Actueel
Bouwvergunning kantoortorens station onrechtmatig
Bron: Rechtbank Arnhem
Datum actualiteit: 12-06-2003
Bij uitspraak van 11 juni 2003 heeft de rechtbank bepaald dat het
besluit van burgemeester en wethouders van Arnhem, waarbij
bouwvergunning is verleend voor de twee kantoortorens in het
stationsgebied Arnhem Centraal, onrechtmatig is. Burgemeester en
wethouders zullen de aanvraag om bouwvergunning nu opnieuw moeten
beoordelen.
Een van de beroepschriften was ingediend door Leefbaar Arnhem. De
rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze politieke partij terecht
door burgemeester en wethouders in bezwaar niet-ontvankelijk is
verklaard. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht moet er bij een
rechtspersoon, om ontvankelijk te zijn, sprake zijn van een in het
bijzonder te behartigen belang. Een politieke partij, zo heeft de
rechtbank in de uitspraak overwogen, is een vereniging die behartiging
van het algemeen belang nastreeft.
Naast het beroepschrift van Leefbaar Arnhem zijn nog drie andere
beroepschriften ingediend, in totaal ondertekend door tien personen.
Van deze tien zijn er vier door de rechtbank ontvankelijk geacht,
omdat zij vanuit hun woning uitzicht zullen hebben op de
kantoortorens.
Een van de bezwaren tegen de bouwvergunning betrof de technische
ruimten, die volgens het bouwplan boven op de kantoortorens moeten
komen. Met deze ruimten meegerekend worden de torens hoger dan het
bestemmingsplan toelaat. Burgemeester en wethouders hebben de
technische ruimten echter niet meegerekend, omdat in het
bestemmingsplan ook is bepaald dat "kleine elementen, zoals
schoorstenen van beperkte afmetingen, daklijsten, liftopbouwen en
technische ruimten" niet worden meegeteld bij het bepalen van de
hoogte van het bouwwerk.
In de uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat die benadering niet
juist is. Hoewel technische ruimten in de bepaling zijn genoemd als
voorbeeld van kleine elementen, stelt de rechtbank dat daarmee nog
niet is gegeven dat technische ruimten altijd, in welke vorm en van
welke grootte dan ook, als "klein element" kunnen worden aangemerkt.
De technische ruimten die op de kantoortorens zouden moeten komen
kunnen, aldus de rechtbank, gelet op hun lengte, breedte en hoogte in
relatie tot de kantoortorens als geheel, niet worden beschouwd als
klein element en hadden dus moeten worden meegeteld bij het bepalen
van de hoogte van de torens.
In de overige aangevoerde bezwaren, die onder meer betrekking hadden
op sociale veiligheid, windhinder en welstand heeft de rechtbank
verder geen tweede aanleiding gezien om het besluit onrechtmatig te
achten.
Het gevolg van de uitspraak is niet dat de bouwvergunning nu
definitief van tafel is. De procedure wordt met de uitspraak een stap
teruggezet naar de bezwaarschriftenfase; burgemeester en wethouders
zullen daarin de aanvraag om bouwvergunning opnieuw moeten bekijken,
mede in het licht van de (ontvankelijke) bezwaren. Daarbij moet op
grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ook de mogelijkheid worden
onderzocht om vrijstelling te verlenen van de overtreden
hoogtebepaling in het bestemmingsplan.