C/03/82
Luxemburg, 8 april 2003 7434/03 (Presse 82)
2500e zitting van de Raad - LANDBOUW EN VISSERIJ - Luxemburg, 8 april
2003
Voorzitter: de heer Georgios DRYS, Minister van Landbouw van de
Helleense Republiek
INHOUD (1)
DEELNEMERS 5
BESPROKEN PUNTEN
voedselveiligheid 6
levensmiddelenhygiëne 6
mond- en klauwzeer 6
visserij 8
communautair visserijbeheer 8
herstelbestanden kabeljauw 8
landbouw 8
hervorming glb: een beleidsperspectief op lange termijn voor duurzame
landbouw 8
wereldhandelsorganisatie - nadere bepalingen voor onderhandelingen
over de landbouw 9
italiaanse staatssteun 9
diversen 9
vogelpest in nederland 9
nitrofuran in portugal 10
noodmaatregelen voor oostzeekabeljauw 10
frans initiatief voor landen TEN ZUIDEN VAN DE sahara 11
bescherming van bossen 11
euromediterrane conferentie over visserij en landbouw 12
METEOROLOGISCHE SITUATIE in griekenland - schade in de
landbouwsector 12
onderhandelingen met DE VS en canada over wijn 12
ZONDER DEBAT GOEDGEKEURDE PUNTEN
landbouw
* Geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen* I
* Ethylalcohol I
visserij
* Statistische registratie II
* Documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus spp. II
* (doc. 7127/1/03 - doc. 7129/03) II
* Teruggooi van vis - Conclusies van de Raad III
externe betrekkingen
* Betrekkingen met de ACS-landen - dekking van de kosten die de
Europese Investeringsbank maakt in verband met het beheer van de
Investeringsfaciliteit van de Overeenkomst van Cotonou* V
* Betrekkingen met Bulgarije - Nieuwe wederzijdse
landbouwconcessies V
* Overeenkomst tussen de EU en de Zwitserse Bondsstaat betreffende
sommige aspecten van overheidsopdrachten V
* Overeenkomst tussen de EU en de Zwitserse Bondsstaat over het
vrije verkeer van personen V
* Gemengd Comité van de EER V
ecofin
* Besluit van de Raad betreffende de externe accountants van de
Deutsche Bundesbank VI
* Verlenging van de ambtstermijn van de leden van het Comité van
toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) VI
justitie en binnenlandse zaken
* Wijzigingen van het reglement voor de procesvoering van het Hof
van Justitie en het Gerecht van Eerste Aanleg naar aanleiding van
de inwerkingtreding van het Verdrag van Nice VI
* EU-Oekraïne: centrale contactpunten voor de uitwisseling van
informatie over georganiseerde criminaliteit VI
concurrentievermogen
* Coördinatie tussen de VS en de EU van programma's voor
energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur VII
* Typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van
voertuigen met deze inrichtingen en motivering - openbare
beraadslaging VII
* Beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (stoffen die als
kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting zijn
ingedeeld - c/m/r) - openbare beraadslaging VII
* Gebruik van biobrandstoffen in het vervoer VIII
benoemingen
* Comité van de Regio's VIII
transparantie
* Jaarverslag over de toegang van het publiek tot documenten VIII
* Toegang van het publiek tot Raadsdocumenten VIII
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als
volgt vertegenwoordigd:
België:
mevrouw Annemie NEYTS-UTTENBROEK
de heer José HAPPART
mevrouw Vera DUA
minister, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, en belast
met Landbouw
minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden (Waals Gewest
minister van Leefmilieu en Landbouw (Vlaams Gewest)
Denemarken:
mevrouw Mariann FISCHER BOEL
de heer Poul OTTOSEN
minister van Voedselvoorziening, Landbouw en Visserij
staatssecretaris, ministerie van Voedselvoorziening, Landbouw en
Visserij
Duitsland:
mevrouw Renate KÜNAST minister van Consumentenbescherming,
Voedselvoorziening en Landbouw
Griekenland:
de heer Georgios DRYS
de heer Andreas KORAKAS
minister van Landbouw
secretaris-generaal, ministerie van Landbouw
Spanje:
de heer Miguel ARIAS CAÑETE minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening
Frankrijk:
de heer Hervé GAYMARD minister van Landbouw, Voedselzaken, Visserij en
Plattelandszaken
Ierland:
de heer Joe WALSH minister van Landbouw en Voedselvoorziening
Italië:
de heer Giovanni ALEMANNO minister van Land- en Bosbouw
Luxemburg:
de heer Fernand BODEN minister van Land- en Wijnbouw en
Plattelandsontwikkeling
Nederland:
de heer Cees VEERMAN minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Oostenrijk:
de heer Joseph PRÖLL minister van Land- en Bosbouw, Milieubeheer en
Waterhuishouding
Portugal:
de heer Armando SEVINATE PINTO minister van Landbouw,
Plattelandsontwikkeling en Visserij
Finland:
de heer Jari KOSKINEN minister van Land- en Bosbouw
Zweden:
mevrouw Ann-Christin NYKVIST minister van Landbouw, Voedselvoorziening
en Visserij
Verenigd Koninkrijk:
mevrouw Margaret BECKETT
de heer Eliott MORLEY
de heer Ross FINNIE
de heer Michael GERMAN
minister van Milieubeheer, Voedselvoorziening en Plattelandszaken
staatssecretaris van Milieubeheer, Voedselvoorziening en
Plattelandszaken
minister van Milieubeheer en Plattelandsontwikkeling (Schotse
Regering)
vice-eerste-minister en minister van Economische Ontwikkeling (Welshe
Assemblee)
* * *
Commissie:
de heer Franz FISCHLER
de heer David BYRNE
Lid
Lid
BESPROKEN PUNTEN
voedselveiligheid
levensmiddelenhygiëne
De Raad nam nota van het voortgangsverslag over het voorstel voor een
verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende
vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de
officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten
van dierlijke oorsprong in document 7520/03 en kwam overeen het Comité
van permanente vertegenwoordigers te verzoeken het dossier verder te
behandelen in afwachting van het advies van het Europees Parlement,
dat in mei 2003 verwacht wordt.
De voornaamste openstaande punten die op politiek niveau moeten worden
opgelost voordat verder naar een akkoord kan worden toegewerkt, werden
door Commissielid BYRNE als volgt toegelicht:
* verband met de algemene controlevoorschriften: het voorstel bevat
specifieke voorschriften, vooral wat controle en invoer betreft,
die van toepassing zijn op alle producten van dierlijke oorsprong;
het zal van toepassing zijn naast het voorstel inzake officiële
controles van diervoeders en levensmiddelen;
* verdeling van de verantwoordelijkheden: wat de rol van
respectievelijk de officiële dierenarts en de officiële
assistenten bij specifieke taken in slachthuizen betreft, zei
Commissielid BYRNE dat officiële assistenten in sommige situaties
kunnen werken zonder dat een officiële dierenarts permanent
aanwezig is; dit moet per geval worden bekeken en ook moet een
risicobeoordeling worden gemaakt;
* uitvoering van vleeskeuringstaken door personeel van het bedrijf:
Commissielid BYRNE herhaalde dat in eerste instantie de
exploitanten van levensmiddelenbedrijven verantwoordelijk zijn
voor de veiligheid van hun producten en dat zij sommige
keuringstaken moeten kunnen uitvoeren. Hij merkte op dat
dergelijke controles door exploitanten van levensmiddelenbedrijven
reeds met succes worden toegepast in de pluimveesector en stelde
voor om deze praktijk uit te breiden tot andere sectoren, mits
wordt voldaan aan de veiligheidsvoorschriften en een en ander
gebeurt onder permanent toezicht van een officiële dierenarts.
Dit voorstel (10987/02) is een gewijzigde versie van het
oorspronkelijke voorstel dat de Commissie in juli 2000 had ingediend.
Het voorstel betreft hoofdzakelijk de officiële controles van vers
vlees en levende tweekleppige weekdieren. Het zou door de nieuwe
wetenschappelijke informatie de mogelijkheid bieden om bij de
organisatie van de vleeskeuring meer rekening te houden met de gevaren
die de menselijke gezondheid vandaag de dag bedreigen, hetgeen de
keuring meer wetenschappelijk gefundeerd en risicogericht maakt. De
Raad nam in november 2002 kennis van een eerste stand van zaken
betreffende dit dossier (14350/02).
mond- en klauwzeer
De Raad nam nota van de aanzienlijke vorderingen die op technisch
niveau zijn gemaakt met het voorstel voor een richtlijn van de Raad
tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van
mond- en klauwzeer (zie 7898/03) en wisselde van gedachten over enkele
kernpunten van dit dossier. De Raad draagt het Comité van permanente
vertegenwoordigers op actief verder te blijven werken in het licht van
de huidige besprekingen, opdat een besluit kan worden genomen over het
dossier zodra het Europees Parlement advies heeft uitgebracht.
De Raad werd verzocht zich over twee punten te buigen:
* verscheidene delegaties hadden bedenkingen bij de erkenning door
derde landen van de nieuwe aanpak van het richtlijnvoorstel, dat
de rol van noodvaccinatie en het beginsel van regionalisatie
benadrukt; volgens sommige delegaties moet de in dit voorstel
aangekaarte nieuwe vaccinatiestrategie eerst worden geaccepteerd
door de belangrijkste handelspartners buiten de Europese Unie
voordat zij wordt aangenomen. Andere delegaties vonden dat
onderhandelingen met derde landen geen hinderpaal mogen vormen
voor de vorderingen tijdens de bespreking van het voorstel in de
Raad. Commissielid BYRNE zei dat het Internationaal Bureau voor
besmettelijke veeziekten (IOE) weliswaar op internationaal niveau
heeft besloten tot regionalisatie, maar dat de Commissie niet kan
garanderen dat regionalisatie en andere controlemaatregelen,
waaronder noodvaccinatie, door alle derde landen zal worden
geaccepteerd.
* De delegaties stelden ook de kwestie van de financiële
consequenties, zowel de directe, zoals de preventieve vaccinatie
van dieren, als de indirecte, zoals de afzet van van gevaccineerde
dieren afkomstige producten aan de orde. In verband hiermee vroeg
een aantal delegaties om een nieuwe definitie van de taken van het
bij Beschikking 90/424/EEG ingestelde Veterinair Fonds, wat een
deel van de kosten van de vaccinatieprocedure kan meebrengen,
terwijl andere benadrukten dat de communautaire uitgaven tot de
huidige taken beperkt moeten worden, maar aanvaardden dat de
indirecte kosten door marktondersteunende maatregelen zouden
kunnen worden gedekt; Commissielid BYRNE benadrukte dat
Beschikking 90/424/EEG van de Raad betreffende bepaalde uitgaven
op veterinair gebied niet behoeft te worden herzien.
Dit voorstel werd door Commissielid BYRNE tijdens de Raadszitting van 27 januari ingediend (5433/03). Het voorstel werd in grote lijnen gunstig onthaald door een zeer ruime meerderheid van de delegaties.
Het voorstel is erop gericht geharmoniseerde bepalingen vast te
stellen voor communautaire maatregelen, om:
- MKZ bij een uitbraak te bestrijden, door de vaststelling van
minimale gemeenschappelijke maatregelen voor de lidstaten - die
moeten worden getroffen wanneer de aanwezigheid van mond- en
klauwzeer wordt vermoed, en de lidstaten meer soepelheid te bieden
om strengere voorschriften vast te stellen.
- de paraatheid van de lidstaten te verbeteren bij een mogelijke
uitbraak van MKZ door meer bepaald de rol van noodvaccinaties te
versterken.
Het nieuwe voorstel verstrekt meer details over de maatregelen die
moeten worden genomen bij een uitbraak en verleent een hoofdrol aan
noodvaccinaties om de massale slachting van dieren te voorkomen in het
kader van de bestrijdingsmaatregelen. Wanneer er een uitbraak van MKZ
wordt vermoed, dienen verscheidene maatregelen te worden genomen zoals
het tellen van de dieren van het verdachte besmette bedrijf door de
bevoegde autoriteit, het verbod op verplaatsingen naar en vanuit het
bedrijf, en de instelling van een gemeenschappelijke bank voor vaccins
en antigenen. Wanneer de uitbraak van MKZ wordt bevestigd omvatten de
maatregelen ook het ter plaatse doden van ziektegevoelige dieren,
ontsmettingsprocedures en het traceren van stoffen en producten die
zijn verkregen van of in contact zijn geweest met verdachte dieren. De
voorwaarden voor het starten van noodvaccinaties zijn onder meer
gebaseerd op het potentiële risico dat de uitbraak van MKZ in een
regio van de EU naar een andere regio kan overslaan, wegens de
geografische situatie of weersomstandigheden.
visserij
communautair visserijbeheer
De Raad nam nota van de presentatie door de Commissie van een
mededeling inzake de verbetering van het wetenschappelijk en technisch
advies ten behoeve van het communautaire visserijbeheer (2)
.
Commissielid FISCHLER benadrukte dat het nieuwe gemeenschappelijk
visserijbeleid een solide wetenschappelijke basis moet hebben en wees
erop dat het van belang is dat het Wetenschappelijk, Technisch en
Economisch Comité voor de visserij (WTECV) de nodige middelen krijgt
voor proefprojecten. Hij merkte op de Commissie binnenkort een reeks
voorstellen zal indienen met betrekking tot deze mededeling.
De mededeling van de Commissie richt zich op twee manieren om de
huidige situatie te verbeteren, namelijk door reorganisatie van de
adviesverlening en het besteden van meer middelen aan het verkrijgen
van wetenschappelijk advies, met name via budgettaire middelen ten
belope van 2,3 miljoen euro, en ruwweg 4 miljoen euro voor 2004, ter
financiering van proefprojecten voor de ondersteuning van de nationale
wetenschappelijke vermogens en voor het inzetten van meer
wetenschappelijke experts. Later dit jaar zullen voorstellen voor de
volgende drie jaar worden gedaan.
herstelbestanden kabeljauw
De Raad bereikte een politiek akkoord over het voorstel voor een
verordening van de Raad tot wijziging van bijlage XVII van Verordening
(EG) nr. 2371/2002 van de Raad betreffende TAC's en quota voor 2003.
De verordening zal op 10 april 2003 formeel worden aangenomen via de
schriftelijke procedure.
landbouw
hervorming glb: een beleidsperspectief op lange termijn voor duurzame
landbouw
De Raad hield een politieke gedachtewisseling, gebaseerd op een
vragenlijst van het voorzitterschap en de Commissievoorstellen inzake
horizontale maatregelen en gedroogde voedergewassen. De Raad heeft nu
zijn eerste bespreking van de Commissievoorstellen voor de hervorming
van het GLB afgerond.
Het voorzitterschap zal nu de situatie analyseren en overleg plegen
met de Commissie alvorens een besluit te nemen over de volgende
stappen die moeten worden genomen. De Raad ziet uit naar het advies
van het Europees Parlement en het voorzitterschap zal alles in het
werk stellen om deze onderhandelingen voor het eind van dit halfjaar
met succes af te ronden.
wereldhandelsorganisatie - nadere bepalingen voor onderhandelingen
over de landbouw
De Raad nam nota van de informatie en de opmerkingen van Commissielid
FISCHLER over de stand van zaken betreffende de WTO-gesprekken op
landbouwgebied en de opmerkingen van alle delegaties hierover.
italiaanse staatssteun
De Raad nam unaniem de beschikking aan die de Italiaanse overheid in
staat stelt om nationale steun te verlenen overeenkomstig artikel 88,
lid 2, derde alinea, van het Verdrag, als vermeld in document 7091/03,
en gaf opdracht de beschikking bekend te maken. De Deense, de
Nederlandse, de Spaanse en de Zweedse delegatie onderhielden zich van
stemming. (3)
Doel van deze steun was de financiële insolventie te compenseren van
bij coöperaties aangesloten producenten die vóór 1993 op hun eigen
producten garanties gaven. Een gedeelte van deze steun ( 118.785.086,
79) zou worden verleend krachtens de Italiaanse nationale wetgeving,
en het resterende gedeelte ( 80.165.000) zou worden verleend krachtens
de regionale wetgeving van Sicilië.
diversen
vogelpest in nederland
De Nederlandse delegatie vestigde de aandacht van de Raad en de
Commissie op de huidige situatie wat betreft de verspreiding van
vogelpest in Nederland sedert 17 maart 2003. De Nederlandse delegatie
gaf aan dat onlangs in het zuiden van Nederland, dichtbij de Belgische
en de Duitse grens, verscheidene andere gevallen van besmette
pluimveebedrijven aan het licht zijn gekomen en somde een lijst van
maatregelen op die zijn genomen om de besmetting te beperken, zoals de
instelling van bufferzones rond de betrokken gebieden waar alle
pluimveebedrijven zijn geruimd, het massaal slachten van pluimvee in
de betrokken bedrijven en gebieden, de controle op het transport van
dieren, inclusief vee. De Nederlandse delegatie vermeldde ook dat zij
een beroep heeft gedaan op het leger om de toegang tot de wegen die
naar de pluimveebedrijven in de betrokken gebieden leiden, te
controleren.
De Belgische delegatie liet weten dat zij preventieve maatregelen
heeft genomen om besmetting van Belgische pluimveebedrijven te
voorkomen, zoals beperkingen op het vervoer in gebieden dichtbij de
Nederlandse grens. De Belgische delegatie vroeg om strikte naleving
door derde landen - met name Bulgarije, aangezien dit land invoer uit
België leek te blokkeren - van Beschikking 2003/187/EG van 18 maart
2003 houdende intrekking van Beschikking 2003/173/EG tot vaststelling
van beschermende maatregelen in verband met een sterk vermoeden van
besmetting met aviaire influenza in België.
De Duitse delegatie gaf aan dat bedrijven die handel drijven tussen
Duitsland en Nederland onder streng toezicht van de autoriteiten staan
en benadrukte de aanzienlijke financiële consequenties van vogelpest
voor pluimveehouders.
Commissielid BYRNE was ingenomen met de gezamenlijke inspanningen van
de Nederlandse autoriteiten en de Commissiediensten. Hij merkte op
dat, hoewel de ziekte tot 4 april goed leek te zijn ingedamd in de
Gelderse Vallei, een centrale regio in Nederland, vermoedens zijn
gerezen over besmette kalkoenbedrijven in Limburg, dichtbij de Duitse
en de Belgische grens. Hij memoreerde dat het Permanent Comité voor de
voedselketen en de diergezondheid vijf keer over deze zaak heeft
vergaderd en liet weten dat zijn instelling het nodige zou doen om het
verbod op invoer uit een groot deel van de EU door derde landen te
beperken.
nitrofuran in portugal
De Portugese delegatie vestigde de aandacht van de Raad en de
Commissie op de actie die is ondernomen om het illegale gebruik van
furaltadone op te sporen en te bestrijden (8167/03). De Portugese
delegatie memoreerde dat zij, nadat furaltadone in pluimvee was
aangetroffen, een actieplan heeft uitgevoerd en dat uit de resultaten
van de monsters die naar verschillende laboratoria en Europol waren
gestuurd, blijkt dat het residugehalte aanzienlijk is gedaald. De
Portugese delegatie merkte ook op dat nitrofuran tot nu toe niet is
aangetroffen in konijnen of aquacultuurproducten en dat het
consumentenvertrouwen zich snel aan het herstellen is.
Commissielid BYRNE herhaalde zijn verzoek aan alle lidstaten om beter
toezicht te houden op de naleving van de communautaire regels inzake
residuen en ze beter toe te passen. Hij drong er bij alle lidstaten op
aan om volledig gebruik te maken van het Rapid Alert System for Food
and Feed met het oog op het verstrekken van betrouwbare informatie.
Hij dankte de lidstaten omdat zij de resultaten van de
nitrofuran-tests aan de Commissie hebben toegestuurd nadat daarom was
verzocht en merkte op dat uit het toegenomen aantal monsters dat in
2002 is genomen, blijkt dat de belangstelling van de lidstaten voor
het testen op nitrofuran is toegenomen.
Furaltadone is een nitrofuran. Verordening (EG) nr. 2377/90 verbiedt
de toediening van dergelijke stoffen aan voedselproducerende dieren
omdat het onmogelijk is om een veilige maximumgrens voor residuen vast
te stellen.
noodmaatregelen voor oostzeekabeljauw
De Commissie bracht de Raad op de hoogte van haar voornemen om
noodmaatregelen te nemen om de trawlvisserij op kabeljauw en platvis
in de Oostzee te verbieden voor de periode van medio april tot eind
mei 2003 (begin van het verbod op kabeljauwvisserij) om de
selectiviteit in de trawlvisserij te verbeteren.
De Zweedse, de Duitse en de Deense delegatie hadden bedenkingen bij het feit dat voor maaswijdte nog steeds de diagonale lengte wordt gebruikt, die vangsten van jonge vis mogelijk zou maken.
frans initiatief voor landen TEN ZUIDEN VAN DE sahara
De Spaanse delegatie vestigde de aandacht van de Raad en de Commissie
op de geraamde effecten van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid ten
behoeve van landen ten zuiden van de Sahara voorgestelde
handelsinitiatieven (8033/03).
De Spaanse delegatie uitte haar zorg over de mogelijke toename van de
invoer van gevoelige producten in de Gemeenschap, met name bananen,
rijst en suiker, en vroeg de Commissie om gegevens te verstrekken over
het potentiële effect van dit initiatief op die producten.
De Franse delegatie wees de Raad erop dat dit initiatief was besproken in verscheidene werkgroepen, waaronder het Comité van artikel 133 op 4 april, en wees er ook op dat de Europese Gemeenschap bij dergelijke initiatieven op internationaal vlak het voortouw moet nemen.
Commissielid FISCHLER, die het Franse initiatief toejuichte, gaf aan
dat het, op basis van een Commissievoorstel, zou worden bestudeerd in
het kader van de G8.
Hij maakte de volgende opmerkingen:
* inzake markttoegang: doel is, om één enkele voorkeursbehandeling
voor die landen in te stellen, gebaseerd op verlaging van de
douanetarieven en vereenvoudiging van de regels van oorsprong; hij
merkte op dat de EU reeds de belangrijkste invoerder is van
producten uit deze landen;
* over exportsteun: het Franse initiatief had tot doel een
moratorium op alle vormen van exportsteun in te stellen tot de
Doha-onderhandelingen zijn afgerond;
* over de verschillende manieren om de schommelingen in de
grondstoffenprijzen te beperken: aangezien het om een complexe
aangelegenheid gaat, is meer duidelijkheid nodig voordat er
voorstellen worden ingediend.
bescherming van bossen
De Oostenrijkse delegatie verstrekte de Raad informatie over de vierde
ministeriële conferentie over de bescherming van de bossen in Europa
die van 28 tot en met 30 april 2003 in Wenen, Oostenrijk zal
plaatsvinden. Doel van de "ministeriële conferentie over de
bescherming van de bossen in Europa", die in Straatsburg (1990) werd
opgezet als een regionaal beleidsproces en een vervolg kreeg in
Helsinki (1993) en Lissabon (1998), is de bescherming van de Europese
bossen te bevorderen en hun duurzaam beheer verder te versterken. De
Oostenrijkse delegatie merkte op dat het bosbeleid deel moet gaan
uitmaken van een geïntegreerde aanpak en een langetermijnperspectief,
dat onder meer economische, ecologische en sociale doelstellingen
behelst.
Commissielid FISCHLER sprak zijn steun uit voor de politieke
vorderingen die in die sector zijn gemaakt en benadrukte het belang
van bepalingen over bosbouw op communautair niveau binnen de
verordeningen inzake plattelandsontwikkeling.
Met het oog op de deelneming van Commissielid FISCHLER aan deze
conferentie zal de Commissie het corresponderende mandaat ter
goedkeuring voorleggen aan de Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen tijdens de zitting van 14/15 april 2003. Door dit mandaat
zal Commissielid FISCHLER ook namens de Europese Gemeenschap en samen
met de lidstaten de algemene verklaring en de vijf resoluties die
eventueel op deze conferentie zullen worden aangenomen, kunnen
ondertekenen.
euromediterrane conferentie over visserij en landbouw
De Italiaanse delegatie verstrekte de Raad informatie over de Euromediterrane conferentie over visserij en landbouw die op 25 en 26 november 2003 (visserij) en 27 november (landbouw) zal plaatsvinden in Venetië . De Italiaanse delegatie, met steun van de Spaanse en de Griekse delegatie, benadrukte de behoefte aan een alomvattende aanpak van de Gemeenschap van mediterrane aspecten in landbouw en visserij.
De Griekse delegatie zei dat op 19 en 20 juni 2003 in Thessaloniki een conferentie over visserijkwesties zal plaatsvinden.
Commissielid FISCHLER ondersteunde dit initiatief van de Italiaanse
delegatie en beklemtoonde dat de mediterrane landen het met name eens
moeten worden over kwaliteitsproducten en etiketteringskwesties. Hij
wees deze delegatie erop dat bij de Commissie het Directoraat-Generaal
Externe Betrekkingen bevoegd is voor algemene steun aan de mediterrane
landen.
METEOROLOGISCHE SITUATIE in griekenland - schade in de landbouwsector
De Griekse delegatie verstrekte de Raad en de Commissie informatie
over de recente, uitzonderlijk slechte weersomstandigheden in
Griekenland, die massale schade veroorzaakt heeft in Midden- en
Noord-Griekenland. De Griekse delegatie wees op de schade in de
landbouwsector, en zei dat zij bij de Commissie een verzoek zal
indienen voor toestemming om de producenten te compenseren voor de
geleden verliezen.
Commissielid FISCHLER merkte op dat zijn instelling deze kwestie zal
bestuderen zodra zij specifieke gegevens over de situatie heeft
ontvangen, die zij in detail zal bestuderen.
onderhandelingen met DE VS en canada over wijn
Commissielid FISCHLER verstrekte de Raad informatie over de stand van
zaken in verband met de onderhandelingen over een overeenkomst inzake
wijn met de VS en een overeenkomst inzake wijn en gedistilleerde
dranken met Canada. Wat Canada betreft, vermeldde hij dat de
ontwerp-overeenkomst een aantal voordelen bood, met name met
betrekking tot het feit dat Canada een eind zal maken aan het gebruik
van bepaalde benamingen, de bescherming van geografische benamingen,
een positieve lijst van oenologische praktijken en een lijst van
verboden praktijken. Hij wees op de op handen zijnde WTO-zaak
betreffende beschermde Europese geografische benamingen en beval de
Raad aan snel een besluit te nemen over de ontwerp-overeenkomst. Wat
de Verenigde Staten van Amerika betreft, merkte hij op dat bij de
onderhandelingen over oenologische praktijken en de uitvoering van
Europese etiketteringsvoorschriften weinig vorderingen zijn gemaakt.
Voorts benadrukte hij dat een breder debat moet worden gevoerd over
mogelijke wijzigingen in het Internationaal Wijnbureau (OIV) om zijn
rol als het geschikte internationale forum om de specifieke problemen
van de wijnsector aan te pakken, te verstevigen.
De Spaanse, de Franse en de Portugese delegatie uitten hun bezorgdheid over de richting die de bilaterale akkoorden zijn uitgegaan.
ZONDER DEBAT GOEDGEKEURDE PUNTEN
landbouw
Geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen*
(Doc. 7997/03+add 1 - doc. 7931/03)
De Raad heeft, met gekwalificeerde meerderheid, een tegenstem van de
Deense delegatie en een onthouding van de Britse delegatie, een
verordening aangenomen houdende wijziging van Verordening (EG) nr.
2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en
oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen.
Het oorspronkelijke voorstel, dat gebaseerd is op artikel 37 van het Verdrag, werd in maart 2002 bij de Raad ingediend. De aangenomen Verordening bepaalt dat mineraalwater en bronwater na een overgangsperiode van tien jaar - in plaats van vijf jaar in het oorspronkelijke voorstel - niet meer binnen de werkingssfeer van de verordening vallen, met een geleidelijke afbouw. Zij omvat nieuwe producten zoals mosterd, pasta, wol, en wilgentenen en een vaste regeling voor het beëindigen van het naast elkaar bestaan van geregistreerde benamingen en een identieke geografische benaming na een periode van vijftien jaar. Er is een mogelijkheid opgenomen voor producentengroepen om in hun productdossier aan te geven dat verpakking alleen mag plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied. Op verzoek van de Italiaanse delegatie is een verklaring toegevoegd betreffende het gevaar van strijdigheid van de voorschriften betreffende de registratie van de plantenrassen met die betreffende de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen.
Ethylalcohol
(Doc. 8025/03+add j - doc. 8008/03)
De Raad heeft, met gekwalificeerde meerderheid en een tegenstem van de
Italiaanse delegatie, een verordening aangenomen tot vaststelling van
specifieke maatregelen betreffende de markt voor ethylalcohol uit
landbouwproducten. Het oorspronkelijke voorstel, dat gebaseerd is op
de artikelen 36 en 37 van het Verdrag, werd in februari 2001 bij de
Raad ingediend. De belangrijkste doelstellingen van dit voorstel zijn
de marktinformatie uit te breiden, de handelsstromen te bewaken en een
forum te creëren voor gedachtewisselingen en de voorbereiding van
eventuele besluitvorming. De aangenomen verordening omvat met name een
bepaling over nationale steun waarop toezicht wordt gehouden door de
Commissie (artikel 10 van de verordening) krachtens welke Duitsland
nog zeven jaar steun mag verlenen aan zijn alcoholproducenten. Het
bedrag van verleende steun per jaar mag niet hoger zijn dan het bedrag
van de in 2002 verleende steun. Er is een verklaring toegevoegd
betreffende de mogelijkheid voor Duitsland om vijf gelijke tranches
compenserende steun te verlenen aan een distilleerder die het
monopolie vrijwillig verlaat.
visserij
Statistische registratie
(Doc. 7528/03+add - doc. 7534/03+add 1)
De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid de verordening
aangenomen tot invoering in de Gemeenschap van een regeling voor
statistische registratie van blauwvintonijn, zwaardvis en
grootoogtonijn. Het oorspronkelijke voorstel, dat gebaseerd is op
artikel 37 van het Verdrag, werd in augustus 2002 bij de Raad
ingediend. De Internationale Commissie heeft aanbevelingen opgesteld
voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische oceaan
(ICCAT) betreffende de invoering van programma's voor een statistisch
document voor grootoogtonijn en Atlantische zwaardvis. Het verdrag,
dat een kader schept voor de instandhouding en het beheer van
tonijnachtigen en verwante soorten in de Atlantische oceaan en de
aangrenzende zeeën, werd onlangs aangenomen. De Gemeenschap moet nu
die aanbevelingen en dit verdrag, die juridisch bindend zijn voor de
partijen, implementeren. De vastgestelde maatregelen zijn gericht op
de regulering van grootoogtonijn- en zwaardvisbestanden, de
verbetering van de kwaliteit en de betrouwbaarheid van statistische
gegevens en het tegengaan van de uitbreiding van illegale
visserijactiviteiten. De maatregelen betreffende blauwvintonijn, die
reeds onderdeel zijn van de communautaire wetgeving, zijn nu opgenomen
in de bepalingen inzake grootoogtonijn en zwaardvis.
Documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus spp.
(doc. 7127/1/03 - doc. 7129/03)
De Raad heeft een verordening aangenomen houdende wijziging van
Verordening (EG) nr. 1035/2001 tot invoering van een
documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus ssp. De
verordening houdt thans rekening met de wijzigingen die zijn ingevoerd
door de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in
de Antarctische wateren (CCAMLR), onder andere om onjuiste aangiften
te voorkomen en de controle op de uitvoer te verbeteren, en een
procedure in te stellen voor de verkoop of de opruiming van in beslag
genomen en verbeurde vangsten.
Teruggooi van vis - Conclusies van de Raad
(Doc. 6698/3/03 rev 3 - doc. 8095/03 + add 1)
De Raad heeft de conclusies aangenomen over de mededeling van de
Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake een actieplan
van de Gemeenschap om de teruggooi van vis te beperken.
1. Is ingenomen met de mededeling van de Commissie aan de Raad en het
Europees Parlement betreffende een actieplan van de Gemeenschap om
de teruggooi van vis te beperken (4)
.
2. Herinnert eraan dat in de mededeling van de Commissie tot
vaststelling van een actieplan van de Gemeenschap om
milieubeschermingseisen in het gemeenschappelijk visserijbeleid
(GVB) te integreren (5)
teruggooi, toevallige bijvangsten en het effect op habitats
specifiek worden omschreven als problemen die moeten worden
aangepakt, en dat de Commissie in die mededeling heeft toegezegd
een actieplan voor teruggooi te zullen opstellen.
3. Neemt nota van de biologische en economische impact van
teruggooi, alsmede van de gevolgen voor de beoordelingen van de
bestanden en het visserijbeheer en erkent dat deze zich in alle
visserijtakken in de wateren van de Gemeenschap voordoen.
4. Neemt er nota van dat binnen het in de onlangs aangenomen
Verordening nr. 2371/2002 van de Raad inzake de instandhouding en de
duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het GVB
vastgestelde kader de mogelijkheid om nieuwe beheersmaatregelen aan te
nemen, met name inzake meerjarig beheer en meersoortenbeheer alsmede
herstelplannen en, indien nodig in het kader van deze plannen,
beperkingen van de visserij-inspanning, bijdragen tot betere
exploitatiepatronen en derhalve tot een vermindering van de teruggooi
van vissoorten waarvoor de quota of de vastgestelde
samenstellingspercentages overschreden zijn.
5. Neemt er nota van dat de Commissie onlangs een voorstel heeft
ingediend tot consolidering van de verordening van de Raad voor de
instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor
de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (6)
en stemt ermee in dat technische maatregelen een belangrijke rol
vervullen in de vermindering van de bijvangst van jonge vis en
niet-doelsoorten. In deze context wijst hij ook op het belang van
de samenhang tussen de verschillende juridische maatregelen.
6. Is ingenomen met de algehele aanpak van de Commissie ter
beperking van de teruggooi en neemt nota van het belang van een
algemene verbetering van de toestand van de visbestanden bij het
bereiken van deze doelstelling.
7. Stemt ermee in dat het beheer van de teruggooi een belangrijke
stap vormt in de richting van duurzame visserij en dat een
alomvattende en samenhangende oplossing moet bestaan in een
passende combinatie van technische maatregelen en beheer van
vangstbeperkingen en, waar nodig, van de visserij-inspanning.
8. Benadrukt dat alle betrokken partijen, met inbegrip van de
nationale beheersautoriteiten, meer steun moeten verlenen aan de
verzameling en de volledige transparantie van de kwantitatieve
teruggooigegevens en dat beheerders, wetenschappers en
belanghebbenden, met name de industrie, nauw moeten samenwerken.
De Raad onderstreept het belang van deze samenwerking en verzoekt
de Commissie strategieën en concrete acties uit te werken om de
visserijsector ertoe aan te zetten actief deel te nemen aan de
inspanningen ter beperking van de teruggooi. Voorts spoort de Raad
de Commissie aan regelmatig ontmoetingen te organiseren tussen
beheerders, wetenschappers en industrie met het oog op de
verbetering van de kennis op dit gebied.
9. Verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk, afhankelijk van de
beschikbaarheid van wetenschappelijk advies, voorstellen in te
dienen voor het verder uitbouwen en verbeteren van de technische
maatregelen, waaronder een grotere selectiviteit, overeenkomstig
het in het actieplan van de Commissie vermelde tijdschema..
10. Is verheugd over het voornemen van de Commissie prioriteit te
geven aan het opzetten van proefprojecten in 2003 teneinde de
mogelijkheden na te gaan voor de beperking van de teruggooi
dankzij diverse maatregelen zoals nieuw vistuig, het vrijwillig
verlaten van de visgrond, onmiddellijke sluitingen,
teruggooiverbod, bijvangstquota, inspanningsbeheer en beter
gebruik van laagwaardige vis. Hij benadrukt in dit verband dat de
proefprojecten zo moeten worden gekozen dat zij een brede waaier
van visserijtakken bestrijken die verschillende soorten, in
verschillende gebieden in de gehele Gemeenschap en met
verschillende vangstmethoden omvatten. De Commissie wordt tevens
verzocht mogelijkheden te onderzoeken voor verdere innovatieve
beheersmaatregelen zoals economische en financiële
stimuleringsmaatregelen gericht op beperking van de teruggooi.
11. Verzoekt de Commissie regelmatig aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang.
externe betrekkingen
Betrekkingen met de ACS-landen - dekking van de kosten die de Europese
Investeringsbank maakt in verband met het beheer van de
Investeringsfaciliteit van de Overeenkomst van Cotonou*
(Doc. 5031/03)
De Raad heeft een beschikking aangenomen betreffende de dekking van de
kosten die de Europese Investeringsbank maakt in verband met het
beheer van de Investeringsfaciliteiten van de Overeenkomst van Cotonou
alsmede een beschikking betreffende de overzeese gebieden.
Betrekkingen met Bulgarije - Nieuwe wederzijdse landbouwconcessies
(Doc. 6232/03)
De Raad heeft een besluit aangenomen inzake de sluiting van een
protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de
Europaovereenkomst tussen de EU en Bulgarije.
Er waren twee onderhandelingsronden tussen de Commissie en de tien
geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa met het oog op het
instellen van nieuwe wederzijdse concessies voor landbouwproducten.
Wat Bulgarije betreft, werden de resultaten van deze onderhandelingen
uitgevoerd op 21 januari 2001 door middel van autonome
overgangsmaatregelen. Dit besluit beoogt deze resultaten op te nemen
in een protocol dat in de plaats zal komen van de autonome
maatregelen.
Overeenkomst tussen de EU en de Zwitserse Bondsstaat betreffende
sommige aspecten van overheidsopdrachten
(Doc. 6252/03)
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een besluit van het Gemengd
Comité EU-Zwitserland betreffende sommige aspecten van
overheidsopdrachten.
Overeenkomst tussen de EU en de Zwitserse Bondsstaat over het vrije
verkeer van personen
(Doc. 6223/1/03)
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een besluit van het Gemengd
Comité EU-Zwitserland over het vrije verkeer van personen.
Gemengd Comité van de EER
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan de besluiten van het
Gemengd Comité van de EER tot wijziging van het volgende:
- Bijlage XX (milieu) (doc. 6632/03)
- Bijlage VI (sociale zekerheid) (doc. 6638/03)
- Bijlage XII (vrij verkeer van kapitaal) (doc. 6664/03)
- Protocol 31 (samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier
vrijheden (doc. 6668/03)
ecofin
Besluit van de Raad betreffende de externe accountants van de Deutsche
Bundesbank
(Doc. 7352/02)
De Raad besloot om de PwC Deutsche Revision AG en Ernst & Young
Deutsche Allgemeine Treuhand AG te aanvaarden als de externe
accountants van de Deutsche Bundesbank met ingang van het boekjaar
2003 voor één jaar met de mogelijkheid tot verlenging.
Er wordt aan herinnerd dat volgens de statuten van het Europees
Stelsel van Centrale Banken en de Europese Centrale Bank (ECB) de
rekeningen van het ECB en de nationale centrale banken moeten worden
gecontroleerd door onafhankelijke externe accountants die worden
aanbevolen door de Raad van Bestuur van de ECB en goedgekeurd door de
Raad van de Europese Unie.
Verlenging van de ambtstermijn van de leden van het Comité van
toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)
(Doc. 7776/02)
De Raad besloot om van de ambtstermijn van de leden van het Comité van
toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) met
drie jaar te verlengen. Dit besluit treedt in werking op 1 augustus
2002.
justitie en binnenlandse zaken
Wijzigingen van het reglement voor de procesvoering van het Hof van
Justitie en het Gerecht van Eerste Aanleg naar aanleiding van de
inwerkingtreding van het Verdrag van Nice
De Raad heeft naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag
van Nice de tekst van de wijzigingen van het reglement voor de
procesvoering (doc. 7291/03) goedgekeurd.
De Raad heeft ook het reglement voor de procesvoering van het Gerecht
van eerste aanleg (doc. 7291/03) goedgekeurd.
EU-Oekraïne: centrale contactpunten voor de uitwisseling van
informatie over georganiseerde criminaliteit
De ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de Europese Unie
hebben overeenstemming bereikt over de tekst betreffende de aanwijzing
van centrale contactpunten voor de uitwisseling van informatie over
georganiseerde criminaliteit, die de komende dagen aan Oekraïne zal
worden voorgelegd.
concurrentievermogen
Coördinatie tussen de VS en de EU van programma's voor
energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur
(Doc. 7117/03)
De Raad heeft het Besluit betreffende de sluiting namens de Europese
Gemeenschap van de overeenkomst tussen de regering van de Verenigde
Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap over de coördinatie van
programma's voor energie-efficiëntie-etikettering voor
kantoorapparatuur aangenomen.
Typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen
met deze inrichtingen en motivering - openbare beraadslaging
(Doc. 10880/02)
De Raad heeft zijn gemeenschappelijk standpunt over het
richtlijnvoorstel betreffende de onderlinge aanpassing van de
wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van
inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze
inrichtingen unaniem aangenomen. De belangrijkste wijzigingen in het
Commissievoorstel betreffen de duur van de overgangsperiode en een
herschikking van de technische bijlagen.
Doel van de richtlijn is de veiligheid van verkeersdeelnemers te
vergroten door verplichte geharmoniseerde eisen in te voeren voor de
typegoedkeuring van onderdelen voor het indirecte gezichtsveld van
bestuurders van motorvoertuigen van categorie M (voor het vervoer van
personen bestemde voertuigen) en N (voor het vervoer van goederen
bestemde voertuigen) en de dode hoeken in de directe nabijheid van
voertuigen te beperken.
Beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde
gevaarlijke stoffen en preparaten (stoffen die als kankerverwekkend,
mutageen of vergiftig voor de voortplanting zijn ingedeeld - c/m/r) -
openbare beraadslaging
(Doc. 3606/03)
De Raad heeft overeenkomstig de gemeenschappelijke tekst die door het
Bemiddelingscomité op 17 maart 2003 werd goedgekeurd, de richtlijn
aangenomen tot drieëntwintigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van
de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen en van het
gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten.
De stoffen die worden ingedeeld als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting en in de bijlage zijn opgenomen, zullen worden toegevoegd aan de lijst in de Appendix (respectievelijk de punten 29, 30 en 31) van bijlage I bij Richtlijn 76/769/EEG.
Gebruik van biobrandstoffen in het vervoer
(Doc. 7133/03)
De Raad heeft op 12 maart 2003 de amendementen goedgekeurd die het
Europees Parlement in tweede lezing heeft ingediend op het
gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende het voorstel voor
een richtlijn ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen in
het vervoer.
Deze richtlijn heeft tot doel het gebruik te bevorderen van
biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen, waarmee in elke
lidstaat dieselolie of benzine voor vervoersdoeleinden moet worden
vervangen, teneinde bij te dragen tot de nakoming van de
verplichtingen op het gebied van klimaatverandering,
milieuvriendelijke voorzieningszekerheid en bevordering van
hernieuwbare energiebronnen.
benoemingen
Comité van de Regio's
De Raad heeft de volgende besluiten goedgekeurd houdende benoeming
van:
de heer OLIVAS MARTÍNEZ tot lid in het Comité van de Regio's ter
vervanging van de heer ZAPLANA HERNÁNDEZ-SORO voor de verdere duur van
diens ambtstermijn, d.w.z. tot en met 25 januari 2006 (doc. 7955/03);
de heer José Joaquin RIPOLL SERRANO, tot plaatsvervangend lid in het
Comité van de Regio's ter vervanging van de heer OLIVAS MARTÍNEZ voor
de verdere duur van diens ambtstermijn, d.w.z. tot en met 25 januari
2006 (doc. 7956/03).
transparantie
Jaarverslag over de toegang van het publiek tot documenten
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan het eerste jaarverslag over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.
(doc. 7957/03)
Toegang van het publiek tot Raadsdocumenten
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een antwoord op het
confirmatief verzoek van de heer Jelle van BUUREN (1/03) (met een
tegenstem van de Belgische, de Griekse, de Portugese, de Zweedse, de
Finse en de Deense delegatie) (doc. 7026/03 ).
---
(1)
?Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft
aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De
aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.?De documenten
waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite
van de Raad HYPERLINK
"http://register.consilium.eu.int/scripts/utfregisterDir/WebDriver.exe
?MIval=advanced&MIlang=EN&fc=REGAISEN&srm=5&ssf=&mt=128&md=100"http://
ue.eu.int.?Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de
Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn
aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de
bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de
Persdienst.
(2)
PB C 47 van 27.2.2003
(3)
De Commissievertegenwoordiger legde de volgende verklaring af: "De
Commissie behoudt zich het recht voor om dit vraagstuk verder te
bestuderen en zo nodig maatregelen te treffen".
(4)
Doc. 14886/02 PECHE 210.
(5)
Doc. 9370/02 PECHE 85 ENV 282.
(6)
Doc. 15255/02 PECHE 232.