Partij van de Arbeid

Alleen gesproken woord geldt
Den Haag, 10 september 2003

Bijdrage van Gerdi Verbeet (PvdA) aan het Algemeen Overleg over voetbalvandalisme - 10 september 2003

We spreken vandaag met enige vertraging over voetbalvandalisme, een thema dat helaas te vaak in deze Kamer op de agenda heeft gestaan. Voor het reces was er een hoorzitting, waarin alle betrokkenen ons hun visie hebben gegeven. Ik zal de bewindspersonen ook naar aanleiding daarvan een aantal vragen voorleggen.

+ Het beleidskader ziet er over het algemeen goed en duidelijk uit. Het blijft treurig dat zo'n indrukwekkende opsomming van maatregelen door talloze instanties nodig is voor het organiseren van een simpele voetbalwedstrijd, maar blijkbaar is het nodig. Nogmaals: een goede uitvoering van de afspraken door de vele partijen is essentieel. Wie spreekt de partijen aan als dit niet gebeurt? Welke verantwoordelijkheid ziet de minister van BZK in deze? In het beleidskader worden ook de afspraken met de landelijke supporters-vereniging, de SOVS, beschreven. Voor zover ik weet is dat een vrij kleine organisatie. Mag ik ervan uitgaan dat het Kabinet de SOVS voorziet van de middelen om de afspraken uit te voeren. + Dit Kabinet heeft aangekondigd de bureaucratie terug te dringen. Mijn fractie wil graag helpen met ontregelen! Maar met alle respect voor maatwerk: is het écht nodig dat voor elke competitiewedstrijd -ook de zo geheten A-wedstrijden met een laag risico - uitvoerige draaiboeken en evaluaties moeten worden opgesteld? Moet de club echt voor elke wedstrijd toestemming vragen bij de burgemeester? Mijn fractie laat zich graag overtuigen van het belang van maatregelen, maar dan moeten ze wel echt nodig zijn.

+ Tijdens de hoorzitting heeft een aantal burgemeesters een hartstochtelijk pleidooi gehouden om civielrechtelijke stadionverboden publiekrechtelijk te kunnen uitvoeren. Mensen met een stadionverbod moeten zich op die manier melden op bijvoorbeeld het politiebureau, in plaats van via een omweg toch in het stadion te belanden. Is de regering bereid concrete initiatieven hiertoe te ondernemen? De eerste verantwoordelijkheid voor de uitvoering van stadionverboden ligt natuurlijk bij de clubs zelf: via een waterdichte toegangscontrole. Dit gaat nog vaak mis. Ook in het beleidskader staat dat clubs 'onvoldoende in staat te bepalen wie zij wel en wie zij niet in hun stadion krijgen'. Wordt alle beschikbare informatie tussen de ketenpartners, bv. politie, supporters en clubs uitgewisseld, of geeft de minister voorrang aan de bescherming van de persoonsgegevens? Op welke wijze wordt het clubcardsysteem verbeterd, zoals aangekondigd in het beleidskader? Beschouwt de regering de clubcard nu als een veiligheidsmiddel, of als servicecard, zoals de supporters melden in het beleidskader?

+ Het kabinet heeft in het Hoofdlijnenakkoord aangekondigd te komen met voorstellen om politie-inzet voor commerciële manifestaties in rekening te brengen bij de organisatoren van zulke evenementen. Voetbalclubs zouden dus moeten gaan opdraaien voor de politie-inzet. De PvdA-fractie ziet hier niets in. Principieel is zij van mening dat het handhaven van de openbare orde een essentiële overheidstaak is, die daarom met gemeenschapsgeld moet worden bekostigd. Veiligheid is niet te koop. In de hoorzitting maakte burgemeester Deetman van Den Haag een treffende vergelijking: 'We vragen toch ook de organisatoren van demonstraties niet om een bijdrage in de politiebegeleiding?' Dat betekent natuurlijk niet, dat je niet kritisch moet kijken naar de omvangrijke politie-inzet die bij voetbalwedstrijden nodig is. Uit het beleidskader blijkt helaas dat de politie-inzet de afgelopen jaren alleen maar is toegenomen en niet, zoals verwacht werd door de bouw van nieuwe moderne stadions, is gedaald. Dat is zorgwekkend. Op welke wijze denkt het kabinet de politie-inzet wel terug te brengen? De beleidslijn dat de clubs zelf primair verantwoordelijk zijn voor alles wat in het stadion gebeurt en de politie voor wat erbuiten gebeurt, lijkt me goed, maar kan wellicht nog worden aangescherpt.

+ In het beleidskader staat, dat het OM geen prioriteit geeft aan kwetsende spreekkoren en spandoeken, maar dat dit een verantwoordelijkheid van de clubs en de KNVB is. Dit is begrijpelijk, maar mag hoop ik toch geen vrijbrief worden voor het naar hartelust beledigen en discrimineren in het stadion, omdat daar toch geen gevaar is op strafvervolging. Strafbare feiten moeten toch ook in het stadion kunnen worden aangepakt?

+ Tot slot, voorzitter: uit recent onderzoek van het IVA blijkt, dat voetbalvandalen over het algemeen ook buiten het voetbal om strafbare feiten hebben begaan. Er is een harde kern van naar schatting enkele honderden personen die wordt aangeduid als de 'hoog-risicogroep'. De onderzoekers concluderen, dat op dit moment van een dadergerichte aanpak nog niet of nauwelijks sprake is. Ze doen aanbevelingen die gericht zijn op de daders, zoals het laten uitvoeren van een risicotaxatie. In haar reactie schrijft staatssecretaris Ross het voor een groot deel eens te zijn met de onderzoekers, maar ook dat de dadergerichte aanpak voor een deel al in de praktijk is gebracht. Toch valt hier in het beleidskader nog niet veel van te merken. Ross benadrukt in haar brief weer eens de verantwoordelijkheid van alle partijen, maar een beetje meer sturing door de rijksoverheid zou geen kwaad kunnen. VWS wil clubs bijvoorbeeld niet financieel ondersteunen bij de intensieve begeleiding van vandalen. Waarom niet? Welke verantwoordelijkheid ziet de staatssecretaris dan wel voor zichzelf?


---- --