Vlaamse overheid

De Vlaamse regering keurde op voorstel van Vlaams minister van Onderwijs en Vorming Marleen VANDERPOORTEN, principieel het Participatiedecreet goed. Met dit decreet wil de Vlaamse regering een aantal zaken bereiken.

Zo wil men komen tot een duidelijke en samenhangende regelgeving waarbij iedereen zicht heeft op de structuren, procedures en bevoegdheden, wil men de effectieve inspraak van leerlingen, leerkrachten en ouders garanderen en de dynamiek, inzet en het welbevinden van al deze betrokkenen verhogen.

Verder wil men een atmosfeer van wederzijds respect tussen de professionaliteit van directies en leerkrachten enerzijds en de belangen en rechten van leerlingen en ouders anderzijds creëren. Bovendien wordt er via dit decreet belang gehecht aan de mening van jongeren in alle aangelegenheden die hen aanbelangen en zodoende uitvoering gegeven aan artikel 12 van het Kinderrechtenverdrag.

Ten slotte voorziet het decreet in een snelle besluitvorming waar nodig en worden investeringen in vorming, communicatie en informatie gestimuleerd zodanig dat men komt tot een waardevol school- en onderwijsbeleid waar iedereen zich in kan vinden.

Het uitgangspunt op niveau van de school is de schoolraad

In iedere school van het leerplichtonderwijs wordt een schoolraad opgericht. In deze schoolraad zetelen een gelijk aantal vertegenwoordigers van ouders, personeel en leerlingen die rechtstreeks verkozen zijn. Daarnaast zijn er vertegenwoordigers van de lokale gemeenschap (gecoöpteerd door de andere leden).

Deze schoolraad heeft het recht zijn advies te geven over allerlei zaken die te maken hebben met het dagelijkse beleid van de school (voorbeelden: aanstelling van de directeur en de procedure daarvoor, het studieaanbod, het nascholingsbeleid, samenwerking met andere scholen of instanties, enz.). De schoolraad zal ook overleggen over het schoolwerkplan, het schoolreglement, de samenwerking met CLB, grote infrastructuurwerken, het veiligheidsbeleid op school en de criteria voor het beheer van de het lestijdenpakket en de uren-leraar.

Tenslotte moet de instemming van de schoolraad gevraagd worden als het gaat over beslissingen met een impact op de financiële bijdrage van de ouders aan de school of over activiteiten die buiten de school plaatsvinden.

Stel nu, de schoolraad geeft een advies en dit wordt niet opgevolgd door de directeur of het schoolbestuur; dan moet deze directeur zich verantwoorden bij de schoolraad. Stel, de schoolraad pleegt overleg over een zaak waarover hij bevoegd is overleg te plegen en men geraakt het onderling niet eens; in dat geval moet er aan de schoolraad verantwoord worden waarom bepaalde tegenargumenten niet worden gevolgd. Stel tenslotte dat de schoolraad niet akkoord gaat met een voorstel van beslissing van een directeur, dan kan deze directeur nog twee andere voorstellen doen. Als er dan nog geen instemming is van de schoolraad neemt de directeur de eindbeslissing.

Naast de schoolraad zijn er nog de 'gespecialiseerde' raden op school namelijk: de pedagogische raad, de ouderraad en de leerlingenraad. De pedagogische raad mag altijd opgericht worden maar moet opgericht worden als 10% van de leerkrachten hierom vraagt. Ook de ouderraad dient opgericht te worden als 10% van de ouders dit wil. In de basisschool moet een leerlingenraad worden ingericht als 10% van de leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar hierom vraagt. Iedere secundaire school moet sowieso een leerlingenraad inrichten (vroeger was dit enkel indien één derde van de leerlingen hierom vroeg).

Op Vlaams niveau: het expertisecentrum, de VLOR en de ouderkoepelverenigingen

Het expertisecentrum is een VZW die zich buiten de scholen bevindt en bedoeld is om ouders, leerlingen en leerkrachten te vormen en te ondersteunen bij de uitbouw van participatie op hun school. Het vroegere steunpunt leerlingenparticipatie zal hier deel van uitmaken. Het centrum beoordeelt ook vormingsinitiatieven op gebied van participatie die kosteloos aan scholen en raden worden aangeboden en geeft ze een kwaliteitslabel.

De Vlaamse onderwijsraad (VLOR) bestaat al langer en heeft als opdracht advies te geven aan regering en parlement, evenals het organiseren van overleg tussen de verschillende onderwijspartners. Zij doet dit vanuit een onderwijskundige, pedagogische en maatschappelijke invalshoek. Naast de algemene raad binnen de VLOR zijn er nog vier deelraden (basisonderwijs, secundair onderwijs, hoger onderwijs en levenslang en levensbreed leren).

In de VLOR zetelden al afgevaardigden van inrichtende machten, personeel, ouders, CLB's en van de socio- economische en socio-culturele organisaties. Met dit decreet zullen nu ook de schooldirecteurs, de leerlingen van het secundair onderwijs en de studenten een plaats krijgen binnen deze Vlaamse onderwijsraad. De directeurs zullen rechtstreeks verkozen worden. Nieuw is ook dat naast de vertegenwoordigers van de vakbonden, er nog twee andere vertegenwoordigers van het personeel door de raad gecoöpteerd worden.

Ten slotte wordt de subsidiëring van
ouderkoepelverenigingen door dit decreet vergemakkelijkt. Indien aan een aantal voorwaarden is voldaan krijgen zij een subsidie-enveloppe om hun werking, hun activiteiten en hun personeel mee te bekostigen.

Het goedgekeurde voorontwerp van decreet zal voor advies worden voorgelegd aan de Vlaamse Onderwijsraad en de SERV.

persinfo : Jo De Ro, woordvoerder van minister Vanderpoorten - tel. 02 553 99 29 e-mail: persdienst.vanderpoorten@vlaanderen.be
---