Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

17 december 2002

Behandeld

Cas van der Horst

Kenmerk

594/02

Telefoon

070-3484293

Blad


1/4


Fax

070-3486381

Bijlage(n)


1


E-Mail

cas-vander.horst@minbuza.nl

Betreft

Uw verzoek om een schriftelijke reactie over het tijdpad van de voorbereidingen van de voorjaarsvergadering van de Europese Raad van maart 2003

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op uw verzoek van 4 december 2002 met kenmerk 65-EU-2002 om een schriftelijke reactie over het tijdpad van de voorbereidingen van de voorjaarsvergadering van de Europese Raad van maart 2003.

De hoofddoelstelling van de Lissabonstrategie is in 2010 'de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang.' In het voorjaar van ieder jaar bespreekt de Europese Raad de stand van de zaken van de Lissabonstrategie en stuurt hij haar bij. Ter ondersteuning van deze voorjaarsvergaderingen van de Europese Raad, stelt de Commissie jaarlijks een 'syntheserapport' op. Hierin meet zij de voortgang in de verwezenlijking van de Lissabonstrategie aan de hand van structurele indicatoren en doet zij aanbevelingen ter verbetering.

Tijdens de afgelopen voorjaarsvergaderingen heeft de Europese Raad zich in zijn discussie geconcentreerd op enkele actuele thema's binnen de Lissabonstrategie. Het voorzitterschap heeft een doorslaggevende rol bij de vaststelling welke thema's dat zijn. In het algemeen gebeurt dit in goed overleg met de Commissie. De lidstaten proberen de agenda te beïnvloeden door zelf onderwerpen naar voren te schuiven in nationale standpunten, contacten met het voorzitterschap, non-papers, gezamenlijke notities met andere lidstaten, en dergelijke. Ook de raadsformaties doen dit met eigen bijdragen aan de Europese Raad, waarvan het key issues paper van de Ecofinraad het meest prominent is.

Het zwaartepunt van de voorbereidingen van de Europese Voorjaarsraad ligt in de maanden januari, februari en maart. De voorbereidingen vinden onder meer plaats door de betrokken vakraden, de RAZEB en de traditionele tour des capitales van het voorzitterschap. Enkele concrete momenten zijn (voor zover nu bekend):
- 1 januari 2003: presentatie van de Griekse voorzitterschapsnotitie waarin het voorzitterschap een indicatie zal geven van de thema's die het tijdens de Europese Raad aan de orde zou willen stellen;
- 14 januari 2003: publicatie van het syntheserapport van de Commissie voor de Europese Voorjaarsraad van maart 2003;
- medio februari: vaststelling van het Nederlandse standpunt voor de Europese Voorjaarsraad van maart 2003;
- 18 en 19 maart 2002: formele vaststelling van de agenda van de Europese Raad door de RAZEB;
- eind maart: Algemeen Overleg tussen de Tweede Kamer en de regering over de Europese Voorjaarsraad;
- 21 maart 2003: Europese Voorjaarsraad in Brussel.
De belangrijkste Nederlandse inbreng in de voorbereidingen is het Nederlandse standpunt voor de Europese Voorjaarsraad van maart 2003. Afronding van dit standpunt is voorzien halverwege februari 2003, waarna de regering het aan de Tweede Kamer zal aanbieden.

Er is nog geen besluit genomen over de inhoud van het Nederlandse standpunt. Wel zijn enkele hoofdlijnen duidelijk. De nadruk zal liggen op de uitvoering van de actiepunten van de Lissabonstrategie. De Raad, de Commissie en de lidstaten moeten de 'opdrachten' van de Europese Raad binnen de gestelde termijnen uitvoeren om de Lissabondoelstelling te kunnen verwezenlijken. Het standpunt zal aandacht geven aan alle drie dimensies van de Lissabonstrategie: de economische, sociale en duurzaamheidsdimensies. Gezien de economische actualiteit, lijkt het wenselijk het standpunt deze keer een wat sterkere focus op economische herstel te geven. De Lissabondoelstelling is echter alleen te verwezenlijken met voortgang op alle terreinen binnen de Lissabonstrategie. Nederland zal in zijn standpunt daarom kiezen voor thema's waarin de drie dimensies samenkomen.

Bij de opstelling van het standpunt zal de regering gebruik maken van een groot aantal bronnen, waaronder:
- het CEC-advies voor de Voorjaarstop 2003: De Lissabon-strategie realiseren;
- inbreng van betrokken departementen;

- de Griekse voorzitterschapsnotitie; en

- het syntheserapport van de Commissie.

Daarnaast zal de regering rekening houden met de inbreng van sociale partners en andere maatschappelijke organisaties.

Het CEC-advies zal als bijlage dienen bij het Nederlandse standpunt. De CEC heeft haar advies op 20 november 2002 vastgesteld. Op 6 december 2002 heeft de Ministerraad kennisgenomen van dit advies.

Het syntheserapport zal op 14 januari 2003 verschijnen. Zoals gebruikelijk zal ik u een exemplaar toesturen. Het syntheserapport krijgt de vorm van een mededeling van de Commissie. Het is wel gebruikelijk dat diverse Raadsformaties discussieren over dit rapport. De Nederlandse inbreng tijdens deze discussies zal worden voorbereid via de gebruikelijke kanalen van de Nederlandse coördinatie van het Europese beleid. De regering zal u hiervan op de hoogte houden met de geannoteerde agenda's en verslagen van de Raadsformaties waar het syntheserapport aan de orde is.

Evenals in voorgaande jaren is de regering van plan samen te werken met andere landen, bijvoorbeeld door de opstelling van gezamenlijke notities over deelonderwerpen van de Lissabonstrategie. Een keuze voor samenwerkingspartners is nog niet gemaakt. Uitgangspunt hierbij is inhoudelijke overeenstemming. Ook de bilaterale notities die uit deze samenwerking voortvloeien, zal ik u aanbieden.

Mede namens de minister van Economische Zaken, heb ik het genoegen u een exemplaar aan te bieden van het CEC-advies voor de Voorjaarstop 2003: De Lissabon-strategie realiseren.

De Staatssecretaris voor Europese Zaken

Atzo Nicolaï