VVD



Nieuws

27 aug 2003 - VVD stelt vragen over de lage
waterstand van de Waal

Op 19 augustus hebben de VVD Tweede Kamerleden Janneke Snijder-Hazelhoff en Ineke Dezentjé Hamming Bluemink vragen gesteld aan de minister en staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

Zij maken zich zorgen over de mogelijke gevolgen van de lage waterstanden van de Waal voor de binnenvaart. Hieronder vindt u de vragen en antwoorden.

1. Bent u bekend met het feit dat reeds vanaf mei sprake is van een te lage waterstand in de Waal waardoor het binnenvaartverkeer hinder ondervindt?

Vanaf het voorjaar is er reeds sprake van een relatief droge periode. Dit heeft ook geresulteerd in een lage waterafvoer van de Waal. De scheepvaart ondervindt vanaf medio juli 2003 problemen doordat de vaardiepte onder 2.50 m is gekomen. De waterstanden zijn dit jaar door de aanhoudende droogte relatief lager dan in voorgaande jaren. Op dit moment (20 augustus 2003) is de maatgevende diepte (mgd) op de Waal 2.20 meter. Deze maatgevende diepte wordt door schippers en verladers gebruikt om de belading van schepen op af te stemmen. Dit levert op dit moment, voor zover mij bekend, geen ernstige problemen op.

2. Is het waar dat sinds maart 2003 niet meer gebaggerd is in de Waal, omdat Rijkswaterstaat heeft moeten bezuinigen? Zo ja, waarom is dit niet gemeld in de brief van 21 juni 2003 over de situatie van het beheer en onderhoud van wegen en vaarwegen (kamerstuk 28600 XII/28600 A, nr. 128)?

Door de structurele financiële tekorten aan onderhoudsbudgetten voor waterwegen in combinatie met de aangescherpte begrotingsregels voor kasmanagement is het de afgelopen jaren en met name ook dit jaar nodig gebleken om zeer scherp te prioriteren in de onderhoudswerkzaamheden in Nederland. Daarbij wordt allereerst gekeken naar de veiligheid van waterkeringen en de problematiek met aan- en afvoer van water, de veilige afwikkeling van de scheepvaart, de waterkwaliteit met betrekking tot drinkwatervoorziening en zwemwater en de toegankelijkheid van de grote zeehavens. Daarna komen vaarwegen als de Waal aan de orde. Mede als gevolg van deze problematiek is er dit jaar alleen correctief baggerwerk uitgevoerd, met tot doel knelpunten die uit peilingen blijken, te verhelpen. Het integrale op preventie gerichte baggerwerk, is vanwege te financiële problematiek uitgesteld. Hierover is niet specifiek gerapporteerd in de brief van 21 juni 2003, omdat die brief vooral een overzicht gaf van de afwegingen die worden gemaakt binnen het beheer en onderhoudsprogramma van Verkeer en Waterstaat. Daarbij werden slechts enkele voorbeelden ter toelichting genoemd.

3. Op grond waarvan is besloten om het baggeren van de Waal uit te stellen? Zijn de ontbindingsvoorwaarden van de contracten hierbij maatgevend geweest?

De reden voor het uitstel, heeft zuiver te maken met de financiële problematiek en de gehanteerde prioriteitsvolgorde zoals bedoeld in het antwoord op vraag 2. Het preventief baggeren van de Waal is hierdoor naar achteren geschoven in de planning. Dit om ruimte te creëren voor onderhoudswerkzaamheden met een hogere prioriteit

4. Hoeveel dieper zou de Waal zijn, indien de oorspronkelijke geplande baggerwerkzaamheden wel volledig waren uitgevoerd? Kan gesteld worden dat als de baggerwerkzaamheden wel volledig uitgevoerd waren de binnenvaart nu minder hinder zou ondervinden van de lage waterstand als gevolg van de aanhoudende droogte?

De huidige streefwaarden voor de Waal zijn een breedte van 150 meter en een diepte van 2,50 meter. Onder normale omstandigheden en optimaal baggeronderhoud zou de vaargeul op de Waal dan ook 150 m breed en tenminste 2,50 meter diep zijn, met de kanttekening dat de genoemde streefwaarde voor de vaarwegdiepte gemiddeld, bij normale zomers, tussen de 15 en 20 dagen per jaar niet gehaald wordt. Deze zomer is exceptioneel in relatie tot de aanhoudende droogte in combinatie met een lage afvoer bij Lobith. Overigens kunnen er bij hoog water ook beperkingen voor de scheepvaart optreden. Het is echter bij een stromende/levende rivier als de Waal moeilijk in te schatten wat de diepte in deze tijd van droogte zou zijn geweest, indien de baggerwerkzaamheden wel volledig waren uitgevoerd. In dat geval zouden de problemen voor de scheepvaart door het huidige laagwater wellicht later zijn opgetreden.

5. Is het uitstellen van de baggerwerkzaamheden in de Waal in belangrijke mate de oorzaak van de economische schade die transportbedrijven nu lijden?

De achterstanden bij het baggeren van de Waal hebben er in beperkte mate voor gezorgd dat de diepgang voor de schepen slechter is dan had gekund. Niettemin zijn dergelijke extreme lage waterstanden als gevolg van de lange droogte periode in het stroom gebied van de Rijn natuurlijk niet te voorkomen en de belangrijkste oorzaak van de problemen. Doordat de vervoersvraag gelet op het aanbod aan scheepsruimten en gelet op de zomerperiode en vakanties nog niet is aangetrokken, zijn de vrachtprijzen in zijn algemeenheid nog nauwelijks gestegen, waardoor het verlies aan lading die kan worden meegenomen, niet gecompenseerd wordt. Wel betalen verladers aan de vervoerders een laagwatervergoeding. De schade voor de schippers is dus ook grotendeels afhankelijk van de marktvraag en van de afspraken die schippers hebben gemaakt met hun verladers.

6. Bent u bereid zich in te zetten voor een onbelemmerde doorgang van de Waal? Zo ja, op welke termijn verwacht u deze onbelemmerde doorgang te realiseren?

Afhankelijk van de definitieve beslissing in het Kabinet over de extra financiële impuls die in het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken voor het onderhoud van de vaarwegen, zal ik de structurele baggerachterstanden in de Waal in de periode tot 2010 wegwerken.

7. Deelt u de mening van de directeur van de Koninklijke Schuttevaer dat de schippers rekening moeten houden met een bruto omzetverlies van 30 tot 40%? Zo nee, waarom niet? Beschouwt de minister dit als een acceptabel bedrijfsrisico?

Ik heb geen inzicht in eventuele omzetverliezen van de schippers. Dit is mede afhankelijk van de scheepstypen en soort lading die vervoerd wordt. De financiële situatie van de schippers is enerzijds afhankelijk van de marktprijzen die ontstaan door vraag en aanbod en de laagwatervergoedingen. Daarnaast betekent een lagere aflaaddiepte dat dezelfde hoeveelheid lading met meerdere kleinere schepen of meerdere vaarten wordt vervoerd. Tot welke omzetontwikkelingen dit per saldo leidt is moeilijk te zeggen.

8. Zijn er over het op peil houden van de waterstanden in de rivieren van Nederland afspraken gemaakt met onze buurlanden? Zo ja, welke? Zo neen, waarom niet? Heeft Rijkswaterstaat met het opschorten van de baggerwerkzaamheden van de Waal enige internationale afspraken geschonden?

Ja. Met België is er het Maasafvoerverdrag. In het Maasafvoerverdrag is afgesproken dat het water dat bij de Belgische plaats Monsin (bij Luik) beschikbaar is op basis van 50/50 regel verdeeld wordt tussen België en Nederland. Verder is er een zogenaamd 'herenafspraak' met Duitsland, waardoor Duitsland de Maas met een debiet van circa 10 m3/s via de Roer voedt. Met betrekking tot de Rijn (en de Waal) zijn er geen harde afspraken gemaakt met onze buurlanden. Er zijn streefwaarden ten aanzien van de Minst Gepeilde Diepte (MGD), die in het kader van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart zijn overeen-gekomen. In deze tijd van extreme droogte is echter noch Duitsland noch Nederland in staat om aan deze streefwaarden te voldoen. In Duitsland is de situatie op de Rijn (meetpunt Ruhrort tussen Duisburg en Düsseldorf) overeenkomstig die op de Waal en zijn er nauwelijks verschillen in beschikbare vaardiepten. Met het opschorten van de baggerwerkzaamheden van de Waal zijn geen internationale afspraken geschonden.