Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit
Koninklijke KPN N.V.
De heer A.J. Scheepbouwer
Postbus 30000
2500 GA 'S-GRAVENHAGE
2500GA30000
Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer
OPTA/EGM/2003/201439 2003-U-00102-RvB
Datum Onderwerp Bijlage(n)
8 april 2003 E03209026; tariefvoorstel voor abonnementen en -
aansluitingen
Geachte heer Scheepbouwer,
Op 13 maart 2003 heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna:
het college) van KPN Telecom (hierna: KPN) een voorstel voor de wijziging van de tarieven voor gewone
aansluitingen en abonnementen (brief van 12 maart 2003, kenmerk: 2003-U-00102-RvB) en een
voorstel voor invoering van tarieven voor bijzondere aansluitingen (brief van 12 maart 2003, kenmerk:
2003-U-00103-RvB) ontvangen. Het voorstel voor de wijziging van de tarieven voor gewone
aansluitingen en abonnementen betreft verhogingen van de diensten BelBasis abonnement PSTN en
ISDN2, PSTN nieuwe aanleg, remigratie van ISDN2 naar PSTN met monteur op verzoek en verlagingen
van ISDN2 nieuwe aanleg en verhuizingen. Het voorstel voor invoering van tarieven voor bijzondere
aansluitingen betreft een van gewone aansluitingen gedifferentieerd tarief voor bijzondere
aansluitingen PSTN en ISDN2. De voorstellen van 13 maart jl. vervangen een eerder door het college op
12 februari 2003 ontvangen voorstel (brief met kenmerk 2003-U-00053-RvB), waarin KPN beide
voorstellen had gecombineerd.
Het onderhavige besluit betreft uitsluitend de beoordeling van het tariefvoorstel voor gewone
aansluitingen en abonnementen. Het college verzoekt u in het vervolg bij correspondentie aangaande
dit tariefvoorstel, naast het briefkenmerk, eveneens het zaaknummer E03209026 te vermelden.
Voorafgaande feiten
Naar aanleiding van een door KPN op 18 maart jl. per e-mail verstrekte spreadsheet over aansluitingen
heeft het college een aantal vragen gesteld. Hierop heeft KPN deels per e-mail van 21 maart
geantwoord, deels in een nieuwe door haar verstrekte spreadsheet op 31 maart jl. Op 26 maart jl. heeft
het college een aanpassing op het voorstel van 13 maart, kenmerk: 2003-U-00102-RvB, ontvangen. Het
betrof een aanpassing van het voorgestelde tarief voor remigratie van ISDN2 naar PSTN.
Verder heeft het college op 4 maart 2003 aan KPN vragen gesteld met betrekking tot de onderbouwing van de mate van kostenoriëntatie van bijzondere aansluitingen (brief met kenmerk OPTA/EGM/2003/200777). Hoewel deze vragen betrekking hebben op bijzondere aansluitingen, achtte het college deze onderbouwing essentieel voor de beoordeling van het tariefvoorstel voor gewone aansluitingen en abonnementen. De kostenoriëntatie beoordeling van de tarieven voor bijzondere aansluitingen kan immers effect hebben op de voorgestelde verhoging voor de tarieven van gewone aansluitingen en abonnementen. Indien blijkt dat het kostengeoriënteerde tarief voor bijzondere aansluitingen hoger dient te zijn dan het thans voorgestelde tarief, dan kan dit betekenen dat KPN de tarieven voor andere diensten binnen het mandje aansluitingen minder kan verhogen dan thans is voorgesteld. Gelet hierop heeft het college bij brief van 1 april 2003, kenmerk OPTA/EGM/ 2003/201350, de beoordeling van het voorstel voor gewone aansluitingen en abonnementen aangehouden tot het college de kostenonderbouwing van het bijzondere aansluittarief zou hebben ontvangen.
Verzoek KPN
KPN heeft het college verzocht de beoordeling van de tariefvoorstel voor gewone aansluitingen en
abonnementen niet te koppelen aan de beoordeling van het voorstel voor bijzondere aansluitingen. Het
college is bereid aan het verzoek van KPN tegemoet te komen, maar merkt hierbij op dat dit gevolgen
kan hebben voor de invoering van de voorgenomen tarieven voor bijzondere aansluitingen. Immers,
indien het college tot het oordeel komt dat het KPN op grond van wettelijke regels toegestaan is een
gedifferentieerd tarief voor bijzondere aansluitingen in rekening te brengen, dan dient dit tarief in
beginsel op grond van artikel 35, eerste lid, van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: Boht)
te voldoen aan het vereiste van kostenoriëntatie. Dit betekent dat het tarief gebaseerd dient te zijn op
de onderliggende kosten. Daarnaast mag KPN op grond van het door het college op 26 juni 2002
vastgestelde beleidskader inzake de beoordeling van kostenoriëntatie van de bovengrens van
eindgebruikerstarieven van de vaste telefoondienst van KPN voor de periode van 1 juli 2002 tot 1 juli
2006 jaarlijks de tarieven van de diensten binnen het mandje `aansluitingen' beperkt verhogen. Indien
KPN deze ruimte grotendeels aanwendt om tarieven van abonnementen en gewone aansluitingen te
verhogen, heeft dit tot gevolg dat KPN andere diensten binnen het mandje minder kan verhogen.
Wettelijk kader
Op basis van artikel 35, eerste lid, van het Boht dienen tarieven van KPN, als aanbieder met
aanmerkelijke marktmacht op de markt voor het gebruik van het vaste openbare telefoonnetwerk en van
de vaste openbare telefoondienst te voldoen aan het vereiste van kostenoriëntatie. Uit artikel 36, eerste
lid, Boht, volgt dat op tariefwijzigingen van een vast openbaar telefoonnetwerk en van een vaste
openbare telefoondienst artikel 35 van het Boht van toepassing is.
Beoordeling
Op basis van het thans geldende beleidskader is het KPN niet toegestaan tarieven per dienst jaarlijks met
meer te verhogen dan het inflatiepercentage van het hele voorgaande jaar. Er is een price cap van
toepassing met de volgende invulling: PC=CPI-X, waarbij PC staat voor Price Cap, CPI voor
ConsumentenPrijsIndex en X voor de te behalen efficiencybesparing.
Bij de bepaling van de hoogte van de X houdt het college rekening met de behaalde rendementen op de
dienst aansluitingen en met de verwachte omzet- en kostenontwikkeling. De reden hiervoor is dat een
versoepeling van de bovengrensregulering voor deze dienst, vanwege het gebrek aan marktwerking,
vooralsnog niet aan de orde is.
Op basis van KPN's ONP rapportages1 is echter geconstateerd dat de afgelopen jaren op de dienst
aansluitingen door KPN geen bovenmatige rendementen worden behaald. Tevens werd niet verwacht dat
er zich de komende vier jaar ontwikkelingen zullen voordoen die leiden tot grote wijzigingen in de
omzet- en kostenontwikkeling. Ook de ontwikkeling in de behaalde rendementen gaf geen aanleiding om
de conclusie te rechtvaardigen dat KPN in de komende vier jaar bovenmatige rendementen zal behalen.
Gezien de aard van de dienst aansluitingen achtte het college het redelijk dat KPN in staat wordt gesteld
om haar tarieven voor de dienst aansluiting te compenseren voor de inflatie, aangezien aangenomen
mag worden dat KPN als gevolg van inflatie geconfronteerd zal worden met stijgende kosten. Concreet
betekent dit dat tot 1 juli 2006 X is vastgesteld op 0 (nul); de inflatie is voor de periode 1 juli 2003 tot 1
juli 2004 vastgesteld op 3,50%.
Het college constateert dat voor de voorgestelde verhogingen van de diensten BelBasis abonnement
PSTN en ISDN2, PSTN nieuwe aanleg, remigratie van ISDN2 naar PSTN met monteur op verzoek en de
voorgestelde verlagingen van ISDN2 nieuwe aanleg en verhuizingen binnen het mandje leiden tot een
stijging van 3,45%. Dit is lager dan de toegestane 3,50%.
Besluit
Het college besluit op grond van bovenstaande overwegingen en op grond van artikel 36 van het Boht
het voorstel voor wijziging van de tarieven voor gewone aansluitingen en abonnementen goed te
keuren.
1 Rapportage als bedoeld in artikel 35 van het Boht.
Publicatie
Het college zal binnen twee weken na verzending dit besluit bekendmaken in de Staatscourant en op de
website van OPTA.
Hoogachtend,
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT,
namens het college,
hoofd van de afdeling Eindgebruikersmarkt
drs. K. Noorlag
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met
ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de
Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.
Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:
Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit
Postbus 90240
2509 LK Den Haag
onder vermelding van `Bezwaarschrift'. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de
naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is
gericht, alsmede de gronden van het bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dient een afschrift van het besluit en de
overige op het bezwaar betrekking hebbende stukken te worden meegezonden.