Gemeente Rotterdam
Nr. 189
3 november 2003

Eerste BIBOB-weigering in Nederland afgegeven

Rotterdam is de eerste gemeente in Nederland, die met gebruikmaking van de mogelijkheden van de nieuwe Wet BIBOB, onderzoek heeft laten doen door het landelijke Bureau BIBOB en vervolgens een vergunning heeft geweigerd. Het gaat om een exploitatievergunning voor een horeca-gelegenheid in deelgemeente Kralingen-Crooswijk. De vergunning is geweigerd vanwege het vermoeden dat er strafbare feiten gepleegd gaan worden met gebruikmaking van de vergunning. Ook bestaat er een vermoeden dat geld verkregen door het plegen van strafbare feiten zal worden benut met gebruikmaking van de vergunning.

De Wet BIBOB

De Wet BIBOB is sinds 1 juni 2003 van kracht en staat voor Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur. De wet geeft Nederlandse gemeenten, maar ook andere overheden zoals provincies en ministeries, de mogelijkheid om bij het behandelen van vergunningaanvragen en het verlenen van subsidies of opdrachten onderzoek te (laten) doen naar mogelijke criminele activiteiten. Wanneer er daadwerkelijk sprake is van een gevaar dat criminele activiteiten zullen plaatsvinden met gebruikmaking van de bijvoorbeeld een door de gemeente verleende vergunning, kan de gemeente deze vergunning op grond van de Wet BIBOB weigeren of intrekken.

Bureau BIBOB

Een weigering vanwege het vermoeden dat er strafbare feiten (zullen) worden gepleegd moet uiteraard wel ergens op gebaseerd zijn. Daarom mag de gemeente extra vragen stellen als ondernemers bijvoorbeeld een vergunning voor een horeca-onderneming aanvragen. Die extra vragen hebben o.a. betrekking op de financiering van de onderneming, de leidinggevenden van de onderneming en de zakelijke relaties van de onderneming c.q. de ondernemer. Op die manier probeert de gemeente te achterhalen of criminelen of criminele organisaties niet een (te grote) vinger in de pap hebben bij de bedrijfsvoering.

De gemeente heeft echter geen toegang tot alle informatie die bij verschillende instanties bekend kan zijn over alle betrokkenen bij een onderneming. Daarom kan de gemeente een advies vragen aan het landelijke Bureau BIBOB. Dat bureau valt onder het Ministerie van Justitie en heeft toegang tot niet-openbare bronnen, zoals informatie van de Belastingdienst, de Dienst Justitiële Documentatie en informatie van politie en de FIOD-ECD.
Op basis van de bij verschillende instanties vergaarde informatie geeft het Bureau BIBOB vervolgens advies aan de gemeente: er is sprake van geen risico, er is sprake van een gering risico of er is sprake van een ernstig risico.
Op basis van dit advies neemt de gemeente dan een besluit. Dat besluit kan betekenen dat een vergunning wordt geweigerd of dat een vergunning wordt ingetrokken, maar het is ook mogelijk dat er extra voorwaarden worden gesteld.

Rotterdams beleid

Gemeente Rotterdam zal het BIBOB-instrumentarium gericht inzetten om ervoor te zorgen dat men in Rotterdam veilig kan uitgaan en veilig kan ondernemen. Dat betekent dat de inzet van de Wet BIBOB nauw aansluit bij het gemeentelijke veiligheidsbeleid. Daar waar vanuit het veiligheidsbeleid extra aandacht uitgaat naar bepaalde straten of wijken vanwege verloedering of overlast, zullen ook de mogelijkheden die de Wet BIBOB biedt gericht worden ingezet. Met de titel "Veilig ondernemen en uitgaan" heeft de gemeente een brochure uitgebracht over horeca en de Wet BIBOB, met daarin aandacht voor de Rotterdamse situatie en uitleg over de gevolgen van de Wet BIBOB voor ondernemers in Rotterdam.

noot voor de redactie/