European Commission

C/03/82

Luxemburg, 8 april 2003 7434/03 (Presse 82)

2500e zitting van de Raad - LANDBOUW EN VISSERIJ - Luxemburg, 8 april 2003

Voorzitter: de heer Georgios DRYS, Minister van Landbouw van de Helleense Republiek

INHOUD (1)

DEELNEMERS 5

BESPROKEN PUNTEN

voedselveiligheid 6

levensmiddelenhygiëne 6

mond- en klauwzeer 6

visserij 8

communautair visserijbeheer 8

herstelbestanden kabeljauw 8

landbouw 8

hervorming glb: een beleidsperspectief op lange termijn voor duurzame landbouw 8

wereldhandelsorganisatie - nadere bepalingen voor onderhandelingen over de landbouw 9

italiaanse staatssteun 9

diversen 9

vogelpest in nederland 9

nitrofuran in portugal 10

noodmaatregelen voor oostzeekabeljauw 10

frans initiatief voor landen TEN ZUIDEN VAN DE sahara 11

bescherming van bossen 11

euromediterrane conferentie over visserij en landbouw 12

METEOROLOGISCHE SITUATIE in griekenland - schade in de landbouwsector 12

onderhandelingen met DE VS en canada over wijn 12

ZONDER DEBAT GOEDGEKEURDE PUNTEN

landbouw

* Geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen* I
* Ethylalcohol I

visserij

* Statistische registratie II

* Documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus spp. II
* (doc. 7127/1/03 - doc. 7129/03) II

* Teruggooi van vis - Conclusies van de Raad III
externe betrekkingen

* Betrekkingen met de ACS-landen - dekking van de kosten die de Europese Investeringsbank maakt in verband met het beheer van de Investeringsfaciliteit van de Overeenkomst van Cotonou* V
* Betrekkingen met Bulgarije - Nieuwe wederzijdse landbouwconcessies V

* Overeenkomst tussen de EU en de Zwitserse Bondsstaat betreffende sommige aspecten van overheidsopdrachten V

* Overeenkomst tussen de EU en de Zwitserse Bondsstaat over het vrije verkeer van personen V

* Gemengd Comité van de EER V

ecofin

* Besluit van de Raad betreffende de externe accountants van de Deutsche Bundesbank VI

* Verlenging van de ambtstermijn van de leden van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) VI

justitie en binnenlandse zaken

* Wijzigingen van het reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie en het Gerecht van Eerste Aanleg naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Nice VI
* EU-Oekraïne: centrale contactpunten voor de uitwisseling van informatie over georganiseerde criminaliteit VI

concurrentievermogen

* Coördinatie tussen de VS en de EU van programma's voor energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur VII
* Typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen en motivering - openbare beraadslaging VII

* Beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (stoffen die als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting zijn ingedeeld - c/m/r) - openbare beraadslaging VII
* Gebruik van biobrandstoffen in het vervoer VIII
benoemingen

* Comité van de Regio's VIII

transparantie

* Jaarverslag over de toegang van het publiek tot documenten VIII
* Toegang van het publiek tot Raadsdocumenten VIII
DEELNEMERS

De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:

België:
mevrouw Annemie NEYTS-UTTENBROEK

de heer José HAPPART

mevrouw Vera DUA
minister, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw

minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden (Waals Gewest

minister van Leefmilieu en Landbouw (Vlaams Gewest) Denemarken:
mevrouw Mariann FISCHER BOEL

de heer Poul OTTOSEN
minister van Voedselvoorziening, Landbouw en Visserij

staatssecretaris, ministerie van Voedselvoorziening, Landbouw en Visserij
Duitsland:
mevrouw Renate KÜNAST minister van Consumentenbescherming, Voedselvoorziening en Landbouw
Griekenland:
de heer Georgios DRYS

de heer Andreas KORAKAS
minister van Landbouw

secretaris-generaal, ministerie van Landbouw
Spanje:
de heer Miguel ARIAS CAÑETE minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening
Frankrijk:
de heer Hervé GAYMARD minister van Landbouw, Voedselzaken, Visserij en Plattelandszaken
Ierland:
de heer Joe WALSH minister van Landbouw en Voedselvoorziening Italië:
de heer Giovanni ALEMANNO minister van Land- en Bosbouw Luxemburg:
de heer Fernand BODEN minister van Land- en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling
Nederland:
de heer Cees VEERMAN minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Oostenrijk:
de heer Joseph PRÖLL minister van Land- en Bosbouw, Milieubeheer en Waterhuishouding
Portugal:
de heer Armando SEVINATE PINTO minister van Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Visserij
Finland:
de heer Jari KOSKINEN minister van Land- en Bosbouw Zweden:
mevrouw Ann-Christin NYKVIST minister van Landbouw, Voedselvoorziening en Visserij
Verenigd Koninkrijk:
mevrouw Margaret BECKETT

de heer Eliott MORLEY

de heer Ross FINNIE

de heer Michael GERMAN
minister van Milieubeheer, Voedselvoorziening en Plattelandszaken

staatssecretaris van Milieubeheer, Voedselvoorziening en Plattelandszaken

minister van Milieubeheer en Plattelandsontwikkeling (Schotse Regering)

vice-eerste-minister en minister van Economische Ontwikkeling (Welshe Assemblee)

* * *
Commissie:
de heer Franz FISCHLER

de heer David BYRNE
Lid

Lid

BESPROKEN PUNTEN

voedselveiligheid

levensmiddelenhygiëne

De Raad nam nota van het voortgangsverslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong in document 7520/03 en kwam overeen het Comité van permanente vertegenwoordigers te verzoeken het dossier verder te behandelen in afwachting van het advies van het Europees Parlement, dat in mei 2003 verwacht wordt.

De voornaamste openstaande punten die op politiek niveau moeten worden opgelost voordat verder naar een akkoord kan worden toegewerkt, werden door Commissielid BYRNE als volgt toegelicht:

* verband met de algemene controlevoorschriften: het voorstel bevat specifieke voorschriften, vooral wat controle en invoer betreft, die van toepassing zijn op alle producten van dierlijke oorsprong; het zal van toepassing zijn naast het voorstel inzake officiële controles van diervoeders en levensmiddelen;
* verdeling van de verantwoordelijkheden: wat de rol van respectievelijk de officiële dierenarts en de officiële assistenten bij specifieke taken in slachthuizen betreft, zei Commissielid BYRNE dat officiële assistenten in sommige situaties kunnen werken zonder dat een officiële dierenarts permanent aanwezig is; dit moet per geval worden bekeken en ook moet een risicobeoordeling worden gemaakt;

* uitvoering van vleeskeuringstaken door personeel van het bedrijf: Commissielid BYRNE herhaalde dat in eerste instantie de exploitanten van levensmiddelenbedrijven verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun producten en dat zij sommige keuringstaken moeten kunnen uitvoeren. Hij merkte op dat dergelijke controles door exploitanten van levensmiddelenbedrijven reeds met succes worden toegepast in de pluimveesector en stelde voor om deze praktijk uit te breiden tot andere sectoren, mits wordt voldaan aan de veiligheidsvoorschriften en een en ander gebeurt onder permanent toezicht van een officiële dierenarts.

Dit voorstel (10987/02) is een gewijzigde versie van het oorspronkelijke voorstel dat de Commissie in juli 2000 had ingediend. Het voorstel betreft hoofdzakelijk de officiële controles van vers vlees en levende tweekleppige weekdieren. Het zou door de nieuwe wetenschappelijke informatie de mogelijkheid bieden om bij de organisatie van de vleeskeuring meer rekening te houden met de gevaren die de menselijke gezondheid vandaag de dag bedreigen, hetgeen de keuring meer wetenschappelijk gefundeerd en risicogericht maakt. De Raad nam in november 2002 kennis van een eerste stand van zaken betreffende dit dossier (14350/02).

mond- en klauwzeer

De Raad nam nota van de aanzienlijke vorderingen die op technisch niveau zijn gemaakt met het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond- en klauwzeer (zie 7898/03) en wisselde van gedachten over enkele kernpunten van dit dossier. De Raad draagt het Comité van permanente vertegenwoordigers op actief verder te blijven werken in het licht van de huidige besprekingen, opdat een besluit kan worden genomen over het dossier zodra het Europees Parlement advies heeft uitgebracht.

De Raad werd verzocht zich over twee punten te buigen:
* verscheidene delegaties hadden bedenkingen bij de erkenning door derde landen van de nieuwe aanpak van het richtlijnvoorstel, dat de rol van noodvaccinatie en het beginsel van regionalisatie benadrukt; volgens sommige delegaties moet de in dit voorstel aangekaarte nieuwe vaccinatiestrategie eerst worden geaccepteerd door de belangrijkste handelspartners buiten de Europese Unie voordat zij wordt aangenomen. Andere delegaties vonden dat onderhandelingen met derde landen geen hinderpaal mogen vormen voor de vorderingen tijdens de bespreking van het voorstel in de Raad. Commissielid BYRNE zei dat het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (IOE) weliswaar op internationaal niveau heeft besloten tot regionalisatie, maar dat de Commissie niet kan garanderen dat regionalisatie en andere controlemaatregelen, waaronder noodvaccinatie, door alle derde landen zal worden geaccepteerd.

* De delegaties stelden ook de kwestie van de financiële consequenties, zowel de directe, zoals de preventieve vaccinatie van dieren, als de indirecte, zoals de afzet van van gevaccineerde dieren afkomstige producten aan de orde. In verband hiermee vroeg een aantal delegaties om een nieuwe definitie van de taken van het bij Beschikking 90/424/EEG ingestelde Veterinair Fonds, wat een deel van de kosten van de vaccinatieprocedure kan meebrengen, terwijl andere benadrukten dat de communautaire uitgaven tot de huidige taken beperkt moeten worden, maar aanvaardden dat de indirecte kosten door marktondersteunende maatregelen zouden kunnen worden gedekt; Commissielid BYRNE benadrukte dat Beschikking 90/424/EEG van de Raad betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied niet behoeft te worden herzien.

Dit voorstel werd door Commissielid BYRNE tijdens de Raadszitting van 27 januari ingediend (5433/03). Het voorstel werd in grote lijnen gunstig onthaald door een zeer ruime meerderheid van de delegaties.

Het voorstel is erop gericht geharmoniseerde bepalingen vast te stellen voor communautaire maatregelen, om:

- MKZ bij een uitbraak te bestrijden, door de vaststelling van minimale gemeenschappelijke maatregelen voor de lidstaten - die moeten worden getroffen wanneer de aanwezigheid van mond- en klauwzeer wordt vermoed, en de lidstaten meer soepelheid te bieden om strengere voorschriften vast te stellen.
- de paraatheid van de lidstaten te verbeteren bij een mogelijke uitbraak van MKZ door meer bepaald de rol van noodvaccinaties te versterken.

Het nieuwe voorstel verstrekt meer details over de maatregelen die moeten worden genomen bij een uitbraak en verleent een hoofdrol aan noodvaccinaties om de massale slachting van dieren te voorkomen in het kader van de bestrijdingsmaatregelen. Wanneer er een uitbraak van MKZ wordt vermoed, dienen verscheidene maatregelen te worden genomen zoals het tellen van de dieren van het verdachte besmette bedrijf door de bevoegde autoriteit, het verbod op verplaatsingen naar en vanuit het bedrijf, en de instelling van een gemeenschappelijke bank voor vaccins en antigenen. Wanneer de uitbraak van MKZ wordt bevestigd omvatten de maatregelen ook het ter plaatse doden van ziektegevoelige dieren, ontsmettingsprocedures en het traceren van stoffen en producten die zijn verkregen van of in contact zijn geweest met verdachte dieren. De voorwaarden voor het starten van noodvaccinaties zijn onder meer gebaseerd op het potentiële risico dat de uitbraak van MKZ in een regio van de EU naar een andere regio kan overslaan, wegens de geografische situatie of weersomstandigheden.

visserij

communautair visserijbeheer

De Raad nam nota van de presentatie door de Commissie van een mededeling inzake de verbetering van het wetenschappelijk en technisch advies ten behoeve van het communautaire visserijbeheer (2) .

Commissielid FISCHLER benadrukte dat het nieuwe gemeenschappelijk visserijbeleid een solide wetenschappelijke basis moet hebben en wees erop dat het van belang is dat het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) de nodige middelen krijgt voor proefprojecten. Hij merkte op de Commissie binnenkort een reeks voorstellen zal indienen met betrekking tot deze mededeling.

De mededeling van de Commissie richt zich op twee manieren om de huidige situatie te verbeteren, namelijk door reorganisatie van de adviesverlening en het besteden van meer middelen aan het verkrijgen van wetenschappelijk advies, met name via budgettaire middelen ten belope van 2,3 miljoen euro, en ruwweg 4 miljoen euro voor 2004, ter financiering van proefprojecten voor de ondersteuning van de nationale wetenschappelijke vermogens en voor het inzetten van meer wetenschappelijke experts. Later dit jaar zullen voorstellen voor de volgende drie jaar worden gedaan.

herstelbestanden kabeljauw

De Raad bereikte een politiek akkoord over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van bijlage XVII van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad betreffende TAC's en quota voor 2003. De verordening zal op 10 april 2003 formeel worden aangenomen via de schriftelijke procedure.

landbouw

hervorming glb: een beleidsperspectief op lange termijn voor duurzame landbouw

De Raad hield een politieke gedachtewisseling, gebaseerd op een vragenlijst van het voorzitterschap en de Commissievoorstellen inzake horizontale maatregelen en gedroogde voedergewassen. De Raad heeft nu zijn eerste bespreking van de Commissievoorstellen voor de hervorming van het GLB afgerond.

Het voorzitterschap zal nu de situatie analyseren en overleg plegen met de Commissie alvorens een besluit te nemen over de volgende stappen die moeten worden genomen. De Raad ziet uit naar het advies van het Europees Parlement en het voorzitterschap zal alles in het werk stellen om deze onderhandelingen voor het eind van dit halfjaar met succes af te ronden.

wereldhandelsorganisatie - nadere bepalingen voor onderhandelingen over de landbouw

De Raad nam nota van de informatie en de opmerkingen van Commissielid FISCHLER over de stand van zaken betreffende de WTO-gesprekken op landbouwgebied en de opmerkingen van alle delegaties hierover.

italiaanse staatssteun

De Raad nam unaniem de beschikking aan die de Italiaanse overheid in staat stelt om nationale steun te verlenen overeenkomstig artikel 88, lid 2, derde alinea, van het Verdrag, als vermeld in document 7091/03, en gaf opdracht de beschikking bekend te maken. De Deense, de Nederlandse, de Spaanse en de Zweedse delegatie onderhielden zich van stemming. (3)

Doel van deze steun was de financiële insolventie te compenseren van bij coöperaties aangesloten producenten die vóór 1993 op hun eigen producten garanties gaven. Een gedeelte van deze steun ( 118.785.086, 79) zou worden verleend krachtens de Italiaanse nationale wetgeving, en het resterende gedeelte ( 80.165.000) zou worden verleend krachtens de regionale wetgeving van Sicilië.

diversen

vogelpest in nederland

De Nederlandse delegatie vestigde de aandacht van de Raad en de Commissie op de huidige situatie wat betreft de verspreiding van vogelpest in Nederland sedert 17 maart 2003. De Nederlandse delegatie gaf aan dat onlangs in het zuiden van Nederland, dichtbij de Belgische en de Duitse grens, verscheidene andere gevallen van besmette pluimveebedrijven aan het licht zijn gekomen en somde een lijst van maatregelen op die zijn genomen om de besmetting te beperken, zoals de instelling van bufferzones rond de betrokken gebieden waar alle pluimveebedrijven zijn geruimd, het massaal slachten van pluimvee in de betrokken bedrijven en gebieden, de controle op het transport van dieren, inclusief vee. De Nederlandse delegatie vermeldde ook dat zij een beroep heeft gedaan op het leger om de toegang tot de wegen die naar de pluimveebedrijven in de betrokken gebieden leiden, te controleren.

De Belgische delegatie liet weten dat zij preventieve maatregelen heeft genomen om besmetting van Belgische pluimveebedrijven te voorkomen, zoals beperkingen op het vervoer in gebieden dichtbij de Nederlandse grens. De Belgische delegatie vroeg om strikte naleving door derde landen - met name Bulgarije, aangezien dit land invoer uit België leek te blokkeren - van Beschikking 2003/187/EG van 18 maart 2003 houdende intrekking van Beschikking 2003/173/EG tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met een sterk vermoeden van besmetting met aviaire influenza in België.

De Duitse delegatie gaf aan dat bedrijven die handel drijven tussen Duitsland en Nederland onder streng toezicht van de autoriteiten staan en benadrukte de aanzienlijke financiële consequenties van vogelpest voor pluimveehouders.

Commissielid BYRNE was ingenomen met de gezamenlijke inspanningen van de Nederlandse autoriteiten en de Commissiediensten. Hij merkte op dat, hoewel de ziekte tot 4 april goed leek te zijn ingedamd in de Gelderse Vallei, een centrale regio in Nederland, vermoedens zijn gerezen over besmette kalkoenbedrijven in Limburg, dichtbij de Duitse en de Belgische grens. Hij memoreerde dat het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid vijf keer over deze zaak heeft vergaderd en liet weten dat zijn instelling het nodige zou doen om het verbod op invoer uit een groot deel van de EU door derde landen te beperken.

nitrofuran in portugal

De Portugese delegatie vestigde de aandacht van de Raad en de Commissie op de actie die is ondernomen om het illegale gebruik van furaltadone op te sporen en te bestrijden (8167/03). De Portugese delegatie memoreerde dat zij, nadat furaltadone in pluimvee was aangetroffen, een actieplan heeft uitgevoerd en dat uit de resultaten van de monsters die naar verschillende laboratoria en Europol waren gestuurd, blijkt dat het residugehalte aanzienlijk is gedaald. De Portugese delegatie merkte ook op dat nitrofuran tot nu toe niet is aangetroffen in konijnen of aquacultuurproducten en dat het consumentenvertrouwen zich snel aan het herstellen is.

Commissielid BYRNE herhaalde zijn verzoek aan alle lidstaten om beter toezicht te houden op de naleving van de communautaire regels inzake residuen en ze beter toe te passen. Hij drong er bij alle lidstaten op aan om volledig gebruik te maken van het Rapid Alert System for Food and Feed met het oog op het verstrekken van betrouwbare informatie. Hij dankte de lidstaten omdat zij de resultaten van de nitrofuran-tests aan de Commissie hebben toegestuurd nadat daarom was verzocht en merkte op dat uit het toegenomen aantal monsters dat in 2002 is genomen, blijkt dat de belangstelling van de lidstaten voor het testen op nitrofuran is toegenomen.

Furaltadone is een nitrofuran. Verordening (EG) nr. 2377/90 verbiedt de toediening van dergelijke stoffen aan voedselproducerende dieren omdat het onmogelijk is om een veilige maximumgrens voor residuen vast te stellen.

noodmaatregelen voor oostzeekabeljauw

De Commissie bracht de Raad op de hoogte van haar voornemen om noodmaatregelen te nemen om de trawlvisserij op kabeljauw en platvis in de Oostzee te verbieden voor de periode van medio april tot eind mei 2003 (begin van het verbod op kabeljauwvisserij) om de selectiviteit in de trawlvisserij te verbeteren.

De Zweedse, de Duitse en de Deense delegatie hadden bedenkingen bij het feit dat voor maaswijdte nog steeds de diagonale lengte wordt gebruikt, die vangsten van jonge vis mogelijk zou maken.

frans initiatief voor landen TEN ZUIDEN VAN DE sahara

De Spaanse delegatie vestigde de aandacht van de Raad en de Commissie op de geraamde effecten van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid ten behoeve van landen ten zuiden van de Sahara voorgestelde handelsinitiatieven (8033/03).

De Spaanse delegatie uitte haar zorg over de mogelijke toename van de invoer van gevoelige producten in de Gemeenschap, met name bananen, rijst en suiker, en vroeg de Commissie om gegevens te verstrekken over het potentiële effect van dit initiatief op die producten.

De Franse delegatie wees de Raad erop dat dit initiatief was besproken in verscheidene werkgroepen, waaronder het Comité van artikel 133 op 4 april, en wees er ook op dat de Europese Gemeenschap bij dergelijke initiatieven op internationaal vlak het voortouw moet nemen.

Commissielid FISCHLER, die het Franse initiatief toejuichte, gaf aan dat het, op basis van een Commissievoorstel, zou worden bestudeerd in het kader van de G8.

Hij maakte de volgende opmerkingen:

* inzake markttoegang: doel is, om één enkele voorkeursbehandeling voor die landen in te stellen, gebaseerd op verlaging van de douanetarieven en vereenvoudiging van de regels van oorsprong; hij merkte op dat de EU reeds de belangrijkste invoerder is van producten uit deze landen;

* over exportsteun: het Franse initiatief had tot doel een moratorium op alle vormen van exportsteun in te stellen tot de Doha-onderhandelingen zijn afgerond;

* over de verschillende manieren om de schommelingen in de grondstoffenprijzen te beperken: aangezien het om een complexe aangelegenheid gaat, is meer duidelijkheid nodig voordat er voorstellen worden ingediend.

bescherming van bossen

De Oostenrijkse delegatie verstrekte de Raad informatie over de vierde ministeriële conferentie over de bescherming van de bossen in Europa die van 28 tot en met 30 april 2003 in Wenen, Oostenrijk zal plaatsvinden. Doel van de "ministeriële conferentie over de bescherming van de bossen in Europa", die in Straatsburg (1990) werd opgezet als een regionaal beleidsproces en een vervolg kreeg in Helsinki (1993) en Lissabon (1998), is de bescherming van de Europese bossen te bevorderen en hun duurzaam beheer verder te versterken. De Oostenrijkse delegatie merkte op dat het bosbeleid deel moet gaan uitmaken van een geïntegreerde aanpak en een langetermijnperspectief, dat onder meer economische, ecologische en sociale doelstellingen behelst.

Commissielid FISCHLER sprak zijn steun uit voor de politieke vorderingen die in die sector zijn gemaakt en benadrukte het belang van bepalingen over bosbouw op communautair niveau binnen de verordeningen inzake plattelandsontwikkeling.

Met het oog op de deelneming van Commissielid FISCHLER aan deze conferentie zal de Commissie het corresponderende mandaat ter goedkeuring voorleggen aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen tijdens de zitting van 14/15 april 2003. Door dit mandaat zal Commissielid FISCHLER ook namens de Europese Gemeenschap en samen met de lidstaten de algemene verklaring en de vijf resoluties die eventueel op deze conferentie zullen worden aangenomen, kunnen ondertekenen.

euromediterrane conferentie over visserij en landbouw

De Italiaanse delegatie verstrekte de Raad informatie over de Euromediterrane conferentie over visserij en landbouw die op 25 en 26 november 2003 (visserij) en 27 november (landbouw) zal plaatsvinden in Venetië . De Italiaanse delegatie, met steun van de Spaanse en de Griekse delegatie, benadrukte de behoefte aan een alomvattende aanpak van de Gemeenschap van mediterrane aspecten in landbouw en visserij.

De Griekse delegatie zei dat op 19 en 20 juni 2003 in Thessaloniki een conferentie over visserijkwesties zal plaatsvinden.

Commissielid FISCHLER ondersteunde dit initiatief van de Italiaanse delegatie en beklemtoonde dat de mediterrane landen het met name eens moeten worden over kwaliteitsproducten en etiketteringskwesties. Hij wees deze delegatie erop dat bij de Commissie het Directoraat-Generaal Externe Betrekkingen bevoegd is voor algemene steun aan de mediterrane landen.

METEOROLOGISCHE SITUATIE in griekenland - schade in de landbouwsector

De Griekse delegatie verstrekte de Raad en de Commissie informatie over de recente, uitzonderlijk slechte weersomstandigheden in Griekenland, die massale schade veroorzaakt heeft in Midden- en Noord-Griekenland. De Griekse delegatie wees op de schade in de landbouwsector, en zei dat zij bij de Commissie een verzoek zal indienen voor toestemming om de producenten te compenseren voor de geleden verliezen.

Commissielid FISCHLER merkte op dat zijn instelling deze kwestie zal bestuderen zodra zij specifieke gegevens over de situatie heeft ontvangen, die zij in detail zal bestuderen.

onderhandelingen met DE VS en canada over wijn

Commissielid FISCHLER verstrekte de Raad informatie over de stand van zaken in verband met de onderhandelingen over een overeenkomst inzake wijn met de VS en een overeenkomst inzake wijn en gedistilleerde dranken met Canada. Wat Canada betreft, vermeldde hij dat de ontwerp-overeenkomst een aantal voordelen bood, met name met betrekking tot het feit dat Canada een eind zal maken aan het gebruik van bepaalde benamingen, de bescherming van geografische benamingen, een positieve lijst van oenologische praktijken en een lijst van verboden praktijken. Hij wees op de op handen zijnde WTO-zaak betreffende beschermde Europese geografische benamingen en beval de Raad aan snel een besluit te nemen over de ontwerp-overeenkomst. Wat de Verenigde Staten van Amerika betreft, merkte hij op dat bij de onderhandelingen over oenologische praktijken en de uitvoering van Europese etiketteringsvoorschriften weinig vorderingen zijn gemaakt. Voorts benadrukte hij dat een breder debat moet worden gevoerd over mogelijke wijzigingen in het Internationaal Wijnbureau (OIV) om zijn rol als het geschikte internationale forum om de specifieke problemen van de wijnsector aan te pakken, te verstevigen.

De Spaanse, de Franse en de Portugese delegatie uitten hun bezorgdheid over de richting die de bilaterale akkoorden zijn uitgegaan.

ZONDER DEBAT GOEDGEKEURDE PUNTEN

landbouw

Geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen*

(Doc. 7997/03+add 1 - doc. 7931/03)

De Raad heeft, met gekwalificeerde meerderheid, een tegenstem van de Deense delegatie en een onthouding van de Britse delegatie, een verordening aangenomen houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen.

Het oorspronkelijke voorstel, dat gebaseerd is op artikel 37 van het Verdrag, werd in maart 2002 bij de Raad ingediend. De aangenomen Verordening bepaalt dat mineraalwater en bronwater na een overgangsperiode van tien jaar - in plaats van vijf jaar in het oorspronkelijke voorstel - niet meer binnen de werkingssfeer van de verordening vallen, met een geleidelijke afbouw. Zij omvat nieuwe producten zoals mosterd, pasta, wol, en wilgentenen en een vaste regeling voor het beëindigen van het naast elkaar bestaan van geregistreerde benamingen en een identieke geografische benaming na een periode van vijftien jaar. Er is een mogelijkheid opgenomen voor producentengroepen om in hun productdossier aan te geven dat verpakking alleen mag plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied. Op verzoek van de Italiaanse delegatie is een verklaring toegevoegd betreffende het gevaar van strijdigheid van de voorschriften betreffende de registratie van de plantenrassen met die betreffende de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen.

Ethylalcohol

(Doc. 8025/03+add j - doc. 8008/03)

De Raad heeft, met gekwalificeerde meerderheid en een tegenstem van de Italiaanse delegatie, een verordening aangenomen tot vaststelling van specifieke maatregelen betreffende de markt voor ethylalcohol uit landbouwproducten. Het oorspronkelijke voorstel, dat gebaseerd is op de artikelen 36 en 37 van het Verdrag, werd in februari 2001 bij de Raad ingediend. De belangrijkste doelstellingen van dit voorstel zijn de marktinformatie uit te breiden, de handelsstromen te bewaken en een forum te creëren voor gedachtewisselingen en de voorbereiding van eventuele besluitvorming. De aangenomen verordening omvat met name een bepaling over nationale steun waarop toezicht wordt gehouden door de Commissie (artikel 10 van de verordening) krachtens welke Duitsland nog zeven jaar steun mag verlenen aan zijn alcoholproducenten. Het bedrag van verleende steun per jaar mag niet hoger zijn dan het bedrag van de in 2002 verleende steun. Er is een verklaring toegevoegd betreffende de mogelijkheid voor Duitsland om vijf gelijke tranches compenserende steun te verlenen aan een distilleerder die het monopolie vrijwillig verlaat.

visserij

Statistische registratie

(Doc. 7528/03+add - doc. 7534/03+add 1)

De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid de verordening aangenomen tot invoering in de Gemeenschap van een regeling voor statistische registratie van blauwvintonijn, zwaardvis en grootoogtonijn. Het oorspronkelijke voorstel, dat gebaseerd is op artikel 37 van het Verdrag, werd in augustus 2002 bij de Raad ingediend. De Internationale Commissie heeft aanbevelingen opgesteld voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische oceaan (ICCAT) betreffende de invoering van programma's voor een statistisch document voor grootoogtonijn en Atlantische zwaardvis. Het verdrag, dat een kader schept voor de instandhouding en het beheer van tonijnachtigen en verwante soorten in de Atlantische oceaan en de aangrenzende zeeën, werd onlangs aangenomen. De Gemeenschap moet nu die aanbevelingen en dit verdrag, die juridisch bindend zijn voor de partijen, implementeren. De vastgestelde maatregelen zijn gericht op de regulering van grootoogtonijn- en zwaardvisbestanden, de verbetering van de kwaliteit en de betrouwbaarheid van statistische gegevens en het tegengaan van de uitbreiding van illegale visserijactiviteiten. De maatregelen betreffende blauwvintonijn, die reeds onderdeel zijn van de communautaire wetgeving, zijn nu opgenomen in de bepalingen inzake grootoogtonijn en zwaardvis.

Documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus spp.

(doc. 7127/1/03 - doc. 7129/03)

De Raad heeft een verordening aangenomen houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1035/2001 tot invoering van een documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus ssp. De verordening houdt thans rekening met de wijzigingen die zijn ingevoerd door de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (CCAMLR), onder andere om onjuiste aangiften te voorkomen en de controle op de uitvoer te verbeteren, en een procedure in te stellen voor de verkoop of de opruiming van in beslag genomen en verbeurde vangsten.

Teruggooi van vis - Conclusies van de Raad

(Doc. 6698/3/03 rev 3 - doc. 8095/03 + add 1)

De Raad heeft de conclusies aangenomen over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake een actieplan van de Gemeenschap om de teruggooi van vis te beperken. 1. Is ingenomen met de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende een actieplan van de Gemeenschap om de teruggooi van vis te beperken (4)
.
2. Herinnert eraan dat in de mededeling van de Commissie tot vaststelling van een actieplan van de Gemeenschap om milieubeschermingseisen in het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) te integreren (5)
teruggooi, toevallige bijvangsten en het effect op habitats specifiek worden omschreven als problemen die moeten worden aangepakt, en dat de Commissie in die mededeling heeft toegezegd een actieplan voor teruggooi te zullen opstellen. 3. Neemt nota van de biologische en economische impact van teruggooi, alsmede van de gevolgen voor de beoordelingen van de bestanden en het visserijbeheer en erkent dat deze zich in alle visserijtakken in de wateren van de Gemeenschap voordoen.

4. Neemt er nota van dat binnen het in de onlangs aangenomen Verordening nr. 2371/2002 van de Raad inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het GVB vastgestelde kader de mogelijkheid om nieuwe beheersmaatregelen aan te nemen, met name inzake meerjarig beheer en meersoortenbeheer alsmede herstelplannen en, indien nodig in het kader van deze plannen, beperkingen van de visserij-inspanning, bijdragen tot betere exploitatiepatronen en derhalve tot een vermindering van de teruggooi van vissoorten waarvoor de quota of de vastgestelde samenstellingspercentages overschreden zijn.
5. Neemt er nota van dat de Commissie onlangs een voorstel heeft ingediend tot consolidering van de verordening van de Raad voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (6) en stemt ermee in dat technische maatregelen een belangrijke rol vervullen in de vermindering van de bijvangst van jonge vis en niet-doelsoorten. In deze context wijst hij ook op het belang van de samenhang tussen de verschillende juridische maatregelen. 6. Is ingenomen met de algehele aanpak van de Commissie ter beperking van de teruggooi en neemt nota van het belang van een algemene verbetering van de toestand van de visbestanden bij het bereiken van deze doelstelling.
7. Stemt ermee in dat het beheer van de teruggooi een belangrijke stap vormt in de richting van duurzame visserij en dat een alomvattende en samenhangende oplossing moet bestaan in een passende combinatie van technische maatregelen en beheer van vangstbeperkingen en, waar nodig, van de visserij-inspanning. 8. Benadrukt dat alle betrokken partijen, met inbegrip van de nationale beheersautoriteiten, meer steun moeten verlenen aan de verzameling en de volledige transparantie van de kwantitatieve teruggooigegevens en dat beheerders, wetenschappers en belanghebbenden, met name de industrie, nauw moeten samenwerken. De Raad onderstreept het belang van deze samenwerking en verzoekt de Commissie strategieën en concrete acties uit te werken om de visserijsector ertoe aan te zetten actief deel te nemen aan de inspanningen ter beperking van de teruggooi. Voorts spoort de Raad de Commissie aan regelmatig ontmoetingen te organiseren tussen beheerders, wetenschappers en industrie met het oog op de verbetering van de kennis op dit gebied.

9. Verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk, afhankelijk van de beschikbaarheid van wetenschappelijk advies, voorstellen in te dienen voor het verder uitbouwen en verbeteren van de technische maatregelen, waaronder een grotere selectiviteit, overeenkomstig het in het actieplan van de Commissie vermelde tijdschema.. 10. Is verheugd over het voornemen van de Commissie prioriteit te geven aan het opzetten van proefprojecten in 2003 teneinde de mogelijkheden na te gaan voor de beperking van de teruggooi dankzij diverse maatregelen zoals nieuw vistuig, het vrijwillig verlaten van de visgrond, onmiddellijke sluitingen, teruggooiverbod, bijvangstquota, inspanningsbeheer en beter gebruik van laagwaardige vis. Hij benadrukt in dit verband dat de proefprojecten zo moeten worden gekozen dat zij een brede waaier van visserijtakken bestrijken die verschillende soorten, in verschillende gebieden in de gehele Gemeenschap en met verschillende vangstmethoden omvatten. De Commissie wordt tevens verzocht mogelijkheden te onderzoeken voor verdere innovatieve beheersmaatregelen zoals economische en financiële stimuleringsmaatregelen gericht op beperking van de teruggooi.

11. Verzoekt de Commissie regelmatig aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang.

externe betrekkingen

Betrekkingen met de ACS-landen - dekking van de kosten die de Europese Investeringsbank maakt in verband met het beheer van de Investeringsfaciliteit van de Overeenkomst van Cotonou*

(Doc. 5031/03)

De Raad heeft een beschikking aangenomen betreffende de dekking van de kosten die de Europese Investeringsbank maakt in verband met het beheer van de Investeringsfaciliteiten van de Overeenkomst van Cotonou alsmede een beschikking betreffende de overzeese gebieden.

Betrekkingen met Bulgarije - Nieuwe wederzijdse landbouwconcessies

(Doc. 6232/03)

De Raad heeft een besluit aangenomen inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst tussen de EU en Bulgarije.

Er waren twee onderhandelingsronden tussen de Commissie en de tien geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa met het oog op het instellen van nieuwe wederzijdse concessies voor landbouwproducten. Wat Bulgarije betreft, werden de resultaten van deze onderhandelingen uitgevoerd op 21 januari 2001 door middel van autonome overgangsmaatregelen. Dit besluit beoogt deze resultaten op te nemen in een protocol dat in de plaats zal komen van de autonome maatregelen.

Overeenkomst tussen de EU en de Zwitserse Bondsstaat betreffende sommige aspecten van overheidsopdrachten

(Doc. 6252/03)

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een besluit van het Gemengd Comité EU-Zwitserland betreffende sommige aspecten van overheidsopdrachten.

Overeenkomst tussen de EU en de Zwitserse Bondsstaat over het vrije verkeer van personen

(Doc. 6223/1/03)

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een besluit van het Gemengd Comité EU-Zwitserland over het vrije verkeer van personen.

Gemengd Comité van de EER

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan de besluiten van het Gemengd Comité van de EER tot wijziging van het volgende:


- Bijlage XX (milieu) (doc. 6632/03)


- Bijlage VI (sociale zekerheid) (doc. 6638/03)

- Bijlage XII (vrij verkeer van kapitaal) (doc. 6664/03)

- Protocol 31 (samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (doc. 6668/03)

ecofin

Besluit van de Raad betreffende de externe accountants van de Deutsche Bundesbank

(Doc. 7352/02)

De Raad besloot om de PwC Deutsche Revision AG en Ernst & Young Deutsche Allgemeine Treuhand AG te aanvaarden als de externe accountants van de Deutsche Bundesbank met ingang van het boekjaar 2003 voor één jaar met de mogelijkheid tot verlenging.

Er wordt aan herinnerd dat volgens de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en de Europese Centrale Bank (ECB) de rekeningen van het ECB en de nationale centrale banken moeten worden gecontroleerd door onafhankelijke externe accountants die worden aanbevolen door de Raad van Bestuur van de ECB en goedgekeurd door de Raad van de Europese Unie.

Verlenging van de ambtstermijn van de leden van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(Doc. 7776/02)

De Raad besloot om van de ambtstermijn van de leden van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) met drie jaar te verlengen. Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2002.

justitie en binnenlandse zaken

Wijzigingen van het reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie en het Gerecht van Eerste Aanleg naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Nice

De Raad heeft naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Nice de tekst van de wijzigingen van het reglement voor de procesvoering (doc. 7291/03) goedgekeurd.

De Raad heeft ook het reglement voor de procesvoering van het Gerecht van eerste aanleg (doc. 7291/03) goedgekeurd.

EU-Oekraïne: centrale contactpunten voor de uitwisseling van informatie over georganiseerde criminaliteit

De ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de Europese Unie hebben overeenstemming bereikt over de tekst betreffende de aanwijzing van centrale contactpunten voor de uitwisseling van informatie over georganiseerde criminaliteit, die de komende dagen aan Oekraïne zal worden voorgelegd.

concurrentievermogen

Coördinatie tussen de VS en de EU van programma's voor energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur

(Doc. 7117/03)

De Raad heeft het Besluit betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de overeenkomst tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap over de coördinatie van programma's voor energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur aangenomen.

Typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen en motivering - openbare beraadslaging

(Doc. 10880/02)

De Raad heeft zijn gemeenschappelijk standpunt over het richtlijnvoorstel betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen unaniem aangenomen. De belangrijkste wijzigingen in het Commissievoorstel betreffen de duur van de overgangsperiode en een herschikking van de technische bijlagen.

Doel van de richtlijn is de veiligheid van verkeersdeelnemers te vergroten door verplichte geharmoniseerde eisen in te voeren voor de typegoedkeuring van onderdelen voor het indirecte gezichtsveld van bestuurders van motorvoertuigen van categorie M (voor het vervoer van personen bestemde voertuigen) en N (voor het vervoer van goederen bestemde voertuigen) en de dode hoeken in de directe nabijheid van voertuigen te beperken.

Beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (stoffen die als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting zijn ingedeeld - c/m/r) - openbare beraadslaging

(Doc. 3606/03)

De Raad heeft overeenkomstig de gemeenschappelijke tekst die door het Bemiddelingscomité op 17 maart 2003 werd goedgekeurd, de richtlijn aangenomen tot drieëntwintigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten.

De stoffen die worden ingedeeld als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting en in de bijlage zijn opgenomen, zullen worden toegevoegd aan de lijst in de Appendix (respectievelijk de punten 29, 30 en 31) van bijlage I bij Richtlijn 76/769/EEG.

Gebruik van biobrandstoffen in het vervoer

(Doc. 7133/03)

De Raad heeft op 12 maart 2003 de amendementen goedgekeurd die het Europees Parlement in tweede lezing heeft ingediend op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende het voorstel voor een richtlijn ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen in het vervoer.

Deze richtlijn heeft tot doel het gebruik te bevorderen van biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen, waarmee in elke lidstaat dieselolie of benzine voor vervoersdoeleinden moet worden vervangen, teneinde bij te dragen tot de nakoming van de verplichtingen op het gebied van klimaatverandering, milieuvriendelijke voorzieningszekerheid en bevordering van hernieuwbare energiebronnen.

benoemingen

Comité van de Regio's

De Raad heeft de volgende besluiten goedgekeurd houdende benoeming van:

de heer OLIVAS MARTÍNEZ tot lid in het Comité van de Regio's ter vervanging van de heer ZAPLANA HERNÁNDEZ-SORO voor de verdere duur van diens ambtstermijn, d.w.z. tot en met 25 januari 2006 (doc. 7955/03);

de heer José Joaquin RIPOLL SERRANO, tot plaatsvervangend lid in het Comité van de Regio's ter vervanging van de heer OLIVAS MARTÍNEZ voor de verdere duur van diens ambtstermijn, d.w.z. tot en met 25 januari 2006 (doc. 7956/03).

transparantie

Jaarverslag over de toegang van het publiek tot documenten

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan het eerste jaarverslag over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

(doc. 7957/03)

Toegang van het publiek tot Raadsdocumenten

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een antwoord op het confirmatief verzoek van de heer Jelle van BUUREN (1/03) (met een tegenstem van de Belgische, de Griekse, de Portugese, de Zweedse, de Finse en de Deense delegatie) (doc. 7026/03 ).


---

(1)
?Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.?De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad HYPERLINK
"http://register.consilium.eu.int/scripts/utfregisterDir/WebDriver.exe ?MIval=advanced&MIlang=EN&fc=REGAISEN&srm=5&ssf=&mt=128&md=100"http:// ue.eu.int.?Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.

(2)
PB C 47 van 27.2.2003

(3)
De Commissievertegenwoordiger legde de volgende verklaring af: "De Commissie behoudt zich het recht voor om dit vraagstuk verder te bestuderen en zo nodig maatregelen te treffen".

(4)
Doc. 14886/02 PECHE 210.

(5)
Doc. 9370/02 PECHE 85 ENV 282.

(6)
Doc. 15255/02 PECHE 232.