Persbericht LBR
Rotterdam, 10 juni
HOOFDDOEKEN IN HET BIJZONDER ONDERWIJS
Donderdag 12 juni 2003 behandelt de Commissie gelijke behandeling (Cgb) een zaak over een katholieke middelbare school die het een van haar leerlingen verbiedt een hoofddoekje te dragen tijdens de lessen en in de mediatheek. Tot op heden heeft een dergelijke zaak tegen een bijzondere school nooit bij de Commissie gelijke behandeling gediend. Over het wel of niet mogen verbieden van hoofddoekjes in het bijzonder onderwijs bestaat nog veel onduidelijkheid.
Het Steunpunt Anti Discriminatie (STAD) Utrecht heeft in maart jl. een klacht ingediend tegen een bijzondere school die een hoofddoekverbod hanteert. Een bemiddelingspoging van STAD tussen leerlingen en de school had eind 2002 geen resultaat. De school bleef bij haar standpunt en beroept zich op het bewaken van de katholieke signatuur van de school. STAD vraagt zich af of dit verbod niet in strijd is met de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) en heeft daarom om een oordeel gevraagd van de Commissie gelijke behandeling. Het Landelijke Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) is van mening dat in dit geval het verbod van de school botst met de gelijkebehandelingswetgeving.
Het LBR heeft STAD juridisch advies gegeven ter voorbereiding van de hoorzitting. Een medewerker van het LBR zal tijdens de zitting optreden als getuige-deskundige.
De zaak wordt door de Cgb behandeld in een openbare zitting op donderdag 12 juni 2003 om 10.00 uur.
Zie voor meer informatie ook www.lbr.nl/onderwijs/hoofddoeken.html.
Noot voor de pers
Voor meer informatie kunt u terecht bij Ge Grubben (stafmedewerker LBR), tel. 010-2010201, e-mail info@lbr.nl, en bij Martin Jansen (Coördinator van STAD Utrecht), tel. 030 - 232 86 66, e-mail ADBUtrecht@zonnet.nl