Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA `s-GRAVENHAGE
Uw brief Ons kenmerk
EGI/2003/23039
Onderwerp Datum
Toepassing (elektronische) identiteits- 12 juni 2003
documenten in de sociale zekerheid.
Sinds 1999 onderzoekt het ministerie van SZW de toepassingsmogelijkheden van de
elektronische identiteitskaart voor het verbeteren van de dienstverlening en versterken van
de handhaving in het sociale zekerheidsdomein. De ambitie van SZW is eind 2001 verwoord
in de nota "Sociaal Digitaal" (SZW/00/1028). Deze luidt dat: "de elektronische
identiteitskaart in 2005 voor elke burger de voorwaarde zou moeten zijn voor het aangaan
van dienstverbanden en het verkrijgen van diensten in het kader van de sociale zekerheid".
De oorspronkelijke verwachtingen zijn inmiddels gewijzigd. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de praktijkervaringen en onderzoeksresultaten van pilots, een temporisering van de invoering van de elektronische identiteitskaart (op chipkaart formaat) door BZK en een zwaarder accent in het kabinetsbeleid richting een striktere handhaving, waaronder de handhaving op de identificatieplicht bij indiensttreding. Dit heeft mij doen besluiten de strategie aan te passen en de benodigde activiteiten anders te faseren.
Het is en blijft mijn streven om gefaseerd toe te groeien naar een situatie waarin alle
personen met toegang tot de arbeidsmarkt en sociale verzekeringen zich op eenduidige en
gestandaardiseerde wijze kunnen identificeren met een Nederlands (identiteits)document
voorzien van een sofi-nummer. Dit is cruciaal om de partiële identificatieplicht die nu al
geldt in de sociale zekerheid uitvoerbaar te houden, wanneer bij verruiming van de grenzen
van de EU een veelheid aan nationaliteiten onze arbeidsmarkt kan betreden. Daarnaast is het
ook cruciaal om (identiteits)fraude op de werkvloer intensiever te lijf te kunnen gaan.
Tenslotte is het een voorwaarde voor het realiseren van mijn ambities voor de Eerste Dag
Melding.
Momenteel bestaat deze situatie slechts voor ingezetenen. Hun paspoort of Nederlandse
identiteitskaart is ook voorzien van het aan de persoon toegekende sofi-nummer. Dit sofi-
nummer krijgt op termijn de status van het Burger Service Nummer. Om de gewenste
situatie in het sofi-domein te realiseren moeten een aantal stappen worden gezet:
1. De eerste stap is de uitbreiding van de reikwijdte van de Nederlandse identiteitskaart
voorzien van sofi-nummer naar vreemdelingen en EU-ingezetenen (standaardisatie).
2. Een volgende stap in de versterking van de bestrijding van identiteitsfraude is de
opname van biometrie op deze identiteitsdocumenten. Mijn ambtgenoot van BZK is
voornemens om voor 1 januari 2004, rekening houdend met nog te maken internationale
---
afspraken, een beslissing te nemen over de wijze en het moment waarop biometrie op de
Nederlandse reisdocumenten zal worden ingevoerd. Op basis van bestaande afspraken
zullen andere documenten (Vreemdelingenkaart) dan volgen. Als verificatie van
identiteit kan plaatsvinden met ondersteuning van biometrie zal het plegen van
identiteitsfraude - en dan vooral de zogenaamde look-a-like fraude op de werkvloer en
in allerlei andere situaties in de sociale zekerheid - aanzienlijk worden bemoeilijkt.
3. Ten slotte kan, gelijktijdig of niet lang daarna, met de toevoeging van certificaten voor
de digitale handtekening en digitale identiteit (PKI) aan deze identiteitsdocumenten, de
mogelijkheid worden gecreëerd voor een daadwerkelijke elektronische
transactiedienstverlening via Internet.
Voor ingezeten en (de meeste) vreemdelingen van buiten de EU/EER zijn al bestaande
Nederlandse documenten beschikbaar. Sommige groepen niet-ingezetenen, denk aan
EU/EER-ingezetenen, zullen langs nader in te vullen weg een soortgelijke identiteitskaart
moeten krijgen. Deze werkwijze biedt meer duidelijkheid aan alle betrokken partijen: de
burger, de overheid en vooral de werkgever. De verificatie van de identiteit in mijn sector
wordt hiermee beter uitvoerbaar, ook met de verdere verruiming van de grenzen van de EU.
Ik wil bij de realisatie van dit streven zoveel mogelijk gebruik maken van al bestaande infrastructuur en identiteitsdocumenten. Deze zullen verder moeten worden ontwikkeld in een intensieve samenwerking met het ministerie van BZK waar het gaat om het opnemen van biometrie op de Nederlandse reisdocumenten en het ministerie van Justitie betreffende biometrie op vreemdelingendocumenten. Feitelijk is sprake van de vorming van een sectoroverschrijdende infrastructuur. Een aandachtspunt hierbij is, dat rekening gehouden moet worden met internationale afspraken en standaarden op het terrein van reis - en identiteitsdocumenten en vormen van identiteitscontrole.
Een voordeel is dat de kosten en risico's, verbonden aan het realiseren van een gezamenlijke
infrastructuur, kleiner zijn. Zoals gesteld: de gezamenlijke infrastructuur kan enkel worden
gerealiseerd in nauwe samenwerking met de departementen van BZK, Justitie en Financiën.
Eenmaal gerealiseerd kan deze infrastructuur zijn nut ook voor andere sectoren bewijzen,
denk bijvoorbeeld aan de zorgsector. Over de financiering van deze infrastructuur zullen
nog nadere afspraken moeten worden gemaakt. Voor het sociale zekerheidsdomein zijn de
noodzakelijke middelen voor de eerste stap (standaardisatie) al gereserveerd.
Op termijn kan de gestandaardiseerde infrastructuur ook voor elektronische dienstverlening
zijn nut bewijzen, omdat langs deze weg iedereen de beschikking krijgt over een uniform
uitleesbare kaart.
Mijn intentie is om op bovenstaande onderwerpen in 2003 en 2004 als volgt voortgang te
maken:
1. In 2003 zal ik de voorbereidingen treffen voor de besluitvorming over standaardisering
van het gebruik huidige ID-documenten ten behoeve van een betere
identiteitsvaststelling en eventuele koppelingen met documentregistraties in het sociale
zekerheidsdomein.
2. In 2003 zal ik een aantal kleinschalige pilots uitvoeren naar de effecten van
(gedeeltelijk) automatische verificatie van ID-documenten en koppeling van de
gegevens naar backoffice systemen. De uitkomsten hiervan heb ik in maart 2004 gereed.
3. December 2003 rond ik de verkenning naar de verplichte identificatie met een "sofi-
kaart" voorzien van sofi-nummer voor EU/EER ingezeten bij indiensttreding af.
---
4. In het eerste kwartaal van 2004 heb ik voor het sociale zekerheidsdomein de
mogelijkheden verkend van biometrie ter bestrijding van look-a-like fraude en PKI ter
verbetering van de dienstverlening.
5. Ik zal met mijn collega's van Binnenlandse Zaken, Justitie en Financiën nog voor de
presentatie van de begroting 2004 een gezamenlijk werkprogramma voor
identiteitsverificatie overeen komen dat onder een adequate structuur voor gezamenlijke
ambtelijke sturing wordt ondergebracht. Dit werkprogramma zal zich vooralsnog richten
op identiteitsverificatie in de sociale zekerheidssector.
Ik zal in 2004 in de reguliere verantwoordingrapportage over de begroting 2003
terugkomen op dit onderwerp.
De Minister van Sociale Zaken
En Werkgelegenheid
Mr. A.J. de Geus