Universiteit Maastricht

Persbericht
10 september 2003

Psychologische mechanismen veroorzaken discriminatie

Interdisciplinair onderzoek naar discriminatie op de arbeidsmarkt

Discriminatie op de arbeidsmarkt kan toenemen naarmate de concurrentie tussen bedrijven groter wordt. Werkgevers zijn dan bijvoorbeeld minder geneigd om mensen met een afwijkende nationaliteit aan te nemen en zij bieden vrouwen consequent lagere lonen dan mannen. Dit zou het gevolg zijn van psychologische processen. Dat beweert Christiane Schwieren in haar proefschrift over discriminatie op de arbeidsmarkt. Op vrijdag 12 september hoopt ze bij de faculteit der economische wetenschappen en bedrijfskunde op dit onderzoek te promoveren.

In theorie zou discriminatie juist moeten verminderen ten gevolge van competitie. Het is vanwege de concurrentiepositie ten opzichte van andere bedrijven immers helemaal niet efficiënt om te discrimineren. Het is beter om gewoonweg de beste kandidaat aan te nemen. Volgens de bestaande economische modellen zouden directeuren en managers daarom in barre tijden rationeel handelen wanneer het gaat om aanstellingen, salariëring en promotie. Dat staat echter in contrast met de realiteit bij ondernemingen, waar discriminatie hardnekkig plaats blijft vinden.

Reden genoeg voor de sociaal-psycholoog Schwieren om te proberen een model te ontwerpen dat beter aansluit bij de werkelijke situatie en dat discriminerend gedrag op de arbeidsmarkt adequater kan verklaren. Daartoe combineerde zij sociaal-psychologische theorieën met micro-economische inzichten. Vervolgens werd het model getoetst met behulp van drie experimenten waarin werksituaties werden nagebootst. Daarbij bleek dat mensen helemaal niet rationeler handelen wanneer de economische druk hoger wordt. Het zijn juist de 'irrationele' psychologische motieven die zich sterker laten gelden.

Zo werden Duitse en Nederlandse studenten tegen over elkaar gezet in een management-simulatiespel. Naarmate de concurrentie binnen dit spel toenam, neigden de Nederlandse studenten er steeds meer naar om mensen van hun eigen nationaliteit aan te nemen. Vanuit het oogpunt van productiviteit geen voor de hand liggende keuze. Duitse studenten aan de Universiteit Maastricht behalen namelijk gemiddeld betere resultaten dan Nederlandse en dit is ook algemeen bekend. Schwieren verklaart deze houding vanuit het idee dat concurrentie psychologische onzekerheid voor werkgevers met zich mee brengt. Door te kiezen voor een 'bekende' kandidaat uit de eigen groep, verschaffen zij zich een vorm van zekerheid.

Ook bij een experiment waarin de salariëring van de kandidaten centraal stond, bleek dat in geval van toenemende concurrentie psychologische motieven een rol spelen. Vrouwen kregen keer op keer minder loon aangeboden dan hun mannelijke collega's. Hier speelden bepaalde stereotypen mee in de besluitvorming. Zo bestaat er het idee dat vrouwen minder hard werken dan mannen. Het gevolg van deze onderbetaling was dat vrouwen in het experiment minder hard gingen werken en zo het stereotype beeld in stand hielden. Een vicieuze cirkel dus. Om deze en andere vormen discriminatie op de arbeidsmarkt te doorbreken raadt Schwieren aan om rekening te gaan houden met de psychologische mechanismen in het beleid van bedrijven en in de politiek. Dat gebeurt totnogtoe namelijk te weinig.

Noot voor de pers:
Voor vragen kunt u terecht bij Christiane Schwieren, tot vrijdag 12 september per telefoon: nummer 043-3883652, daarna per e-mail: C.Schwieren@ALGEC.unimaas.nl De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 388 2044. Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 21275612. Mail to: pers@voorlichting.unimaas.nl.
De persberichten van de UM staan op Internet www.pers.unimaas.nl.