Provincie Utrecht

Persbericht

Oproep tot meer regionale samenwerking gemeenten en bedrijven

Provinciale visie op Utrechtse detailhandel

8-4-2003
Met ruim 7300 winkels is de Utrechtse detailhandel een economische sector die sterk in ontwikkeling is. Steeds vaker strijken megastores in deze provincie neer. Deze schaalvergroting, maar ook de toenemende vrije tijd en ruimere openingstijden trekken nieuwe klanten en investeringen aan. Hoe kan je onder deze omstandigheden wildgroei voorkomen, mét behoud van de potenties van deze krachtige economische motor?

Deze vraag loopt als een rode draad door de provinciale visie op de Utrechtse detailhandel, die nu door GS definitief is vastgesteld. Met deze visie zet de provincie de voornaamste algemene beleidsuitgangspunten op een rij voor wat betreft het ruimtelijk-economisch beleid voor deze bedrijfssector. De visie is vooral ook bedoeld als een handreiking richting het bedrijfsleven en de gemeenten om mét de provincie Utrecht werk te gaan maken van regionaal beleid voor de Utrechtse detailhandel. Een meer gestroomlijnde samenwerking zal ervoor zorgen dat vraag en aanbod beter op elkaar aansluiten. Met name bij de ontwikkeling van grootschalige detailhandelsprojecten die een bovenlokaal effect hebben, is dit volgens GS van groot belang.

In de visie doet het college de volgende richtinggevende uitspraken over toekomstige ontwikkelingen binnen de Utrechtse detailhandel. Deze zullen worden verwerkt in het nieuwe Streekplan van de provincie Utrecht.

Grootschalige detailhandel
Nieuwe en grote winkelbedrijven met méér dan 1500 m2 bedrijfsvloeroppervlakte moeten goed bereikbaar zijn met openbaar vervoer en auto. Uitgangspunt is verder dat deze zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande winkelconcentratievestigingen. Dit om versnippering te voorkomen. Clustering van dergelijke grootschalige winkels wordt beperkt toegelaten, bij voorkeur in winkelcentra met een bovenregionale functie. Daarbij gaat de provincie ervan uit dat de activiteiten aanvullend zijn op die van bestaande bedrijven en dat daarmee de detailhandelsstructuur niet wordt ontwricht.

Detailhandel aan de rand van de stad
Detailhandel op locaties aan de rand van een gemeente wordt alleen toegelaten, als dit vanwege specifieke ruimtelijke eisen in bestaande winkelgebieden niet mogelijk is. Bijvoorbeeld vanwege aard en omvang van de producten die verkocht worden, zoals in het geval van bouwmarkten en tuincentra. Onder voorwaarden blijft verder ruimte open voor themagerichte winkelbedrijven.

Speciale winkels
De ontwikkeling van bijzondere winkels als Outlet Stores - directe verkoop door de producent - wordt door de provincie als niet gewenst gezien. Vanuit het omringende gebied is in dergelijke grote winkels al voorzien. Het starten van een dergelijk bedrijf in Utrecht lijkt daarom weinig kansrijk.
Winkelcommissie
Om dit beleid uit te kunnen voeren, willen GS één (of meer) Commissie Winkelplanning instellen. Deze commissie krijgt als taak mee om initiatieven voor nieuwe winkels met méér dan 1500m2 bedrijfsvloeroppervlakte te voorzien van een inhoudelijk advies. De vestiging van detailhandel met een regionale impact kan daarmee beter worden begeleid. De provincie zal dan alleen ruimtelijke plannen voor deze nieuwe bedrijven toetsen, als de commissie hiernaar tevoren gekeken heeft. De winkelcommissie is behalve een adviesorgaan ook een expertisecentrum, waar gemeenten en bedrijven terechtkunnen voor kennis en hulp. Om tot een passende samenstelling van deze commissie te komen, wil het college aansluiten bij het Utrechts Model - de toekomstvisie van de provincie op het gebied van bestuurlijke samenwerking.

Meer informatie: Ron van Dopperen, telefoon 030-258 31 96 of Ron.van.Dopperen@provincie-utrecht.nl