Regering.nl
8 apr 2003
'ROL VOOR WERELDBANK EN IMF BIJ WEDEROPBOUW IRAK'
Het Nederlandse kabinet zal op de komende voorjaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank in Washington pleiten voor een grote rol van beide instellingen bij de wederopbouw van Irak.
Dat schrijft minister De Hoop Scheffer (Buitenlandse Zaken) in een
brief aan de Tweede Kamer. Het IMF kan op macro-economisch niveau
adviseren, terwijl de Wereldbank leningen kan verstrekken voor met
name de wederopbouw van de infrastructuur.
Wederopbouw
De Nederlandse regering vindt het positief dat de internationale
gemeenschap zich gezamenlijk wil inzetten voor een zo spoedig
mogelijke totstandkoming van een stabiel en democratisch Irak.
Op een bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken van de
NAVO-landen op 3 april in Brussel is de Amerikaanse minister Powell
ingegaan op de Amerikaanse plannen voor Irak in de periode na het
einde van de militaire acties.
De Amerikanen hebben een militair gezag voor ogen, dat moet zorgen
voor stabilisatie, vernietiging van de massavernietigingswapens en het
verlenen van humanitaire hulp. De Veiligheidsraad zou ondertussen in
een nieuwe resolutie de weg vrij moeten maken voor de instelling van
een overgangsregime voor Irak. Die resolutie zou ook de basis kunnen
vormen voor de VN-rol bij de hulp en wederopbouw.
In een gesprek met Powell heeft De Hoop Scheffer het Nederlandse
pleidooi voor een centrale rol voor de VN bij de wederopbouw van Irak
herhaald. Volgens Powell kan deze rol voor de VN - in ieder geval voor
wat betreft de humanitaire hulpverlening - beginnen zodra de
veiligheidssituatie in Irak dat toelaat.
Host Nation Support
De minister kondigt in de brief ook aan dat in het kader van de host
nation support binnenkort opnieuw Amerikaanse militaire transporten
over Nederlands grondgebied zullen plaatsvinden.
De toestemming voor het transport vloeit voort uit bestaande
NAVO-afspraken (de host nation support). Deze overeenkomst houdt in
dat NAVO-bondgenoten elkaar bijstand verlenen als een van de
bondgenoten zich op het nationaal grondgebied van een andere
bondgenoot bevindt of op doortocht is.
Bron:
Brief aan de Tweede Kamer