European Commission

IP/02/1884

Brussel, 16 december 2002

Commissie kent het industriebeleid een centrale plaats toe

In een mededeling die zojuist door de Europese Commissie werd aangenomen, worden de uitdagingen uiteengezet waaraan het Europese industriebeleid nu moet beantwoorden, wil het tegemoetkomen aan de toenemende verwachtingen van de Europese burgers op het gebied van het milieu, de werkgelegenheid, de sociale voorwaarden en de volksgezondheid. De Commissie hoopt dat deze mededeling over het industriebeleid na de uitbreiding een pan-Europees debat op gang zal brengen over de beste manieren om de veerkracht, het dynamisme en het internationale concurrentievermogen van de industrie te verbeteren en een vanuit economisch, sociaal en milieuoogpunt evenwichtige groei tot stand te brengen. Zij nodigt alle belanghebbenden uit een bijdrage tot het debat te leveren. Romano Prodi, voorzitter van de Europese Commissie, zei hierover het volgende: "Uit deze mededeling blijkt dat wij vastberaden zijn om de industrie en haar concurrentievermogen een centrale plaats in het beleid van de Commissie toe te kennen. Alleen concurrentiekrachtige bedrijven kunnen de banen en welvaart scheppen die nodig zijn om de strategische doelstellingen van Lissabon en Göteborg te verwezenlijken". Erkki Liikanen, in de Europese Commissie belast met het ondernemingenbeleid, voegde hieraan het volgende toe: "In de mededeling wordt onderstreept dat wij erop moeten letten altijd het juiste evenwicht te vinden tussen de drie dimensies van de duurzame ontwikkeling, namelijk de sociale, milieu- en economische dimensie. Als de economische dimensie achterblijft, zullen onze ambitieuze doelstellingen op het gebied van de duurzame ontwikkeling onhaalbaar blijken. Alleen een concurrerentiekrachtige Europese industrie kan de financiële middelen genereren die voor een verwezenlijking van de andere doelstellingen noodzakelijk zijn."

Tijdens de Europese Raad van Lissabon van maart 2000 bevestigden de EU-leiders dat Europa tegen 2010 concurrentiekrachtiger moet zijn. Beleidsmaatregelen om het ondernemingsklimaat te verbeteren zijn sindsdien uitgetest en regelmatig bijgesteld. In de gehele EU zijn hiermee al veelbelovende resultaten bereikt. Maar ondanks deze vooruitgang moet de EU zich meer inspanning getroosten om haar productiviteitsgroei te vergroten en haar concurrentiepositie te versterken, omdat zij anders in de huidige ongunstige economische omstandigheden terrein zal moeten prijsgeven aan haar voornaamste concurrenten. Door de kansen van de uitbreiding te benutten, kunnen wij ertoe bijdragen die doelen te bereiken.

De mededeling gaat in op de sterke en zwakke plekken van de EU-industrie, op haar structuur na de uitbreiding en de uitdagingen voor de komende jaren. Vervolgens wordt aangegeven hoe het EU-industriebeleid zich verder kan ontwikkelen. In de mededeling wordt aangetoond dat beleidsmaatregelen op economisch, sociaal en milieugebied op evenwichtige wijze moeten worden uitgevoerd om een duurzame ontwikkeling te waarborgen.

De verbetering van de kadervoorwaarden voor ondernemingen en de bevordering van aanpassingen zullen een centraal onderdeel van het industriebeleid van de EU blijven. De Commissie onderzoekt evenwel hoe de maatregelen van het industriebeleid efficiënter en effectiever kunnen worden gemaakt. In dit verband wordt gekeken naar de proactieve ondersteuning van de verspreiding van innovatie en ondernemerschap (die beide van groot belang voor het concurrentievermogen van de industrie zijn), een systematische controle van alle regels waarmee bedrijven te maken krijgen op hun ondernemingsvriendelijkheid, maatregelen met het oog op de goede werking van internemarktregels, een betere combinatie van de verschillende EU-beleidsmaatregelen ter bevordering van het concurrentievermogen van de industrie en maatregelen die ervoor zorgen dat er bij het algemeen industriebeleid meer aandacht is voor de specifieke behoeften van de afzonderlijke sectoren. De mededeling geeft aan hoe evenwichtige, geïntegreerde en duurzame oplossingen kunnen worden bereikt.

Voor de follow-up van deze mededeling is het volgende gepland:
* Ten eerste nodigt de Commissie de andere EU-instellingen en de belanghebbenden uit om de in de mededeling uiteengezette strategie te bespreken en daarop te reageren, teneinde de EU te helpen om bij het industriebeleid het juiste evenwicht te vinden.
* Ten tweede zal de Commissie evalueren hoe doeltreffend haar voornaamste beleidsterreinen tot het concurrentievermogen van de industrie bijdragen.

* Ten derde nodigt de Commissie de lidstaten uit de maatregelen die onder hun bevoegdheid vallen, wat de meeste zijn, in het licht van de mededeling te onderzoeken. De open coördinatiemethode, die door de Europese Raad van Lissabon werd vastgesteld, is een beproefd instrument om de doeltreffendheid van het nationaal beleid te bespreken, ontwikkelen en verbeteren.

De Commissie nodigt de belanghebbenden uit om tot dit proces bij te dragen. Zij wil uiterlijk eind 2003 over de bereikte resultaten verslag uitbrengen.

De volledige tekst van de mededeling is te vinden op:

http://europa.eu.int/comm/enterprise/enterprise_policy/industry/index. htm

Het industriebeleid na de uitbreiding - conferentie op 21 januari 2003

Nadat de mededeling is goedgekeurd, zal de conferentie het startsein geven tot een breed openbaar debat over de uitdagingen waarvoor het industriebeleid zich de komende jaren gesteld zal zien. De voorzitter van de Europese Commissie, Romano Prodi, zal de discussie openen waarna twee paneldiscussies zullen plaatshebben waaraan wordt deelgenomen door prominente vertegenwoordigers uit de industrie, belangrijke instellingen uit de lidstaten en het Commissielid voor ondernemingenbeleid, Erkki Liikanen.

Nadere details zijn beschikbaar op het volgende adres:

http://europa.eu.int/comm/enterprise/enterprise_policy/industry/confer ence/index.htm