Nederlands Kanker Instituut


Letrozol na 5 jaar tamoxifen wegens borstkanker
Inleiding
Vijf jaar tamoxifen is een gebruikelijke nabehandeling voor patiëntes die een operatie en/of bestraling hebben ondergaan wegens borstkanker. Deze zogenaamde 'adjuvante' behandeling wordt gegeven om de kans op uitzaaiingen en terugkomen van de borstkanker te verkleinen. Tamoxifen wordt alleen gegeven wanneer de oorspronkelijke tumor gevoelig leek voor hormoonbehandelingen (dat wil zeggen of wel een positieve oestrogeenreceptor of een positieve progesteronreceptor of allebei). Dit is voor ongeveer 2/3 van de borstkankers het geval. Sinds geruime tijd weten wij dat deze aanvullende behandeling met tamoxifen de kans op het terugkomen van de ziekte onder deze omstandigheden met ongeveer 40% verlaagt. Dus wie zonder tamoxifen een kans van 40% heeft om binnen 10 jaar de ziekte terug te krijgen, ziet deze kans tot 24% dalen door 5 jaar tamoxifen in te nemen. Op 9 oktober 2003 werd bekend dat het na de 5 jaar tamoxifen nog enkele jaren innemen van een ander medicament, Letrozol, de kans op recidief nog verder zou kunnen worden verlaagd. Deze patiënteninformatie gaat over de praktische consequenties van dit bericht.

Het Letrozol-onderzoek
Op 9 oktober 2003 publiceerde het prestigieuze Amerikaanse medische tijdschrift 'The New England Journal of Medicine' op zijn website een artikel waarvan men vond dat dit zo snel mogelijk bij alle kankerbehandelaars bekend moest worden (www.nejm.org). De literatuurreferentie van dit artikel luidt: Goss EP, et al. A Randomized Trial of Letrozole in Postmenopausal Women after Five Years of Tamoxifen Therapy for Early-Stage Breast Cancer. N Engl J Med 2003; 349: pagina's nog onbekend. Dit onderzoek betreft 5187 vrouwen, die wegens borstkanker 5 jaar tamoxifen hadden gebruikt en die allen postmenopauzaal waren (dus waarvan de eierstokken geen vrouwelijke geslachtshormonen meer produceerden). De helft van deze patiëntes begon aansluitend aan de 5 jaar tamoxifen-periode met dagelijks een tablet Letrozol in te nemen, de andere groep kreeg een placebo (een nepmedicijn). Ruim 4 jaar na het begin van het onderzoek werd een tussenbalans opgemaakt en bleek dat bij 132 patiëntes die de placebo hadden ontvangen de ziekte was teruggekomen. In de Letrozol-groep was dit bij slechts 75 patiëntes het geval. Statistici konden uitrekenen dat de kans dat dit verschil zuiver toevallig was, kleiner was dan 1 op 1000 en er werd besloten om het onderzoek te stoppen en alle vrouwen die de placebo gebruikten de gelegenheid te geven om ook op Letrozol over te gaan. Kennelijk geeft Letrozol dus extra bescherming tegen het terugkomen van borstkanker. Bovendien waren er in de Letrozol-groep minder tweede tumoren (dus in de andere borst).

Vragen en onzekerheden
Het bovenbeschreven onderzoek is uitgevoerd door een groep onderzoekers die allen een goede naam hebben binnen het borstkankeronderzoek. Het onderzoek is voortreffelijk uitgevoerd en correct geanalyseerd en verschenen in het 'hoogste blad' dat er binnen de geneeskunde bestaat. Hoewel de resultaten voor alle deskundigen (inclusief de onderzoekers zelf) onverwacht positief zijn, moeten wij ervan uitgaan dat ze correct zijn. Het is wel goed mogelijk dat het waargenomen verschil tussen wel en geen Letrozol-gebruik groter lijkt dan het in werkelijkheid blijkt te zijn.
Ten eerste komt het niet zelden voor dat het toeval resultaten vertekent. Het lijkt zeker dat er een voordeel is voor Letrozol, maar mogelijk is dit veel kleiner dan uit deze eerste analyse blijkt. Ten tweede zijn de patiëntes in deze studie maar heel kort vervolgd (gemiddeld 2,4 jaar, niemand langer dan 50 maanden) en dit is heel erg kort voor een borstkankeronderzoek. Het zou bijvoorbeeld nog zo kunnen zijn dat de recidieven van de ziekte bij patiëntes die Letrozol hebben ingenomen, alleen een jaar zijn uitgesteld, maar wel alsnog zullen optreden.
Ten derde heeft Letrozol het nadeel dat het botontkalking bevordert en ondanks de korte periode dat de patiëntes in dit onderzoek werden vervolgd, was dit ook al duidelijk. Botontkalking kan uiteindelijk leiden tot wervelinzakkingen of fracturen van botten en dit is een belangrijk nadeel op langere termijn. Hoe groot deze kans hierop is kan niet uit het onderzoek worden opgemaakt. Een andere vraag is hoe lang de Letrozol het beste kan worden ingenomen. In het onderzoek was gekozen voor 5 jaar, maar nog geen van de patiëntes in het artikel heeft het medicament al 5 jaar gehad. Immers, het artikel werd gepubliceerd toen de eerste patiëntes pas 4 jaar in het onderzoek zaten. Ook is niet duidelijk of het nog zin heeft om met Letrozol te beginnen wanneer de 5 jaar tamoxifen al enkele of vele maanden geleden zijn. In het onderzoek moest zeer kort na het stoppen van de tamoxifen met de Letrozol worden begonnen. Op de bovengenoemde vragen zal dit onderzoek geen antwoord meer kunnen leveren. Er is echter nog een aantal andere onderzoeken gedaan, of nog lopend, die een soortgelijke vraagstelling hebben en waaruit wellicht nog aanvullende informatie kan worden verkregen. Deze informatie zal echter nog enkele jaren op zich laten wachten en de vraag is ook of deze onderzoeken na het bekend worden van de gegevens over Letrozol nog volgens plan kunnen worden afgemaakt. Er is dus een groot aantal belangrijke praktische vragen, waarop een helder antwoord ontbreekt.

Wat nu te doen na 5 jaar tamoxifen? Vanzelfsprekend is het verstandig wanneer patiëntes over hun eigen geval contact opnemen met hun behandelend arts. In samenwerking met hem of haar kan het beste worden afgewogen wat de voor- en nadelen zijn van het beginnen met Letrozol in aansluiting aan de tamoxifen of eventueel zelfs enige tijd na het afsluiten van de 5 jaar. Hierbij moeten de volgende overwegingen een rol spelen:
1. Letrozol werkt alleen maar bij vrouwen die postmenopauzaal zijn. Wanneer de eigen eierstokken nog oestrogeen produceren is Letrozol zinloos.

2. Letrozol verdient alleen overweging wanneer de tumor, waar destijds de operatie voor heeft plaatsgevonden, duidelijk hormoongevoelig was (dus ondubbelzinnig de oestrogeenreceptor en/of de progesteronreceptor had). Als dit onzeker of onbekend is lijkt Letrozol geen logische keuze.

3. Vrouwen die al botontkalking hebben of hier veel risico op lopen (bijvoorbeeld wanneer dit veel in de familie voorkomt, wanneer zij Prednison gebruiken, reumatische aandoeningen hebben, etc.) moeten voorzichtig zijn met deze behandeling en er wellicht van afzien.
4. Ook lijkt het verstandig om terughoudend te zijn wanneer de prognose van de borstkanker erg goed is. Als er bijvoorbeeld sprake was van een kleine tumor zonder lymfeklieruitzaaiingen naar de oksel, of wanneer een microarray een gunstige uitslag heeft gegeven, dan is de prognose na 5 jaar tamoxifen zo goed dat Letrozol hier maar erg weinig aan toe zou voegen. Wellicht is het dan het risico van de bijwerkingen niet waard.
5. Voor vrouwen die ook na 5 jaar tamoxifen nog een groot risico op terugkomen van de ziekte hebben lijkt Letrozol wel aangewezen. Het lijkt erop dat die kans hierdoor met circa 40% kan verminderen. Voor elke individuele patiënte moet dus een individuele risico-inschatting worden gemaakt.

6. Wanneer de 5 jaar tamoxifen al wat langer geleden is, lijkt het niet redelijk om aan te nemen dat nabehandeling met Letrozol even effectief blijkt. Als het einde van de tamoxifen al een jaar of langer geleden is, lijkt het alsnog beginnen met Letrozol niet rationeel meer.

Aandachtspunten voor de nabehandeling
1. Letrozol is een zogenaamde aromataseremmer. In Nederland zijn naast Letrozol nog 2 andere aromataseremmers verkrijgbaar: Anastrozol en Exemestane. Het is redelijk om aan te nemen dat deze beide medicamenten even effectief zijn als Letrozol en dat de nabehandeling daarmee even goed kan worden uitgevoerd.
2. De aromataseremmers worden in het algemeen goed verdragen. De belangrijkste bijwerkingen zijn overgangsverschijnselen, maar vrouwen die al langer in de overgang zijn merken hier doorgaans niet veel van.

3. De genoemde aromataseremmers leiden alle tot versterkte botontkalking (osteoporose). Het is dus belangrijk om voldoende calcium en vitamine D in te nemen en lichamelijk actief te zijn. In individuele gevallen kan het aangewezen zijn om een botdichtheidsmeting uit te voeren (door middel van een DEXA-scan) of dit na een aantal jaren gebruik van de aromataseremmer alsnog te doen of te herhalen. Eventueel valt te overwegen om ook nog een behandeling met aparte medicamenten tegen osteoporose te geven.

auteur: Prof.dr. S. Rodenhuis, internist

Datum laatst gewijzigd: Monday, November 03, 2003