Socialistische Partij
Spreiding voorkomt apartheid
De Tweede Kamerfractie van de SP wil landelijke navolging van het
Rotterdamse debat over de spreiding van kansarme migranten. Nu het
taboe eindelijk is doorbroken, moet er ook doorgepakt worden, stelt
SP-Kamerlid Agnes Kant.
---
door Agnes Kant, Tweede-Kamerlid voor de SP
---
De Socialistische Partij is al vele jaren voor een spreidingsbeleid en
tegen het ontstaan van zwarte wijken. Alleen als allochtonen met
autochtonen samenleven, kan er sprake zijn van een vruchtbare
integratie. De Haagse politiek wilde er tot nu toe nog niet aan. Als
door een wesp gestoken, zo reageerden andere politici vaak op
voorstellen van de SP om over te gaan tot een actief spreidingbeleid.
Steevast kwam de dooddoener: `spreiden is aantasting van de vrijheid
van onderwijs en wonen'. Daarmee werd de discussie doodgeslagen nog
voordat deze was begonnen. Het onderwerp was taboe en wie er over
begon, was verdacht. Het is goed nieuws dat er een omslag in denken
plaatsvindt en eindelijk ook CDA, PvdA en de VVD open staan voor het
aanpakken van de segregatie door spreiding.
Dominic Schrijer verdient lof voor het openen van de discussie in
Rotterdam. In zijn plan getiteld `gespreide verantwoordelijkheid'
stelt hij dat concentratie van kansarme migranten in bepaalde wijken
voorkomen moet worden. En pleit hij er voor om de opvang eerlijker
over de stad, de regio en het land te verdelen en voor het reguleren
van de woningmarkt. Hij stelt terecht dat het niet gaat om een
spreiding van zwarte mensen, maar van kansarme mensen. Maar het is
natuurlijk onmiskenbaar zo dat de kansarmen veelal migranten zijn, en
het is ook onmiskenbaar dat juist de concentratie van migranten
nadelig is voor hun integratie en daarmee weer hun kansen.
Naast de leefbaarheid in de wijken, is daarom spreiding ook van groot
belang voor de kansen van de migranten en hun kinderen. Concentratie
van allochtonen in wijken en op scholen belemmert de integratie,
terwijl het zowel in het maatschappelijk belang als in het individuele
belang van betrokkenen is om een kansrijke positie in de Nederlandse
samenleving te verwerven. Een belangrijke voorwaarde is dat je in
contact komt met autochtonen, dus ook op straat, op het sportveld en
op het schoolplein. Als er samen gewoond en geleerd wordt, is
bijvoorbeeld de kans kleiner dat allochtone kinderen die in Nederland
geboren zijn een taalachterstand oplopen. Door spreiding kan aan veel
mensen een veel betere, eerlijkere kans worden geboden op goede
toekomst hier. Precies om die reden worden toegelaten asielzoekers ook
al jaren gespreid over het land.
Mensen die alleen maar hameren op het vermeende recht van vrije
vestiging, gaan voorbij aan de grote problemen die er in sommige delen
van Nederland bestaan. Bovendien is er sprake van een schijnvrijheid
die voor de meeste migranten puur theoretisch is. De mensen die nu in
de wijken wonen waar de sociale problemen het grootst zijn, zowel
allochtoon als autochtoon, hebben helemaal niet voor die situatie
gekozen en zouden het graag anders zien. Dat blijkt ook uit een
onderzoek dat de SP momenteel doet onder migranten. Dat blijkt
bijvoorbeeld uit een actie in Deventer, waar een paar jaar geleden
Turkse ouders actie voerden voor beter onderwijs voor hun kinderen.
Zij vonden het ongewenst dat op de school alleen Turkse kinderen
zitten. In Utrecht hebben we acties gezien van Turkse en Marokkaanse
oudercomités, bewonerscommissies, winkeliersverenigingen, en van
moskeeën en protestantse en katholieke kerken die handen ineengeslagen
hadden. Zij verenigden zich in de Stichting Houd Kanaleneiland
Leefbaar en stuurden een brandbrief naar de gemeente Utrecht waarin ze
pleiten voor een spreidingsbeleid op het gebied van huisvesting. Juist
het feit er nu zo weinig keuze is voor kansarme migranten voor
huisvesting, ontkracht het argument dat spreidingsbeleid
discriminerend en vrijheidsbelemmerend is. Want wat stelt vrijheid
feitelijk voor als vele huurwoningen door hoge huren en
huursubsidiedrempels op slot zitten en als in het hele land een
schromelijk te kort is aan betaalbare woningen?
Ik hoop van ganser harte dat nu de discussie geopend is, er ook
doorgepakt wordt. Natuurlijk zijn er nog vele vragen over hoe een
eerlijk en effectief spreidingbeleid ingevuld moet worden. Maar laten
we niet langer afzijdig blijven en die vragen beantwoorden, uiteraard
in samenspraak met alle betrokkenen. We moeten kijken naar alle
factoren die, vooral in combinatie, zorgen voor achterstanden van
individuen en de opeenhoping van problemen in bepaalde wijken. Voor
alle duidelijkheid: niet allen naar afkomst dus, maar vooral naar
zaken als taalbeheersing, opleidingsniveau, arbeidsverleden en
inkomensperspectief.
Ook de landelijke politiek kan niet langer afzijdig toekijken, maar
moet maatregelen nemen en beleid maken om de toenemende apartheid in
ons land te stoppen en terug te dringen. Door binnen gemeenten en
regionaal met de woningbouwverenigingen een actief
woningtoewijzingsbeleid te voeren. Criteria voor woningtoewijzing
kunnen zijn de taalbeheersing, opleiding en arbeidssituatie. En door
via het bouwbeleid en huursubsidiebeleid de vermenging van de sociale
klassen te bevorderen. Per saldo gaat het dan dus helemaal niet om het
inperken van de keuzevrijheid, maar juist om het vergroten ervan. En
vooral om een goede toekomst voor ons land waarin onze kinderen samen
kunnen leren, samen kunnen wonen en samen kunnen leven.
(Dit artikel verscheen in het Algemeen Dagblad van 10 september 2003)
---