European Commission

IP/03/1229

Brussel, 10 september 2003

Stappenplan van de EU voor een Europees partnerschap voor een duurzame waterstofeconomie

Bent u klaar voor de energie van de toekomst? Vandaag hebben Commissievoorzitter Romano Prodi, Vice-voorzitter Loyola de Palacio en Onderzoekscommissaris Philippe Busquin in Brussel een mededeling gepresenteerd over maatregelen met het oog op de totstandbrenging van een Europees partnerschap voor waterstof- en brandstofceltechnologie, dat wordt aangestuurd door een adviesraad die een strategische agenda voor het waterstofonderzoek moet opstellen. Alle grote publieke en private belanghebbenden bij waterstof op EU-niveau zullen van dit partnerschap deel uitmaken. De Commissie zal tevens middelen vrijmaken voor onderzoeksprojecten in verband met de ontwikkeling en de invoering van de waterstoftechnologie. Zij zal steun bieden voor publiek-private initiatieven die de ontwikkeling van bedrijven en de commercialisering bevorderen. Zij zal een coherent beleidskader uitstippelen, een realistische invoeringsstrategie vaststellen en internationale samenwerking, onderwijs, opleiding, informatie en de verspreiding van de resultaten van onderzoek en ontwikkeling (O&O) op het gebied van waterstof stimuleren. Het tijdschema, de definitie van de structuur, de opdrachten van de adviesraad, en de uitnodiging om belangstelling voor deelneming aan de adviesraad kenbaar te maken, zullen al in oktober 2003 klaar zijn.

Voorzitter Prodi verklaarde: Hoe efficiënt onze motoren en elektriciteitscentrales ook zijn, indien wij in het huidige tempo energie blijven verbruiken, zullen de toekomstige generaties de prijs daarvoor moeten betalen. Waterstof kan ten dele een oplossing bieden. Het is een veelbelovende energiedrager waarvan het potentieel nog ten volle moet worden benut. Dit vergt een duidelijke politieke wil en de inzet van meer middelen. Wij willen deze uitdaging aangaan. Ons doel is een geleidelijke overgang op een volledig geïntegreerde waterstofeconomie in de komende decennia. Wij engageren ons volledig voor dit doel en zullen dienovereenkomstig handelen.

Vice-voorzitter De Palacio voegde hieraan toe: Waterstof en brandstofcellen zijn essentieel voor het bereiken van de EU-doelstelling om tegen 2002 20% van de voertuigbrandstoffen door alternatieve brandstoffen te vervangen. Zij kunnen de afhankelijkheid van de Europese Unie van olie verminderen en terzelfdertijd bijdragen tot duurzame ontwikkeling. Wij hebben een visie voor de waterstofeconomie van de toekomst: nu moeten we samenwerken met de private en publieke actoren op dit gebied en met onze internationale partners, waaronder de VS en Japan, om deze visie te verwezenlijken.

In de nabije toekomst zullen waterstof en brandstofcellen mede een oplossing bieden voor problemen in verband met de continuïteit van de energievoorziening, milieu-effecten, klimaatverandering en een meer gedecentraliseerde energieproductie, zei commissaris Busquin. Dankzij EU-beleidsinitiatieven en vele door de EU gefinancierde projecten wordt al vooruitgang geboekt met onderzoek, ontwikkeling en demonstraties van waterstof- en brandstofceltechnologieën.

Maar nu moet er een versnelling hoger worden geschakeld om de invoering van waterstof en brandstofcellen te stimuleren. Het gaat om belangrijke voorbeelden van speerpunttechnologieën die de Unie vooruithelpen in de richting van de beoogde duurzame kenniseconomie.

Pompen of verzuipen

Terwijl de VS en Japan in actief overleg met private partners hun investeringen in O&O met betrekking tot waterstof aanzienlijk uitbreiden, blijft in Europa de steun van de EU en de lidstaten op een merkelijk lager en versnipperd niveau steken. Om concurrentieel te blijven moeten meer middelen worden ingezet en moeten de inspanningen om een kritieke massa te bereiken en deze belangrijke technologieën van de toekomst op doeltreffende wijze te ontwikkelen, beter worden gecoördineerd.

Daarom heeft de Commissie vorig jaar besloten haar inzet te vergroten en heeft zij een Groep op hoog niveau inzake waterstof- en brandstofcellen opgericht, die een geïntegreerde Europese visie moet uitwerken op de rol welke waterstof en brandstofcellen kunnen spelen voor een veilige en duurzame energievoorziening, en de wijze waarop dit potentieel kan worden gerealiseerd. De Groep bestaat uit prominente belanghebbenden uit heel Europa die verschillende industrieën en onderzoekers op dit gebied vertegenwoordigen.

De conclusies en aanbevelingen van de Groep zijn op 16-17 juni 2003 besproken en goedgekeurd tijdens de grote Europese conferentie De waterstofeconomie - Een brug naar duurzame energie. Deze conferentie bracht ongeveer 450 deelnemers samen: prominente beleidsmakers en besluitvormers uit overheidskringen, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de financiële wereld en wetenschappelijke en onderzoeksgemeenschappen, en erkende vertegenwoordigers van de civiele maatschappij.

Een ambitieuze strategie

Er bestond ruime consensus over het feit dat het algemene beleid van de Unie inzake duurzame ontwikkeling een ambitieuze strategie moet omvatten op het gebied van waterstof en brandstofcellen. Deze technologie kan immers bijdragen tot de continuïteit van de energievoorziening, broeikasgasreductie, schonere lucht, opslag en gedecentraliseerd gebruik van energie, diversificatie van de primaire energiebronnen en een gemakkelijker overschakeling op hernieuwbare energie.

De belangrijkste maatregel die door de Groep op hoog niveau en de conferentie van juni is aanbevolen, is de totstandbrenging van een Europees partnerschap waarin alle relevante publieke en private belanghebbenden en initiatieven samenkomen die zich willen inzetten voor de opstelling en uitvoering van een geïntegreerde waterstofstrategie.

Doelstellingen en resultaten

Het belangrijkste doel van het Europees partnerschap voor de duurzame waterstofeconomie bestaat erin de ontwikkeling en de invoering te vergemakkelijken van betaalbare Europese energiesystemen van wereldniveau op basis van waterstof en brandstofcellen, en van de daarmee samenhangende componententechnologieën voor toepassingen in vervoer en in vaste en mobiele energiecentrales. In de toekomst kan alles, van auto's en energiecentrales tot mobiele telefoons, op waterstof werken.

De omvang en de operationele structuur van het Europees partnerschap moeten zodanig zijn dat de belangrijkste belanghebbenden (bedrijfsleven, wetenschappelijke gemeenschap, overheid, civiele maatschappij) op evenwichtige en actieve wijze kunnen deelnemen, en een efficiënte samenwerking tussen de Europese, nationale, regionale en lokale programma's voor onderzoek, ontwikkeling en invoering mogelijk is.

Het partnerschap moet bijdragen tot bewustwording van de commerciële mogelijkheden van de waterstof- en brandstofcelmarkten en van mogelijke scenario's voor energiebeleid en moet toekomstige samenwerking, zowel binnen de EU als wereldwijd, gemakkelijker maken. Het Europees partnerschap moet tevens bijdragen tot de noodzakelijke coördinatie en samenwerking tussen de Europese waterstofstrategie en internationale initiatieven, zoals het internationale partnerschap voor de waterstofeconomie dat recentelijk door de regering van de VS is voorgesteld.

Belangrijkste elementen van een geïntegreerde Europese waterstofstrategie:

Een strategische onderzoeksagenda waarin de streefdoelen, prioriteiten en tijdschema's worden vastgelegd om de Europese inspanningen en begrotingsmiddelen voor technisch en socio-economisch onderzoek en ontwikkeling van waterstof- en brandstofceltechnologieën, van wetenschappelijk basisonderzoek tot valideringsprogramma's, op gecoördineerde wijze en in aanzienlijke mate te verhogen.

Voorstellen voor proefprojecten voor demonstratie en invoering;

Een beleidskader dat coherent is op de terreinen vervoer, energie en milieu, zodat technologieën die aan de doelstellingen van het beleid beantwoorden, worden gestimuleerd;

Een invoeringsstrategie, met inbegrip van een Europees stappenplan voor waterstoftechnologie en advies inzake beleidsmaatregelen;

Initiatieven inzake publiek-private samenwerking waarin verschillende industriële en financiële organisaties worden samengebracht en die de ontwikkeling van bedrijven en commercialisering aanmoedigen;

Een kader om internationale samenwerking te ontwikkelen;

Een Europees onderwijs- en opleidingsprogramma, van scholen tot onderzoekers met wereldfaam;

Een centrum voor communicatie en verspreiding van informatie over al deze initiatieven.

Structuur en tijdschema

Om deze doelstellingen te bereiken moet het Europees partnerschap deze nieuwe maatregelen en initiatieven samenbrengen en deze waar mogelijk met bestaande projecten en activiteiten samenvoegen in een structuur die openstaat voor alle relevante belanghebbenden. Het partnerschap moet worden aangestuurd door en onder toezicht staan van een adviesraad waarin een evenwicht bestaat tussen deskundigheid en belangen van de betrokkenen.

De adviesraad moet richtsnoeren verstrekken over de wijze waarop vanuit bestaande Europese initiatieven, netwerken en structuren met bovengenoemde maatregelen een aanvang kan worden gemaakt en vooruitgang geboekt. Het secretariaat van de adviesraad wordt gezamenlijk gefinancierd door de Commissie en de belanghebbenden. Voorts kan de Commissie een projectteam oprichten met eigen deskundigen.

Wat het tijdschema betreft: de definitie van de structuur en de opdrachten van de adviesraad en de uitnodigingen om aan de adviesraad deel te nemen, kunnen al in oktober klaar zijn.

Voor verdere informatie zie:

http://europa.eu.int/comm/research/energy/nn/nn_rt_hy3_en.htm

http://www.europa.eu.int/comm/research/energy/nn/nn_rt_hlg1_en.html

http://www.cordis.lu/sustdev/energy/h2.htm