Ingezonden persbericht


PERSBERICHT - LEIDEN, 10 SEPTEMBER 2003

Erik de Jong benoemd op Clusius Leerstoel

Dr.E.A.de Jong is door de Clusiusstichting benoemd als eerste hoogleraar op de nieuwe bijzondere leerstoel gewijd aan de Geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur.

Deze leerstoel werd op 21 november 2002 door het College van Bestuur ingesteld bij de Faculteit der Letteren van de Universiteit Leiden. Zij is de eerste leerstoel aan een Nederlandse universiteit die specifiek op dit nieuwe historische vakgebied is gericht. De Clusius Leerstoel is vernoemd naar Carolus Clusius (Charles de l'Écluse, 1526-1609), humanist en botanicus, en grondlegger van de Hortus Botanicus te Leiden. Met de instelling van de bijzondere leerstoel hopen Universiteit en Clusiusstichting een nieuwe impuls te geven aan het interdisciplinaire onderzoek op dit gebied in het verlengde van het Internationale Symposium over The Authentic Garden (1990). Bij onderzoek en onderwijs zullen naast kunsthistorie onder meer botanie, archeologie en culturele antropologie worden betrokken. Daarnaast dient de leerstoel een beter contact te bevorderen tussen de groeiende belangstelling in Nederland voor de geschiedenis van tuin- en landschapsarchitectuur en het internationale onderzoek op dit gebied. Ook wordt aansluiting beoogd bij de praktijk van restauratie en ontwerp en ruimtelijke ordening.

Dr.E.de Jong (1954) past in dit profiel. Hij promoveerde in 1993 aan de Rijksuniversiteit Groningen op Natuur en Kunst, Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur 1650-1740, een dissertatie die bekroond werd met de studieprijs van Praemium Erasmianum Hij doceerde van 1980 tot 2002 architectuurgeschiedenis aan de Vrije Universiteit, Amsterdam, en daarna als Visiting Professor Garden and Landscape Studies aan The Bard Graduate Center for the Decorative Arts, Design and Culture, New York. Hij is Harvard Senior Fellow Garden and Landscape Studies bij Dumbarton Oaks, Washington DC. Hij is erelid van de Swedish Society for Dendrology and Park Culture, Stockholm en lid van de adviesraad van het Journal of Garden History. Op zijn naam staan een groot aantal studies en publicaties en verschillende tentoonstellingen. Hij speelde een betekenisvolle rol in 1990 in het Internationale Symposium The Authentic Garden (Leiden) en in het Internationale project over de Openbare Stadstuin/Hortus Conclusus van de Stichting Architecture International Rotterdam (2001). Dr.De Jong zal zijn werk als Clusius Hoogleraar combineren met zijn werk als Visiting Professor aan het Bard College te New York.

Voor financiering van de activiteiten is de Clusiusstichting volledig afhankelijk van particuliere fondsen, giften, legaten en erfstellingen. Voor instelling van de bijzondere leerstoel voor de Geschiedenis van de Tuin- en landschapsarchitectuur werd financiële steun verworven van de Stichting Over Holland, de J.E.Jurriaanse Stichting en de K.F.Heinstichting.

Voor informatie omtrent Dr.De Jong kan men zich direct tot hem wenden via telefoon (001-212 581 9280) of e-mail (dejong@bgc.bard.edu) in de Verenigde Staten, terwijl hij van 3 tot 7 oktober in Nederland zal verblijven. Voor inlichtingen omtrent de Clusiusstichting: de secretaris, Dr. G.A. van Uffelen (071-5275144) en bijlage. Voor inlichtingen omtrent de bijzondere leerstoel: de Faculteit der Letteren, decaan Prof. Dr.T.van Haaften.

NB: Nadere inlichtingen zullen volgen omtrent internationale samenwerking, inrichting van het onderwijsprogramma en ondersteunende activiteiten.


---- --
Bestuur
Mr K.J. Cath, ere voorzitter Prof Dr W.R. van Gulik Prof Drs A.J. van der Staay, voorzitter Dr S.V. Hart Prof Dr P. Baas Dr Ir J. de Koning
Ir J.H. van Doesburg W.F.J. van Notten, penningmeester Mr C.H. Goekoop Dr G.A. van Uffelen, secretaris

Doelstelling
De Clusius Stichting is vernoemd naar Carolus Clusius (Charles de l'Écluse, 1526-1609), humanist, botanicus en grondlegger van de Hortus Botanicus te Leiden. De Stichting stelt zich ten doel de belangstelling te bevorderen voor de historische en culturele aspecten van de tuin, het landschap en de botanie, en die van een wetenschappelijk draagvlak te voorzien. De stichting haakt daarbij in op de groeiende belangstelling voor de tuincultuur. Zij organiseert internationale symposia en een jaarlijkse Clusiuslezing met gerenommeerde sprekers. Zij heeft ook een Japanse tuin tot stand gebracht in de Leidse Hortus Botanicus en heeft de reconstructie van de oorspronkelijke botanische tuin uit de zestiende eeuw hersteld bij zijn 400 jarig jubileum in 1990. Op initiatief van de Stichting heeft de Universiteit Leiden een bijzondere leerstoel ingesteld voor de bestudering van de geschiedenis van tuin- en landschaparchitectuur.

Belang
De cultuur van de natuur heeft in Nederland de nodige aandacht gekregen en heeft zich door de eeuwen heen met een eigen stijl ontwikkeld. Uit de recente discussienota's en het subsidiebeleid van de overheid, en uit de congressen op dit gebied blijkt hoezeer het van belang is om meer kennis te verwerven over de cultuurhistorische betekenis van het Nederlandse landschap, ook in internationaal verband. De noodzaak voor meer studie van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur dient zich aan met het oog op de problematiek van beheer, behoud en restauratie van historische landgoederen, stadsparken en tuinen. Voorts heeft groeiend aantal tuin- en landschapsarchitecten zich in het krachtenveld van de planologie en stedenbouw tot een eigen beroepsgroep ontwikkeld. Ook bestaat een toenemende publieke belangstelling voor dit onderwerp gebaseerd op de vragen voortkomend uit een groeiend milieubesef. Bij de verschillende groepen van geïnteresseerden bestaat een grote behoefte aan verwerving en uitwisseling van kennis.

Ondersteuning
Voor de financiering van de activiteiten is de Clusius Stichting volledig afhankelijk van particuliere fondsen, giften, legaten en erfstellingen. Door een periodieke- of éénmalige bijdrage geeft men uiting aan een affiniteit voor de studie en kennisoverdracht van de historische, culturele en internationale aspecten van tuin en landschap. De Stichting dient het algemeen nut en is gerangschikt zoals bedoeld in Artikel 24 lid 4 van de Successiewet 1956. Hierdoor zijn giften fiscaal begunstigd. Donateurs worden betrokken bij de activiteiten zoals lezingen, symposia en bijzondere evenementen.

September 2003


---- --