KNMG

Accreditatie sterk vereenvoudigd

Momenteel beschikken bijna alle Wetenschappelijke Verenigingen en beroepsverenigingen over een eigen accreditatiecommissie, met eigen aanvraagformulieren en eigen puntensystemen. Het gevolg is dat aanbieders van nascholing met een multidisciplinair cursusaanbod (bijvoorbeeld transmurale zorg of gezondheidsrecht) bij een groot aantal commissies accreditatie moeten aanvragen en meerdere keren voor hetzelfde werk betalen. Vanuit efficiencyoverwegingen beperken aanbieders van nascholing hun accreditatieaanvragen vaak tot de grootste verenigingen.

Administratieve kluwen
Naar verwachting wordt het volgen van geaccrediteerde nascholing op afzienbare termijn een formele herregistratie-eis voor medisch specialisten. Voor huisartsen, verpleeghuisartsen, artsen voor verstandelijk gehandicapten, artsen maatschappij en gezondheid, bedrijfsartsen en verzekeringsartsen is dit al jaren het geval. Op dat moment ontstaat een onwerkbare situatie voor de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC). De 29 erkende medische specialismen die allemaal een eigen puntentelling hanteren, en waarvan de leden regelmatig bij verwante specialismen nascholing volgen, vormen voor de MSRC een onontwarbare administratieve kluwen.

Voor elkaar accrediteren
Het afgelopen jaar heeft de KNMG Federatie Werkgroep Accreditatie (FWA) gewerkt aan oplossingen voor de geschetste problematiek. Aan de FWA is deelgenomen vanuit een groot aantal Wetenschappelijke Verenigingen en beroepsverenigingen en vanuit de Colleges en Registratiecommissies. Voorzitter was prof. dr. E. Briët, arts. Het secretariaat is gevoerd door de KNMG. De werkgroep is er in geslaagd om in korte tijd een eenvoudig en relatief goedkoop plan te ontwikkelen, dat een oplossing biedt voor de geschetste problematiek en dat kan rekenen op draagvlak bij nagenoeg alle 35 verenigingen van erkende specialismen en bij de Colleges en Registratiecommissies. Kern van het plan is dat de accreditatie van nascholing de verantwoordelijkheid blijft van de 35 verenigingen van erkende specialismen, die op basis van vertrouwen in elkaars deskundigheid, voor elkaar gaan accrediteren.

Alles-of-niets-beoordeling
Per Collegecluster (1. Huisartsen/ verpleeghuisartsen/ artsen voor verstandelijk gehandicapten 2. Sociaal geneeskundigen 3. Medisch specialisten) wordt bij maximaal één vereniging, voor wie de cursus het meest relevant is, accreditatie aangevraagd. Alle andere verenigingen in het betreffende cluster conformeren zich aan de urentoekenning van deze vereniging. Accrediteren wordt een alles-of-niets-kwestie, waarin geen weging plaatsvindt van de relevantie voor een specifiek vakgebied. Indien een cursus kwalitatief goed en onafhankelijk is en relevant voor praktiserende specialisten, geldt de internationale norm van één uur contactonderwijs is één accreditatie-uur. Indien de kwaliteit of relevantie onvoldoende zijn, worden geen accreditatie-uren toegekend. Aan medisch inhoudelijke nascholing en algemene nascholing (gezondheidsrecht, managementcursussen, enz.) worden dezelfde accreditatie-uren toegekend. Het wordt de verantwoordelijkheid van de individuele specialist om voor zichzelf een evenwichtig nascholingspakket samen te stellen, dat niet uitsluitend uit vakinhoudelijke en niet uitsluitend uit algemene nascholing bestaat.

Differentiëren blijft mogelijk
Het differentiatieprincipe biedt uitkomst aan verenigingen van niet-erkende specialismen en verenigingen die de beschreven alles-of-niets-beoordeling te globaal vinden. Zij kunnen desgewenst een verenigingsregister inrichten, waarin per arts op specifieke vakgebieden gerichte nascholingsuren worden bijgehouden. Aan artsen die voldoen aan de nascholingseisen van de betreffende vereniging kan de vereniging desgewenst een keurmerk uitreiken. Het differentiatieprincipe staat los van de wettelijke (her)registratie. Bijvoorbeeld: een arts kan in het BIG-register worden geregistreerd als huisarts, en los daarvan als forensisch deskundig arts door een vereniging van forensisch artsen. Naar verwachting zullen de meeste erkende specialismen geen gebruik maken van het differentiatieprincipe.

Implementatie
Om het voor elkaar accrediteren mogelijk te maken wordt een landelijk, regelgevend overleg ingesteld, waarin alle verenigingen van erkende specialismen participeren. Dit Accreditatie Overleg stuurt twee werkgroepen aan, die respectievelijk de inhoudelijke en financiële voorstellen van de FWA nader gaan uitwerken en implementeren. Het Federatiebestuur van de KNMG is bereid de uitwerking en implementatie van de voorstellen van de FWA voor een belangrijk deel te financieren. De komende maanden zullen alle verenigingen van erkende specialismen worden benaderd voor deelname aan het Accreditatie Overleg en de werkgroepen.

Nadere informatie bij Michiel Wesseling, secretaris FWA, telefoon (030)28 23 346 of e-mail m.wesseling@fed.knmg.nl.