Ministerie van Buitenlandse Zaken

in ontwikkelingslanden

Van Ardenne op de bres voor onderwijs in ontwikkelingslanden

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Persbericht

Datum: 23 september 2003


Wereldwijd kunnen 115 miljoen kinderen niet naar de basisschool. Minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking heeft daarom aangekondigd dat Nederland de komende vijf jaar 2,5 miljard euro zal uittrekken voor onderwijs in ontwikkelingslanden. Hiervan zal 1,9 miljard euro worden besteed aan basisonderwijs.

Tijdens een persbijeenkomst over onderwijs ter gelegenheid van de jaarvergaderingen van de Wereldbank en het IMF in Dubai, zei de minister te betreuren dat er maar zo langzaam vooruitgang wordt geboekt met de millenniumdoelstellingen op het gebied van onderwijs. In die doelstellingen staat onder meer dat alle jongens en meisjes ter wereld in 2015 in de gelegenheid moeten zijn basisonderwijs te volgen.

"Door meer in onderwijs te investeren kunnen wij mensen uit de armoedeval bevrijden en hun zelfrespect en waardigheid bevorderen. Onderwijs biedt de middelen voor sociale en economische ontwikkeling. Met onderwijs kunnen mensen vaardigheden voor de toekomst verwerven. Daarbij moeten wij ons concentreren op meisjes en vrouwen. Allereerst omdat juist zij vaak niet naar school gaan. Als zij leren lezen en schrijven krijgen zij en hun (latere) gezinnen toegang tot informatie over gezondheidszorg, HIV/AIDS en reproductieve gezondheid", aldus minister Van Ardenne.

Het geld zal beschikbaar worden gemaakt via de Nederlandse bilaterale ontwikkelingsprogramma's ten behoeve van het basisonderwijs, non-gouvernementele organisaties op het gebied van onderwijs, beroepsonderwijs en alfabetisering, en het door de Wereldbank voorgestelde `Fast Track Initiative'. In 2007 moeten de uitgaven voor onderwijs 15% uitmaken van het jaarbudget voor
ontwikkelingssamenwerking (0,8% van het BNP).

"Langetermijninvesteringen zijn belangrijk. Onderwijs houdt nu eenmaal niet op na drie jaar, maar vergt duurzame inspanningen."

De minister riep haar collega's op het Nederlandse voorbeeld te volgen en collectief de schouders te zetten onder mondiale inspanningen om ervoor te zorgen dat het universeel basisonderwijs er staat in 2015.