Nederlandse Spoorwegen

Persbericht

Eerste stuurrijtuig voor Intercity's
26 augustus 2003

Om de inzet van door een locomotief getrokken treinen efficiënter en klantvriendelijker te maken, voert NS de komende jaren bij deze treinen het 'trek-duw-bedrijf' in. Indien de trein aan het eindpunt of wegens storingen onderweg van richting moet veranderen, hoeft de locomotief niet meer naar het andere einde van de trein gerangeerd te worden, omdat zich daar voortaan een 'stuurrijtuig' met machinistencabine bevindt. Vanuit dat stuurrijtuig kan de machinist de locomotief de trein laten duwen. Vandaag heeft NS het eerste van 22 stuurrijtuigen voor Intercity's gepresenteerd.

NS moderniseert 316 Intercityrijtuigen uit de jaren tachtig om het comfort voor de reizigers en de techniek op het niveau van de 21e eeuw te brengen. De meest opvallende vernieuwing is een compleet nieuw interieur, waarbij de rijtuigen tevens voorzien worden van airconditioning. Inmiddels rijden er zo'n 130 gemoderniseerde Intercityrijtuigen door Nederland en in de Internationale treinen tussen Amsterdam en Brussel.
Van de nog te moderniseren rijtuigen worden er 22 omgebouwd tot stuurrijtuig. Aan één uiteinde van het rijtuig wordt een machinistencabine gebouwd. Daarin bevindt zich alle apparatuur die nodig is om de trein te bedienen terwijl de locomotief zich achteraan de trein bevindt. Alle Intercityrijtuigen krijgen speciale kabels waarmee de commando's van de machinist vanuit het stuurrijtuig doorgegeven kunnen worden naar de locomotief. Zo kunnen deze treinen worden ingezet in 'trek-duw-bedrijf'.

Het grote voordeel van trek-duw-bedrijf is dat wanneer de rijrichting van de trein moet veranderen, er niet meer gerangeerd moet worden om de locomotief aan het andere uiteinde van de trein te plaatsen. Dit moet nu meer dan honderd keer per dag gebeuren aan de eindpunten van de Intercity's die onder andere rijden tussen Haarlem, Eindhoven en Maastricht, tussen Den Haag Centraal en Heerlen/Venlo en bij sommige sneltreinen tussen Zwolle en Roosendaal. Het kost tijd, extra personeel, en extra spoor-capaciteit.
Nog lastiger is het wanneer een door een locomotief getrokken trein door een stremming onverwacht moet omkeren ergens onderweg langs de route.
NS wil de praktische nadelen die kleven aan de treinen die nu nog door een locomotief getrokken worden, wegnemen door ze om te bouwen voor trek-duw-bedrijf. Dan maakt het niet meer uit aan welk uiteinde van de trein de locomotief zich bevindt. Slechts de machinist moet naar het andere uiteinde van de trein lopen.

Voor de veiligheid maakt het geen verschil of een locomotief de trein trekt of duwt. Ook in andere Europese landen rijden trek-duw-treinen, zelfs met snelheden tot 200 km/h. De techniek van de trek-duw-trein is ook voor NS niet nieuw, want de Internationale treinen Amsterdam - Brussel en de stoptrein-dubbeldekkers werken al jaren volgens dit principe.
Overigens bestaat het grootste deel van de treinen van NS uit 'treinstellen', zoals bijvoorbeeld de Koplopers, de Sprinters en de Intercity-dubbeldekkers. Dit zijn vaste eenheden van een aantal rijtuigen die zichzelf zonder locomotief kunnen voortbewegen, omdat de aandrijving zich onder de vloer bevindt. Omdat ieder treinstel aan beide uiteinden een machinistencabine heeft, kan er snel en makkelijk van rijrichting gewisseld worden.

De modernisering van de 316 Intercityrijtuigen en de ombouw van 22 stuks tot stuurrijtuigen worden uitgevoerd in het revisiebedrijf Haarlem van NedTrain. Dit project moet in 2005 worden voltooid. Het is onderdeel van een omvangrijk investeringsprogramma van NS in nieuwe en te moderniseren treinen ter waarde van bijna 2 miljard euro.