Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken


Datum

7 april 2003

Behandeld

Alexandra Valkenburg


Kenmerk

DPV/JP-083/03

Telefoon

070-3484786


Blad

1/1

Fax

070-3484006


Bijlage(n)

1

E-mail

alexandra.valkenburg@minbuza.nl


Betreft

VN Commissie inzake verdovende middelen

Naar aanleiding van uw verzoek om informatie over de Nederlandse inbreng in de VN Commissie inzake verdovende middelen (Commission on Narcotic Drugs), bied ik u hierbij de instructie voor de Nederlandse delegatie aan. De Nederlandse delegatie zal worden geleid door de Staatssecretaris van VWS.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Instructie 46e Commission on Narcotic Drugs (8 t/m 17 april 2003)

Inleiding

Dit jaar is het vijf jaar geleden dat de 20e Speciale Zitting van de Algemene Vergadering van de VN inzake de werelddrugsproblematiek plaatsvond. Derhalve is besloten om aan de reguliere CND een ministerieel segment van twee dagen toe te voegen waarin ministers en andere regeringsvertegenwoordigers het bereikte van de afgelopen 5 jaar kunnen evalueren en aanbevelingen voor de toekomst kunnen doen. Het ministeriële segment zal worden afgesloten met de aanname van een ministeriele verklaring.

De reguliere CND heeft een gelijksoortige agenda als andere jaren, behalve dat het thematisch debat dit jaar is geannuleerd. De rondetafel discussies tijdens het ministeriele segment vervangen het thematisch debat.

Onderstaand wordt allereerst ingegaan op het Ministeriële segment van de CND, waarna de instructie voor het ambtelijke/reguliere gedeelte van de bijeenkomst volgt.

I. Ministerieel segment (16 en 17 april)

Agenda

10. Opening of the ministerial segment

Geen opmerkingen

11. General debate of the ministerial segment: assessment of the progress achieved and the difficulties encountered in meeting the goals and targets set out in the Political Declaration adopted by the General Assembly at its twentieth special session E/CN.7/2003/2 (add. 1-6)

In de politieke verklaring van 1998 werd besloten om speciale aandacht te besteden aan maatregelen om de opkomst van illegale productie, handel en gebruik van synthetische drugs en de controle op precursoren. Daarnaast werd het belang van vraagvermindering, internationale samenwerking, de noodzaak tot het nemen van maatregelen tegen witwassen en het tegengaan van de verbouwing van illegale gewassen en het belang van alternatieve ontwikkeling hierin benadrukt. In dit verband zal de staatssecretaris van VWS, die Nederland bij het ministeriele gedeelte van de CND zal vertegenwoordigen, in een korte interventie aandacht besteden aan de hoofdlijnen van het Nederlandse beleid.

Concept interventie

De hoofddoelstelling van het Nederlandse drugsbeleid is het voorkomen van drugsgebruik en beperken van de risico's voor het individu, zijn of haar directe omgeving en de samenleving als geheel die drugsgebruik met zich meebrengen.De preventie van druggebruik door een ontmoedigingsbeleid voorkomt de ernstige gevolgen die drugs kunnen hebben.Het betreft de bespreking van de voortgang van de voornemens die wij in VN verband hebben aangenomen tijdens de UNGASS verklaring van 1998. Met name de doelstelling dat wij in 2008 een wereldwijde drugsvrije samenleving hebben gecreëerd is, ook gezien deze tussentijdse evaluatie, onhaalbaar, maar het is geen illusie om HIV en AIDS te voorkomen, om sterfte als gevolg van overdoseringen tegen te gaan, en om de drugsgerelateerde criminaliteit terug te dringen.Sommige drugsproblemen kunnen beter op nationaal of zelfs lokaal niveau worden aangepakt, maar het is volstrekt duidelijk dat de bestrijding van de grensoverschrijdende drugshandel een gezamenlijke, internationale inspanning vraagt. Een goed voorbeeld hiervan is de problematiek van de grootschalige handel in XTC en de daarvoor benodigde precursoren alsmede de transatlantische cocaïnehandel.Nederland wil benadrukken dat het een gebalanceerde benadering van vraag- en aanbodreductie van groot belang acht. De ODC draagt deze gebalanceerde benadering actief uit. Ik wil hierbij aankondigen dat de Nederlandse regering heeft besloten de financiering van ODC te hervatten. Tot slot onderstreept Nederland het belang van internationale samenwerking om de drugsproblematiek in de wereld aan te pakken.Het Griekse EU-voorzitterschap zal in het debat namens de EU een verklaring afleggen.

12. Round-table discussions of the ministerial segment

a. Challenges, new trends and patterns of the world drug problem;

b. Countering illicit drug supply;

c.Strengthened international cooperation in countering the world drug problem, based on the principle of shared responsibility;

d. Demand reduction and preventive policies.

Nederland heeft zich voor de eerste ronde tafel, met als onderwerp 'Challenges, new trends and patterns of the world drug problem', ingeschreven. Nederland zal hierbij aanhaken bij de plenaire interventie, door een gebalanceerde benadering van vraag- en aanbodreductie uit te dragen. Enerzijds zal Nederland het Drugs Informatie en Monitoring Systeem toelichten. Anderzijds zal ingegaan worden op globaliserende ontwikkelingen aan de aanbodszijde, de wijze waarop NL daarop antwoord geeft en het belang van internationale samenwerking. Nederland zal daarbij zo nodig de noodzaak tot intensivering van de handhaving op het gebied van transatlantische cocaïnehandel en de aanpak van XTC en precursoren onderstrepen.

De lijn van de Interventie

Voor het maken van een effectief en realistisch ATS-beleid is het noodzakelijk te weten wat erin de praktijk afspeelt. Deze beleidsrelevante informatie is alleen te verkrijgen als je de beschikking hebt over een goed monitoring systeem. In EU verband zijn de activiteiten van het EMCDDA hierbij van groot belang.De trends in de jongerencultuur volgen elkaar snel op. Steeds nieuwe middelen worden op de drugsmarkt aangetroffen. We moeten niet de illusie hebben dat wij gemakkelijk weten en begrijpen wat er zich afspeelt in de jongerencultuur en welke plaats druggebruik hierin inneemt. In dit kader de Nederlandse, kwalitatieve "Trend watch" monitor naar voren brengen die tot doel heeft periodiek te rapporteren over drug trends binnen het uitgaansleven.Wijzen op het monitoren van de drugsmarkt. De kern van de Nederlandse monitor van dance drugs is het Drugs Informatie- en Monitoringsysteem (DIMS).Voorts ontwikkelingen op het gebied van aanbodvermindering aan de orde stellen. Nederland zal daarbij de noodzaak tot intensivering van de handhaving op het gebied van transatlantische cocaïnehandel en de aanpak van XTC en precursoren onderstrepen.

13. Adoption of the joint ministerial statement

Nadat het eerste voorstel van Mexico voor de ministeriele verklaring door alle delegaties te lang werd bevonden, wordt in Wenen thans aan een kortere tekst gewerkt. Nederland zal op deze nieuwe versie wederom commentaar geven. Het is niet te verwachten dat de EU gezamenlijk optreedt in de onderhandelingen vanwege enerzijds een te zwak voorzitterschap en anderzijds te uiteenlopende standpunten.

De ontwerp ministeriële verklaring geeft thans aan dat de inspanning van lidstaten en de VN naar aanleiding van de 20e SAVVN nog onvoldoende resultaat hebben bereikt en dat de doelstellingen voor 2003 niet volledig gerealiseerd zijn. Dit betreffen doelstellingen op het gebied van vraagvermindering, alternatieve ontwikkeling, synthetische drugs en samenwerking op rechtshandhavingsgebied, alsmede de rol van de VN. De aanbevelingen voor de komende vijf jaar betreffen:

Vraag verminderen: In de ministeriële verklaring zal aandacht moeten worden gevraagd voor de vraagstukken inzake zorg en preventie. De tekst van de verklaring zal hierbij ruimte moeten laten voor de verschillende wijze van aanpak van de betreffende problematiek. Wat betreft preventie moet er ruimte zijn voor een nationaal ontmoedigingsbeleid, waarbij mogelijk gerichte aandacht wordt gevraagd voor de problematiek van de kwetsbare doelgroep, de jongeren.

Wat betreft de zorg kant moet de tekst van de verklaring uitgaan van de nationale aanpak van nationale problematiek. Hierbij moet er ruimte worden geboden voor interventies die recht doen aan de volksgezondheidsgevaren die centraal zijn gesteld in ons beleid.

Aanbod vermindering: Nederland onderstreept in dit verband het belang van internationale samenwerking op rechtshandhavingsgebied, van een geïntegreerde aanpak van de handel in synthetische drugs en precursoren, en van maatregelen om witwassen te bestrijden en om criminele vermogens te ontnemen.

Alternatieve ontwikkeling: De verklaring zal ingaan op het belang van het creëren van alternatieve ontwikkelingsmogelijkheden voor traditionele drugsverbouwende landen. In dit kader spreken ontwikkelingslanden nu ook van 'preventieve' alternatieve ontwikkeling. Nederland zal het belang van alternatieve ontwikkeling onderschrijven, maar daarbij aangeven dat hierbij ook uitdrukkelijk een nationale verantwoordelijkheid ligt. Ontwikkelingslanden zullen het belang van markttoegang voor alternatieve producten willen onderstrepen als randvoorwaarde voor succesvolle alternatieve ontwikkelingsprogramma's. Nederland is bereid te bezien hoe dergelijke markttoegang kan worden gefaciliteerd.

Rol van de VN: Nederland is voor het verder versterken van de rol van de CND als aansturend orgaan voor de UNDCP. Nederland heeft aangekondigd zijn bijdrage aan de organisatie te zullen hervatten en kan ondersteunen dat verder wordt gekeken hoe de financiële basis van de organisatie te versterken.

14. Closure of the ministerial segment

Geen opmerkingen

II. Reguliere CND

Agenda

1. Election of Officers

Geen opmerkingen

2. Adoption of the agenda and other organisational matters

Aanhoren

Normative segment

3. Follow-up to the twentieth special session of the GA: general overview and progress achieved by Governments in meeting the goals and targets for the years 2003 and 2008 set out in the Political Declaration adopted by the Assembly at its twentieth special session.

Het tweede biennial report van de Executive Director ligt voor ter bespreking (documenten E/CN.7/2003/2 en addenda 1 t/m 6). Onderstaand wordt bij de verschillende agendapunten ingegaan op de rapporten van de Executive Director.

De EU bereidt een interventie voor.

4. Drug demand reduction

Duitsland zal een resolutie opgesteld door de Pompidou-groep over 'common requirements for substitution treatment in opiat addicts' introduceren.

De inhoud van deze resolutie is besproken en aangenomen in de drugswerkgroep van de Raad van Europa, te weten de Pompidou-groep. Hierin wordt aangegeven dat het onder toezicht verstrekken van vervangende middelen een goede methode is om risico's van gebruik te ondervangen. De resolutie stelt een aantal minimum vereisten op en roept de landen op die hieraan nog niet voldoen deze minimum vereisten over te nemen.

EU-interventie voorzien. De idee is om in EU verband een interventie te plaatsen die past binnen het kader van het Commissie voorstel betreffende de preventie van en de beperking van de risico's die samenhangen met drugsverslaving dat in eerste lezing door de Raad is goedgekeurd, onlangs door het EP is besproken en thans wederom voorligt aan de Raad.

Onder dit agendapunt zal ook worden gesproken over het onderwerp HIV/AIDS (rapport E/CN.7/2003/5). Dit onderwerp leent zich bij uitstek voor een genuanceerde EU-interventie, waarbij op de meerwaarde kan worden gewezen van harm reduction interventies, zoals de spuitomruilprojecten. In Centraal- en Oost-Azië en Oost-Europa wordt de verspreiding van HIV/AIDS met name veroorzaakt door drugsgebruik. Ook in de Speciale Zitting van de AVVN inzake HIV/AIDS werd opgeroepen de schadelijke effecten gerelateerd aan drugsgebruik te verminderen.

België heeft Nederland benaderd met het verzoek om gezamenlijk een resolutie in te dienen (België is momenteel geen lid van de CND) over HIV/AIDS in relatie tot drugsgebruik. Nederland staat in principe niet negatief tegenover mede-indiening van een dergelijke resolutie, maar dient hier inhoudelijk nog met België over te spreken.

a. Action plan for the Implementation of the Declaration on the Guiding Principles of Drug Demand Reduction

Het Actieplan is in 1999 vastgesteld. De drie kernelementen uit het actieplan zijn:

Bijstaan van landen in het ontwerpen van een demand reduction strategie;Uitwisselen van "best practices", met name wat betreft interventies voor jongeren en gericht op ATS;De verbetering van datacollectie en het assisteren van landen in het opzetten van monitoring systemen in het bijzonder.Het rapport (E/CN.7/2003/2/add.1) geeft een genuanceerd beeld van de voortgang van het actieplan voor de implementatie van de declaration on the guiding principles of drug demand reduction. Op sommige aspecten is duidelijke vooruitgang geboekt. Op andere punten is echter sprake van een achteruitgang. Positief is dat in hoofdstuk IV onder C reducing the negative health and social consequences of drug abuse staat dat in steeds meer landen harm reduction maatregelen, zoals spuitomruil projecten, ingang vinden.

b. World situation with regard to drug abuse (E/CN.7/2003/4)

In het rapport wordt geen helder onderscheid gemaakt tussen de wetenschappelijke terminologie gebruik en misbruik van middelen. Dit bevreemdt des te meer daar de bron van de cijfers het EMCDDA is te Lissabon. Deze organisatie geeft wel een helder onderscheid aan tussen beide begrippen. Wat betreft het deelonderwerp problematisch gebruikers (paragraaf 28) van opiaten, cocaïne en ATS is Nederland met 2,6 personen per 1000 een van de Europese landen met de laagste prevalentie.

5. Illicit drug traffic and supply

Onder dit agendapunt is een EU-interventie voorzien. Voorts zal Nederland een interventie houden over de Nederlandse inspanningen op handhavingsterrein, waarbij ondermeer de noodzaak tot intensivering van de handhaving op het gebied van transatlantische cocaïnehandel en de aanpak van XTC en precursoren zal worden onderstreept. Nederland kan de CND informeren over het recent gehouden OVSE seminar inzake drugshandel (Tashkent 17, 18 maart) dat dient als input voor het OVSE Economisch Forum.

a. World situation with regard to drug trafficking and action taken by the subsidiary bodies of the Commission

In het rapport van het Secretariaat - over de stand van zaken in de wereld met betrekking tot illegale drugshandel (E/CN.7/2003/6)- wordt Nederland een aantal keren met name genoemd. Deze passages betreffen inbeslagnames van cannabis, cocaïne, ATS en XTC in Nederland, Nederland als bestemming voor illegale drugs uit Suriname en Nederland als belangrijk productie land van amfetamine en XTC. Nederland onderschrijft de conclusies van het rapport over onder meer de aanpak van XTC, de controle op precursoren, het belang van financiële ontneming en de noodzaak van samenwerking tussen de opsporingsdiensten onderling en in internationaal verband. Nederland vraagt zich af waarom passages over het gevaar van cannabisgebruik in een rapport over illegale drugshandel worden opgenomen.

In het rapport over de activiteiten van subsidiaire organen van de CND (E/CN.7/2003/7) zijn twee gelijkluidende ontwerpresoluties opgenomen die door de HONLEA (Heads of National Law Enforcement Agencies) Afrika en Latijns-Amerika aan de CND worden voorgelegd ten behoeve van besluitvorming in de ECOSOC. De resoluties bevatten een verzoek aan de SG om middelen beschikbaar te stellen voor een deelnemer per land aan de HONLEA bijeenkomsten indien deze landen anders niet aan de bijeenkomst zouden kunnen deelnemen. Wijziging ten opzichte van CND resolutie 45/2 is dat de verwijzing naar mogelijke extrabudgettaire middelen is weggevallen. Als andere lidstaten verzoeken om deze toevoeging op te nemen, kan Nederland dit steunen. Voorts zou een toevoeging dat in eerste instantie vertegenwoordigers uit LDC's voor financiering in aanmerking komen, kunnen worden opgenomen.

b. Follow-up to the twentieth special session of the General Assembly:

i. Measures to promote judicial cooperation (extradition, mutual legal assistance, controlled delivery, trafficking by sea and law enforcement cooperation, including training)

Hoofdstuk II van het rapport inzake maatregelen om juridische samenwerking te versterken (E/CN.7/2003/2/add.3) ziet op de toepassing van het rechtshulpinstrument uitlevering op basis van het bepaalde in artikel 6 van het Verdrag van Wenen 1988. Het rapport vermeldt dat een groot aantal landen niet onbeperkt eigen onderdanen kunnen uitleveren. Hierbij dient in het algemeen te worden opgemerkt dat het verdrag geen uitleveringverplichting oplegt. Met betrekking tot de uitlevering van eigen onderdanen door Nederland dient te worden opgemerkt dat dit enkel mogelijk is voor zover het een uitlevering ten behoeve van strafvervolging betreft, er tussen het verzoekende land en Nederland een verdrag van kracht is dat ziet op de overname van buitenlandse strafvonnissen en door het verzoekende land voldoende is gewaarborgd dat in geval een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt opgelegd deze in Nederland kan worden ondergaan.

In het rapport wordt tevens aandacht besteed aan de lange duur van uitleveringsprocedures en aan de vraag hoe deze kunnen worden versneld. Nederland kent thans een evenwichtige procedure waarin aan alle belangen die bij de beslissing omtrent uitlevering spelen aandacht wordt besteed. De lengte van de procedure wordt vooral bepaald door de capaciteit van de rechterlijke instanties. Met de inwerkingtreding van het Europees Aanhoudingsbevel tussen de lidstaten van de Europese Unie zal de uitleveringsprocedure aanmerkelijk worden versneld.

Met betrekking tot wederzijdse strafrechtelijke samenwerking bevat het rapport geen bijzondere passages ten aanzien van Nederland.

De VS zal onder dit agendapunt een resolutie introduceren over 'enhancing multilateral cooperation in combatting illicit traffic by sea'. NL kan deze resolutie steunen en in goed gezelschap co-sponsoren.

ii. Countering money laundering (E/CN.7/2003/2/add.6)

Bestrijding van witwassen zoals die de UNODC voor ogen staat, is een afgeleide van regelgeving op basis van de belangrijke internationale verdragen inzake drugshandel en witwassen (UN Vienna 1988, Verdrag Straatsburg 1990, UNTOC Palermo 2000), financiering van terrorisme (UN New York 1999), het beleid van de Financial Action Task Force (FATF), en de Europese Unie (de twee richtlijnen en kaderbesluit). Verder is het beleid van de Basel comittee bepalend voor het handhaven van de integriteit van de financiële sector. Nederland is partij bij alle genoemde verdragen en gremia, en nauw betrokken bij de verdere ontwikkeling van internationaal beleid voor de bestrijding van witwassen en de financiering van terrorisme. De in het rapport genoemde actiepunten maken gezien het voorgaande - integraal deel uit van het Nederlandse beleid. Wat betreft de eis van een regeling inzake aangifte van in- en uitvoer van cash-bedragen (13), volgt naar verwachting een van de komende maanden een EU-verordening of -richtlijn, waar Nederland even op moet wachten.

iii. Action plan on International Cooperation on the Eradication of Illicit Drug Crops and on Alternative Development

Het rapport van de Executive Director over de implementatie van het actieplan (E/CN.7/2003/add.2) stelt dat de vermindering van de illegale verbouwing van papaver en coca mogelijk is, zolang gezorgd wordt voor legale en duurzame alternatieve bronnen van inkomen. Wel hebben de politieke en veiligheidsproblemen in enkele landen het succes van alternatieve ontwikkelingsprogramma's beperkt.

Ten aanzien van Afghanistan is UNDCP hoopvol dat alternatieve ontwikkelingsprogramma's de komende jaren succesvol kunnen zijn omdat de papaverteelt geconcentreerd is in een klein aantal gebieden, slechts een heel klein deel van het voor landbouw bruikbare land in gebruik was voor papaverbouw en de winstmarges op de opiumhandel in Afghanistan erg klein zijn (de grote winsten in de opium/heroine handel worden verderop in het traject gemaakt.)

Verder heeft UNDCP de Andes landen geassisteerd in de periode van 1998- 2001 om de alternatieve ontwikkelingsdoelen te bereiken door het stimuleren van competitieve industrietakken met bewezen markten alsook door bestaande boerenorganisaties te moderniseren, door de marketing van alternatieve ontwikkelingsproducten te ondersteunen, en door aandacht te geven aan milieubescherming en de genderproblematiek.

6. Implementation of the international drug control treaties

EU-interventie voorzien.

Verwacht wordt dat Frankrijk evenals vorig jaar resoluties zal indienen over informatie-uitwisseling over nieuwe trends in drugsgebruik en reizigers met geneesmiddelen die vallen onder de opiumwet. India heeft inmiddels formeel een ontwerpresolutie over het belang van balans tussen vraag en aanbod van legale drugs op tafel gelegd.

a.Changes in the scope of control of substance

De WHO heeft voorgesteld om de stof amineptine te plaatsen op lijst II van het VN-verdrag inzake psychotrope stoffen van 1971. In Nederland is de stof nog niet gesignaleerd op de illegale drugsmarkt en is het niet geregistreerd als geneesmiddel. De stof is in strafrechtelijke onderzoeken in Nederland nog niet voorgekomen. Het is zo dat de stof thans valt onder het rechtsregiem van de WOG (Wet op de Geneesmiddelenvoorziening). Plaatsing op lijst 2 van de Opiumwet betekent niet dat de illegale handelingen met deze stof met een verhoogde strafmaat wordt bedreigd.

Nederland heeft om bovengenoemde overwegingen geen reden om plaatsing op lijst 2 van de Opiumwet na te streven. Echter Nederland heeft ook geen zwaarwegende bezwaren om zich te verzetten tegen de aanbeveling van de WHO om de stof op lijst II van het 1971 verdrag te plaatsen.

b. International Narcotics Control Board

De Voorzitter van de INCB zal het jaarrapport alsmede het rapport over precursoren formeel presenteren in de CND.

Nederland wordt in het Jaarrapport een aantal malen genoemd in verband met XTC, in verband met het heroïne-experiment en medicinale cannabis. De toon van de paragrafen over Nederland is gematigd. Weliswaar spreekt de INCB zorg uit over onderdelen van het Nederlandse beleid, maar tot een scherpe veroordeling komt het niet. In het voorwoord evenwel trekt de voorzitter van de INCB, de Nigeriaan Emafo, fel van leer tegen 'harm reduction' en het decriminaliseren van het gebruik van drugs, in een politiek zeer polariserende toonzetting. Tijdens een gesprek met het hoofd van het secretariaat van de INCB als ook tijdens de presentatie van het rapport voor lidstaten in Wenen heeft de Ambassadeur bij de PVVN te Wenen hierover namens Nederland zijn zorg uitgesproken. Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat Emafo met deze uitspraken een voorschot heeft willen nemen op de discussies die ongetwijfeld de komende CND gaan domineren, m.n. als de Ministeriële Verklaring wordt uitonderhandeld. Wat betreft het weerspreken van de kritiek op beleid dat gestoeld is op bescherming van de volksgezondheid wordt thans de optie bekeken om aan te haken bij interventies van gelijkgezinde landen.

Nederland zal als lid van Task Force PRISM (internationale task force onder auspiciën van de INCB die zich richt op versterking van monitoring en internationale samenwerking ten behoeve van de opsporing van illegale handel van chemicaliën voor synthetische drugs) samen met de INCB een presentatie verzorgen over de voortgang in de task force. De presentatie zal met name gaan over de uitkomsten van twee bijeenkomsten in Den Haag van de task force waarin werd gesproken over de illegale handel in chemicaliën, tabletteermachines alsmede de rol van het internet. Een korte samenvatting van de bijeenkomst zal tijdens de CND gecirculeerd worden.

c. Follow-up to the twentieth special session of the GA:

i. Measures to prevent the illicit manufacture, import, export, trafficking, distribution and diversion of precursors used in the illicit manufacture of narcotic drugs and psychotropic substances;

ii. Action plan against illicit manufacture, trafficking and abuse of amphetamine-type stimulants and their precursors.

In het rapport van de Executive Director (E/CN. 7/2003/2/add.4) wordt gesteld dat effectieve monitoring van precursors goed mogelijk is. Dat is echter in strijd met het INCB-rapport (over 2002) over precursoren waarin wordt aangegeven dat gezien het grote volume legale handel in bepaalde chemicaliën, het intensieve monitoren van transacties niet altijd mogelijk is. Zeker voor de stoffen van cat. 2 en 3 geldt dit. Door de FIOD/ECD en EZ wordt deze stelling van de INCB sterk onderstreept.

d. Other matters arising for the international drug control treaties.

Geen opmerkingen

Operational segment

7. Policy directives to the United Nations International Drug Control Programme

De bij dit agendapunt behorende documentatie ("Report of the Executive Director on the activities of UNDCP (E/CN.7/2003/13)) is nog niet beschikbaar. Wel zijn december jl. de prioriteiten en richtlijnen voor UNDCP voor de middellange termijn gepresenteerd. Nederland is verheugd over de balans die UNODC wenst tussen preventie en handhaving omdat Nederland hecht aan het onderwerp vraagvermindering in het mandaat van UNDCP.

Bij dit agendapunt is een EU-interventie voorzien.

8. Strengthening the UN International Drug Control Programme and the role of the Commission on Narcotic Drugs as its governing body.

Nederland pleit al jaren voor verbetering van de rol van de CND bij de politieke aansturing van UNDCP. Hierbij is het vooral zaak dat de CND prioriteiten aanbrengt in de werkzaamheden van UNDCP. Gezien de omvang van geoormerkte bijdragen bepalen thans in de praktijk de individuele donoren in grote mate waar UNDCP zich op concentreert. UNDCP kan immers uitsluitend die programma's en projecten uitvoeren waar daadwerkelijk geld voor beschikbaar is.

Bij dit agendapunt is een EU-interventie voorzien.

9. Administrative and budgetary questions

Bij dit agendapunt zal Italië een resolutie over de financiële stabiliteit van UNDCP presenteren. Het Secretariaat heeft verschillende opties uitgewerkt voor versterking van de financiële positie van UNDCP. Nederland is uitgebreid betrokken geweest bij de conceptresolutie en de uitwerking van de opties. De optie die pleit voor verhoging van de bijdrage voor UNDCP uit het reguliere budget, is voor Nederland acceptabel gezien het werk dat UNDCP voor reguliere werkzaamheden moet verrichten. De kans is echter klein dat de 5e Commissie van de AVVN hiermee akkoord gaat. Het voorstel om het General Purpose Fund op te delen in een deel voor support en een deel voor projecten heeft ook Nederlandse steun omdat dit er wellicht toe kan leiden dat het aandeel ongeoormerkte bijdragen voor projecten toeneemt. Nederland staat positief tegenover alle initiatieven waardoor de verhouding ongeoormerkt-geoormerkt meer in de richting van het eerste verschuift.

Het Griekse EU-voorzitterschap heeft bij dit agendapunt een EU-interventie aangekondigd.

15. Provisional agenda for the forty-seventh session of the Commission

Nog niet beschikbaar

16. Other business

Geen opmerkingen

17. Adoption of the report of the Commission on its forty-sixth session

Geen opmerkingen

Delegatie

Delegatieleider: mw. C. Ross-van Dorp, Staatssecretaris van VWS

Plv delegatieleider: Jaap Ramaker, PVVN Wenen

Delegatie: Sander Bersee, Directeur GVM, VWS

Leendert Erkelens, Hoofd BCD, Justitie

Bart Zijlstra, plv directeur GVM, VWS

Marie-Lou Groothuijse, VWS

Jan Glimmerveen, Financiën

Tania van Dijk, Justitie

Alexandra Valkenburg, BZ

Anke ter Hoeve, PVVN Wenen

===