Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Veiligheidsbeleid

Nucleaire Aangelegenheden en Non-proliferatie


Datum

5 april 2003

Behandeld

DVB/NN


Kenmerk

DVB/NN-120/03

Telefoon

070-3485227


Blad

1/5

Fax

070-3485684


Bijlage(n)

1

E-Mail

Dvb-nn@minbuza.nl


Betreft

Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over de ontwikkeling van kernwapens

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over de ontwikkeling van kernwapens. Deze vragen werden ingezonden op 19 maart met kenmerk 2020309030.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over het voorstel van het Amerikaanse ministerie van Defensie inzake de ontwikkeling van kernwapens met een kleine explosieve capaciteit.

Vraag 1
Hoe beoordeelt u het voorstel van het Amerikaanse ministerie van Defensie om een wet uit 1993 te herroepen die onderzoek verbiedt naar ontwikkeling van kernwapens met een kleine explosieve capaciteit? 1)

Vraag 2
Deelt u de mening dat deze beslissing een negatieve ontwikkeling inzet met betrekking tot de terugdringing van massavernietigingswapens in het algemeen en van kernwapens in het bijzonder? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Het Amerikaanse ministerie van Defensie heeft een voorstel gedaan om in de Defense Authorization Bill 2004 een bepaling op te nemen die voorziet in het schrappen van paragraaf 3136 (het zogenaamde Spratt/Fruse amendement) van de National Defense Authorization Act 1994. Deze paragraaf verbiedt het ministerie van Defensie onderzoek naar en ontwikkeling van kernwapens met een explosieve kracht van minder dan 5 kiloton. Het is op dit moment te vroeg om een inschatting te geven van de kansen dat het Amerikaanse Congres zal instemmen met dit voorstel van het ministerie van Defensie. Overigens betekent eventuele aanvaarding van het voorstel van het ministerie van Defensie niet automatisch dat ook meteen onderzoek naar en ontwikkeling van in paragraaf 3136 bedoelde kernwapens is toegestaan. Daarvoor zou additionele besluitvorming en toestemming van het Congres benodigd zijn. Hoewel eventuele intrekking van paragraaf 3136 niet hoeft te resulteren in een lagere drempel voor gebruik van kernwapens, noch in hervatting van explosieve kernproeven, zou intrekking van de bedoelde paragraaf 3136 een stap kunnen zijn in die richting en het signaal afgeven dat de Verenigde Staten voor zichzelf de optie uitdrukkelijk wil openhouden om kernwapens met een relatief kleine explosieve capaciteit te ontwikkelen. Dat zou op gespannen voet staan met Artikel VI van het Non-Proliferatieverdrag (NPV) en de besluiten van de NPV Toetsingsconferentie van 2000. De Nederlandse regering acht vanuit dit perspectief alle activiteiten die zouden kunnen bijdragen tot het verlagen van de drempel voor gebruik van kernwapens, alsmede activiteiten die zouden kunnen bijdragen tot een hervatting van explosieve kernproeven ongewenst.

Vraag 3
Vreest u dat dergelijke wapens de aanzet zijn tot een nieuwe nucleaire wapenwedloop tussen staten die reeds over kernwapens beschikken dan wel een grote nucleaire onderzoekscapaciteit hebben? Zo neen, waarom niet?

Vraag 4
Deelt u de mening dat deze Amerikaanse beslissing verschillende staten in de wereld, die overwegen massavernietigingswapens te verwerven, zou kunnen aansporen ook onderzoek te doen naar de ontwikkeling van kernwapens met een kleine explosieve capaciteit? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Het is in zijn algemeenheid niet met zekerheid aan te geven op welke wijze de eventuele intrekking van paragraaf 3136 zal uitwerken op het streven massavernietigingswapens in het algemeen en kernwapens in het bijzonder terug te dringen, een nucleaire wapenwedloop te voorkomen en proliferatie van massavernietigingswapens in te dammen. Dergelijke ontwikkelingen zijn afhankelijk van vele factoren, maar duidelijk is dat de terugdringing van kernwapens in ieder geval niet wordt bevorderd door het voorstel van het Amerikaanse ministerie van Defensie.

Vraag 5
Wilt u de Kamer aangeven hoe u de Amerikaanse regering uw eventuele afkeuring over deze beslissing zult melden?

Antwoord
De regering heeft reeds in het verleden er bij de Amerikaanse regering op aangedrongen uiterst terughoudend te zijn met ontwikkelingen die zouden kunnen bijdragen, bedoeld of onbedoeld, aan het verlagen van de drempel voor het gebruik van kernwapens. Tevens is het staand beleid van Nederland en de EU om bij de Amerikaanse autoriteiten te pleiten voor ratificatie door de Verenigde Staten van het Alomvattend Kernstopverdrag. In 2002 is Nederland een van de initiatiefnemers geweest van een ministeriële verklaring die met klem wees op het belang van spoedige inwerkingtreding van dit verdrag. Nederland zal bilateraal, in NPV-kader en ook in NAVO-kader er bij de Verenigde Staten op blijven aandringen geen activiteiten te ondernemen die op gespannen voet staan met het NPV. Op 26 maart jl. heb ik mijn zorgen met betrekking tot dit voorstel overgebracht aan de Amerikaanse Ambassadeur Sobel.

1) Uit brief van Kathryn Crandall van BASIC USA aan PEN-Nederland: "Sec 221 Rescind the Prohibition on Research and Development of Low-Yield Nuclear Weapons Section 3136 of the National Defense Authorization Act for Fiscal Year 1994 (Public Law 103 ­ 160 Stat. 1946) is repealed."

Zie verder: Oakland Tribune, 6 maart jl. "Bush wants to lift ban on mini-nukes" Ian Hoffman: www.oaklandtribune.com/Stories/0,1413,82~1224681,00.html The Washington Post, 5 maart jl. "Senators rip policy on use of nuclear arms" Nicolas Kralev.

===