Partij van de Arbeid

Den Haag, 27 augustus 2003

Bijdrage van Kris Douma (PvdA) aan het algemeen overleg betreffende WTO-conferentie Cancun 10 - 14 september 2003

Inleiding:

Allereerst de felicitaties aan minister Brinkhorst voor de benoeming tot plaatsvervangend voorzitter van de WTO-conferentie. Nederland spreekt een woordje mee. Dat stemt trots, maar schept ook verplichtingen.

WTO is tot nu toe een succesvolle organisatie. Voortgang van de onderhandelingen in van groot belang voor toename wereldhandel, zowel voor de ontwikkelingslanden om hun comparatieve voordelen te kunnen benutten, als voor landen met een open economie, zoals Nederland.

Echter, in toenemende mate ontstaat spanning tussen de sterke rechtsorde van de WTO en de zwakke rechtsorde van internationale afspraken op het terrein van ontwikkeling, milieu, mensenrechten en sociale kwesties. Het is die onbalans die oorzaak is van een groeiende weerstand tegen de WTO en haar machtige zusters zoals IMF en Wereldbank. In de PvdA bestaat geen weerstand tegen de WTO, maar wel enige jaloezie. Hadden we internationaal voor allerlei andere belangrijke onderwerpen maar net zo'n krachtige, dynamische organisatie. Dat leidt tot de wens te komen tot een sterkere binding tussen handelsafspraken en andere issues.

Daar ligt de grootste uitdaging voor de internationale gemeenschap, waarin ook voor de WTO een rol is weggelegd! De PvdA wil wel globaliseren, maar dan op een andere manier. Is de minister zich bereid in te zetten voor meer evenwicht tussen handel en andere belangen zoals milieu en sociale rechten? Is hij bereid zich in te zetten voor non trade concerns, niet alleen in het landbouwdossier, maar over de volle breedte van de WTO-agenda? Daar zal de WTO een deel van haar legitimatie moeten vinden. In de inbreng van de PvdA zal ik steeds daar aandacht voor vragen en hoop dat de minister zowel in deze Doha-ronde als in de agendasetting voor toekomstige rondes dat aspect hoog op de agenda zal zetten. .

Ik ben op hoofdlijnen zeer tevreden over heldere en uitgebreide instructie, alsmede over de grote lijnen van de nederlandse inzet:
* substantiële liberalisering van landbouwsector en niet-landbouwsector
* een akkoord Trips-medicijnen

* akkoord over versterking van de bestaande SDT-bepalingen
* handelsgerelateerde technische assistentie

Het Landbouwdossier

Het bereiken van een landbouwakkoord is buitengewoon belangrijk. Op onderdelen is het recent overeengekomen landbouwakkoord van de EU onder de maat als het gaat om het bereiken van een WTO-landbouwakkoord. Ook het recente 'raamakkoord' met de VS is nog onvoldoende. Om deze WTO-ronde echt een ontwikkeloingsronde te laten zijn moeten we verdere stappen durven te zetten. Natuurlijk moet dat gebeuren in een evenwichtige benadering met toezeggingen vanuit de VS. Maar wat ons betreft kan Nederland een gedurfde houding aannemen:
* geen probleem om alsnog verder te gaan in de ombouw van productsteun naar inkomenssteun
* accepteren van voorstellen Harbinson waar het gaat om markttoegang
* versneld uitfaseren van de exportsubsidies
* bijzondere aandacht voor de Special and Differential Treatments (SDT's). Hoe sterk zal de minister aandringen op vasthouden aan SDT's?

Behalve op de EU ligt ook een belangrijke verantwoordelijkheid op de schouders van de VS. Nu moet blijken welke belangen het zwaarst wegen, eerlijke handel en ontwikkeling in de ontwikkelingslanden of de boeren in Texas?

TRIPS

De PvdA is erg blij met inzet van Nederland waar het gaat om medicijnen. Het is belachelijk dat VS niet akkoord is gegaan met voorstel van TRIPS-raad. Er moeten dwanglicenties voor ontwikkelingslanden zonder eigen productiecapaciteit voor medicijnen komen. Dit zou uitonderhandeld moeten kunnen worden buiten de single-undertaking om! ("early harvest"). Indien voornaamste probleem voor VS zou zijn: parallelle import. Dan zouden we daar toch makkelijk uit moeten komen (indien dat echt zo benoembaar is)?

Evaluatie TRIPS

Er ontstaan in toenemende mate conflicterende belangen als het gaat om intelllectuele eigendomsrechten op het terrein van biodiversiteit. Graag zou ik opheldering willen over de verhouding tussen TRIPS, geografische indicaties (122) en biodiversiteit. In de instructie staat: dat geografische indicaties mogelijk onderdeel van TRIPS-akkoord gaan vormen. De verbredeing van het dossier van wijn en drank naar een bredere productrange vergroot daarvoor het draagvlak (neem bijv. die Basmati-rijst). Toch lopen we aan tegen strijdige invalshoeken vanuit TRIPS, geografische indicaties, kwekersrecht, regionale uitwisselingsprogramma's van zaden en het eigendomsrecht op natuurschatten (denk aan de ontwikkeling van medicijnen op basis van medicinale planten in Mexico). Tijd voor een tussentijdse evaluatie?

Gedifferentieerde en speciale behandeling van ontwikkelingslanden (SDT's)

Dit is een speerpunt van de Doha ronde. Het is terecht dat ontwikkelingslanden op allerlei onderdelen de tijd wordt gegund zich op concurrentie op de wereldmarkt voor te bereiden. Op de een of andere manier zal daarbij onderscheid moeten worden gemaakt dat verfijnder is dan Noord versus Zuid, ontwikkelde versus ontwikkelingslanden. Met name landen als India willen op dit moment te veel 'the best of both worlds'. Ik ben benieuwd of de minister die analyse deelt en welke oplossingen hij ziet?

In de instructie wordt voorgesteld dat voor een goede toespitsing van SDT-maatregelen per WTO-akkoord gebruik gemaakt zou kunnen worden van duurzaamheids-impact-analyses en van analyses die implementatiekosten van een WTO-akkoord tegen de baten die dit oplevert afweegt (95). Is de minister voornemens hier actief op aan te dringen bij de EC? Immers, het einddoel van de SDT, zo staat in instructie: is volledige integratie van ontwikkelingslanden in wereldhandelssysteem, in lijn met doelstellingen voor duurzame ontwikkeling(91).

Niet-agrarische producten

Het dossier van de niet-agrarische producten krijgt weinig aandacht. Maar is wel belangrijk. De PvdA is het eens met de lijn en ondersteunt de ideeen ten aanzien van de introductie van tariefplafonds en harmonisatie van tariefgemiddelden.

Technische Assistentie

De PvdA is verheugd over Nederlandse inzet hiervoor ( bijdrage aan Doha Development Agenda Global Trust Fund, medeoprichting van de zgn. WTO rechtswinkel etc.). Toch een paar vragen:
* deelname andere landen

* technische assistentie alleen in het kader van WTO-onderhandelingen en geschillen, of óók bij implementatie

Singapore

Over de Singapore-onderwerpen: investeringen, mededinging, transparantie bij overheidsaanbestedingen en handelsfacilititatie zegt de instructie dat er beperkte voortgang is. Op dit onderdeel vind ik de instructie niet helder over de europese en nederlandse inzet. De lopende onderhandelingen over deze onderwerpen zijn zeer onduidelijk en niet transparant. Dat komt het imago van WTO-niet ten goede.

De meeste pijlen van ontwikkelingslanden (ACP77) en NGO's richten zich op een eventueel investeringsakkoord. De instructie zegt dat daarbij de inzet zich richt op uitgangspunten van transparantie en non-discriminatie. Probleem is hoe daarbij de belangen van duurzaamheid en sociale belangen te verzekeren.

Vlak voor het reces werd de Tweede Kamer benaderd door de voorzitter van het parlement van Nigeria. Shell had van de nigeriaanse regering een concessie gekregen om naar olie te speuren, mits ze dat deed in een joint venture met een nigeriaanse onderneming. Toen bleek dat er sprake was van zeer omvangrijke olievelden heeft Shell getracht van die verplichting van een joint venture af te komen. Over de vraag of dat op legale wijze is gebeurd verschilt men in Nigeria van mening en daar treedt ik dus niet in. Vraag is wel, vinden wij dat dergelijke voorwaarden aan buitenlandse investering accpetabel zijn of niet?

Kortom, zonder expliciet te worden over wat met een investeringsakkoord wordt beoogd, is het begrijpelijk dat er verzet is. Dus of de EU maakt haar intenties duidelijk of het is beter het punt van de agenda van Cancun af te voeren.

Diensten (GATS)

Handel en milieu

Rules

Geschillenbeslechting

In hoeverre vindt u dat de WTO zich niet alleen iets zou moeten aantrekken van de implementatie van haar eigen verdragen, maar, aan de andere kant tevens aan haar bijdrage aan het ontwikkleingskarakter van die afspraken en aan de bescherming van nationale autonomie op een aantal onderdelen (milieubeleid bijvoorbeeld). Afgezien van enkele technische punten die aan de orde zijn bij de geschillenbeslechting zijn er nog enkele andere punten:
* samenhang met andere internationale afspraken en verankering van non trade concerns
* respect voor de nationale autonomie van kiezers en consumenten (dat geldt ook voor de EU als het gaat om de weerstand tegen GGO-voedsel)
* transparantie bij geschillenbeslechting: NGO's dienen toegang te krijgen tot informatie die tijdens de panelprocedures naar voren komt. De PvdA vindt dit zeer belangrijk, moet buiten de single-undertaking zou moeten vallen en niet liever niet verschuiven tot juni 2004.(149)

Implementatie Uruguay

De laatste tijd bereiken ons vragen over de implementatie van enkele afspraken uit de vorige Urugay-ronde. Bijvoorbeeld is in de vorige ronde afgesproken dat, indien door de vrijhandel de landbouwprijzen zouden stijgen, die landen die netto geen exportlanden zijn (bijv. Polynesische eilanden), hiervoor gecompenseerd zouden worden. Hiertoe zou een fonds worden opgericht. Dat is nooit gebeurd. Kan de minister een overzicht geven van de stand van zaken van implementatie van afspraken uit de Urugay- ronde?

Slot

Resumerend:

* Inhoud aan de ontwikkelingsagenda en evaluatie van WTO tot op heen voor de ontwikkeling (niet theorie toekomst, maar praktijk afgelopen jaren)
* verdergaande toezeggingen landbouw

* TRIPS

* Special and Differential Treatment

* Verbinding met andere internationale afspraken en verankering non trade concerns