Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Interprovinciaal Overleg Postbus 90801
2509 LV Den Haag
T.a.v. dhr. J. Franssen Anna van Hannoverstraat 4
Postbus 16107 Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 06
2500 BC Den Haag
Uw brief Ons kenmerk
18 februari 2003 ABG/GA/16243
Onderwerp Datum Gevolgen bekostigingssystematiek Wsw 8 april 2003
Geachte heer Franssen,
In uw brief aan Minister de Geus d.d. 18 februari 2003 heeft u de problematiek aangaande
de financiële positie van sw-bedrijven en de indirecte implicaties voor gemeenten onder
mijn aandacht gebracht. Uw brief wordt door mij beantwoord omdat de Wet sociale
werkvoorziening (Wsw) deel uitmaakt van mijn portefeuille. Een afschrift van deze brief zal
gestuurd worden aan de Tweede Kamer en aan de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties.
U wijst mij op een trend van stijgende exploitatietekorten van sw-bedrijven en als gevolg
daarvan een stijging van de gemeentelijke bijdrage naast de rijkssubsidie aan de
uitvoering van de Wsw. U baseert de door u gesignaleerde trend op het gegeven dat de
gemeentelijke bijdrage aan de uitvoering van de Wsw in 2002 met 16% gestegen is ten
opzichte van 2001 (bron: Nationaal Overlegorgaan Sociale Werkvoorziening (NOSW)). U
wijt de groei van gemeentelijke bijdragen aan exploitatietekorten, die weer het gevolg zijn
van de per 1998 ingevoerde bekostigingssystematiek en de groei van het aandeel van
zwaarder gehandicapten in de Wsw.
Ik kan beide stellingen niet onderschrijven. Uit mijn analyse van de voorlopige gegevens
van de NOSW blijkt namelijk dat het landelijke exploitatietekort in 2002 (- 16,2 mln.) ten
opzichte van 2001 (- 20,2 mln.) verder gedaald is. De stijging van de gemeentelijke
bijdrage met 16% kan dus niet het gevolg zijn van een groeiend exploitatietekort. Wellicht
houdt de groei van de gemeentelijke bijdragen verband met de opbouw van extra reserves.
De netto toegevoegde waarde van de sw-bedrijven is volgens de NOSW cijfers in 2002
immers met 13% gestegen ten opzichte van 2001.
De trend van daling van het exploitatietekort in de voorlopige cijfers van de NOSW komt
overeen met mijn cijfers. Het ministerie van SZW ontvangt jaarlijks een opgave van de
gemeenten van de totale gemeentelijke bijdrage, bestaande uit de bijdrage ter dekking van
eventuele exploitatietekorten in de uitvoering én eventuele aanvullende bijdragen die
gemeenten en schappen voor de uitvoering van de Wsw besluiten in te zetten. Het
---
exploitatietekort is sinds de invoering van de Wsw met de nieuwe bekostigingssystematiek
jaarlijks gedaald. Ik verwacht dat uit de definitieve cijfers over 2002, waarover ik in mei zal
beschikken, een verdere daling van het exploitatietekort zal blijken, conform de raming van
de NOSW.
Er is dus geen sprake van een landelijke trend van een stijgend exploitatietekort als gevolg
van de per 1998 ingevoerde bekostigingssystematiek, integendeel. Dat wil overigens niet
zeggen dat er plaatselijk niet (tijdelijk) grotere exploitatietekorten kunnen ontstaan. Deze
worden echter niet veroorzaakt door de subsidiehoogte of financieringswijze, maar door
lokale situaties en beleidskeuzen van gemeenten.
Tot slot wil ik nog ingaan op uw stelling dat groei van het aandeel zwaarder gehandicapten
leidt tot exploitatietekorten. In de bekostigingssystematiek is juist rekening gehouden met de
ernst van de arbeidshandicap. Voor deze categorie is een kwart meer subsidie beschikbaar,
waarmee eventuele extra kosten aan begeleiding of mindere productiviteit worden
ondervangen.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)