Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Vragen en antwoorden naar aanleiding van het algemeen overleg 2-4-2003 inzake de nota "Een veilig land waar vrouwen willen wonen"

Vraag 1:
Op welke wijze voert de Staatssecretaris regie op de verschillende geweldsdossiers? Komt de Staatssecretaris nog met een plan van aanpak geweld tegen vrouwen?

Antwoord 1:
Er wordt regie gevoerd langs twee sporen. Langs het ene spoor wordt vanuit een overkoepelende visie ingezet op versnelling en verbreding van het emancipatieproces door middel van het aanjagen en op tempo brengen van nieuw beleid en ontwikkelen van nieuwe beleidsinstrumenten in samenspraak met andere bewindspersonen en maatschappelijke partners. Langs het andere spoor wordt emancipatiebeleid verankerd in het reguliere beleid bij departementen, andere overheden en maatschappelijke organisaties (gendermainstreaming).

Sinds het verschijnen in 2000 van het rapport Het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen van het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten en het AIV-advies Geweld tegen vrouwen heeft de coördinerend bewindspersoon emancipatiebeleid er, vanuit de functie aanjagen en vernieuwen, bij de diverse bewindspersonen op aangedrongen beleid te ontwikkelden op de verschillende geweldsdossiers, waarin de aandacht voor de diverse vormen van geweld tegen vrouwen is meegenomen.1 Dit heeft in 2001 en 2002 geleid tot tal van nieuwe beleidsdossiers.

- Zo heeft de Minister van Justitie vanuit zijn coördinerende verantwoordelijkheid een plan ontwikkeld om seksueel misbruik van kinderen aan te pakken (2000-2002)2 en heeft hij een plan ontwikkeld om het huiselijk geweld aan te pakken: de nota Privé geweld ­ Publieke zaak.3

- De Minister van Justitie heeft mede namens vier andere bewindspersonen de Nationaal Rapporteur Mensenhandel aangesteld (2000) die inmiddels tweemaal aan de regering heeft gerapporteerd.

- Ook heeft de Minister van Justitie als eerstverantwoordelijke de effecten van de opheffing van het algemeen bordeelverbod gemonitord, onderzocht en geëvalueerd. De monitoring wordt voortgezet.
Op 15 mei a.s. worden de beide rapporten van de NRM, en de evaluatie van de opheffing van het algemeen bordeelverbod in een Algemeen Overleg met de Minister van Justitie besproken.

Ook andere bewindspersonen hebben vanuit hun verantwoordelijkheid specifieke maatregelen genomen.

- De Staatssecretaris van SZW heeft in 2000 de Wet arbeidsomstandigheden geëvalueerd en daarmee ook de effecten op de bestrijding van seksuele intimidatie op het werk. Hij heeft maatregelen getroffen om de problematiek verder tegen te gaan.
- De Minister van OCenW heeft maatregelen genomen om seksuele intimidatie op school verder tegen te gaan.

1 Kamerstukken 2000-2001, 27 061, nr. 3. In het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie is aangekondigd dat het beleid ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen vrouwen zou worden geïntensiveerd. 2 Eindrapportage NAPS, Ministerie van Justitie, oktober 2002. De rapportage is uw Kamer in oktober 2002 aangeboden, en op 5 december 2002 in een Algemeen Overleg met de Minister van Justitie besproken. 3 De nota is uw Kamer in mei 2002 aangeboden, en op 5 december 2002 in een Algemeen Overleg met de Minister van Justitie besproken.



- De Minister van VWS heeft in 2002 structureel een bedrag van ca. 6 mln toegevoegd aan het landelijk beschikbare budget voor de vrouwenopvang. Dit budget bedraagt nu ca. 42 mln.

- De Staatssecretaris van VWS heeft het initiatief genomen tot een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar de maatschappelijke opvang, waaronder de vrouwenopvang. Onderdeel van dit onderzoek is de instroom in relatie tot de opvangcapaciteit. In april 2003 brengt de IBO-commissie haar advies uit. Het volgend kabinet zal naar verwachting in het najaar met een standpunt komen.
- De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en van Justitie hebben in