Ingezonden persbericht


Persbericht

Mis het niet: Planeet Mars nog nooit zo dichtbij als op 27 augustus

2003 is een heel bijzonder jaar in de geschiedenis van de Mars-observatie. Eind augustus van dit jaar is de Rode Planeet namelijk dichter bij de Aarde dan in vele duizenden jaren het geval is geweest. Als gevolg daarvan is de planeet sinds de tijd van de Neanderthalers niet meer zo goed zichtbaar geweest.

Om precies te zijn: op 27 augustus 2003, om 11:51 Nederlandse Tijd bedraagt de afstand tussen de Aarde en Mars slechts 55.758.006 kilometer, gemeten tussen het middelpunt van de twee werelden. Voor ons op het oppervlak gaat daar dus nog 6378 kilometer vanaf.

Volgens Aldo Vitagliano van de Universiteit van Napels moeten we terug naar het jaar 55718 voor Christus om een passage van Mars op nog kortere afstand te vinden. Om daar achter te komen voerde de Italiaan een model van het zonnestelsel, met alle negen planeten, de Maan en enkele grote asteroïden, in een computer, die er ondanks zijn 800 megahertz bijna drie uur voor nodig had om met het antwoord te komen.

Waarom is de afstand waarop Mars de Aarde passeert iedere keer verschillend? Dit heeft te maken met de excentrische baan van de Rode Planeet. In tegenstelling tot de Aarde, die in een vrijwel cirkelvormige baan om de Zon draait, heeft de baan van Mars de vorm van een ellips. Tijdens het zogenaamde perihelion, bedraagt de afstand tussen de planeet en de zon 207 miljoen kilometer, tijdens het aphelion, als Mars op zijn verste punt is ten opzichte van onze ster, bedraagt die afstand 249 miljoen kilometer

Mars en de Aarde zijn als twee schaatsers waarvan er een permanent het voordeel van de binnenbocht heeft en bovendien net iets sneller is dan zijn rivaal. Eens in de 26 maanden haalt de Aarde Mars in, astronomen spreken dan van een oppositie. Als Mars tijdens zo n oppositie toevallig net dicht bij de Zon is, is hij uiteraard ook dichter bij de Aarde. Een dergelijke perihelische oppositie komt eens in de 16 jaar voor.

Nu vertonen de banen van de verschillende planeten over de eeuwen heen kleine variaties. Door de aantrekkingskrachten van andere planeten wordt de baan van Mars momenteel steeds elliptischer; het aphelion komt steeds verder van de zon af te liggen en het perihelion steeds dichter bij de Zon, en bij de Aarde. En dat is de verklaring voor het record van 2003.

Voor waarnemers op een relatief noordelijk gelegen locatie als Nederland wordt de pret gedeeltelijk bedorven doordat Mars vrij laag boven de zuidelijke horizon staat. Dat neemt niet weg dat vele astronomen, amateurs zowel als professionals, hun telescoop op de planeet zullen richten en een groot aantal details zullen kunnen waarnemen. Tijdens de oppositie van 2003 keert Mars zijn zuidelijk halfrond naar de Aarde, zodat onder andere de zuidelijke poolkap goed zichtbaar zal zijn. En omdat het lente wordt op het zuidelijk halfrond van Mars zal goed te zien zijn hoe die ijskap langzaam wegsmelt.

Uiteraard moet het weer meewerken, op beide planeten. Op Aarde is het vaak de bewolking een spelbreker. Op Mars zijn het de stofstormen die, als het tegenzit zich over de hele planeet verspreiden en wekenlang kunnen aanhouden. Dat laatste was onder andere het geval tijdens de oppositie van 2001.

Met het blote oog is van zo n stofstorm uiteraard niets te zien. Wie Mars wil zien in de periode voor de oppositie moet nog heel vroeg zijn bed uit. In de loop der weken verschuift de Marsopgang steeds verder naar voren, zodat de planeet in de nazomer menig kampvuurfeestje luister bij zal zetten: een rode ster aan de zuidelijke hemel, veel helderder dan alle andere hemellichamen aan het nachtelijke firmament, uiteraard met uitzondering van de Maan

De oppositie van 2003 is de kans in een mensenleven om Mars te bekijken, door een telescoop, een verrekijker of met het blote oog. Ons nageslacht krijgt een nieuwe kans: volgens berekeningen van de Belgische astronoom Jean Meeus komt Mars in het jaar 2287 nog net iets dichterbij. Als het aan de Mars Society ligt wonen er tegen die tijd mensen op Mars. En die hebben dan de kans van hun leven om met hun telescoop of met het blote oog naar die heldere blauwige planeet aan hun hemel te kijken: de Aarde.