Openbaar Ministerie

Jaarverslag Opsporingsberichtgeving 2002

---

20e jaargang

Inhoudsopgave:


1. Inleiding


Operationeel deel:


2. Jaarcijfers. 20e jaargang: september 2001 tot en met augustus 2002

Beleidsdeel:


3. Opsporingsberichtgeving en voorlichting

4. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van regionale opsporingsprogramma's
5. Twintigjarig jubileum Opsporing Verzocht

6. Brainstormsessie met de AVRO

7. Onderhandelingen met andere zendgemachtigden
8. Samenwerking met geschreven media

9. Internet en Omtranet

10. Andere ontwikkelingen

11. Tenslotte


1. Inleiding


Hieronder volgt het Jaarverslag van de Landelijke Selectiecommissie Opsporingsberichtgeving over het jaar 2002. Het jaar 2002 is een jaar geweest dat in het teken heeft gestaan van diverse nieuwe ontwikkelingen op het terrein van opsporingsberichtgeving: Frits Sissing werd de opvolger van Nelleke van der Krogt bij AVRO's Opsporing Verzocht. Het programma vierde in november haar 20-jarig jubileum. De politieproducers van de KLPD kregen versterking. Daarnaast zijn door het Dagelijks Bestuur de mogelijkheden voor uitbreiding van Opsporingsberichtgeving onderzocht, hetgeen tot concrete acties heeft geleid. Te denken valt hierbij aan Internet, de geschreven media en het wegzetten van korte opsporingsberichten. Het is ook het laatste jaar dat het Ministerie van Justitie binnen het Dagelijks Bestuur en binnen de Landelijke Selectiecommissie vertegenwoordigd zal zijn. Peter Laman vond het lid-zijn niet langer te combineren met zijn drukke departementale werkzaamheden.

In het halfjaarverslag werd een aanvang gemaakt om het beleids- en het operationele deel in één verslag samen te voegen. Dit zal in het jaarverslag worden voortgezet echter met dien verstande dat de tijdspanne van het operationele en het beleidsdeel divergeren: de periode van het operationele deel is afgestemd op de uitzendschema's van AVRO's Opsporing Verzocht terwijl het beleidsdeel het jaar van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2002 zal bestrijken.

Om die reden zal het jaarverslag dan ook uit twee delen bestaan:


1. het operationeel deel met daarin de resultaten van Opsporing Verzocht;
2. het beleidsdeel met daarin de ontwikkelingen die gaande zijn op het gebied van opsporingsberichtgeving in het algemeen.

Operationeel deel:

Zoals reeds in de Inleiding is vermeld, wordt het jaarverslag opgedeeld in een operationeel deel en een beleidsdeel. Het operationele deel zal in het jaarverslag, in tegenstelling tot het halfjaarverslag, noch bij de special police items (SPI's) noch bij de Internet -site van de AVRO stilstaan. Dit heeft te maken met het feit dat dit al uitgebreid aan de orde is geweest in het halfjaarverslag. Daarnaast loopt de periode van de jaarcijfers, conform de uitzendperiode van het programma, van september 2001 tot en met augustus 2002. In september begint dan vervolgens het nieuwe uitzendseizoen.


2. Jaarcijfers. 20e jaargang: september 2001 tot en met augustus 2002

In de periode september 2001 tot en met augustus 2002 werden in Opsporing Verzocht in totaal 242 zaken de medewerking van het publiek gevraagd.

Totaal uitzendingen 88 uitzendingen (Blok I 48 en blok II 40 uitzendingen)

Opsporingszaken: 20e jaargang 
Totaal gepresenteerd 242 Totaal gepresenteerd Blok I Blok II Totaal Gepresenteerde zaken 138 104 242 Zaken opgelost door of mede door OV 45 25 70 Oplossingspercentage Sept. 01 t/m febr.02 34,6% 26,9% 31,2% Oplossingspercentage maart t/m aug. 02 29,2% 20,5% 26% Oplossingspercentage totaal 28,9 Opgelost niet door OV 24

Kijkcijfers 20e jaargang
Uitzendingen Aantallen Marktaandeel
Blok I 667.500 14,3%
Sept. 2001 t/m febr. 2002
Blok I 550.010 13,2%
Maart t/m augustus 2002
Gemiddeld 608.755 13,8%
Blok II 1.187.041 21,4%
Sept. 2001 t/m febr. 2002
Blok II 992.111 16,8%
Maart t/m augustus 2002

1.089.567 19,1%


Herhalingen Aantallen Marktaandeel
Blok I 119.208 14,8%
Sept.2001 t/m Febr. 2002
Blok I 95.429 12,2%
Maart t/m augustus 2002
Gemiddeld 107.319 13,5%
Blok II 131.217 14,9%
Sept. 2001 t/m Febr. 2002
Blok II 113.737 13,1%
Maart t/m augustus 2002
Gemiddeld 122.477 14%

Cijfers 19e jaargang.
Totaal gepresenteerd 261
Opgelost door of mede door OV 74
Oplossingspercentage 28,3
Opgelost niet door OV 23
Gem. kijkers Blok I 603.150
Gem. kijkers Blok II 1.203.191
Gem. kijkers herhaling I 93.208
Gem. kijkers herhaling II 112.369
Gemiddeld marktaandeel Blok I. 13,9%
Gemiddeld marktaandeel Blok II. 21,8
Gemiddeld marktaandeel herhaling I 14,1
Gemiddeld marktaandeel herhaling II 14,6

Politie-berichten

Deze verslagperiode zijn 11 zogenaamde korte opsporingsberichten na de journaals op Ned.1, 2 en 3 uitgezonden 2 berichten hadden een gunstig resultaat.

Datum Onderwerp Door of mede door politiebericht
3 oktober 2001 Vermissing 16 meisje, Breda Nee 13 december Ontsnapping E. Quakkelstein Nee 2001
14 december Identiteitsvraag Haarlem Nee 2001
19 februari Vermissing 7-jarige jongen Ja 2001

2 april 2002 Identiteitsvraag Deurne Nee 16 mei 2002 Vermissing meisje Rotterdam Nee 17 mei 2002 Vermissing 21-jariger man Nee
4 juni 2002 Identiteitsvraag Heukelum Ja 30 juni 2002 Vermissing 2 kinderen Nee 13 augustus Vermissing 34-jarige man Nee 2002 Eindhoven
16 augustus Ontsnapping H.J. van der Nee 2002 Velden

Beleidsdeel:

Zoals ook al in de Inleiding stond wordt in de hoofdstukken drie tot en met tien aandacht besteed aan het beleidsdeel van opsporingsberichtgeving. Het gaat hierbij om nieuwe ontwikkelingen die zijn ingezet en onderwerpen die op het gebied van opsporingsberichtgeving een rol spelen.

Dit deel is niet aan het uitzendseizoen opgehangen maar loopt van 1 januari 2002 tot en met december 2002. Hiervoor is gekozen omdat de ontwikkelingen op beleidsgebied nu maar niet opgehangen kunnen worden aan de uitzen-dingen van Opsporing Verzocht.


3. Opsporingsberichtgeving versus voorlichting
Tijdens een van de LSO-vergadering kwam naar voren dat de scheiding tussen opsporingsbe-richtgeving en voorlichting niet een geheel duidelijke is. Dit werd nog eens versterkt door de inwerkingtreding van de Aanwijzing Voorlichting in opsporing en vervolging. Ondanks de notitie die door het beleidsecretariaat is geschreven, blijkt het in de praktijk toch nog vaak moeilijk. Om die reden volgt hieronder de samenvatting van de notitie als reminder. Hier komt ook het gebruik van beeldmateriaal dat reeds is uitgezonden aan de orde.

Opsporingsberichtgeving is een van de opsporingsmiddelen die het Openbaar Ministerie en de politie ter beschikking staan. De inzet vindt plaats onder verantwoordelijkheid en regie van het OM. De wijze van en de zaken waarbij OBG toegepast kan worden zijn opgenomen in de Aanwijzing Opsporings-berichtgeving. Op het publiek maken van informatie is andere regelgeving van toepassing zoals de Wet Bescherming Persoonsgegevens, de Wet Politieregistratie en de Aanwijzing Voorlichting Opsporing en Vervolging. Om opsporingsberichtgeving in te mogen zetten dient men het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel toe te passen. Dit met uitzondering van zaken waarbij het vermoeden van een ernstig misdrijf ontbreekt.

Opsporingsberichgeving is van toepassing op de in de Aanwijzing genoemde zaken die onder verantwoordelijkheid van het OM vallen. In de genoemde gevallen kan ook gebruik gemaakt worden van een opsporingsbericht. Het gaat dan echter niet om een strafrechtelijk onderzoek maar om personen of gevaarlijke stoffen te traceren. Dergelijke zaken vallen niet onder de verantwoordelijkheid van het OM. Met name de zaken waarbij vermiste personen en kinderen in het geding zijn leveren in de praktijk problemen op.

Het OM werkt niet met iedere zendgemachtigde samen. Slechts wanneer deze een contract waarin de voorwaarden zijn opgenomen is getekend, kan samenwerking plaatsvinden. Dit kan een structureel of ad-hoc overeenkomst zijn en zowel regionaal als landelijk. De voorwaarden waaraan de contracten moeten voldoen zijn bindend omschreven. Daarnaast is het in een aantal gevallen nodig dat een toestemmingsverklaring moet worden getekend alvorens iets kan worden uitgezonden.

In het geval van beeldmateriaal dat reeds is uitgezonden en door andere partijen wordt opgevraagd hanteert het OM het standpunt dat opnieuw aan de voorwaarden van de Aanwijzing voldaan moet zijn. Probleem is dat het in dergelijke gevallen om open bronnen gaat, die voor eenieder beschikbaar zijn. Wordt ondanks het veto, toch gebruik gemaakt van de beelden dan is het OM niet verantwoordelijk. De eigenaar van de beelden zal dan op grond van de Auteurswet actie kunnen ondernemen.

Schematisch overzicht:
Opsporings-berichtgeving Voorlichting Gebruik beeldmateriaal Regelgeving Aanwijzing OBG; WBP, WBP, WPR, Aanwijzing Aanwijzing OBG; WPR, Aanwijzing Voorlichting Opsporing Auteursrechtelijke Voorlichting Opsporing en Vervolging bepalingen. en Vervolging
Verantwoordelijk Het OM is Persofficier via Het OM is verantwoorde-lijk in de hoofd-officier, PG en verantwoor-delijk in artikel 2.1 het College van PG's Op indien toestem-ming Aanwijzing genoemde grond van artikel 148 gegeven anders gevallen; Buiten leden 1 en 2 WvSv OM ook NIET; Degenen die verantwoordelijk-heid verantwoordelijk voor tegen de wens OM in van het OM vallen de informatieverstrek-king het beeldmateriaal gevallen genoemd in in strafzaken door de ter beschikking artikelen 2.1 sub E en politie heeft gesteld. 2.2 Aanwijzing OBG
Voorwaarden Het afsluiten van een Afweging tussen het Opnieuw voldoen aan contract met publieksbelang de in de Aanwijzing zendge-machtigden waarin (open-baarheid) en het OBG opgenomen de in de Aanwijzing in op-sporingsbelang; voorwaarden voor artikel 3 genoemde Voorlichting schaadt het gebruik van voorwaarden zijn opsporing niet. beeldmateriaal. opgenomen.


4. Nieuwe regionale opsporingsprogramma's

Na de aanwinst in oktober 2001 van het programma "De gouden tip" , een samenwerkingsverband tussen het OM, de politie en Limburg1-TV, zijn er meer initiatieven op dit gebied genomen.

In Leeuwarden zond Omroep Fryslân op 9 oktober het eerste maandelijkse programma "Pliesje Pos" uit. In de eerste half uur durende uitzending werd aandacht gevraagd voor het waterlijk in Burgum, een gewapende overval op een slijterij en een doorrijding na dodelijk ongeval. De oproepen werden dezelfde avond nog vijf maal en de volgende ochtend nog tweemaal herhaald. De uitzending is geheel in het Fries. Na een jaar zal evaluatie plaatsvinden, waarbij het effect voor opsporing van zware zaken de belangrijkste factor is.

Regio's waar de opzet van een regionaal opsporingsprogramma in de pen zit zijn:


* Maastricht: Het parket is samen met de politie Limburg-Zuid in overleg over de opzet van een eigen programma. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid ook samen met Limburg1-TV opgezet worden.
* Utrecht: Op 7 oktober van dit jaar heeft een eerst verkennend gesprek plaatsgevonden met Hay Clabbers, de politieproducer van "De gouden tip", om te horen hoe Limburg-Noord het programma heeft opgezet.
* Den Bosch en Breda: in januari 2003 zal worden gestart met "Bureau Brabant" bij Omroep Brabant, dat wekelijks zal worden uitgezonden. Het gaat hier om een groot samenwerkings-verband tussen drie politieregio's, twee parketten en Omroep Brabant.

Wanneer we dit bekijken kan geconcludeerd worden dat de regionale opsporing steeds meer een concrete vorm aan gaat nemen. Een heuglijk feit hierbij is dat men onderling ervaringen bij de opstart van een programma uitwisselt en zo dus van elkaar kan leren.


5. Jubileum Opsporing Verzocht


Op 11 november werd bij de AVRO een feestje gegeven: het kijkcijferkanon "Opsporing Verzocht" bestond toen 20 jaar. Na een moeizame start waarbij uit diverse hoeken, waaronder de Coornhertliga, bezwaren werden geuit, mag het programma zich nu wekelijks op een slordige twee miljoen kijkers verheugen.

Wel aardig is om hier een historisch overzicht te geven over het ontstaan van het programma. Minister van Justitie Polak was in 1969 de eerste bewindsman die wel wat voelde voor een opsporingsprogramma op t.v.. Dit werd onder meer ingegeven door het redelijk succesvolle opsporingsprogramma van onze Oosterburen "Aktenzeichen X-Y ungelöst". Het idee werd echter niet gehonoreerd.

Toch liet men het idee van een opsporingsprogramma op t.v. niet varen en in de zeventiger jaren werden enkele proefuitzendingen uitgezonden. Hierna bleef het echter nog tot 1982 stil: november 1982 ging de allereerste uitzending van "Opsporing Verzocht" de lucht in. De deeltijdpresentatoren waren toen Jaap van Meekren en Will Simon. De uitzendingen werden gekenmerkt door proces-verbaal-taal en houterigheid van de participanten. Reconstructies werden met behulp van paspoppen en papieren slachtoffers gedaan. Catherine Keyl, een van de presentatrices van het programma, meldde tevens dat in vergelijk met het huidige Opsporing Verzocht bijna niets geoorloofd was.
Desalniettemin werd het programma een groot succes. Men ging van één maandelijkse naar twee uitzendingen per week op de maandagavond en met haar twintigjarige staat van dienst kan gezegd worden dat het hier om een succesvolle en werkzame formule gaat: uitzonderlijk in televisieland!

De jubileumuitzending heeft aandacht besteed aan Opsporing toen en nu, gememoreerd door de oud-presentatoren Will Simon, Catherine Keyl, Jan Scholtens en Nelleke van de Krogt. Zowel criminele hoogte- als laagtepunten passeerden de revue. Onze voorzitter, Rieke Samson-Geerlings, beantwoord-de enkele door Frits Sissing gestelde vragen o.a. over de toekomst van opsporingsberichtgeving. Zij sprak tevens haar tevredenheid uit over het programma en de samenwerking in deze. Op naar de volgende 20 jaar!


6. Brainstormsessie met de AVRO


Uit het Kijk-en Luisteronderzoek van de NOS, dat jaarlijks wordt gehouden, komt telkens weer naar voren dat het programma Opsporing Verzocht voornamelijk door 55-plussers, laaggeschoolden en huisvrouwen wordt bekeken. Dit is niet de doelgroep die de meeste tips genereert om de misdrijven op te kunnen lossen, Om die reden heeft het Dagelijks Bestuur besloten om naast het RVD-onderzoek ook met de AVRO rond de tafel te gaan zitten om te bezien hoe een en ander geoptimaliseerd, gemoderniseerd en verbeterd kan worden.

Een aantal punten die uit de brainstormsessie naar voren zijn gekomen, zijn onder meer:


* bekijken van de mogelijkheid om met vaste politiewoordvoerders te werken;

* bekijken of het allemaal wat minder arbeidsintensief kan voor de korpsen en politieproducers;

* bekijken of er meer emotie in kan, in de zin van meer slachtofferverhalen;

* bekijken of meer actie op de studiovloer tot de mogelijkheden behoort;
* bekijken of er meer op lokatie kan;

* bekijken of er minder in "proces-verbaal-taal" kan worden gesproken.
Vervolgens zijn uit deze brainstormsessie ten aanzien van deze punten een aantal acties geformuleerd, die begin volgend jaar zullen worden opgepakt. In het volgend halfjaarverslag zal hierover meer te melden zijn.


7. Onderhandelingen met SBS 6


In het vorig halfjaarverslag is melding gedaan van de acties die zijn genomen of zouden worden genomen ten aanzien van de uitbreiding van Opsporingsberichtgeving. Een van de te nemen acties was het aangaan van een gesprek met SBS over de korte opsporingsberichten.

Dit gesprek heeft recentelijk plaatsgevonden en het enthousiasme bij SBS is groot. Allereerst om de korte opsporingsberichten weg te zetten en ten tweede staat men niet afwijzend tegenover een opsporingsprogramma op deze zender. Voordeel is dat SBS samen met Net 5 en V8 één geheel vormt waardoor een grote doelgroep wordt bestreken.
Besloten is om te beginnen met de korte opsporingsberichten. De voorzitter van het DB heeft hierover met de voorzitter van het College, de heer de Wijkerslooth, gesproken en die heeft accoord gegeven om met SBS, ten aanzien van de korte opsporingsberichten, in zee te gaan.

De bedoeling is dat SBS een zogenaamde dummie maakt op basis van een aantal oude korte opsporingsberichten, die vervolgens aan ons ter beoordeling worden aangeboden. De korte opsporingsberichten zullen naar alle waarschijnlijkheid voor het programma "Hart van Nederland" worden uitgezonden. Verdere onderhandelingen zullen in januari plaatsvinden en zullen binnen de reguliere LSO-vergaderingen worden besproken.


8. Uitbreiding van opsporingsberichtgeving naar de geschreven media

Tevens is in het vorig halfjaarverslag, eveneens als actiepunt voor de uitbreiding van opsporingsberichtgeving, melding gedaan van de onderhandelingen die met de geschreven media, in casu SP!TS en METRO liepen. Door het Dagelijks Bestuur is besloten is om met de SP!TS verder te gaan. Deze beslissing was gebaseerd op oplagecijfers, toekomstige ontwikkelingen zoals I-mode en het behoren tot een groter geheel "de Telegraaf-groep" hetgeen continuïteit waarborgt.

De bedoeling is dat elke maandagochtend een rubriek op de derde pagina van de SP!TS wordt geplaatst met daarin een zaak die 's avonds ook in Opsporing Verzocht wordt getoond. Om die reden is er ook inspraak van de AVRO bij de rubriek geweest en zoals het er nu voorstaat zal medio januari 2003 de eerste rubriek opsporingsberichtgeving in de SP!TS worden gepubliceerd. Voor de publicatie zal nauw worden samengewerkt met de KLPD en de AVRO. Om die reden loopt een redacteur van de SP!TS stage bij de dNRI van de KLPD om zo goed aan te leren voelen wat wel en niet kan in het kader van opsporingsberichtgeving omdat het hierbij nu maar niet gaat om vrije nieuwsgaring maar om de inzet van een opsporingsmiddel. Een voor de geschreven media aangepast contract ligt op dit moment bij de Landsadvocaat. Kortom alles wat nodig is om tot samenwerking over te kunnen gaan is van onze zijde geregeld. Ook over ontwikkelingen op dit gebied zult u op de hoogte worden gehouden.


9. Internet en Omtranet en opsporingsberichtgeving

Internet

In 2001 is door de werkgroep Internet besloten om aan te sluiten bij het nieuw te bouwen politie.nl. Na wat te nemen hobbels is het dan eindelijk zover dat politie.nl gereed is en eind maart 2003 niet alleen technisch maar ook functioneel operationeel kan worden. De reden dat dit toch nog tot eind maart zal duren, heeft met het feit te maken dat de pagina's gevuld zullen moeten gaan worden. Om dit proces te begeleiden, heeft het NPI een Internetredacteur aangesteld.

Zoals al eerder is vermeld, is aan Opsporingsberichtgeving veel aandacht besteed. Recentelijk heeft het Nederlands Politie Instituut en de Coöperatie Informatiemanage-ment Politie een werkconferentie gehouden waarin de stand van zaken werd gepresenteerd. Kort weergegeven komt het erop neer dat men de eerste helft van 2002 heeft gebruikt voor onderzoek en halverwege 2002 is begonnen met de daadwerkelijke realisatie van de politiesite. Dit laatste was niet eenvoudig omdat korpsen hun eigen eisen stellen maar ook omdat de beveiliging een hekel punt is. In het geval van opsporingsbericht-geving is het bijvoorbeeld het e-mail vraagstuk een relevante, met name de beveiliging ervan evenals de daaruit vloeiende afhandelingsprocessen.

Gelijk met het realisatieproces is het implementatieproces begonnen waartoe de korpsen in juni een startdocument hebben ontvangen waarin de te nemen stappen zijn opgenomen. Als alles volgens planning verloopt, is de nieuwe politie.nl in december 2002 technisch operationeel. Dit betekent dat alle modellen die op basis van het vastgestelde gebouwd moeten zijn, ook klaar moeten zijn. Januari en februari zijn de maanden waarin de nieuwe site met inhoud gevuld gaat worden, hetgeen voor de regionale en landelijke redacties een extra tijdsinvestering inhoudt.

Voor wat betreft opsporingsberichtgeving betekent dat ieder korps zal moeten bekijken welke zaak in aanmerking komt voor opsporingsberichtgeving en of dit een zaak is die op de internetsite geplaatst kan worden. Dit zal zowel regionaal als landelijk tot de verantwoordelijkheid van het korps gaan behoren. Wanneer de opsporingsberichtgevingspagina gevuld is wil dit echter geenszins zeggen dat de site zich dan niet verder meer zal ontwikkelen. Het actualiseren, bijhouden en optimaliseren van de site is bijzonder relevant!

Voor opsporingsberichtgeving zal over een aantal zaken nog nagedacht moeten worden. Dit zijn onder andere:


* de beveiliging van e-mail: in hoeverre zijn wij bereid een bepaald risico te nemen nu bekend is dat een 100% beveiliging niet tot de mogelijkheden behoort?

* het bijhouden van de site: in hoeverre stellen wij hiervoor mensen beschikbaar?

* het vullen van de site: wie gaat/ gaan dit doen?
* de werkprocessen op het gebied van opsporingsberichtgeving: wie zet het bericht erop en hoe wordt gecontroleerd of het opsporingsberichtgevingwaardig is?

Voor wat betreft het laatste en op één na laatste gestelde, is in de laatste DB-vergadering besloten dat de dienst Nationale Recherche Informatie van de KLPD de controle op de geplaatste berichten zal uitoefenen maar dat de plaatsing de verantwoordelijkheid van het korps is. Kortom men zal zich moeten realiseren dat Internet, doordat het een wereldwijd medium is, belangrijke kansen heeft maar ook een grote valkuil kan zijn indien niet goed toegepast.

Omtranet

Omtranet is het zogenaamde internet van het Openbaar Ministerie. Omdat het de bedoeling is opsporingsberichtgeving zoveel mogelijk extern maar zeker ook intern onder de aandacht te brengen is besloten om op het Omtranet een aparte rubriek "Opsporingsberichtgeving"@ op te nemen. Belangrijke ontwikkelingen, wetenswaardigheden en dergelijke zullen maandelijks op het Omtranet worden gebracht.


10. Andere ontwikkelingen


Internationalisering

In het vorig verslag is gemeld dat ook op internationaal gebied stappen zullen moeten worden ondernomen gezien de grensoverschrijdendheid van OBG. Dit is op een lager pitje gezet omdat de vele, nieuwe ontwikkelingen op opsporingsgebied zoveel inspanning vergen. Uit het oog is zeker niet uit het hart want een trainée van de KLPD heeft zich ontfermd over het schrijven van een plan van aanpak in het kader van internationale opsporingsberichtgeving,

Begroting

Ook dit jaar zal door het Dagelijks Bestuur weer een begroting worden ingediend. Deze zal naar alle waarschijnlijkheid hetzelfde bedragen als de vorige begroting minus de landelijk voorgeschreven bezuiniging van 3%.

Het feit dat het Ministerie van Justitie niet langer meer participeert in opsporingsberichtgeving, zal voor wat betreft de 0800-nummers pas volgend jaar gaan gelden aangezien we een jaar respijt hebben gekregen.

Tipgeversonderzoek

Vanuit de KLPD is een tipgeversonderzoek geïnitieerd. Bedoeling ervan is om inzicht te krijgen in degenen die de tips genereren. Bedoeling is dat begin volgend jaar de eerste resultaten hierover zullen worden gepresenteerd.

Public Relations

Hoewel het DB en de LSO OBG aardig aan de weg timmeren wat betreft externe PR, zoals het aantrekken van nieuwe middelen en partners is het van uitermate belang dat ook de interne PR in het oog wordt gehouden. Het feit dat opsporingsberichtgeving niet langer een laatste redmiddel is, wil niet zeggen dat het in de praktijk ook zo werkt. De voordelen van een zo vroeg mogelijke inzet van dit opsporingsmiddel dient zowel bij het Openbaar Ministerie als bij de politie continu onder de aandacht gebracht te worden. Wat leveren al die extra inzet mogelijkheden immers op wanneer deze niet bekend zijn of om een te laat tijdstip worden geoperationaliseerd?


11. Tenslotte


In dit jaaroverzicht is een overzicht gegeven van zaken waarmee het DB en de LSO OBG zich bezighouden, welk wensenpakket er nog is om OBG nog beter tot zijn recht te laten komen en zijn de resultaten van OBG via het AVRO programma Opsporing Verzocht weergegeven.
Er zijn goede resultaten geboekt maar het kan altijd beter en net zo als OV het publiek nodig heeft om misdrijven op te kunnen lossen, heeft het DB de LSO-leden nodig om OBG nog meer rendement te laten behalen. Een noodzakelijkheid die zich nog meer zal laten voelen nu de middelen om het opsporingsmiddel in te zetten worden uitgebreid. Een voordeel hiervan is dat steeds meer doelgroepgericht gewerkt zal kunnen gaan worden en per zaak bekeken kan worden welke wijze van inzet tot het beste resultaat zal leiden. Dit zal vaak niet OF - OF zijn maar eerder EN - EN - EN, een zogenaamde multimediale aanpak van opsporingsberichtgeving.

Dit in ogenschouw nemende kunnen wij slechts concluderen dat wij zowel als DB als LSO OBG op de goede weg zijn.

Rest ons om alle LSO-leden namens het Dagelijks Bestuur een gezond en gelukkig 2003 te wensen. En dat het een jaar moge worden waarin misdrijven onder andere met behulp van het opsporingsmiddel opsporingsberichtgeving, en dus met behulp van de LSO-leden, zoveel mogelijk kunnen worden opgelost.

Sylvia Harten
Coby van der Hoek