme strategieën met
daadwerkelijke structurele exportaanpak. Daarbij exportconsulenten
belangrijker: betere begeleiding voor de exporteur;
2. Kappen in woud van administratieve lasten: die stapel van 12
formulieren ga ik terugbrengen naar stapeltje van 4. En ik geef
toe, dat zijn er nog 3 teveel, maar het is een begin.
3. En verder wordt aantal instrumenten verminderd. Een ondernemer
kan vanaf 1 januari uit een totaalpakket modules kiezen. Inzet
wordt dus naast meer kwaliteit: meer maatwerk!
Ik ben dan ook tevreden dat het PSB budget toch structureel
verhoogd is naar 7,3 miljoen euro per jaar. En dat terwijl EZ
financieel fors moet inleveren. Dat bewijst dat we veel belang
hechten aan rol startende exporteurs.
Uit onderzoek blijkt dat startende exporteurs niet weten waar ze
binnen de overheid moeten aankloppen. Voor deze groep, maar ook voor
bestaande exporteurs, zal om die reden per 6 januari 2003 hét
telefonische loket voor internationaal ondernemen van start gaan. Als
een ondernemer straks het nummer intoetst, kan hij of zij vragen
stellen - en vooral antwoorden verwachten - over internationaal
ondernemen. Over export, over import én over investeren in het
buitenland. Ik zal na afloop van het discussiepanel het telefoonnummer
onthullen. Zo eenvoudig dat u het onthoudt zonder dat u pen en papier
nodig heeft.
Dit telefoonnummer is een concreet voorbeeld van hoe ik mijn
exportagenda samenstel. We moeten namelijk niet aanbodsgericht denken,
maar vraaggericht handelen! De internationale ondernemer moet snel het
meest geschikte product in handen krijgen. Van u of van EZ. Enkel op
deze wijze vormen we een heuse keten van exportdiensten; een echt
exportnetwerk.
Het telefonische loket is ook een prachtig marketingtool. Door de
vragen van het bedrijfsleven goed te analyseren verkrijgen we veel
kennis over welke interesse ondernemers hebben voor het buitenland. En
niet onbelangrijk, we komen meer te weten over de gewenste
ondersteuning. Zodoende kan de overheid haar dienstverlening nog meer
verbeteren en ons exportbeleid bijsturen.
Al met al is de start van het nieuwe export telefoonnummer reden
genoeg voor een knalfeestje. Dat merkt u straks wel.
Ik dank u voor uw aandacht en hoop straks op een interessante & inspirerende discussie over thema 'starten met export'.